PAGINA
Z WITS AL
Mejuffrouw J. van Es:
HOEST UW KIND...?
DONDERDAG 24 DECEMBER 1959
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
WERKENDE
VROUWEN
sireekverbeieringswerk" op Tholen ZEELAND(V)
(Van onze redactrice)
Wie „streek verbetering"
zegt, denkt daarbij
niet onmiddellijk aan een
taak voor de vrouw. Streek
verbetering, deltaplan, ont
wikkelingsgebied: het zijn
termen die weliswaar ook
voor vele vrouwen een ver
trouwde klank hebben ge
kregen maar bij het horen
(of lezen) van al deze termen
denkt men toch onwillekeu
rig aan „mannenwerk"....
Dat aan de in onze provincie
zo actuele zaak van de streek
verbetering wel degelijk ook
„vrouwenwerk" te pas komt,
kan men vernemen uit de
mond van een vrouw die bij
dit vrouwenwerk nauw is be
trokken: mejuffrouw J. van
Es, die de' huishoudelijke
voorlichting in het streekver-
beteringsgebied Tholen ver
zorgt.
Zij is geen onbekende in Zee
land: sinds april 1956 was me
juffrouw Van Es in onze pro
vincie werkzaam als lerares
van de Stichting huishoudelijke
voorlichting ten plattelande, se
dert 1 juli 1959 wijdt zij zich
als „huishoudelijk voorlichtster"
in het streekverbeteringsgebied
Tholen aan een dus wel uitge
sproken vrouwelijk facet van
het streekverbeteringswerk.
„Huishoudelijk voorlichtster": een
fraaie benaming is het misschien
niet, maar toch karakteriseren
deze twee woorden nog het best
de huidige taak van mejuffrouw
Van Es, die oorspronkelijk land-
bouwhuishoudlerares was.
„Mèt een sterke voorliefde voor
woon- en bewoningsproblemen, en
daarnaast een grote belangstel
ling voor diverse vormen van
maatschappelijk werk...." Twee
factoren dus die ook met haar te
genwoordig werk nauw verweven
zijn.
r uishoudelijk voorlichtster in
een streekverbeteringsge
bied": wat die taak precies
behelst, kan men te weten komen
wanneer men bijvoorbeeld het
(veelbesproken!) „meerjarenplan"
voor de huishoudelijke voorlich
ting op Tholen in de komende ja
ren bestudeert. Want uiteraard
heeft de huishoudelijke voorlich
ting een eigen programma, zij het
dan ook in hechte samenwerking
met andere vormen van streekver
beteringswerk in de betreffende
gebieden. Als een belangrijk on
derdeel van dat programma wor
den onder meet1 genoemd enquê
tes naar „woon- en leefomstan
digheden" van de bewoners van
het betreffende gebied.
jr
Met een dergelijke woning-en
quête is mejuffrouw Van Es in
middels op Tholen begonnen.
Hoe woont men: hoe is de ge
zinssamenstelling, hoe groot is
de woning, in welke vertrekken
wordt gewoond en in welke ge
werkt; is er kinderspeelruimte,
bergruimte, hoe staat het met
de slaapkamerruimte, is er een
goed functionerende cn goed-
verwarmde douche-gelegen
heid
Dat zijn enkele van de vragen die
mejuffrouw Van Es voorlegt aan
honderd gezinnen in haar werkge
bied, Die honderd gezinnen zijn ge
kozen in de verschillende plaat
sen op het eiland, waarbij onder
meer rekening werd gehouden
met de grootte van die plaatsen,
en waarbij ook - gestreefd werd
naar een zo heterogeen mogelijk
„materiaal". Deze woningenquè-
te is in meer dan één opzicht een
proef: het is de eerste van dit
soort die in Nederland gehouden
wordt. „Veel belangstelling en
veel medewerking": aat zijn twee
van de (prettige) ervaringen die
de huishoudelijk voorlichtster tot
nu toe met haar enquête heeft op
gedaan. „Vaak komt men uit ei
gen beweging al om advies op dit
gebied", zegt mejuffrouw Van Es.
