DE KERKEN
MMock 1
LEZERS SCH
Vlucki Mif de Öostjone
PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer
de maatschappij
Jeugd zegt: taal van bijbel
is verouderdniet duidelijk
Jeugd en Evangelie
viert derde lustrum
22*.
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
VRIJDAG 20 NOVEMBER 1959
en
ENQUETE OMTRENT GEBRUIK VAN BIJBEL
Over niet al te lange tijd zal het
Nederlandsch Bijbelgenootschap
de resultaten bekendmaken van
een enquête omtrent het gebruik
van de bijbel, die in ons land is
gehouden. Er kan echter al het
een en ander worden verteld over
de methode, die bij dit onderzoek
is gevolgd op een rijkskweek
school. Bijna alle leerlingen op
de school volgen het protestantse
godsdienstonderwijs.
Aan de 23 leerlingen, in leeftijd
variërend van 16 tot 21 jaar, is
een vragenlijst voorgelegd. Er
weiden onder meer de volgende
vragen gesteld: Voorzover je op
de lagere school bijbelse geschie
denisles hebt gehad: Herinner je
je daar nog veel van? welke
indruk heeft dat bijbelonderwijs
op je gemaakt? heb je op de
lagere school ooit een bijbel in
handen gehad om daar zelf uit
te lezen? Vier van de achttien
leerlingen, die een christelijke
school hadden bezocht, beant
woordden de eerste vraag beves
tigend. Tien van de achttien ver
klaarden, dat dit bijbelonderwijs
een goede indruk op hen had ge
maakt. Op de tweede vi-aag ant
woordden zestien van de 23 leer
lingen ontkennend. Zij hadden
dus bijbelonderwijs gehad, maai'
geen persoonlijk contact met de
bijbel. Vooral voor diegenen, die
niet naar een middelbare school
gaan, maar dadelijk één of an
der beroep aanvaarden, is dit een
groot gevaar.
Een andere waag: Wordt de bij
bel of de kinderbijbel bij je
thuis gelezen? Waaraan geef je
de voorkeur, aan de gewone bij
bel óf aan de kinderbijbel? Tien
leerlingen antwoordden, dat re-
De bijbel in elke
hotelkamer in Israël
Binnen enkele weken zal er in
iedere hotelkamer in Israël een
bijbel aanwezig zijn, zowel in de
Hebreeuwse als in de Engelse taal.
Dit is, zo bericht het november
nummer van „Kerk en Israël"
(maandblad van de Hervormde
raad voor de verhouding van Kerk
en Israël) te danken aan de Ame
rikaanse Jood Maxwell Abell, die
in zijn testament bepaald heeft,
dat een deel van zijn aanzienlijk
vermogen voor dit doel bestemd is.
Als praktische Amerikaan vond
hij het namelijk absurd, dat in het
land van de bijbel niet overal een
bijbel bij de hand is voor de dui
zenden toeristen, die jaarlijks de
vele bijbelse plaatsen bezoeken en
„er meer van af willen weten"
Nu hebben zij, dank zij dit initia
tief van de heer Abell. alle gele
genheid zich rustig in de bijbel te
verdiepen op hun hotelkamers, al
dus „Kerk en Israël".
gelmatig uit de bijbel of de kin
derbijbel werd gelezen; bij vijf
gebeurde dit nu en dan, bij acht
nooit. De meesten geven de voor
keur aan de bijbel boven een
kinderbijbel. Aansluitend op de
vorige vraag: a. wat vind je van
dit bijbellezen heeft het nut?;
b. of vind je 'het alleen maar
vervelend? en c. zou je het later
net zo doen, of anders? Hoe
dan?
Op waag a. antwoordden dertien
leerlingen met „ja". Van deze ko
men tien uit gezinnen, waar ge
regeld uit de bijbel wordt gele
zen en drie uit gezinnen, waar dit
niet gebeurt. Deze drie willen het
later dus beter doen dan hun
ouders. Drie leerlingen zeiden,
als antwoord op vraag c, dat ze
het later net zo zouden doen.
