DE KERKEN MMock 1 LEZERS SCH Vlucki Mif de Öostjone PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer de maatschappij Jeugd zegt: taal van bijbel is verouderdniet duidelijk Jeugd en Evangelie viert derde lustrum 22*. PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT VRIJDAG 20 NOVEMBER 1959 en ENQUETE OMTRENT GEBRUIK VAN BIJBEL Over niet al te lange tijd zal het Nederlandsch Bijbelgenootschap de resultaten bekendmaken van een enquête omtrent het gebruik van de bijbel, die in ons land is gehouden. Er kan echter al het een en ander worden verteld over de methode, die bij dit onderzoek is gevolgd op een rijkskweek school. Bijna alle leerlingen op de school volgen het protestantse godsdienstonderwijs. Aan de 23 leerlingen, in leeftijd variërend van 16 tot 21 jaar, is een vragenlijst voorgelegd. Er weiden onder meer de volgende vragen gesteld: Voorzover je op de lagere school bijbelse geschie denisles hebt gehad: Herinner je je daar nog veel van? welke indruk heeft dat bijbelonderwijs op je gemaakt? heb je op de lagere school ooit een bijbel in handen gehad om daar zelf uit te lezen? Vier van de achttien leerlingen, die een christelijke school hadden bezocht, beant woordden de eerste vraag beves tigend. Tien van de achttien ver klaarden, dat dit bijbelonderwijs een goede indruk op hen had ge maakt. Op de tweede vi-aag ant woordden zestien van de 23 leer lingen ontkennend. Zij hadden dus bijbelonderwijs gehad, maai' geen persoonlijk contact met de bijbel. Vooral voor diegenen, die niet naar een middelbare school gaan, maar dadelijk één of an der beroep aanvaarden, is dit een groot gevaar. Een andere waag: Wordt de bij bel of de kinderbijbel bij je thuis gelezen? Waaraan geef je de voorkeur, aan de gewone bij bel óf aan de kinderbijbel? Tien leerlingen antwoordden, dat re- De bijbel in elke hotelkamer in Israël Binnen enkele weken zal er in iedere hotelkamer in Israël een bijbel aanwezig zijn, zowel in de Hebreeuwse als in de Engelse taal. Dit is, zo bericht het november nummer van „Kerk en Israël" (maandblad van de Hervormde raad voor de verhouding van Kerk en Israël) te danken aan de Ame rikaanse Jood Maxwell Abell, die in zijn testament bepaald heeft, dat een deel van zijn aanzienlijk vermogen voor dit doel bestemd is. Als praktische Amerikaan vond hij het namelijk absurd, dat in het land van de bijbel niet overal een bijbel bij de hand is voor de dui zenden toeristen, die jaarlijks de vele bijbelse plaatsen bezoeken en „er meer van af willen weten" Nu hebben zij, dank zij dit initia tief van de heer Abell. alle gele genheid zich rustig in de bijbel te verdiepen op hun hotelkamers, al dus „Kerk en Israël". gelmatig uit de bijbel of de kin derbijbel werd gelezen; bij vijf gebeurde dit nu en dan, bij acht nooit. De meesten geven de voor keur aan de bijbel boven een kinderbijbel. Aansluitend op de vorige vraag: a. wat vind je van dit bijbellezen heeft het nut?; b. of vind je 'het alleen maar vervelend? en c. zou je het later net zo doen, of anders? Hoe dan? Op waag a. antwoordden dertien leerlingen met „ja". Van deze ko men tien uit gezinnen, waar ge regeld uit de bijbel wordt gele zen en drie uit gezinnen, waar dit niet gebeurt. Deze drie willen het later dus beter doen dan hun ouders. Drie leerlingen zeiden, als antwoord op vraag c, dat ze het later net zo zouden doen. Maar de anderen wilden een ver schillende methode volgen: „Niet iedere dag op hetzelfde tijdstip. En dan speciaal uitgezochte bij belgedeelten. Niet alleen de va der moet uit de bijbel lezen, maar ook de moeder en de kinderen. Er moet gelegenheid zijn om er een ogenblik over na té praten." Verscheidene ondervraagden ga ven er de voorkeur