Gevangenen hebben veel kritiek op „onpersoonlijke autoriteiten" VELEN HEBBEN ANGST DAT HÜN HUWELIJK KAPOT ZAL GAAN HOMERD VRAGEN OVER NIEUWE REGELING VOOR WONINGBOUW MAANDAG 9 NOVEMBER 1959 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ONDERZOEK VAN EEN CRIMINOLOOG (Van onze Haagse redactie) „Hoe kan men verwachten, dat een ontslagen gevangene als volwaardig deelnemer aan de samenleving terugkeert, wanneer hij tijdens de gehele strafrechtspleging telkens weer de indruk krijgt dat hij een onwaardige is?" Die vraag stelt de Utrechtse criminoloog dr. R. Rijksen in de inleiding van het boekwerk. „Meningen van gedetineerden over de strafrechtspleging", waar in hij de resultaten samenvat van zijn enquête onder honderden gevangenen in de Nederlandse gevangenissen en huizen van bewaring. En nit de brieven van deze mensen blijkt zeer dui delijk, dat velen van hen zich inderdaad niet menswaardig be handeld voelen. „Tijdens mijn detentie, zowel voor als na de uitspraak, is het volkomen onpersoonlijke van alle autoriteiten mij opgevallen. Men is als het ware „een ding" geworden", schrijft één van hen. „Ik zocht een mens om van man tot man mee te kunnen praten, maar ik vond hem niet", zegt een ander. „Het interesseert de directie niet hoe ik dit alles onderga, als ik maar niet wegloop", meent een derde. Opvallend is in deze verzame ling brieven de telkens weer te rugkerende klacht der gevange nen, dat eigenlijk niemand tijd voor hen heeft. In vrijwel alle fasen van de strafrechtspleging stuit men op het verwijt, dat een delinquent niet de gelegen heid krijgt voor een gesprek van mens tot mens en dat door ambtelijk functionerende in stanties geen of onvoldoende rekening wordt gehouden met zijn menselijke belangen. Er zijn ook andere geluiden, maar de man die meedeelt dat hij bij voorbeeld bij een officier van justitie, een rechter-com m issa- ris of een gevangenisdirecteur begrip ontmoet, is onder de deelnemers aan de enquête een witte raaf. En terwijl iiij wordt vervolgd in naam van het recht heeft hij legio belevenissen, die hij blijkbaar al of niet op goede grond als onrecht er vaart. Het begint al bij de arrestatie. Als onrecht wordt het ervaren, wanneer de politieman iemand komt ophalen om „even." mee naar het bureau te gaan en de betrokkene dan voor vier of vijf maanden opgesloten wordt. Of wanneer de arrestatie zo opval lend wordt verricht, dat de hele buurt aanstonds op de hoogte is. Of wan neer je van je werk wordt geliaald en geboeid door de hele fabriek linininiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiijij! 1 GEKLEURD BEELD 1 H Hiernaast publiceren wij het tweede en laatste artikel over H het boek „Meningen van gede- tineerden over de strafrechts- pleging" dat door dr. R. Rijk. sen uit 900 brieven van gevan- genen werd samengesteld. Wij vestigen er nogmaals met na- H druk de aandacht op, dat in H deze publikatie geen objectief vastgestelde feiten voorkomen. H Het zijn, zoals ook de bedoe- H ling van het onderzoek was, uitlatingen van deze gevange- nen zoals zij die in eigen woor- M H den en volkomen zonder contro- le hebben opgeschreven. Het doel van het onderzoek was dan ook niet gegevens 'over eventuele misstanden te verza- melen, maar het verkrijgen van inzicht in de reacties van de gedetineerden op hetgeen hun h in de loop van de strafrechts- et; pleging overkomt. Nevenstaand artikel geeft dus ook een zeer H eenzijdig gekleurd beeld van de H toestanden en verhoudingen. p die daarin ter sprake