Maar de anderen wilden een ver
schillende methode volgen: „Niet
iedere dag op hetzelfde tijdstip.
En dan speciaal uitgezochte bij
belgedeelten. Niet alleen de va
der moet uit de bijbel lezen, maar
ook de moeder en de kinderen.
Er moet gelegenheid zijn om er
een ogenblik over na té praten."
Verscheidene ondervraagden ga
ven er de voorkeur aan om la
ter, als zijzelf kinderen hebben,
de bijbel in hun eigen woorden
te vertellen. Want en hierin
hebben zij bijna allen dezelfde
mening de taal van de bijbel
is „te geleerd, te verouderd, niet
duidelijk, te ingewikkeld."
PORTRET VAN EEN MIDDELBARE SCHOLIER
De interkerkelijke landelijke
werkgemeenschap „Jeugd en
Evangelie" bestaat 15 jaar. De re
dactie van het gelijknamige
maandblad voor jonge mensen
heeft een speciaal nummer gewijd
aan allerlei nieuwe vormen van
jeugdwerk.
Het nummer opent met een por
tret van de middelbare scholier,
waarin onder meer wordt opge
merkt dat de geportretteerde een
gewone jongen is, die zijn onaf
hankelijkheid wil bewijzen. Eigen
lijk is hij uitermate traditioneel.
Hij wil rusthet leven is al ge
compliceerd genoeg. Hij is geen
'wereldbestormer, die het nieuwe
zoekt.
Hij zoekt het echte, en al kan zijn
instinct daarvoor hem tijdelijk in
de steek laten, toch werkt op den
duur zijn intuïtie hierin zuiver. Hij
kan volledig gepakt worden door
een emeritus-predikant, bij wie
het woord en leven tot een bezon
ken eenheid zijn samengevloeid.
Hij is te vangen door de gevoeli
ge weemoed van een lied als
„Blijf bij mij Heer" en hij ver
foeit de woestijnpolka „De dorre
vlakte der woestijnen"."
Hij heeft een vage notie dat het
heden boven een afgrond hangt,
en als de dag van morgen anders
is dan vandaag zal hij dat nog
wel merken.
Ten aanzien van liet wereldgebeu
ren is hij geresigneerd: natuurlijk
gaat het toch weer mis. Hij is
geen anti-militarist, wel draagt hij
een tegen het leger gekeerd sen
timent in zich. Hij vindt dat
eigenlijk iedereen dienst zou moe
ten weigeren, maar doet het niet:
zo is het leven immers niet. Hij
vindt het haast grappig dat de
ouderen zich nog steeds op kun
nen winden over wat in de bezet
tingsjaren is gebeurd, maar als
iemand hem ervan vertelt uit de
directheid der persoonlijke erva
ringen, wordt hij stil en herkent.
Hij droomt wel, hij schrijft ook
nog gedichten, maar hij is geen
idealist. Zodra echter in concreto
een beroep op hem wordt gedaan,
doet hij mee en is blij. Hij stemt
Bonhoeffer toe dat ons Christen
zijn in deze tijd slechts in twee
dingen kan bestaan: im Beten und
im Tun des Gerechten unter den
Menschen maar voor beide
heeft hij leiding nodig. Zijn op
standigheid vlamt op zodra het
over rassendiscriminatie gaat.
WEES UZELF EN BLIJF ECHT
Hij vindt jazz mieters en staat
eerbiedig open voor de klassieke
muziek, die hij ook actief be
oefent. Negro-spirituals hoort hij
graag en zingt hij graag. Hij leest
Kees Stip, Carmiggelt en' God
fried Bomans, als ze maar niet te
wrang worden, zoals oudere men
sen dat kunnen; maar ook de ele
mentaire wijsheid van Ernst Wie
ehert spreekt hem aan. Op sexueel
gebied neeft hij geen hooggestemr
de verwachtingen; hij bekijkt het
nuchter en wil eerlijk zijn. Soms
speelt hij ermee, en hij gelooft
niet dat hier de schoonheid en het
echte te vinden zijn.