aan om la ter, als zijzelf kinderen hebben, de bijbel in hun eigen woorden te vertellen. Want en hierin hebben zij bijna allen dezelfde mening de taal van de bijbel is „te geleerd, te verouderd, niet duidelijk, te ingewikkeld." PORTRET VAN EEN MIDDELBARE SCHOLIER De interkerkelijke landelijke werkgemeenschap „Jeugd en Evangelie" bestaat 15 jaar. De re dactie van het gelijknamige maandblad voor jonge mensen heeft een speciaal nummer gewijd aan allerlei nieuwe vormen van jeugdwerk. Het nummer opent met een por tret van de middelbare scholier, waarin onder meer wordt opge merkt dat de geportretteerde een gewone jongen is, die zijn onaf hankelijkheid wil bewijzen. Eigen lijk is hij uitermate traditioneel. Hij wil rusthet leven is al ge compliceerd genoeg. Hij is geen 'wereldbestormer, die het nieuwe zoekt. Hij zoekt het echte, en al kan zijn instinct daarvoor hem tijdelijk in de steek laten, toch werkt op den duur zijn intuïtie hierin zuiver. Hij kan volledig gepakt worden door een emeritus-predikant, bij wie het woord en leven tot een bezon ken eenheid zijn samengevloeid. Hij is te vangen door de gevoeli ge weemoed van een lied als „Blijf bij mij Heer" en hij ver foeit de woestijnpolka „De dorre vlakte der woestijnen"." Hij heeft een vage notie dat het heden boven een afgrond hangt, en als de dag van morgen anders is dan vandaag zal hij dat nog wel merken. Ten aanzien van liet wereldgebeu ren is hij geresigneerd: natuurlijk gaat het toch weer mis. Hij is geen anti-militarist, wel draagt hij een tegen het leger gekeerd sen timent in zich. Hij vindt dat eigenlijk iedereen dienst zou moe ten weigeren, maar doet het niet: zo is het leven immers niet. Hij vindt het haast grappig dat de ouderen zich nog steeds op kun nen winden over wat in de bezet tingsjaren is gebeurd, maar als iemand hem ervan vertelt uit de directheid der persoonlijke erva ringen, wordt hij stil en herkent. Hij droomt wel, hij schrijft ook nog gedichten, maar hij is geen idealist. Zodra echter in concreto een beroep op hem wordt gedaan, doet hij mee en is blij. Hij stemt Bonhoeffer toe dat ons Christen zijn in deze tijd slechts in twee dingen kan bestaan: im Beten und im Tun des Gerechten unter den Menschen maar voor beide heeft hij leiding nodig. Zijn op standigheid vlamt op zodra het over rassendiscriminatie gaat. WEES UZELF EN BLIJF ECHT Hij vindt jazz mieters en staat eerbiedig open voor de klassieke muziek, die hij ook actief be oefent. Negro-spirituals hoort hij graag en zingt hij graag. Hij leest Kees Stip, Carmiggelt en' God fried Bomans, als ze maar niet te wrang worden, zoals oudere men sen dat kunnen; maar ook de ele mentaire wijsheid van Ernst Wie ehert spreekt hem aan. Op sexueel gebied neeft hij geen hooggestemr de verwachtingen; hij bekijkt het nuchter en wil eerlijk zijn. Soms speelt hij ermee, en hij gelooft niet dat hier de schoonheid en het echte te vinden zijn. Het belijden dat het leven goed is, staat ver van hem Hij zegt: „Als je jezelf niet kietelt, lach je nooit", en weet dat dat niet alles is. Het leven is niet ondraag lijk, maar ook niet zoveel bijzon ders. Hij loopt niet warm bij de overlading van het middelbaar on derwijs; hij werkt redelijk hard. en dat hij niet alles kan doen is voor hem een vanzelfsprekend heid. Is hij bang? In wezen wel, hoe zou hij ook niet? Maar zijn laco- niekheid stelt hem in staat daar mee te leven. U moet hem niet over zijn haar strijken en zeggen dat U hem zo goed begrijpt. Wees Uzelf maar, en blijf zelf echt, dat herkent hij. KERKNIEUWS NED. HERV. KERK Beroepen (tocz.) te Wijk (N.