Kamer akkoord met beleid van
kabinet in de zaak-Meulenbelt
In 18 werkdagen plaatsing van
A.N.W.B.-borden en wegwijzers
MET BOUWEN VAN WOONWIJKEN
VOOR AMBONEZEN BEGONNEN
WINTER 1959-'60 WORDT
ZACHTER DAN NORMAAL
VRUDAG 4 DECEMBER 1959
PBO V IN U I ALE ZE hi U W SE COURANT
7
NA DEBAT VAN ACHT TOT OVER TWAALF UUR
Prof. Oudcommissies hebben naar
eer en geweten gehandeld
(Van onze parlementaire redacteur)
Het beleid dat de regering en dat is dan eigenlijk de regering-Drees en
daaruit de ministers van justitie en van sociale zaken en volksgezondheid,
de heren Samkalden en Suurhoff hebben gevoerd in de geruchtmakende
zaak-Meulenbelt, heeft donderdagavond in de Tweede Kamer de volledige
instemming van vrijwel alle afgevaardigden verworven. Na een debat dat
van acht tot over twaalven duurde en dat door vele belangstellenden op
de tribunes en in de loges, onder wie de heer en mevrouw Meulenbelt en
hun raadsman mr. Kokosky, werd bijgewoond, verenigde de Kamer zich
met de conclusie van het verslag dat door de vaste commissie van justi
tie en voor volksgezondheid was uitgebracht over het mondelinge overleg,
dat deze commissie met de ministers van justitie en van sociale zaken en
volksgezondheid hebben gevoerd. Over de inbewaringstelling van het echt
paar Meulenbelt in de psychiatrische inrichting „Het Groot Graffel" in
Warnsveld.
De enige afwijkende stemmen, die in
de Kamer gehoord werden, waren
van de heren Van Rijckevorsel (k.v.
p.) en Van Dis (s.g.p.). Het ging om
de vraag, of de krankzinnigenwet op
grond waarvan het echtpaar in be
waring was gesteld juist was toege
past. Het rapport van de commissie
kwam tot de overtuigende conclusie,
dat dit inderdaad het geval geweest
is. De heer Van Rijckevorsel was van
mening, dat aan de Kamer en al
thans aan hem onvoldoende gegevens
bekend waren om een gefundeerd
oordeel in de zaak-Meulenbelt uit te
spreken. Hij beweerde niet, dat de
regering goed gehandeld heeft. Hij
beweerde ook het tegendeel niet. De
Kamer had zich, zo betoogde hij, van
ieder oordeel moeten onthouden. De
katholieke woordvoerder, lid van de
vaste commissie voor justitie en
daarin een minderheid vormende,
wraakte, dat aan de Meulenbelts tot
dusver ten onrechte naar zijn me
ning inzage is onthouden van de
stukken waarover de regering be
schikt, zelfs van die stukken, waar
van de leden der Kamercommissie
vertrouwelijk kennis hebben kunnen
nemen.
Mr. Van Rijckevorsel verzocht de re
gering om aan het echtpaar Meulen
belt en hun medische en rechtskun
dige raadslieden inzage te verschaf
fen van alle stukken, die voor een be
oordeling van de inbewaringstelling
kunnen dienen. Voorts informeerde
hij wat het standpunt van de rege
ring is ten aanzien van een door hem
ter overweging gegeven voorstel om
door e<?n arbitraal geding een spoe
dige eindbeslissing in deze zaak te
krijgen.
De heer Van Dis deelde geheel de in
zichten van mr. Van Rijckevorsel.
De andere sprekers verdedigden het
beleid van de regering. Zij deden dat
enthousiast en met overtuiging. Het
duidelijkst deed dat prof. Oud van
de V.V.D. ais voorzitter van de com
missie voor justitie en namens de
beide commissies sprekende.