Het belijden dat het leven goed
is, staat ver van hem Hij zegt:
„Als je jezelf niet kietelt, lach
je nooit", en weet dat dat niet
alles is. Het leven is niet ondraag
lijk, maar ook niet zoveel bijzon
ders. Hij loopt niet warm bij de
overlading van het middelbaar on
derwijs; hij werkt redelijk hard.
en dat hij niet alles kan doen is
voor hem een vanzelfsprekend
heid.
Is hij bang? In wezen wel, hoe
zou hij ook niet? Maar zijn laco-
niekheid stelt hem in staat daar
mee te leven. U moet hem niet
over zijn haar strijken en zeggen
dat U hem zo goed begrijpt. Wees
Uzelf maar, en blijf zelf echt, dat
herkent hij.
KERKNIEUWS
NED. HERV. KERK
Beroepen (tocz.) te Wijk (N.-Br.):
ds. A. Breure te Oud-Vossemeer.
NED. HERV. KERK.
Beroepen door de generale synode als
predikante voor buitengewone werk
zaamheden (geestelijke verzorging
gerepatrieerden in Zuid-Holland)
mej. dsa. J. H. Stcgeman te 's-Gra-
venhage, emeritus predikante van
de protestantse kerlc in Indonesië;
beroepen door de generale synode tot
predikant voor bijzondere werkzaam
heden (arbeid ten behoeve van de
hervormde meisjes- en jongelings
verenigingen op gereformeerde
grondslag) A. J. Jorissen te Oud
hoorn; beroepen door de generale
synode als predikant voor buitenge
wone werkzaamheden geestelijke
verzorging arbeidskampen) Chr. M.
ten Kate te Sèvres (Frankrijk); be-"
roepen door de generale synode als
predikant voor buitengewone werk
zaamheden (secretaris van de raad
voor de verbreiding van het evange
lie en directeur van Kerk en Wereld)
A. Th. van Leeuwen te Knijpe.
Bedankt voor Opheusden J. Bakker
te Giessendam; voor Ommen dr. J.
de Bruyn te Leeuwarden.
GEREF. KERKEN.
Aangenomen naar Nederhorst den
Berg P. Sytsma, kandidaat te Am
sterdam die bedankte voor Reitsum
en voor Rutten (N.O.P.)
GEREF. GEM.
Bedankt voor Benthuizen en voor
Veen (N.-Br.) Chr. van Dam te
Rotterdam-Zuid.
Aan de kernfysicus en rector-magnl-
ficus van de universiteit van Califomië
dr. Gleen T. Seaborg is de door de com
missie voor atoomenergie ingestelde En
rico Fermiprijs voor 1959 toegekend, al
dus meldt U.S.I.S. Deze prijs een
legpenning, een oorkonde en een bedrag
van 50.000 'dollar zal aan dr. Seaborg
in het auditorium van het hoofdbureau
van de commissie in Germantown, Md.,
worden aangeboden voor zijn verdienste
lijk werl op het gebied van de kem-
chemie, inzonderheid de ontdekking van
plutonium en andere transuranen.
De Tsjeschoslowaakse nationale verga
dering heeft woensdag in een voltallige
vergadering eenstemming betuigd met
het beroep van de Opperste Sowjet tot
algemene ontwapening.
(Advertentie)
socks of standing
Textielfabrieken Bmlla loekefeer N.V. - HuU» [Z)
Godsdienstonderwijs op
school te Westkapelle
Waar via de noot onder mijn artikel
„Godsdienstonderwijs op school te
Westkapelle" door ds. Oosthoek wel
een zeer scheve en verdraaide voor
stelling van zaken wordt gegeven,
noopt dit mij wel hierover van repliek
te dienen.