-Br.): ds. A. Breure te Oud-Vossemeer. NED. HERV. KERK. Beroepen door de generale synode als predikante voor buitengewone werk zaamheden (geestelijke verzorging gerepatrieerden in Zuid-Holland) mej. dsa. J. H. Stcgeman te 's-Gra- venhage, emeritus predikante van de protestantse kerlc in Indonesië; beroepen door de generale synode tot predikant voor bijzondere werkzaam heden (arbeid ten behoeve van de hervormde meisjes- en jongelings verenigingen op gereformeerde grondslag) A. J. Jorissen te Oud hoorn; beroepen door de generale synode als predikant voor buitenge wone werkzaamheden geestelijke verzorging arbeidskampen) Chr. M. ten Kate te Sèvres (Frankrijk); be-" roepen door de generale synode als predikant voor buitengewone werk zaamheden (secretaris van de raad voor de verbreiding van het evange lie en directeur van Kerk en Wereld) A. Th. van Leeuwen te Knijpe. Bedankt voor Opheusden J. Bakker te Giessendam; voor Ommen dr. J. de Bruyn te Leeuwarden. GEREF. KERKEN. Aangenomen naar Nederhorst den Berg P. Sytsma, kandidaat te Am sterdam die bedankte voor Reitsum en voor Rutten (N.O.P.) GEREF. GEM. Bedankt voor Benthuizen en voor Veen (N.-Br.) Chr. van Dam te Rotterdam-Zuid. Aan de kernfysicus en rector-magnl- ficus van de universiteit van Califomië dr. Gleen T. Seaborg is de door de com missie voor atoomenergie ingestelde En rico Fermiprijs voor 1959 toegekend, al dus meldt U.S.I.S. Deze prijs een legpenning, een oorkonde en een bedrag van 50.000 'dollar zal aan dr. Seaborg in het auditorium van het hoofdbureau van de commissie in Germantown, Md., worden aangeboden voor zijn verdienste lijk werl op het gebied van de kem- chemie, inzonderheid de ontdekking van plutonium en andere transuranen. De Tsjeschoslowaakse nationale verga dering heeft woensdag in een voltallige vergadering eenstemming betuigd met het beroep van de Opperste Sowjet tot algemene ontwapening. (Advertentie) socks of standing Textielfabrieken Bmlla loekefeer N.V. - HuU» [Z) Godsdienstonderwijs op school te Westkapelle Waar via de noot onder mijn artikel „Godsdienstonderwijs op school te Westkapelle" door ds. Oosthoek wel een zeer scheve en verdraaide voor stelling van zaken wordt gegeven, noopt dit mij wel hierover van repliek te dienen. Nadat door ds. Oosthoek, toen even eens voorafgegaan door de nodige verwikkelingen, in 1948 begonnen was godsdienstonderwijs te geven aan de leerlingen der o.l.s. te Westkapelle, meende hij in maart 1958, in verband met bepaalde moeilijkheden, die in de hervormde gemeente waren gerezen, deze lessen niet meer te kunnen voort zetten. In een schrijven van het gemeentebe stuur aan ds. Oosthoek d.d. 3 april 1958 werd naar voren gebracht, dat voor het gemeentebestuur het verband tussen een en ander en het onder havige besluit van ds .Oosthoek niet duidelijk was en werd hem tevens met de meeste aandrang verzocht de lessen te hervatten. In zijn antwoord op dit schrijven ont hield ds. Oosthoek zich evenwel om hierin toe te stemmen, doch begon deelt weer rijksdaalders uit! g; 't holpt en 't Is lekker Schrijf deze zin over op een briefkaart en vut het ontbrekende woord in. Plak er dan 2 Stophoest-agenten bij (U vindt ze op elke rol Stophoest van 17 cent) en zend de briefkaart vóór donderdagmor gen 26 nov. aan Red Band - Roosendaal. De eerste 206 goede Inzendingen wor« den beloond met elk 2 rijksdaalders. Prijstoekenning onder contróie van Nota ris Mr. Jos van Gastel, Roosendaal. Let op de advertentie van volgende week met een nieuwe kans op rijksdaalders. ELKE WEEK F. I O O O,- AAN RIJKSDAALDERS! Premier Macmillan van Engeland gaat In januari naar Afrika. Hij zal een be zoek brengen aan Ghana, Noord- en Zuld- Rhodesia, Njassaland en Nigeria. Zijn reis wordt afgesloten met een bezoek aan Zuid-Afrika. De reis zou omstreeks 5 januari beginnen. 