„En een dergelijke woningenquête
is ook daarom zo belangrijk als
start van het „meerjarenplan,
omdat de enquêtrice door dit on
derzoek niet alleen kennismaakt
met vele toestanden en gewoon
ten. maar bovendien in de betref
fende streek als „de huishoude
lijk voorlichtster" snel bekend
raakt".
In het meerjarenprogramma
voor de huishoudelijke voor
lichting is voorts aan vele
andere zaken gedacht.
Aan voorlichting op voedings-
gebied bijvoorbeeld, door mid
del van cursussen, demonstra
ties of lezingen; aan voorlichting
over onderwerpen als „handig
huishouden", verzorging van sier
en moestuin, budgettering, inde-
liug en inrichting van de woning.
Er zou voorlichting moeten wor
den gegeven over de vele moderne
huishoudelijke apparaten die te
genwoordig in snelle opeenvolging
op de markt konten; er zouden ex
cursies kunnen worden georgani
seerd naar bekende fabrieken van
huishoudelijke produkten....
Maar mejuffrouw Van Es wil niet
nalaten, om „haar" meerjaren
plan het stempeltje „voorlopig"
te geven, en ze praat over deze
plannen dan ook liefst nog een
beetje voorzichtig. „Het moet ge
zien worden als een voorlopig
plan", zegt ze nog eens met na
druk, „de resultaten van de en
quête bijvoorbeeld kunnen altijd
wijziging brengen in de verdere
afwikkeling van het program
maVoorlopig of niet: uit het
programma wordt in elk geval
wel duidelijk, dat er gestreefd
wordt naar „huishoudelijke voor
lichting in de ruimste zin des
woords4'!
En voorts zijn aan de taak van
mejuffrouw Van Es nog vele
neven-bezigheden verbonden.
Het onderhouden van een inten
sief contact met diverse vrou
wenverenigingen bijvoorbeeld,
zodat het voorlichtingswerk bij
de vrouwen in de betreffende
streek een zo breed mogelijke
bekendheid krijgt; het samen
werken met een „werkgroepje",
gevormd uit inwoonsters van
het gebied; het bijwonen van de
kaderdagen die eenmaal per
twee maanden worden gewijd
aan dit nog zo nieuwe werk en
waar de diverse programma's
worden besproken. De samen
werking met instellingen als
Mejuffrouw J. van Es verdiept
in het „huishoudelijk meerjaren
plan" voor het streekverbeterings
gebied Tholen
(Foto P.Z.C.J
bijvoorbeeld de Stichting huis
houdelijke voorlichting, en
combinatie van privé-hobby en
voorlichtingswerk! het ma
ken van kleurenfilms van acti
viteiten in het streekverbete
ringsgebied. die te zijner tijd
weer als voorlichtingsmateriaal
kunnen dienen.
Bij al deze bezigheden komt voor
mejuffrouw Van Es één „maar":
het feit dat zij haar domicilie in
Goes heeft, vormt wel eens een
belemmering voor haar werk
zaamheden. Een belemmering die
echter binnenkort tot het verle
den zal behoren, wanneer deze
huishoudelijk voorlichtster naar
het stadje Tholen verhuist, tenein
de „aan de bron" van haar dage
lijkse arbeid te kunnen wonen.
D
ecember maaiul van het kaarslicht. In duizenden gezinnen worden de
kandelaars tevoorschijn gehaald en opgepoetst om straks weer te
dienen als decoratie bij het diner of het intieme familie-avondje
r et particulier gebruik van kande-
H laai"s is door de Romeinen in
gevoerd, maar het was een luxe,
die slechts de rijken zich konden ver
oorloven. Tot in de 16e en 17e eeuw
is de kaars zo kostbaar geweest, dat
zij in hoofdzaak voor religieus ge
bruik werd gereserveerd. De kaars
werd eerst populair toen in 1823 de
stearinekaars werd uitgevonden
(stearine is vet. waaruit de rokerige
en onaangenaam riekende glycerine
is geëxtraheerd). Kort daarop, in
1850, kwamen de eerste pararfine-
kaarsen in de handel. De snelle ont
wikkeling van de techniek en de in
dustrialisatie hebben de kaars daar
na in korte tijd onder ieders bereik
gebracht.
plaats nooit een heel
kaars
Piaai
of een heel korte kaars in een
lange houder. Doe ook geen kor
te, dikke kaars in een hoge of grote
kandelaar of kandelaber.
