pmKalezeeuwsecSt^i
^Cerst lied
*s fjg -r> "«1%
Cjab^ Bov«lander.
Het is gebeurd op een winterdag
Des nachts om twalef uren.
De kleine kudde met herders lag
Te sluimeren bij de vuren.
Toen klonk uit de hemel een heldere wijs
Kyrie Eleys
Maar ik en gij waren niet daarbij,
Ons trokken te vele zaken
Naar aardse gewichtigdoenerij.
Naar wereldse vermaken
Of naar zorgen voor drank en spijs,
Kyrie Eleys
De herders hadden hun handen vol
Eenvoudige geschenken.
Zij gaven het Kerstkindje schapewol
En baden het: Wil aan ons denken
Wanneer Gij zult zijn in Uw paradijs.
Kyrie Eleys
Doch ik en gij komen achteraan
Met duizenden meegelopen
Wij zullen wel lang in de rij moeten staan
Maar de staldeur is nog open.
Wij worden misschien nog wel eenmaal wijs.
Kyrie Eleys
ANTON van DUINKERKEN
(Uit de bundel „Waaiend Pluis")