1332. Het thilicite was ge raakt. Echo's als van hon derden donderslagen weer kaatsten langs de bergwan den en een verblindend licht deed ieder levend wezen voor mijlen in de omtrek verschrikt achteruit dein zen. Een kolossale zwarte wolk torende omhoog naar het permanente zwerk, dat door de enorme luchtver plaatsingen eveneens in hef tige beroering kwam. De afweerschutters vergaten van schrik hun kanonnen te bedienen. Voortgestuwd door de drukgolven der ex plosie vlogen de vijf Shastarschepen in de richting van de oceaan. De taak was vol bracht; het gestelde doel bereikt. Vuldun was in z'n nopjes. „Goed werk mannen" bulkte hij opgewekt in de micro. „Met jullie lean ik ten minste een lastig karweitje opknappen. En nu als de weerga naar huls Ergens in Markad lag het nobele tweetal, Zorin en Drago, half versuft in een hoekje en niemand zou eigen lijk veronderstellen, dat deze vredige heren zoveel kwaad hadden gebrouwd en nog zouden brouwen. als betrekkelijke voorwaarde te stel len, dat verschillende door hem uit eigen middelen voor het godsdienst onderwijs benodigde leermiddelen geleidelijk b.v. in een drietal jaren zouden worden vergoed. OLchoom het onbegrijpelijk was, dat ds. Oosthoek t.o.v. de aanschaffing van deze leermiddelen met het ge meentebestuur geen ovefleg had ge pleegd, de afstand tussen gemeente secretarie en hèrv. pkstorie van West kapelle is toch wel te overbruggen, en het zeker geen usance is, dat wil lekeurig gedane uitgaven door een ge meentebestuur worden vergoed, gaf het gemeentebestuur niettemin blijk van zijn vergaande loyaliteit in een aam ds. Oosthoek gericht schrijven van de volgende inhoud: „In antwoord op uw schrijven van 8 mei j.l. berichten wij U, dat wij niet genegen zijn knipkost'en voor de fla nelplaten aam U te vergoeden De door U ingediende nota's ten bedrage van f 60.70 zullen worden betaalbaar ge steld, uiteraard nadat het aangeschafte materiaal in de school berust. Van zelfsprekend bevindt zich dat mate riaal niet meerin een staat van nieuw. Zoals U reeds vroeger is be richt, zal de aankoop van materiaal worden voortgezet, al naar behoefte en na met ons gepleegd overleg. De oude schuld kan met inachtneming van het bovenstaande eveneens van lieverlee gedelgd worden." Een en ander Icon echter geen ge nade vinden in de ogen van ds. Oost hoek. Hij verlangde wel restitutie, maar de bewuste leermiddelen moesten toch zijn eigendom blijven. Inmiddels werden de lessen in het laatste halfjaar van 1958 door ds. Oosthoek, hetzij aarzelend, toch nog hervat, maar kwamen op het einde van dit jaar, tijdens een kort ziekte verlof van ds. Oosthoek, opnieuw stil te liggen, en zijn sedert die tijd niet weer op gang gekomen. Indien ds. Oosthoek doelt op deze laatste situatie als hij beweert, dat hem door B. en W. niet is gevraagd de lessen weer doorgang te doen vin- i den, heeft hij hierin betrekkelijk ge lijk, doch wanneer het in zijn bedoe ling ligt de indruk te wekken als zou hem door B. en W. nimmer zijn ver zocht weer godsdienstonderwijs op de o.l.s. te geven, dan is dat onjuist, aan gezien het hem zelfs meerdere malen is gevraagd, hetgeen uiteraard door het gemeentebestuur gemakkelijk te bewijzen valt. Niemand behoeft er zich echter over te verwonderen, dat het gemeentebestuur niet in het on eindige wenst door te gaan met te trachten ds. Oosthoek te verbidden. Wat door ds. Oosthoek verder ver staan wordt onder een goede regeling met het gemeentebestuur is voor mij niet duidelijk. Ook in 1957 werd door B. en W. na overleg met ds. Oosthoek een niet onaanzienlijk bedrag gevo teerd voor leermiddelen ten dienste van het godsdienstonderwijs op de o.i.s. en aan een m maart 1952 