Nadat door ds. Oosthoek, toen even
eens voorafgegaan door de nodige
verwikkelingen, in 1948 begonnen was
godsdienstonderwijs te geven aan de
leerlingen der o.l.s. te Westkapelle,
meende hij in maart 1958, in verband
met bepaalde moeilijkheden, die in de
hervormde gemeente waren gerezen,
deze lessen niet meer te kunnen voort
zetten.
In een schrijven van het gemeentebe
stuur aan ds. Oosthoek d.d. 3 april
1958 werd naar voren gebracht, dat
voor het gemeentebestuur het verband
tussen een en ander en het onder
havige besluit van ds .Oosthoek niet
duidelijk was en werd hem tevens
met de meeste aandrang verzocht de
lessen te hervatten.
In zijn antwoord op dit schrijven ont
hield ds. Oosthoek zich evenwel om
hierin toe te stemmen, doch begon
deelt weer rijksdaalders uit! g;
't holpt en 't Is lekker
Schrijf deze zin over op een briefkaart en
vut het ontbrekende woord in. Plak er
dan 2 Stophoest-agenten bij (U vindt ze
op elke rol Stophoest van 17 cent) en
zend de briefkaart vóór donderdagmor
gen 26 nov. aan Red Band - Roosendaal.
De eerste 206 goede Inzendingen wor«
den beloond met elk 2 rijksdaalders.
Prijstoekenning onder contróie van Nota
ris Mr. Jos van Gastel, Roosendaal.
Let op de advertentie van volgende week
met een nieuwe kans op rijksdaalders.
ELKE WEEK F. I O O O,- AAN RIJKSDAALDERS!
Premier Macmillan van Engeland gaat
In januari naar Afrika. Hij zal een be
zoek brengen aan Ghana, Noord- en Zuld-
Rhodesia, Njassaland en Nigeria. Zijn
reis wordt afgesloten met een bezoek
aan Zuid-Afrika. De reis zou omstreeks
5 januari beginnen.
1332. Het thilicite was ge
raakt. Echo's als van hon
derden donderslagen weer
kaatsten langs de bergwan
den en een verblindend licht
deed ieder levend wezen
voor mijlen in de omtrek
verschrikt achteruit dein
zen. Een kolossale zwarte
wolk torende omhoog naar
het permanente zwerk, dat
door de enorme luchtver
plaatsingen eveneens in hef
tige beroering kwam. De
afweerschutters vergaten
van schrik hun kanonnen te
bedienen. Voortgestuwd
door de drukgolven der ex
plosie vlogen de vijf Shastarschepen in de
richting van de oceaan. De taak was vol
bracht; het gestelde doel bereikt. Vuldun was
in z'n nopjes. „Goed werk mannen" bulkte hij
opgewekt in de micro. „Met jullie lean ik ten
minste een lastig karweitje opknappen. En nu
als de weerga naar huls Ergens in Markad
lag het nobele tweetal, Zorin en Drago, half
versuft in een hoekje en niemand zou eigen
lijk veronderstellen, dat deze vredige heren
zoveel kwaad hadden gebrouwd en nog zouden
brouwen.
als betrekkelijke voorwaarde te stel
len, dat verschillende door hem uit
eigen middelen voor het godsdienst
onderwijs benodigde leermiddelen
geleidelijk b.v. in een drietal jaren
zouden worden vergoed.
