Puzzel-rubriek <vl KEELP]J!W- TEKKO TAKS en de Atoompantoffels hreeq havermout icoXaas Jammer dat ik een baard heb... dassen ZATERDAG 21 NOVEMBER 1959 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 23 /\A4 et opgeheven hoofd liep het paard van Sinterklaas »«l door de straten. Hoog tilde hij zijn benen bij iedere stap die hij deed, zijn manen wapperden vrolijk en zijn staart woei als een vlag langs zijn prachtig ge vlekte rug. „Ai, schimmelwat draaf jij mooi vandaag Zoals je nu draaft heb je nog nooit gedraafdriepen de Pieterbazen vol bewondering. De schimmel brieste .fiat klopt", zei hij, „ik heb me ook nog nooit gevoeld zoals ik me .vandaag voel. Zo sterk en zo vrolijk". „Goed zo, goed zo", lach- t?n de Pieterbazen, „dat kan niet mooier, want er is veel werk te doen. Een berg werk nog voor het vijf de- cember is." „Zeg schimmel", zei er één even later, „hoe komt het dat je je zo sterk en vro- lijk voelt? Ik wou dat ik dat had in dit koude land." De schimmel schudde zijn hoofd: „nee", zei hij, „dat kan ik je niet zeggen. Het is een geheim." Verbaasd keken de Pieter- bazen hem aan; meestal waren zij het die geheimen tit hadden; niemand lette ooit zo erg op de schimmel. Hij 5j! at do wortels en het brood •|s die ze in de schoentjes bij de schoorsteen vonden en verder draafde hij van huis tot huis met de zware zak- ken of met Sinterklaas zelf op zijn rug. Iedereen had het erg druk, dus ze vergaten wat dé schimmel had gezegd. Maar jj< toen hij de volgende dag nóg vrolijker en nog fierder kwam aangedraafd na zijn nachtelijke tochten, begon- ne?i de Pieterbazen er op- nieuw over. „Zeg schimmel, .S hoe komt hetf' begon- nen se, maar nog voor ze waren uitgesproken, schud- de hij al met sijn manen, •fi ,,'t Is een geheim", zei hij, „een groot geheim. Ik zeg niets". „De volgende dag was hij nóg vrolijker en nog fier- der, zó dat het ook Sinter- Ij. klaas zei fopviel. „Ik gc- sjs loof dat jij erg blij bent om weer in Nederland te zijn", Ijj zei de Sint en hij streelde ►je zijn trouwe paard over de witte manen. „Heerlijk Sint, heerlijk!", lachte de schimmel, „ik zou hier wel altijd willen blij- ven." „Wót zeg je?", vroeg Sln- terklaas verbaasd, „zou je liever dan met mij mee te- rug te gaan in dit koude land willen blijven? Zonder mij?" ►je De schimmel sloeg verlegen !jj zijn ogen neer en schraapte 5 een beetje met zijn hoof sj4 langs de straat. „Nou, nee, jjj Sint, dat natuurlijk niet", j|. zei hij zacht, maar toch X kon je aan zijn stem en zijn ogen merken dat hij dat ij. niet helemaal van harte zei. fc Sinterklaas schudde zijn '-}• hoofd over dat vreemde paard, dat hij dacht zo goed te kennen, maar ja, er was veel te doen en hij wandel de de dus terug naar zijn werkkamer waar het grote boek met alle namen open lag op zijn bureauDaar had Sint zijn hele hoofd bij nodig, want vergissingen k mogen natuurlijk nooit worden gemaakt met de pakjes en de brieven en ge- k dichten die met honderden tegelijk het land ingaan, j- „Wacht eens even", zei Sint, „waar was ik gebleven? Juist Hierbij Jannetje van Waarden. Eens even kijken: Jannetje heeft nog niets in haar schoen gehad. Die komt vanavond aan beurt." Sint las nog even wat voor aantekeningen over Jannetje in liet boek ston den en knikte