door ds. Oosthoek geuite wens om het aantal uren voor godsdienstonderwijs uit te breiden, werd door het gemeêntebe- stuur met de meeste welwillendheid tegemoet gekomen. Wat betreft de op merking van ds. Oosthoek, ofschoon niet ter zake dienende, over moei lijkheden in de gemeente en achteruit gang in het kerkelijk leven, rijst in tussen nog Wel even de vraag, wie daarvoor inzonderheid dient te wor den aansprakelijk gesteld?, P. LIEVENSE, wethouder. (Advertentie) i 36 ct. een lichte sigaar J voor „Ze herkennen ons niet. Kom r»u. We hebben de wind nu in de zeilen..." ,,'t Maakt zo'n vreemde indruk..." „Hier blijven is te riskant. Als ze de ze kant uit komen..." „Kom op dan", geef ik mij gewonnen. „Daar gaat onze laatste kans op deze Horch". „Er zijn nog meer garages". Wij glippen naar buiten, heel zacht. Wij drukken de portieren aan; dicht smijten durven wij ze niet. De pom pen en de trucks en de mensen die ze bemannen zijn nog geen vijfentwintig nieter van ons vandaan. Met de drie andere wagens als dekking komen we ten paar meter verder. Dan beginnen wij te snelwandelen. „Mein Herr... Dame..." roept een stem. De pompbediende heeft ons gezien. Hij komt aanhollen. Zes paar mieze- mannenoogjes kijken onze richting uit. Ik trek mijn hoed diep in de ogen en draai mij langzaam om, alsof ik de lijd aan mij heb en geen hoog. door JEFF BOGAR spanning mijn hart doet bonzen. „O.K.", schreeuw ik terug. „Kommen innerhalb zehn Minuten wieder". Dan blaas ik wat stoom af. „Leek dat wat op Duits?' vraag ik Lorna met een grijnslach, „Het was volmaakt". „Dan zal ik dat onthouden. Wat doen wij nu?" Achter ons hoor ik de trucks starten. Zij gaan op weg. De miezemannetjes hébben niets vermoed. Ilt kijk nog eens over mijn schouder. De truck aan de kop rijdt nu langs de te koop staande wagens. „Den Luxuswagen fehlt uns noch", brult de chauffeur tegen de bijrijder. Hij werkt zijn hoofd naar buiten om de Horch eens goed te bekijken, 't Is maar goed dat wij er niet meer in zitten. Wij staren hevig geïnteresseerd naar een etalage vol grafzerken terwijl het konvooi paseert. In de spiegelruit zien wij de politieagent, de handen op de rug, fluitend voorbijdrentelen. Hij gaat naar huis. Zijn dienst, zit er op. „Je wilde telefoneren, Lorna. Ik zie nergens een cel". „Dan gaan we naar het postkantoor". De weg behoeven wij niet te vragen. Je ziet het overal bovenuitsteken. Net 'n sprookjeskasteel met 'n ver slindende draak erin HOOFDSTUK 9. Ik voel mij niet erg op mijn gemak in deze grauwe, nauwe straatjes. Zat ik maar in een stevige degelijke wa gen, zoiets als die Horch. Te voet is niks voor mij. 't Is net of je naakt loopt. Wij zijn hier een duizend mijl van de Westelijke zone vandaan. De straten zijn vol mensen van hetzelfde ras en wanneer wij hun onze ware identiteit durfden bekendmaken, zou den zij even vlendelijk tegen ons zijn. Maar je krijgt hier steeds meer het gevoel, dat achter hen langs en over hun hoofden heen, een andere, mach tiger schaduw dreigt. Zoiets als die van de verslindende draak in het sprookjeskasteel. Dit is een politie staat. iedere dag van de week gebeu ren hier zonderlinge dingen. Ik krijg de kans niet om Lorna iets te vragen. Ik heb vertrouwen in haar. Ik kan wel raden wat zij van plan is en waarom zij zo dringend wil opbel len. Eenmaal binnen het postkantoor dat zelfs om half tien 's morgens al overvol is met lieden, die vermoe delijk allen de een of andere vergun ning willen hebben glip ik met haar de afgeschoten glazen ruimte van de telefooncel in. .Wat een herrie hier, hè?" luidt mijn eerste commentaar. Het postkantoor gonst van het stem- mengerucht. En Duitse stemmen klinken luid. Het straatverkeer is in tens