Onderzoek voldoende
Hij stelde duidelijk op de voorgrond,
dat de commissies alleen te beoorde
len hadden, of het onderzoek naar de
geestelijke afwijkingen van het echt
paar, die geleid hebben tot de inbe
waringstelling, goed en voldoende ge
weest is. Die vraag beantwoordde hij
onomwonden bevestigend. Daaruit
volgt dan tevens dat de regering de
krankzinnigenwet goed heeft toege
past. Uitdrukkelijk verwierp hij, dat
de Kamer de taak zou hebben te fun
geren als rechter in een geschil tus
sen de Meulenbelts en de regering.
Drie-en-twintig Middelburgse dames
zijn donderdagmiddag in het Rode
Kruis-gebouw aan de Kinderdijk ge-
installeerd als welfare-leidster. Zij
hadden met goed gevolg de cursus
doorlopen, die gegeven werd door
mej. Meinster uit Arnhem. Enkele
van de dames bekijken op deze foto
de voorwerpen, die zij tijdens de cur
sus hebben vervaardigd. Tweede van
links is mej. Meinster, die namens de
cursisten een fraaie Zeeuwse arm
band ontving.
(Foto P.Z.C.)
Dat zou ook niet kunnen, want zo
danig geschil bestaat niet. Meent het
echtpaar Meulenbelt, dat het on
rechtmatig van zijn vrijheid is be
roofd een standpunt dat de com
missies geenszins innemen dan
zijn de heer en mevrouw Meulebelt
volledig vrij om de weg der rechts
pleging te bewandelen en een klacht
bij de rechter aanhangig te maken.
Ook hadden zij zich tot het medische
tuchtcollege kunnen wenden. Tot nu
toe hebben zij van deze rechtsmidde
len echter geen gebruik willen ma
ken.
Zij hebben dat niet gedaan, omdat de
officier van justitie in Zutfen be
trokken is geweest bij de inbewa
ringstelling op 23 februari 1955 en
omdat de president van het gerechts
hof in Arnhem, waartoe zij zich ook
hadden kunnen wenden, lid is ge
weest van de eredaad, die beoordeeld
heeft of dr. Van Erp Taalman Kip,
die een spoedeisend geval van krank
zinnigheid vaststelde en overbren
ging naar de psychiatrische irichting
nodig oordeelde, juist gehandeld
heeft. Als men geen vertrouwen stelt
in de onafhakeüjke rechter, zo riep
prof. Oud uit, dan kunnen we in Ne
derland wel een streep door de recht
staat zetten
Prof. Oud vestigde er de aandacht op
dat de Meulenbelts door verschillen
de psychiaters zijn onderzocht en dat
het absurd is te veronderstellen, dat
allen tegen hen zouden hebben sa
mengespannen. Zij waren op 23 fe
bruari 1955 geheel overspannen. Dat
bleek ook uit door hen zelf afgelegde
verklaringen. Zelfs voor een leek was
duidelijk, dat zij aan achtervolgings
waanzin leden. Er bestaat daarom bij
de commissies geen enkele ongerust
heid, zo verzekerde prof. Oud, dat
men niet naar een eer en geweten
gehandeld zou hebben.
Mr. Beerman
Het speet de minister van justitie,
mr. Beerman, dat men de regering
door de grote ruchtbaarheid die aan
deze zaak gegeven is, heeft gedwon
gen op een weg, die zij niet wilde
gaan. Naar het oordeel van de rege
ring is dr. Van Erp Taalman Kip vol
komen te goeder trouw geweest en
heeft hij een redelijke beslissing gé-
nomen. Alles is gedaan in het belang
van de Meulenbelts. De menselijke
zijde is steeds goed in het oog gehou
den.
De minister kritiseerde, dat de zaak
onvoldoende gefundeerd in de open
baarheid is gebracht en dat in de pu-
blikaties steeds is uitgegaan van
kwade trouw. De publicisten hebben
hiermee een grote verantwoordelijk
heid op zich geladen vond hij.