Vormt de kandelaar het decoratieve
middelpunt van de feesttafel, zorg er
dan altijd voor, dat het kaarslicht
niet op ooghoogte brandt.
Een wenk voor de bezitters van zil
veren kandelaars is er kaarsvet ge
morst, ga dan niet met nagel of
scherp voorwerp trachten het vet
van het zilver te verwijderen men
kan dekandelaar eenvoudig wassen
in een warm, maar niet kokend sopje
van zachte zeep. Het gestolde kaars
vet verdwijnt daarin geheel. De kan
delaar herkrijgt vervolgens door
poetsen haar oude luister.
Advertentie
Talm niet langer, grijp dadelijk
in! Bestrijd kinderhoest met
kinder honing siroop^
GEZONDHEIDSZORG
VEILIGHEIDSZORG
„Een goed huis is een veilig huis'
heet een artikel in het maandblad
van het Groene en Witte Kruis „Ge
zondheidszorg". Het artikel geeft de
vertaling van twaalf nuttige wenken
voor de veiligheid in huis, nog slechts
een deel van alle adviezen, die de
Amerikaanse Eileen Burke schreef
in het blad „Today's Health" (Heden
daagse Gezondheid).
Medicijnen, speelgoed, verkeerde kle
ding, meubels, ramen kunnen bij on
verstandig gebruik of verkeerde keu
ze gevaar opleveren voor kleine kin
deren. Ook aan de groteren is ge
dacht: Er wordt o.m. gepleit voor
veel asbakken in huis, tegen roken in
bed, voor geregelde controle van gas
leidingen, tegen het tijdelijk (of min
der tijdelijk) wegzetten van allerlei
voorwerpen op traptreden. In het-1
zelfde blad schrijft mevrouw Van An-
del—Ripke, kinderpsychiater en ge
specialiseerd in verkeersopvoeding,
over reacties van kinderen in bepaal
de (ook verkeers-) situaties. In aller
lei brochures, periodieken en boeken
van de laatste tijd wordt met klem
gepleit voor meer veiligheidsmaatre
gelen, voor meer doelbewuste opvoe
ding, o.m. opvoeding tot weggebrui
ker. Er is helaas nog geen reden, ar
tikelen over deze onderwerpen ver
veeld over te slaan of naast ons neer
te leggen. Nog steegs is het aantal
ongevallen op dè wëg én in huis
groot.
Steeds meer
„kunstvezels"
Gordijnen, die met een natte spons
te reinigen zijn, kopjes en borden
die je kunt laten vallen zonder dat
ze in gruizels gaan cn die toch ko
kend water verdragen, vloerbedek
kingen die met een zeilwisser in een
paar minuten schoon zijn, tafelbladen
waar je een brandende sigaret op
kunt vergeten zonder kans op be
schadigingen of brand: al deze „won
deren", die al steeds minder als won
deren worden beschouwd, hebben
we te danken aan de produktie van
steeds meer synthetische stoffen.
Ongeveer een halve eeuw geleden
kwamen de eerste kunstmatig ver
vaardigde grondstoffen op de markt.
Ze zagen er onaantrekkelijk, grauw
uit en verspreidden 'n onaangename
geur. Tegenwoordig zijn een huis en
een huishouding ondenkbaar zonder
plastics en kunstvezels.
Onze lichtschakelaars, stekkers, te
lefoontoestellen, talloze huishoude
lijke apparaten en andere keukenat
tributen, zoals emmers en teiltjes,
worden van plasticsoorten gemaakt.
Complete keukentjes van douchecel
len, aan te brengen in kamers en
kasten, kan men van polyaethyleen
of een ander plastic kopen.