goedkeurend: „dat ziet er allemaal best uit", zei hij „,een klein pop je met slaapogen" staat er op haar verlanglijst. Mooi zo, ze krijgt het liefste pop je met slaapogen dat we hebben". Meteen schreef hij het bestelbriefje. Do gouden pon van Sinter klaas gleed verder langs de rijen namen in het grote bock. „Bartjc van Wiel De gouden pen stond stil bij die naam. „Bartje van Wiel? Bartje van Wiel? Vreemd is datzei Sinterklaas in zichzelf. „In mijn boek staat dat hij nog niets gehad heeft en toch... is het net of ik die naam pas nog ergens heb zien staan. Kijken, kan ik iets over hem gehóórd hebben?" Sint zocht opnieuw, nu in het boek waarin de Pieter bazen hun rapport schrijven over hun tochten langs de huizen. Ja: Bartje van Wiel, daar stond het: eet slecht. Knoeit en treuzelt met de lekkerste dingen." Sint schudde zijn hoofd. „Daar is er weer zo eentje", zei hij zacht. „Wat moeten we daar nou aan doen?" Terwijl hij nog nadacht liep een Pieterbaas met een ge weldige mand pakjes voor bij zijn schrijfbureau. Zó vol was die mand dat het bovenste grote pak er afviel en net op het vloeiblad voor Sinterklaas terechtkwam. Sint lachte: „niet teveel te gelijk, Piet", zcl hij en hij schoof het pak naar zijn knecht toe. Maar op hetzelf de ogenblik zag hij de naam op dat pak en trok het naar zich toe. „Bartje van Wiel", met grote keurige krullet ters stond het erop. „Nou ja, Sint, niet gezégd, maar U heeft 't opgeschre ven, zoals U altijd doet. Op een bestelbriefje. En niet alleen vandaag, maar ook gisteren en eergisteren." „Dat is onmogelijk", zei Sinterklaas heel hard nu opeens, want hij wist heel zeker dat hij niet drie keer een briefje kon schrijven en het dan helemaal verge ten zou. ,filaar Sint", zei de knecht en hij liep vlug naar de gro te paktafel waar de bestel briefjes op een prikker za ten, „hier, hier heeft U ze". En ja, daar waren drie briefjes en op ieder briefje stond: „een groot pak voor Bartje van Wiel, met alles wat hij graag hebben wil". „Geef mij die briefjes eens", zei de Sint; één blik was genoeg. Hij gaf ze de knecht terug. „Dat heb ik niet geschreven", zei hij, „en bovendien zijn ze niet ondertekend!" Alle Pieter die zich verdekt hadden op gesteld, zagen het duide lijk in het licht van de maan. En In die schuur stonden twee klompjes en nóAst die klompjes een bord havermout. De schimmel brieste zacht jes alsof hij een binnenpret je had, slurpte het bordje leeg en liep, alsof er niets gebeurd was terug naar de regenpijp, waarlangs do Pieterbaas zich liet zakken. „Halt!", riep Sinterklaas op dat ogenblik en plotseling was het paard omringd door alle Pieterbazen. En vlak voor' zijn verschrikte Dgen stond zijn meester: Sinter klaas! „Schimmel", zei de Sint heel ernstig, „cr klopt hier iets niet. Wie heeft de brief jes geschreven voor Bartje van Wiel?" ,Jk Sint", zei de schimmel vrolijk, ,,'t is toch zo'n aar dige jongen. Elke dag be waart hij zijn eigen bordje (Advertentie) neem bij het eerste sein van helpt snel en afdoende! een produkt van N.V. PHIUPS-DUPHAR „Wel heb je mo nou", de Sint, „hoe is dat moge lijk? Bartje van Wiel heeft nog niets gehad van het jaar. Bartje van Wiel krijgt ook voorlopig niets, zolang hij niet beter eet en toch gaat er een pak voor hem de