MINISTER KLOMPÉ AAN TWEEDE KAMER:
ke waarneming waren medio oktober
1959 ongeveer 700 Ambonezen niet
in het arbeidsproces opgenomen. De
oorzaken hiervan zijn verschillend.
Nog altijd is er een groep, welke wei
gert om in het arbeidsproces te
worden opgenomen. Hun aantal
wordt geleidelijk kleiner. Momenteel
zijn het er nog ongeveer 90. Een
tweede oorzaak is, dat er onge
veer 200 Ambonezen zijn die te
oud of invalide zijn, om nog
Werk te kunnen vinden.
Als derde oorzaak moet genoemd
worden de afstand tot het werk.
Een aantal woonoorden is gelegen
op plaatsen waar geen werk is,
ook niet in de naaste omgeving.
Ongeveer 400 mensen kunnen als
gevolg daarvan niet werken. De
bewoners van deze woonoorden
zullen geleidelijk verhuizen naar
plaatsen waar zij wel werk kun
nen krijgen.
Eerste stap gezet op
weg naar zelfzorg
Omtrent het Ambonezenvraagstuk
geeft minister Kiompé de volgende
inlichtingen aan de Tweede Kamer:
De minister heeft met belangstelling
kennis genomen van de coucrete
voorstelfen, welke in het rapport van
de commissie Verwey-Jonlter zijn
vervat. Over sommige van deze voor
stellen heeft zij zich reeds een oor
deel gevormd. Met name betreft dit
de toekomstige huisvesting van de
Ambonezen door het bouwen van
woonwijken, de doortrekking van de
zelfzorg en de geleidelijke intrekking
van de vergoedingen aan de bestu
ren van enkele Ambonese organisa
ties.
Haar opvattingen ten aanzien van
deze onderwerpen zijn in overeen
stemming met die van de commissie,
terwijl aan de uitvoering reeds werd
gewerkt. Zo is met het bouwen van
woonwijken reeds een begin gemaakt,
is per 1 oktober de eerste stap gezet
op de weg, welke moet leiden tot ver
dere doorvoering van de zelfzorg,
terwijl de vergoedingen aan de be
sturen met ingang van 1 januari '60
verlaagd zullen worden met 1/5 van
het over 1959 uitgekeerde bedrag,
met de bedoeling dat zij na 5 jaar
geheel verdwenen zullen zijn.
De regering hoopt, dat de Ambone
zen nog eens de gelegenheid zullen
krijgen om naar hun eigen land terug
te keren. Gezien de ervaringen in de
achterliggende jaren zou het echter
niet reëel zijn te dien aanzien hoge
verwachtingen te koesteren. Bij haar
beleid gaat de regering er daarom
sinds enige tijd van uit, dat het ver
blijf van de Ambonezen in Neder
land van langere duur zal zijn.
Volgens een zo nauwkeurig mogelij-
van de gewestelijke
raad voor Zeeland van het Land
bouwschap, de heer G. J. de Jager
uit Anna Jacobapolder (op de foto
tweede van linksheeft donderdag
middag te Beilen de eerste zending
lucernemeel van de Zeeuwse boeren,
in het kader van de hulpverlening
aam de door de droogte getroffen ge
bieden, overgedragen aan de Drentse
gedupeerden.
Toekomstverwachtingen
voor waterweggebied
In het rapport, dat het Economisch
Technologisch Instituut voor Zuid-
Holland over de ontwikkeling van de
zeehavenfunctie van Dordrecht heeft
doen verschijnen, wordt over het wa
terweggebied, waarvan de Dordtse
zeehaven deel uitmaakt, gezegd, dat
de overslag van massagoederen een
snelle toeneming zal vertonen.