OLchoom het onbegrijpelijk was, dat
ds. Oosthoek t.o.v. de aanschaffing
van deze leermiddelen met het ge
meentebestuur geen ovefleg had ge
pleegd, de afstand tussen gemeente
secretarie en hèrv. pkstorie van West
kapelle is toch wel te overbruggen,
en het zeker geen usance is, dat wil
lekeurig gedane uitgaven door een ge
meentebestuur worden vergoed, gaf
het gemeentebestuur niettemin blijk
van zijn vergaande loyaliteit in een
aam ds. Oosthoek gericht schrijven van
de volgende inhoud:
„In antwoord op uw schrijven van 8
mei j.l. berichten wij U, dat wij niet
genegen zijn knipkost'en voor de fla
nelplaten aam U te vergoeden De door
U ingediende nota's ten bedrage van
f 60.70 zullen worden betaalbaar ge
steld, uiteraard nadat het aangeschafte
materiaal in de school berust. Van
zelfsprekend bevindt zich dat mate
riaal niet meerin een staat van
nieuw. Zoals U reeds vroeger is be
richt, zal de aankoop van materiaal
worden voortgezet, al naar behoefte
en na met ons gepleegd overleg. De
oude schuld kan met inachtneming
van het bovenstaande eveneens van
lieverlee gedelgd worden."
Een en ander Icon echter geen ge
nade vinden in de ogen van ds. Oost
hoek. Hij verlangde wel restitutie,
maar de bewuste leermiddelen
moesten toch zijn eigendom blijven.
Inmiddels werden de lessen in het
laatste halfjaar van 1958 door ds.
Oosthoek, hetzij aarzelend, toch nog
hervat, maar kwamen op het einde
van dit jaar, tijdens een kort ziekte
verlof van ds. Oosthoek, opnieuw stil
te liggen, en zijn sedert die tijd niet
weer op gang gekomen.
Indien ds. Oosthoek doelt op deze
laatste situatie als hij beweert, dat
hem door B. en W. niet is gevraagd
de lessen weer doorgang te doen vin- i
den, heeft hij hierin betrekkelijk ge
lijk, doch wanneer het in zijn bedoe
ling ligt de indruk te wekken als zou
hem door B. en W. nimmer zijn ver
zocht weer godsdienstonderwijs op de
o.l.s. te geven, dan is dat onjuist, aan
gezien het hem zelfs meerdere malen
is gevraagd, hetgeen uiteraard door
het gemeentebestuur gemakkelijk te
bewijzen valt. Niemand behoeft er
zich echter over te verwonderen, dat
het gemeentebestuur niet in het on
eindige wenst door te gaan met te
trachten ds. Oosthoek te verbidden.
Wat door ds. Oosthoek verder ver
staan wordt onder een goede regeling
met het gemeentebestuur is voor mij
niet duidelijk. Ook in 1957 werd door
B. en W. na overleg met ds. Oosthoek
een niet onaanzienlijk bedrag gevo
teerd voor leermiddelen ten dienste
van het godsdienstonderwijs op de
o.i.s. en aan een m maart 1952 door ds.
Oosthoek geuite wens om het aantal
uren voor godsdienstonderwijs uit te
breiden, werd door het gemeêntebe-
stuur met de meeste welwillendheid
tegemoet gekomen. Wat betreft de op
merking van ds. Oosthoek, ofschoon
niet ter zake dienende, over moei
lijkheden in de gemeente en achteruit
gang in het kerkelijk leven, rijst in
tussen nog Wel even de vraag, wie
daarvoor inzonderheid dient te wor
den aansprakelijk gesteld?,
P. LIEVENSE, wethouder.
(Advertentie)
i 36 ct.
een lichte sigaar J voor
„Ze herkennen ons niet. Kom r»u. We
hebben de wind nu in de zeilen..."
,,'t Maakt zo'n vreemde indruk..."
„Hier blijven is te riskant. Als ze de
ze kant uit komen..."
„Kom op dan", geef ik mij gewonnen.
„Daar gaat onze laatste kans op deze
Horch".
„Er zijn nog meer garages".
Wij glippen naar buiten, heel zacht.
Wij drukken de portieren aan; dicht
smijten durven wij ze niet. De pom
pen en de trucks en de mensen die ze
bemannen zijn nog geen vijfentwintig
nieter van ons vandaan. Met de drie
andere wagens als dekking komen we
ten paar meter verder. Dan beginnen
wij te snelwandelen.
„Mein Herr... Dame..." roept een
stem.
De pompbediende heeft ons gezien.