deur uit? Hier klopt iets niet!" Sinterklaas drukte op de alarmbel, die maar een heel enkele keer gebruikt werd; alleen als er iets niet klopte. Van alle kanten stoven de Pieterbazen naar het bu reau. Iedereen liet zijn werk in de steek en meldde zich met een verschrikt gezicht. „Wie heeft het pak voor Bartje van Wiel klaarge maakt f", vroeg de Sint en met heel ernstige ogen keek hij de hele rij Pieterbazen langs. ,Jk Sint", zei onmid dellijk één van de oudste knechts, die zich nog nooit vergist had. „Ik Sint".' ,En wie?", vroeg Sintèr- klaas, „wie had jou gezegd om dat te doen?" „U Sinterklaas", antwoord de de knecht meteen. De gouden pen viel de Sint uit handen, zó schrok hij. Was hij werkelijk zó oud dat hij dat niet meer zou weten? Zijn stem beefde en alle Pieterbazen zagen dat zijn handen trilden. „Wan neer heb ik dat dan ge- _3?", vroeg Sinterklaas zacht. bazen deinsden achteruit; wie durfde het te wagen om zo maar een briefje in te vullen? Wie was dat? Do één keek de ander aan, maar het was meteen wel duidelijk dat dat nooit één van hen zou kunnen zijn. „Wie is er hier nog meer binnen geweest?", vroeg de Sint. „Maar Sinterklaas, er komt hier niemand, behalve wij. Het hoofdkwartier is ge heim. Wij en de schimmel, verder niemand." „De schimmel!", riep er op eens één, ,ide schimmel doet aldoor zo vrolijk en zegt dat hij een geheim heeft!" Sinterklaas stónd al. „Doe of er niets aan de hand is", zei hij, „laad de pakjes op de schimmel en volg hem!" De vrolijke schimmel draaf de even later' met dé pakjes weg. „Naar Bartje van Wiel", zei de knecht langs zijn neus weg. De schimmel brieste vrolijk. Of verbeeld de die Pieterbaas zich dat maar? Het paard bleef niet zoals gewoonlijk bij de regenpijp waar de Pieterbaas langs naar boven klom, staan, maar huppelde om het huis van Bartje van Wiel heen naar de schuurdeur die een kiertje openstond. Alle Pie terbazen en ook Sinterklaas havermout voor mij. Heel 8tiekum loopt hij ermee naar de schuur en zet het daar voor mij neer. Nou, en ik vond dat die jongen best een paar pakjes mocht heb ben, want die havermout is het lekkerste wat ik ooit gegeten heb. Stérk dat je er van wordt, Sint Nee, de schimmel begreep niet waarom de Sint eerst heel boos, toen treurig en toen verbaasd keek. Hij be greep nog veel minder wat er de volgende dag gebeur de: Bartje van Wiel moest op zijn rug door de straat rijden en het mooie speel goed dat hij met pakken tegelijk gekregen had aan kinderen brengen, die dol graag iedere dag een bord je havermout zouden willen hebben. En nóg minder be greep het paard ervan toen Bartje van Wiel met een kleur als vuur beloofde dat hij voortaan nooit meer zijn bordje naar de schuur zou smokkelen, maar het zelf leeg zou eten. Eu het minst begreep het paard, waarom hij, de schimmel toch de volgende dag een bordje havermout kreeg. Maar nu van Sin terklaas zelf! „Want al kun je dan lopen alsof je vleu gels hebt en schrijven alsof ik het zelf geschreven heb, je bent en blijft een paard", zei de Sint. Flop liep op de weg en keek om zich heen. „Om veel te leren, moet je altijd om je heen kijken", had de meester op school gezegd. „Als je overal goed op let, dan wordt je erg verstandig." Dit had Flop zich in het oor geknoopt. „Ik wil