In het bijzonder' betreft dit ijzererts,
steenkool en aardolie. De totale pro-
duktie van ruw staal in de O.E.E.S.-
landen wordt in 1960 op ongeveer
80100 miljoen ton per jaar ge
raamd. Hiervan komt zeker 30
in Duitsland, zodat met een ruw-
staalproduktie van ruim 30 miljoen
ton in dit land moet Worden gerekend.
Dit betekent een totale overslag van
ertsen in dit territoir van circa 13
miljoen ton. Bij de steenkool is de
situatie anders dan bij het ijzererts.
In het laatstgenoemde geval betrof
het immers voornamelijk de door
voer -bij lossing, terwijl bij steenkool
ook 'de doorvoer bij lading en de
invoer, in Nederland zelf belangrijke
posten vormen. Toepassing van het
cijfer van de te verwachten totale
consumptie in de O.E.E.S.-landen in
1960—'65 ad 570 miljoen ton levert
een kolenbeweging van rond 17 mil
joen ton. Houdt men rekening met
de verwachte netto-importen van 40
a 50 miljoen ton per jaar dan is de
omvang van het toekomstige kolen-
verkeer in het waterweggebied op
rond 20 a 25 miljoen te stellen.
VOLGENS DUITSE VOORSPELLING
Maar toch nog
op de schaats?
(Van onze weerkundige medewerker)
Klimatologisch is de winter van 1959-
1960 alweer begonnen. Deze wordt
over de drie volle maanden december,
januari en februari berekend. In ver
schillende gesprekken heeft men, zo
als gebruikelijk is deze tijd van het
jaar, alweer een strenge of zachte
winter kunnen horen voorspellen. De
één vermeldt als bron de Enkhuizer
almanak, de ander een vriend die er
een goede kijk op heeft, maar de
meeste sprekers die hun volksweer-
wijsheid luchten volstaan met een
„ze zeggen".
De natuur zelf geeft geen enkel ge
heim ten aanzien van de komende
winter prijs. Men meent dit wel
vaak. Wilde ganzen, vlijtig wormen
verzamelende mollen, veel eikels en
beukenootjes en bomen die lang in
het blad blijven, heeft men enkele
eeuwen serieus als voorspellers van
strenge winters gezien.
GEEN VOORSPELLERS.
Men heeft tal van deze volksweer-
wïjsheden kunnen onderzoeken en de
eindconclusie is dat de natuur in haar
flora en fauna in de herfst geen en
kele aanwijzing geeft die betrouw
baar op een zachte of- strenge win
ter wijst. Dit geldt zelfs voor de wil
de,- in vaak V-vorm vliegende gan
zen.
Om iets over het weer op langere
termijn te kunnen zeggen is men
naar onze mening op een uitgebreid
wetenschappelijk onderzoek aange
wezen en op dit punt durven wij
te zeggen dat de Duitse meteorolo-
WIJZIGING SYSTEEM RICHTINGAANDUIDING
De wegwijzerdienst van de A.N.W.B.
zal in circa 18 werkdagen op tal van
plaatsen in Nederland het systeem
van richtingaanduidingen wijzigen.
Het project omvat, buiten de borden
die hoofdzakelijk uit verkecrsoogpunt
belangrijk zijn, een aantal rivier
naamborden.
Ten behoeve van een duidelijke ver
keersgeleiding bij het verkeersplein
Oudenrijn, nabij Utrecht, dat bekejid
staat als het drukste verkeersplein
van Nederland, plaatst de A.N.W.B.
thans 16 grote verkeersborden. Het
systeem van plaatsing is door de
bond aangepast aan de indeling van
de toeleidende wegen naar het ver
keersplein. De verdeling in drie rij
stroken noodzaakte de bond speciale
symbolen te ontwerpen, die de weg-
gebruilce/s al van een afstand van
ongeveer 100 meter opmerkzaam ma
ken op de te kiezen rijstrook. Op de
vier wegen, die op het verkeersplein
uitkomen, verrijzen op bijna 1,5 km
van het plein borden, die een omvang
hebben van ruim 4 x 3 meter. Zij
AAAAAAAAAAAAAAAAAAA^AAAA
Werk dit jaar
nog voltooid
V\A/VV\«VV\\VVVVVV^VVN^\VV
worden telkens na 200 meter gevolgd
door borden van 9 vierkante meter
oppervlakte, waarop de te kiezen rij
richting staat aangegeven in symbo
len, die een gedeelte van de situatie-
op het verkeersplein weergeven.