Hij komt aanhollen. Zes paar mieze-
mannenoogjes kijken onze richting
uit. Ik trek mijn hoed diep in de ogen
en draai mij langzaam om, alsof ik
de lijd aan mij heb en geen hoog.
door JEFF BOGAR
spanning mijn hart doet bonzen.
„O.K.", schreeuw ik terug. „Kommen
innerhalb zehn Minuten wieder".
Dan blaas ik wat stoom af.
„Leek dat wat op Duits?' vraag ik
Lorna met een grijnslach,
„Het was volmaakt".
„Dan zal ik dat onthouden. Wat doen
wij nu?"
Achter ons hoor ik de trucks starten.
Zij gaan op weg. De miezemannetjes
hébben niets vermoed. Ilt kijk nog
eens over mijn schouder. De truck
aan de kop rijdt nu langs de te koop
staande wagens.
„Den Luxuswagen fehlt uns noch",
brult de chauffeur tegen de bijrijder.
Hij werkt zijn hoofd naar buiten om
de Horch eens goed te bekijken,
't Is maar goed dat wij er niet meer
in zitten.
Wij staren hevig geïnteresseerd naar
een etalage vol grafzerken terwijl het
konvooi paseert. In de spiegelruit
zien wij de politieagent, de handen op
de rug, fluitend voorbijdrentelen. Hij
gaat naar huis. Zijn dienst, zit er op.
„Je wilde telefoneren, Lorna. Ik zie
nergens een cel".
„Dan gaan we naar het postkantoor".
De weg behoeven wij niet te vragen.
Je ziet het overal bovenuitsteken.
Net 'n sprookjeskasteel met 'n ver
slindende draak erin
HOOFDSTUK 9.
Ik voel mij niet erg op mijn gemak
in deze grauwe, nauwe straatjes. Zat
ik maar in een stevige degelijke wa
gen, zoiets als die Horch. Te voet is
niks voor mij. 't Is net of je naakt
loopt. Wij zijn hier een duizend mijl
van de Westelijke zone vandaan. De
straten zijn vol mensen van hetzelfde
ras en wanneer wij hun onze ware
identiteit durfden bekendmaken, zou
den zij even vlendelijk tegen ons zijn.
Maar je krijgt hier steeds meer het
gevoel, dat achter hen langs en over
hun hoofden heen, een andere, mach
tiger schaduw dreigt. Zoiets als die
van de verslindende draak in het
sprookjeskasteel. Dit is een politie
staat. iedere dag van de week gebeu
ren hier zonderlinge dingen.
Ik krijg de kans niet om Lorna iets
te vragen. Ik heb vertrouwen in haar.
Ik kan wel raden wat zij van plan is
en waarom zij zo dringend wil opbel
len. Eenmaal binnen het postkantoor
dat zelfs om half tien 's morgens
al overvol is met lieden, die vermoe
delijk allen de een of andere vergun
ning willen hebben glip ik met
haar de afgeschoten glazen ruimte
van de telefooncel in.
.Wat een herrie hier, hè?" luidt mijn
eerste commentaar.
Het postkantoor gonst van het stem-
mengerucht. En Duitse stemmen
klinken luid. Het straatverkeer is in
tens en alle voertuigen rammelen,
bonken en ratelen, oud en gammel als
zij zijn. En de trein moet dicht in de
buurt zijn, opdat de post, met groot-
germaanse „Gründlichkeit", onver
wijld naar de verbruiker kan worden
getransporteerd. En de telefooncel
len zijn niet gecapitonneerd. Al met
al: 'n spektakel van jewelste.
Lorna draait intercommunaal. Vraagt
een nummer in Berlijn aan. Getuige
het gepruttel en gesputter dat uit de
hoorn opklinkt, kan zelfs een telefoon
in dit land niet efficiënt functioneren
zonder stampij. Het zou mij niet ver
wonderen, wanneer de in de hoorn
circulerende elektronen straks in
koor het „Deutschland liber alles"
aanhieven... Geen wonder dat de
mensen hier schreeuwen.