Meubelbekledingen, die op het eerste
fezicht duidelijk van wol schijnen,
lijken van synthetisch gefabriceer
de draden te zijn geweven. Gordijn
roeden zijn er van plastic, gordijnen
ook. Die laatste worden steeds soe
peler, steeds mooier, zodat ze bijna
van natuurlijke materialen lijken.
Tafellakens, bekleding voor de wan- 1
den van badkamer, keuken of kin
derkamer, vloerkleden, koffers en
tasjes, regenkleding: de kunststoffen
dringen door in vele soorten ge-
bruiks- en luxe artikelen.
Dat de fabrikanten naarstig probe
ren, hun produkten het uiterlijk te
geven van natuurprodukten (leer,
wol e.d.) is overigens wel een be
wijs, dat veel mensen, althans met
hun gevoel, nog zekere weerstanden
tegen de synthetische stoffen hebben
te overwinnen.
Een charmante creatie van achter
het IJzeren Gordijn is deze cocktail
jurk van zwarte tule, versierd met
zwarte kraaltjes. De jurk werd ge
toond op een modeshow in Praag.
(Advertentie)
4* «i»
4* Donderdag 10 december
a'o
A is door Notaris R Bennink X
Bolt aangewezen als onze T
•J. tweede
GRATIS KOOPDAG
De gelukkigen ontvangen
onzerzijds bericht en waar
debon.
Zoekt u nog een aardig
Kerstcadeau 1 Artikelen van
MEUWSEN zijn bij iedere
man welkom!
Bij
euu/sen
kunt u uitstekend terecht
^jroeu, wit, roodi
KERS 1 KLEUREN - MAAR WAAROM?
regen Kerstmis denkt de vrouw
aan versieringen in huis: een
kerstboom of wat sparretakken,
witte kaarsjes, rode lampjes. Maar
weet ze eigenlijk wel, waarom ze
die kleuren groen, wit en rood ge
bruikt f
Lang voor de geboorte van Chris
tus, o.a. bij de oude Romeinen, be
stond het gébruik tegen eind de
cember de huizen te versieren met
levende planten en lauriertakken.
Volgens het geloof van het volk
bewees men hiermee eer aan de
groeikracht in de natuur. In Lim
burg ziet men nog wel, dat men
een takje van een appél of kers in
water zet. Bot het met Kerstmis
uitdan is dat een goed teken voor
de fruitoogst. De groene plant zag
men als het symbool van het. leven
Door alle tijden heen voelden de
mensen de behoefte bij belangrijke
gebeurtenissen ih contact te staan
met de planten, de heilige bomen
b.v., waar ze heentrokken, als er
recht moest worden gesproken of bij
plechtige bijeenkomsten of feesten.
Nadat het christendom vaste voet
had gekregen, voélde men de groene
plant als een symbool van de groei
en bloei van de christelijke leer, en
zo vieren wij kerstfeest bij de geu
rige, altijd groene kerstboom.
/n de oertijden vonden de mensen
die donkere periode iets heel on
behagelijks. Men was bang, dat
de- zon die iedere dag wat minder
lang scheen en steeds minder kracht
had, er op een geneven ogenblik
niet meer zou zijn. Men toilde graag
meehelpen hem wat licht en kracht
te geven en hoopte dit door een
symbolische handeling te bereiken.
Hiervoor brandde men vroeger de
grote kerstblokken, op de open vuur
plaat.
Dat kan tegenwoordig natuurlijk
niet meer zo gemakkelijk, maar met
de belichting, de rode versieringen,
mooie rode bloemen kan men toch
in de kamer wél die gloed en rode
schijn geven, die warmte aanduiden.
Al vanaf de oudste tijden hoorde
hulst bij het kerstfeest. Deze plant
met zijn rode besjes en vinnige, ste
kelige bladeren was, volgens de oude
opvatting, een prachtig middel tegen
boze geesten. Weet dat de oude
Friezen, toen ze op hun „scheuvels"
(schaatsen van beenderen gemaakt)
rondreden, altijd naar de grote hulst-
bossen trokken op zoek naar deze
waardevolle takken
iet alleen rode bloemen zijn wel
kom. maar ook witte. Het ivit
geeft een gevoel van rust en
vredigheid: het witte kleed, de witte
kaarsen.