ook verstandig worden", dacht hij en daarom keek hij voortaan flink om zich heen en hij lette op alles. Zo zag hij op zekeren dag een pro fessor lopen. Het was een oude man met oen klein baardje. De professor droeg een bril. Dat viel Fl'op op. En hij zag nog meer brillen, vooral bij erg wijze mannen. „Als ik verstan dig wil worden, moet ik ook een bril dragen", bedacht hij en stapte direct naar de brillen-verkoper (opticien). Die paste Flop enige brillen op, maar de arme jongen kon daardoor niets zien. „Ik zal zelf wel eens zoeken", zei hij parmantig en stapte naar de tafel, waar al de brillen op lagen. „Deze", zei Flop, toon hij een mon tuur op zijn neus gezet had, „is iets voor mij, daar kan ik wel door kij ken." „Dat is ook wat moois!" riep de op ticien boos. „Dat is een bril zonder glazenscheer je weg, kwajon gen, je hebt heel goede ogen en he lemaal geen bril nodig!" En die Flop maakte dat hij' wegkwam. „Dan maar zonder bril verstandig worden, als je daarvoor eerst slechte ogen moet hebben." 57. De ontsnapping van de drie vreemde wezens, die zo maar uit de lucht waren komen vallen en er weer in verdwenen waren ook, bracht heel Frankrijk in be roering. Overal in Parijs, op de terrasjes, de boule vards en de prachtige plei nen zag men do mensen druk gesticulerend praten over de sensationele ont moeting met de vermeende marsmannetjes. Straalja gers werden door de autori teiten de lucht in gestuurd en gierden hullend boven de stad en het land. Ja, onze onvoorzichtige Fox had heel wat op zijn ge weten. Nog steeds tussen ,Tekko en de profes sor in zweefde de ondeugd intussen alweer een heel eind bulten Parijs en slaagde hij er einde lijk in om met een klein scliroevedraaiortje het contact weer te repareren. Natuurlijk moest hij heel wat verwijten aanhoren, waar op hij niets anders kon antwoorden dan dat ze volkomen gegrond waren en dat hij de ge varen geheel onderschat had. Nauwelijks vloog Terry weer verder op eigen kracht of Starreveld commandeerde: „De wolken in. Vlug Rakelings boven hun hoofden scheerde een straaljager gillend over het wolkendek. Deze week ontvingen we nog enige brieven van puzzelaars, die beweer den, dat de „Ilim" wel degelijk be staat. We hebben nu ongeveer even veel puzzelenthousiasten, die tegen de Ilim zijn, als vóór de Him. Ons be sluit van vorige week kunnen we er echter niet meer orgedaan mee ma ken. Dus laten we het maar zo. Prijswinnaars werden: Fam. Kesteloo, Raadhuisplein 9 te Oostburg 5.—; de heer C. van Al ten, Sottegemstraat 4 b, Vlissingen f2,50; de heer K. v. d. Berg, Prins Hendrikstraat lc, St.-Philipsland 2.50; mevrouw M. de Vrieze-van Liere, Steenweg 38 te Schor© 2.50 en de heer J. M. Schot, Wester, scheldestraat 121 te Middelburg 2.50. Oplossing: bromde Sinterklaas (in z'n baard), toen hij onze dassencollec- tic zag. Wasbare en strijken" „niet „Terlenka" 3,95 „Wecon" 6.95, 5.95, 4.95 „WECON" in Vlissin gen alleen bij Herenmodes ST. JAC06S5TRAAT 25 VLISSINGEN P.S. Speciale St.