Het plaatsen van deze borden stelde
de A.N.W.B. voor problemen. De bor
den, die willen zij geen verkeers
obstakels -vormen minstens vier
meter uit de rijbaan moeten worden
gezet, steken bij het verkeersplein
udenrijn over de bermen heen. Met
het talud als basis, zullen acht meter
hoge, windvaste constructies de bor
den steunen.
Direct na de voltooiing van dit werk
zullen de richtingborden bij de afrit
ten naar Dordrecht op rijksweg 16
(Rotterdam-Breda) gewijzigd wor
den, waarbij de brug over de Oude
Maas zal worden voorzien van bor
den boven het rijwiel- en voetpad.
Tevens zullen in en nabij Breda,
Waalwijk. Huizen, Voorthuizen en
OoststeUingenwerf wegwijzerprojec-1
ten worden uitgevoerd. Tegelijk met
een totale herziening van het borden
systeem op een gedeelte van rijksweg
43 (Afsluitdijk-Groningen), het weg
vale van Drachten naar Niebert, zal
de A.N.W.B. nog dit jaar een aantal
frote projecten uitvoeren, die ten
oei hebben de richtingaanduidingen
in de steden Rotterdam, Utrecht en
Tilburg door middel van gedeeltelijk
laag geplaatste richtinghorden te ver.
duidelijken. In het totaal zullen in de
ze steden enige honderden borden
worden aangebracht.
Een werkploeg van de A.N.W.B.-
wegwijzerdienst zal in december
circa 80 riviemaamborden door
geheel Nederland plaatsen. De
A.NW.B. zal dit werk, dat maan
denlange voorbereidingen heeft
gevergd, in zijn geheel nog voor
1 januari voltooien. Het omvat
289 richtingborden, 192 wegwij
zers en 80 riviernaamborden met
een totale oppervlakte van 573
vierkante meter.
Ontwikkelingsgebieden
zijn opgegaan in
probleemgebieden
De ontwikkelingsgebieden zijn gro
tendeels opgegaan in de probleemge
bieden, waarop het nieuwe industria
lisatiebeleid van de regering is ge
richt, aldus schrijft minister Kiompé
in de beschouwing over de begroting
van haar departement.
Een geleidelijke afronding van het
beleid in de ontwikkelingsgebieden is
noodzakelijk. Daartoe is voor 1960
het betreffende bedrag verhoogd met
2,5 miljoen. Met het oog op het te
voeren beleid ten aanzien van de pro
bleemgebieden, waarmede in 1960 een
begin gemaakt wordt, zal de afron
ding in de ontwikkelingsgebieden
zich niet over een te groot aantal
jaren kunnen uitstrekken.
Nader moet worden bezien, welk be-
gen op dit gebied op de meeste Euro
pese landen een voorsprong hebben.
Een vaste staf wetenschappelijken
heeft in Offenbach (bij Frankfort)
een afdeling die zich geheel bezig
houdt met verwachtingen op lange
termijn. Een verre van gemakkelijke
en vaak ondankbare taak want het is
met deze voorspellingen nog geen
100, zelfs nog geen 80 Maar men
is naar onze mening wel op de goede
weg.
Na de Eerste Wereldoorlog was het
in Duitsland dr. F. Baur (nu prof.
Baur) die zich toelegde op verwach
tingen op lange termijn en niet altijd
zonder succes.