komen. lllllllllinillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllll wordt geleid. Zo zijn er ook de klach ten over gebrek aan discretie bij het onderzoek, over intimidatie en leu gens „je vriend heeft al bekend, dus doe jij het nu ook maar" bij het verhoor. In enkele gevallen wordt de politie zelfs het gebruik van geweld verweten: de politie sloeg met met de hand in 't gezicht omdat ik niet bekende. „Ik ben zo vreselijk ge slagen dat ik mijn gehoor aan de ene kant ben kwijt geraakt, toen ik niet gauw genoeg bekende werd ik van de ene hoek naar de andere ge trapt". Veel kritiek is er op de inrichting van de cellen in de politiebureaus. De een schrijft over een hok waar het „slimmer stinkt dan in een varkens stal". Een ander constateert „de de kens zijn vies en er zitten somtijds plakken van harde spuug op. Verder wemelt het daar van vlooien. Ik heb daar 4 dagen vertoefd en ben in die 4 dagen nog geen seconde gelucht". Een derde moest zich wassen met i een „handdoek, die is zo vies en daar zit zo'n gemene lucht aan. dat is met do beesten af". Men klaagt over stank, kou en vuil, over het ontbreken van tafel en stoel en van een ge legenheid om zich te scheren of eens frisse lucht in te ademen. Kritiek is er ook op de processen- verbaal, die door de verbalisanten in „eigen woorden" worden opgesteld en daardoor niet meer objectief zou den zijn, of althans heel anders van toon dan de verklaringen, van de ver dachte zelf. De wijze, waarop een en ander aan de officier van justitie en de rechter.commissaris wordt voorge steld, maakt de zaak zwarter, wordt elders beweerd. En zomin bij de offi cier als bij de rechter.commissaris zou de verdachte gelegenheid krij gen zich tegen die gekleurde voor stelling te verweren of zijn daad in een ander licht te stellen. Terwijl een der gevangenen de of ficier een „fijne vent, een recht schapen kerel" noemt, rapporteert een ander door een officier te zijn uitgemaakt voor losbol dief enz. Dezelfde verdeeldheid bestaat in de meningen ten aanzien van de rechler-eommissaris. Hij wordt enerzijds afgeschilderd als een man, die „bewogenheid met je lot" toont, anderzijds als een man zon der een greintje medegevoel. El ders wordt zowel aan de officier van justitie als aan de rechter commissaris verweten, dat zij het verleden van een verdachte uit sluitend beoordelen naar wat over hem op papier staat, terwijl ook beiden zich wel eens schuldig zou den hebben gemaakt aan dreige menten om een bekentenis los te krijgen. Meningen over reclassering Ook over de reclassering botsen de meningen. Ze varieren van „niets dan goeds; ze doen voor je wat ze kunnen", tot „ik wil met deze instel ling nooit iets te maken hebben". Een van de vijanden van de reclas sering meent dat hij er veel beter zou zijn afgekomen dan nu het ge val is geweest, wanneer er geen -- classeringsrapport over hem uitgébraeht. Een ander constateert losweg: „Ilt heb aan de officier als aanklager genoeg". Een derde zou van een reclasseringsambtenaar te horen hebben gekregen, dat hij „geen mens was om geholpen te wor den". Ook de psychiaters moeten 't zwaar ontgelden. Vooral de soms blijkbaar zeer korte duur van het onderzoek heeft her en der wantrouwen ge zaaid. Bijvoorbeeld bij de man die niet begrijpt „hoe het mogelijk is dat een dokter op nog geen 5 minu ten kan bevestigen of verklaren ge heel of gedeeltelijk ontoerekenbaar of toerekenbaar te zijn". Een ander concludeert. „Ook al was deze man tienmaal doctor, dan ontken .ik dat hij mij binnen het kwartier kan zeg gen wie en wat ik innerlijk ben". Minder