-Nicolaasverpakking! Horizontaal: 1. schrijfboek; 6. tronie (Barg.) 11. nu; 14. rivier in Spanje; 15. beroemd vioolbouwer; 16. schaap; 17. Chin, afstandsmaat; 18. vlecht; 20. gedeputeerd, afk.; 21. duivenhok; 22. als daar zijn; 24. zoon van Adam; 26. rivier in Belg. Kongo; 28. wenk, teken; 30. kier; 32. houwwapen; 35. spijs tot zich nemen; 38. rivier in Belg. Kongo; 39. genoeg (nt.); 41. jongensnaam; 43. limited; 44. laatst leden, afk.; 45. morsdoekje; 48. pro fessor; 50. kippenprodukt; 51. nacht vogel, domoor; 53. makker; 55. nei ging; 57. kaasstadje; 59. raadsel, moeilijk iets; 62. Frangoise Frans schrijfster; 64. Russisch schiereiland; 65. bovenlijf, romp; 68. vereniging, verbond; 70. moeder; 72. bedorven; 73. bekeuring; 75. tijdperk; 77. big; 79 van onder afk.; 80. oom; 81. het teken boven n om de nj uitspraak in Spaanse woorden aan te geven; 83. bep. speelkaart; 85. 12 gros; 86. hate lijke opmerking: 87. waarschuwing, noodsein. Verticaal: 1. bep. halswervel; 2. luid; 3. broeder, afk.; 4. niet thuis; 5. pla neet; 6. korstgebak met vulling; 7. hem hebbendronken zijn; 8. ri vier in India; 9. dineren; 10. domme rijkaard, domme kunstrechter: 11. aanzienlijk burger; 12. schaap; 13. nachtvogel; 19. brengt hulde; 23. van van plan; 25. -monie: overwicht; 27. ton; 29. -bedrijf: bedrijf ter ver zorging van zekere belangen ten nutte v. h. publiek; 31. verhoogde plaats; 33. voormalig Duits gebied; 34. ongevuld; 36. treuzel; 37. Belgi sche Radio, afk.; 39. volksliedje van de Amerikaanse neger, afk.; 40. meisjesnaam; 42. verzam. van over eengekomen woorden die samen een zinsdeel vormen; 46. grappig zoog dier; 47. driemaster; 49. roof diertje; 52. strandmeertjes; 54. koppel (hoen ders); 56. god van de liefde; 58. mens; 60. lage kandelaar; 61. weef sel met zilverdraden; 63. geen en kel ding; 66. boef; 67. sterke wind; 69. Ierland; 71. waarmee een kindje in slaap wordt gesust; 73. wapen; 74. bloedverwante; 76. Engels bier; 78. stuk dijk; 82. lidwoord; 84. kauwtje. inzendingen moeten uiterlijk woensdagavond a.s. in het bezit zijn van de P.Z.Ct., Walstraat 58 te Vlis singen onder vermelding van het woord „Puzzelrubriek". Studieconferentie van C.N.V. over Euromarkt Het Christelijk Nationaal Vakver bond heeft deze week in. Utrecht een studieconferentie gehouden die gewijd was aan het onderwerp „Euro markt en vrijhandelszone". De be sprekingen werden ingeleid door de heer D. F. van de Mei, medewerker van de sociaal-economische dienst van het CJV.V. Nadat hij een uiteenzetting had ge geven over het ontstaan en de groei van de Europese Economische Ge meenschap, zei de heer Van de Mei, dat er in Europa twee gescheiden economische blokken dreigen te ont staan: enerzijds de zes landen van de E.E.G. en anderzijds de overige zeven landen van de O.E.E.S. Hoe langer men deze ontwikkeling laat voortgaan, hoe moeilijker het zal worden, deze twee blokken weer bij elkaar te brengen, aldus spreker. Hij sprak zich uit tegen het standpunt, dat eerst de Euromarkt innerlijk versterkt moet worden, alvorens men onderhandelingen kan gaan beginnen over de instelling van do vrijhandels zone. Een van de belangrijkste bepalingen van het E.E.G.-verdrag is, volgens de heer Van de Mei, de openheid naar buiten. Hij meent dan ook, dat de EJS.G. alles moet doen, om de juiste weg naar de zeven andere landen te vinder ■m Hongarije en India hebben besloten hun wederzijdse diplomatieke vertegen woordigingen tot ambassades te verhef fen,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 15