en alle voertuigen rammelen, bonken en ratelen, oud en gammel als zij zijn. En de trein moet dicht in de buurt zijn, opdat de post, met groot- germaanse „Gründlichkeit", onver wijld naar de verbruiker kan worden getransporteerd. En de telefooncel len zijn niet gecapitonneerd. Al met al: 'n spektakel van jewelste. Lorna draait intercommunaal. Vraagt een nummer in Berlijn aan. Getuige het gepruttel en gesputter dat uit de hoorn opklinkt, kan zelfs een telefoon in dit land niet efficiënt functioneren zonder stampij. Het zou mij niet ver wonderen, wanneer de in de hoorn circulerende elektronen straks in koor het „Deutschland liber alles" aanhieven... Geen wonder dat de mensen hier schreeuwen. Nu stopt zij het geld in do gleuf. Het valt en er weerklinkt een bel als van 'n ouderwetse stoomtram. De verbin ding is tot stand gebracht. „Bob „Wer ist am Apparat? Mein Onkel?" klinkt 't blikkerig uit de oormicro foon. 't Is om te gillen gewoonweg, maar ik begin het al aardig te leren en vertrek geen spier van mijn ge zicht: „Bob is your uncle" wanneer je, als gezond mens die graag gezond wil blijven ook, moet telefoneren in dit voor telefoongesprekken van ge zonde mensen beslist ongezond land-.,..- Op de een of andere manier gebrui ken die Britten de meest zonderlinge, ja, laehwekende wachtwoordjes. Hoe grimmiger het karakter van de zaak, waarin zij zich als terriers vastbijten, hoe krankzinniger vaak 't vereiste parool, waarmee zij zich aan elkan der bekendmaken. „Nein, es ist deine Sehwester". zegt Lorna. Zij is nu Bobs zuster. O.K. We kun nen beginnen. In 't Duits natuurlijk. Zij heeft voldoende muntstukken in de gleuf geworpen om zes minuten te Runen spreken. Misschien is het ge sprek al lang, voor die zes minuten verstreken zijn, afgelopen maar het Is niet 't soort gesprek, waarin je halverwege gaarne gestoord werd door de telefoniste; de lust mocht haar eens bekruipen om mee te luis teren. Lorna begint met alle moge lijke flauwekulletjes die de „partij ter andere zijde" blijkbaar in het minst niet verbazen. Maar vóór ik 't goed en wel besef, komt zij ter zake. „...Ach, lang niet gek... Bepaalde dingen zijn heel goedkoop. Chocola bijvoorbeeld. Ik weet, dat je 'n zoete- kouw bent en tante ook. En daarom heb ik drie dozen voor je op de kop getikt". „Da's reuze lief van je", komt het blikken stemmetje van de „partij ter andere zijde". „Ik ben reuze be nieuwd..." „Ik denk dat je zc vandaag met de midagpost nog krijgt", zegt Lorna. „Ze zijn al naar jullie toe..." „Drie dozen liefst maar? Mmmm.„! Heerlijk zeg...!" „Ik hoop dat ze zullen smaken, 't Zijn van die grote plakken met hard van binnen. En op z'n vooroorlogs ver pakt... de ene wikkel papier sa de andere. Ze zijn net zo lekker als die plakken, die we vroeger wel van de Tommies kregen... hoe heetten die maar weer... Cad... Cad... Cadbu- ry's... O ja, dat was 't. Met hard van binnen..." „Ja, ik weet het nog." „Niet van uitdelen, hoor. Allemaal zelf opeten. Ze zullen je goeddoen. Bewaar d'r maar iets van voor je meisje. Dan maak je 'n goede beurt bij haar, tijdens een ritje naar de Wannsee bijvoorbeeld. Mogen jullie daar al weer rijden? „Zeker. Er is misschien controle maar ze zijn erg soepel." „Sjonge, 'k wou dat ik bij jullie wasIk vind 't er heerlijk, zo om 'n uur of zes. Die opaalblauvve lucht „Wat voor lucht......?" „Ach, ik ben vandaag 'n tikje ro mantisch. Opaal, zei ik." „Je lievelingskleur." (Noot vertaler). Onvertaalbare woordspelig ,,Bob 's your uncle" (idiomatische zegswij ze) betekent zoveel als „Je tante op 'n houtvlot". Vandaar dat Jeff be weert ,,'t Is om te gillen gewoonweg". (Wordt vervolgd),

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 8