Zo hechtte men ook een heel bijzon
dere waarde aan de kerstroos. Was
dit niet iets heel bijzonders, dat zo
dan is er natuurlijk de be
roemde maretak, of zoals hij
tegenwoordig genoemd wordt,
de mistletoe.
De strijd tussen winter en zomer,
duisternis en licht, werd natuurlijk
vroeger vooral door de bewoners
van de noordelijke stréken sterk
meegevoeld. Zo ie er een legende, die
hiervan spreekt en waarin de mare
tak een grote rol heeft gespeeld.
Om de god van het Licht, Balder,
te redden van kwaad, werd aan de
planten en dieren, aan levenloze
voorwerpen en aan de élementen ge
vraagd nooit iets ten nadele van
de geliefde god te doen, wat ieder
plechtig beloofde. De kleine, on
schuldig uitziende mistletoe werd
vergeten. Helaas, want Loki, de god
van het Kwaad, maakte er een
scherpe pijl van. In handen van de
blinde Hodur (de duisternisgelegd,
werd dit plantje er de oorzaak van
dat de lichtgod dodelijk werd ge
troffen. Diepe duisternis trad toen in.
Toen de maretak ontdekte, wat er
was gebeurd, weende ze bittere tra
nen, die veranderden in de witte bes
jes, die nu juist de waarde aan de
takjes geven. Om iets van het onheil
goed te maken, beloofde ze in het
vervolg zoveel mogelijk vreugde en
geluk te zullen brengen. En zo ge
beurde het, dat vijanden, die elkaar
in het bos tegenkwamen ender een
boom, waar een mistletoe in groei
de, wapenstilstand met elkaar slo
ten.
In Engeland was er een tijd, dat een
kus o7ider de mistletoe beschouwd
werd als een verloving.
Wie weet: misschien spreken deze
symbolen van mildheid, vreugde,
warmte en leven nog wél extra tot
U, als U dit jaar onder uw groene
kerstboom zit met zijn twinkelende
lichtjes en het vredige wit en warme
rood van uw bloemen, kaarsen en
versieringen.
~öan ozoun)
Q iotozoun)
ALS het kerstverhaal, voorzover
het nog met aandacht gelezen
wordt, maar al te grif in de zoe
te schijnwereld der romantische ver
beelding getrokken wordt, is dat stel
lig mede te danken aan de voortref
felijke compositie. Geen wonder, dat
menig schilder in menige tijd, zelfs
die van het uitbundigste palet, zich
betoverd gewonnen heeft gegeven aan
een zo harmonisch opgebouwd tafe
reel. In het centrum de lieflijke, be
scheiden figuur van de moeder met
het slapend pasgeboren Kind en
ter weerszijden daarvan de herders
en de magiërs.
Geen wonder, dat de romantische ver
beelding zich van meet af aan zich
enkel en uitsluitend heeft beziggehou
den met deze kleine karavaan van
vorstelijke vreemdelingen. Aan de
volkse herders heeft niemand ooit
aandacht geschonken. Maar de sim
pele aanduiding van „enige wijzen uit
het oosten" is van de vroegste tijden
af een uitdaging geweest de turende
blik te scherpen, om van de zwijgen
de voorbijrijdende vreemdelingen,-al
thans een gezicht, een naam te onder
scheiden. Zij zijn toch; stellig te rijk,
te voornaam en te uitzonderlijk ge
weest om weer naamloos, bij wegster
vend bellengerinkel, in de nacht der
geschiedenis te verzwinden.
GEDRIEËN waren zij dus rijdend
achter elkaar naar rang en leef
tijd, Kaspar, Melchior en Bal
thazar. Namen als koraalmuziek, een
melodieus akkoord dat blijft naklin
ken, als het Kind en zijn moeder in
het spoor hunner koninklijke kame
len op een nederig ezeltje de woestijn
in vluchten naar Egypteland. Moet
dan tenminste niet één in gelukkige
gepeinzen voor hen uitrijden: de jong
ste, koning uit het Morenland, don
ker en mysterieus als zijn werelddeel,
Afrika.