In de Tweede Wereldoorlog beging
prof. Baur de fout zijn voorspellingen
rechtstreeks aan het hoofdkwartier
van Hitier door te geven die er bij
zijn invallen in Polen, Nederland,
en Rusland 'n dankbaar gebruik van
maakte. Het weer was. zoals men
zich misschien nog herinnert, steeds
zonnig, zodat de Luftwaffe in de eer
ste paar dagen van het offensief zijn
slag kon slaan. Hierdoor viel prof.
Baur bij zijn collega's in ongenade en
is na de oorlog de wind uit de zeilen
genomen. Hoewel hij geen leidende
functie meer heeft houdt hij zich-.nog
wel bezig met deze voorspellingen.
Zo schrijft prof. Baur op de weer
kaart van "de Freie Universitafc te
Berlijn (midden november) dat hij
aanwijzingen meent te hebben voor
een gemiddeld zachte winter.
De voorspelling van het Deutscher
Wetteramt te Offenbach luidt:
December zacht en meer neerslag
dan normaal. Vrij veel sneeuw in het
berggebied. Januari neerslagrijk.
Temperatuurafwijking nog onzeker
maar mogelijk een vorstperiode. Fe
bruari zacht en droger dan normaal.
JANUARI HET KOUDST.
Wanneer wij het karakter van de af
gelopen zomer en herfst vergelijken
over een periode van 200 jaar dan
vertoont de weersontwikkeling van
1959 grote overeenkomst met die van
1858, 1911, 1921 en 1947. Daarop
volgde steeds een gemiddeld normale
of zachte winter. De januarimaand
was meestal de koudste van de drie
wintermaanden en bracht vaak enke
le vorstperiodes van betekenis. Een
voorspelling van een gemiddeld
zachte winter wil heus niet zeggen
dat het niet gaat vriezen. Er kan
heel goed een gemiddeld iets te kou
de maand bij zijn waarin ook druk
geschaatst wordt.
Bekijken wij het karakter der win
ters tussen 1860 en heden dan valt
het op dat er maximum achter elkaar
vier regenrijke zachte winters voor
komen namelijk tussen 1871 en 1875
en tussen 1934 en 1938. De komende
winter valt bijna 3 jaar na een zon-
nevlekkenmaximum en meestal zijn
die winters zacht, echter niet al
tijd want de winter van 19411942
was zeer koud.
Dit is nog maar een simpel bewijs
dat men er alleen door vergelijkingen
met andere jaren niet komt.
Wanneer ook de komende winter
zacht blijft dan zitten wij weer op
vier. opeenvolgende winters zoals de
laatste 100 jaar tweemaal vaker is
voorgekomen. Wij zullen echter moe
ten afwachten.
drag voor de afronding van dit be
leid na 1960 nog nodig zal zijn.
Deze verhoging maakt het mogelijk
bijzondere investerings-subsidies te
verlenen ten behoeve van voorzienin
gen od maatschappelijk, cultureel en
hygiënisch terrein in de aangewezen
ontwikkelingskernen. Waar nodig kan
ad lioc uit dit bedrag ook geput wor
den voor investeringssubsidies buiten
de aangewezen ontwikkelingskernen.
De maatschappelijke problemen, wel
ke voor het platteland voortvloeien
uit tendenties als schaalvergroting en
eventueel dreigende ontvolking doen
zich haars inziens in de probleemge
bieden niet in ernstiger mate voor
dan in vele streken daarbuiten.
De regering ziet daarom geen aan
leiding om het platteland het bui
tengebied om de kernen in de pro
bleemgebieden systematisch in een
bijzondere positie te plaatsen.
De So wj et-Unie is van plan 2100 ton
ammoniumnitraat tot ontploffing te
brengen voor het vormen van een ge
weldig reservoir bij Alma Ata in Rus
sisch Centraal-Azië. Hierin zouden de
modderstromen van de bergen moeten
worden opgevangen, die vaak een be-
dreiging van de stad vormen.