Nu stopt zij het geld in do gleuf. Het
valt en er weerklinkt een bel als van
'n ouderwetse stoomtram. De verbin
ding is tot stand gebracht.
„Bob
„Wer ist am Apparat? Mein Onkel?"
klinkt 't blikkerig uit de oormicro
foon. 't Is om te gillen gewoonweg,
maar ik begin het al aardig te leren
en vertrek geen spier van mijn ge
zicht: „Bob is your uncle" wanneer
je, als gezond mens die graag gezond
wil blijven ook, moet telefoneren in
dit voor telefoongesprekken van ge
zonde mensen beslist ongezond
land-.,..-
Op de een of andere manier gebrui
ken die Britten de meest zonderlinge,
ja, laehwekende wachtwoordjes. Hoe
grimmiger het karakter van de zaak,
waarin zij zich als terriers vastbijten,
hoe krankzinniger vaak 't vereiste
parool, waarmee zij zich aan elkan
der bekendmaken.
„Nein, es ist deine Sehwester". zegt
Lorna.
Zij is nu Bobs zuster. O.K. We kun
nen beginnen. In 't Duits natuurlijk.
Zij heeft voldoende muntstukken in de
gleuf geworpen om zes minuten te
Runen spreken. Misschien is het ge
sprek al lang, voor die zes minuten
verstreken zijn, afgelopen maar
het Is niet 't soort gesprek, waarin je
halverwege gaarne gestoord werd
door de telefoniste; de lust mocht
haar eens bekruipen om mee te luis
teren. Lorna begint met alle moge
lijke flauwekulletjes die de „partij
ter andere zijde" blijkbaar in het
minst niet verbazen. Maar vóór ik 't
goed en wel besef, komt zij ter zake.
„...Ach, lang niet gek... Bepaalde
dingen zijn heel goedkoop. Chocola
bijvoorbeeld. Ik weet, dat je 'n zoete-
kouw bent en tante ook. En daarom
heb ik drie dozen voor je op de kop
getikt".
„Da's reuze lief van je", komt het
blikken stemmetje van de „partij ter
andere zijde". „Ik ben reuze be
nieuwd..."
„Ik denk dat je zc vandaag met de
midagpost nog krijgt", zegt Lorna.
„Ze zijn al naar jullie toe..."
„Drie dozen liefst maar? Mmmm.„!
Heerlijk zeg...!"
„Ik hoop dat ze zullen smaken, 't Zijn
van die grote plakken met hard van
binnen. En op z'n vooroorlogs ver
pakt... de ene wikkel papier sa de
andere. Ze zijn net zo lekker als die
plakken, die we vroeger wel van de
Tommies kregen... hoe heetten die
maar weer... Cad... Cad... Cadbu-
ry's... O ja, dat was 't. Met hard van
binnen..."
„Ja, ik weet het nog."
„Niet van uitdelen, hoor. Allemaal
zelf opeten. Ze zullen je goeddoen.
Bewaar d'r maar iets van voor je
meisje. Dan maak je 'n goede beurt
bij haar, tijdens een ritje naar de
Wannsee bijvoorbeeld. Mogen jullie
daar al weer rijden?
„Zeker. Er is misschien controle
maar ze zijn erg soepel."
„Sjonge, 'k wou dat ik bij jullie
wasIk vind 't er heerlijk, zo om
'n uur of zes. Die opaalblauvve
lucht
„Wat voor lucht......?"
„Ach, ik ben vandaag 'n tikje ro
mantisch. Opaal, zei ik."
„Je lievelingskleur."
(Noot vertaler).
Onvertaalbare woordspelig ,,Bob
's your uncle" (idiomatische zegswij
ze) betekent zoveel als „Je tante op
'n houtvlot". Vandaar dat Jeff be
weert ,,'t Is om te gillen gewoonweg".
(Wordt vervolgd),