Deze kinderlijke verbeelding heeft er
gens een diepe waarheid onbewust
naar boven gebracht. De herders in
hun grove werkplunje, met de groe
zelige schapevachten om de schou
ders, zijn in heel hun hard dagloners-
bestaan zich toch van een hoger men
selijk aanzien bewust geweest, enkel
en alleen dank zij hun huidskleur en
volk. Geen huurling op de heuvels
rond Bethlehem kon vergeten, dat een
heimelijk gekroonde koning eenmaal
hun lot en leven had gedeeld, en hui
verend maar onverzettelijk de kilte
van de nacht had verdragen bij de
gloed van een wachtvuur, dat beren
en leeuwen op een afstand moest hou
den. Zij mochten grauw en arm zijn,
naamloos en ongeletterd: niemand
kon hun het voorrecht van een uit
verkoren ras en volksgemeenschap
betwisten. Het waren niet de minsten
van hun natie geweest, die van ach
ter de schapen geroepen waren tot
een eenzaam verheven leiderschap. De
herdersstaven van Jozef, van Mozes,
Mistletoe of maretak:
vreugde en geluk...
van David en Amos waren scepters in
hun hand geworden: wie vandaag 'n
kudde leidt kan morgen een volk aan
voeren. Zou het Kind dat zij, zwijgend
en zonder geschenk, met hoopvolle
verering weifelloos aanbaden, ook niet
eenmaal hun handwerk verheffen tot
de schoonste erenaam die het zichzelf
geven kon? De goede herder, met het
opgespoorde lam in de armen zou de
eeuwen door een verheven gestalte
blijven, zelfs bij volken, die geen kud
den of hoeders meer kenden.
WAT heeft de donkere woning van
het Morenland daartegenover te
stellen? Hij rijdt achteraan, be
wust van zijn jeugd en huidskeur, die
hem dudelijk scheiden van de ande
ren. Wat maalt een gretige verbeel
ding om geleerdheid en wetenschap?
Magiërs zijn te vage, onwerkelijke ge
stalten, die zich bezig houden met on
aardse speculaties.
Maar drie vorstelijke personages,
zo fabelachtig rijk dat zij een reis
van maanden kunnen ondernemen en
peperdure geschenken aanbieden: die
zijn tastbaar en aards, die kunnen
zich met de herders van een uitverko
ren volk meten. En in hun gezelschap
is de donkere Ethiopiër eindelijk vei
lig en gelijkberechtigd: zijn knielend
geboden goud schittert te meer in zijn
zwarte handen. Maak ruim baan. óók
voor de Moor: als hij sprakeloos een
knie buigt voor het slapende Kind op
de schoot van een sprakeloze moeder,
heeft de verbeelding meer gedaan dan
een keurige toets toegevoegd aan een
bekoorlijke compostie. Êen oude,
gramstorige vloek is opgeheven, een
lastig sprekend geweten eindelijk tot
zwijgen gebracht. Niet enkel rang en
stand, armoede en rijkdom zijn uitge
wist in de tegenwoordigheid van dit
Kind: o'ok de barbaarse discriminatie
van de donkere huid is een belache
lijk overwonnen standpunt geworden.
En zo luid heeft dit geweten gespro
ken. dat zelfs menig schilder het Kind
de handjes opgetogen laat uitstrek
ken juist naar de kostbaarheden die
deze donkere vingers het aanbieden.
SASKIA.
N
midden in de winter, zélfs buiten in
de kou, deze plant zijn helder witte
bloemen ontplooide? Er is een oud
verhaal, dat vertelt van een klein
meisje, dat het Kerstkindje ook zo
graag iets zou willen brengen. Maar
ze was zo arm, dat ze hélemaal niets
bezat. Van verdriet hierover huilde
ze en waar de warme tranen op de
sneeuw vielen, smolt deze. en kwa
men onverwacht de mooie witte
bloemen tevoorschijn. Deze gave
bracht ze dankbaar naar de stak