dan een beestenstal Letterlijk alles wordt in de brieven van de 900 gevangenen over de he kel gehaald. Eriistige grieven blijken nog steeds te bestaan ten aanzien van de inlichting van en de verhou dingen in de gevangenissen. Er wordt geklaagd over „cellen, minder dan 'n beestenstal", over de „mens onterende wandelingetjes in de nau we luchtkooien met metershoge mu ren en zware tralies ponder ooit een sprankje zon", over de hangmatten in de nauwe ijzeren slaapkooien en over de stankverspreidenae privaat- tonnen, die in sommige gemeen- schapsverblijven volgens enkele briefschrijvers worden gebruikt. „Er zijn heel geschikte bewaar ders bij", wordt in een der brie ven geconstateerd, „maar helaas zijn het er niet veel". Vele minder geschikte bewakers „beschouwen je als een minderwaardig soort mens en betreuren 't dat ze niet met vrije hand de gummiknuppel mogen gebruiken: ze zijn er op uit om je in de hoek te trappen." Knots van een wekker bij het bezoek Van veel meer hetekenis en dal is door het hele boek heen duidelijk merkbaar is de grote, soms al lesbeheersende angst van vele ge vangenen dat hun huwelijk kapot zal gaan. Waarom, vragen ze zich af, mag je maar een gecensureerde brief per veertien dagen naar je vrouw schrijven, of, in geval van spe ciale straf, soms maanden lang he lemaal niet Waarom dat verwenste gevangenisbriefhoofd, waardoor je niet eens aan je kinderen kunt schrij ven als je niet wil verraden dat je gevangen zit? Waarom die korte be zoeken van je vrouw, van soms niet meer dan een half uur in de veer tien dagen of drie weken? En wat het bezoek betreft. „Ik heb vrouw en drie kinderen. Eenmaal per drie maanden krijgt zij de reis kosten vergoed. Dan mag ze naar haar man toe, om dan als twee hon gerige mensen tegenover elkaar te zitten, met links en rechts bewaar ders naast je. Nooit en te nimmer kan je eens met je vrouw uitpraten, en eens intiem schrijven. „Een ander zegt ervan. „Er zit een bewaker bij met een groot boek en een knots van een wekker, en praat dan eens over ~"e verdriet er **•---•■ bt- cunt U dat Orgelmuziek en toespraken als service in vliegtuigen j Northwest Orient Airlines, 'n Ameri- j kaanse luchtvaartmaatschappij, zal voor zijn passagiers in de eer ste klasse des zondags orgelmu ziek ten gehore brengen. In de I strato-erniser, een Boeing-toestel met zuigermotoren, die de dienst onderhouden tussen New York, Milwaukee en Minneapolis wordt een orgel geplaatst. Een organist zal gedurende de vlucht gewijde muziek ten gehore brengen. Alaska Airways brengt ook 'n nieuw tje op het gebied van de service in een vliegtuig. Men heeft een korte toespraak van gouverneur, van burgemeesters van voorzitters van Kamers van Koophandel en andere autoriteiten op een band opgenomen. Als het vliegtuig van Alaska Air ways van Seattle in de staat Washington vertrekt spreekt de gouverneur van de staat via de luidspreker in het toestel woorden van afscheid, waarbij hij de hoop uitspreekt dat de luchtreizigers nog eens een keer terug zullen komen. Op het ogenblik dat het toestel bo ven Juneau, de hoofdstad van Alaska vliegt, horen de passa giers de stem van de gouverneur van die staat. In de buurt van Fairbanks, het eindpunt van de lijn, klinkt de stem van de burge meester van die stad in de passa gierscabine. Hij verwelkomt hen, vraagt de stoelriemen vast te wil len binden en de sigaret te doven, waarna hij de wens uitspreekt dat zij een prettige tijd zullen hebben in zijn stad. „Burgemeester De Goffaubank" in Rilland-Bath onthuld IN VOORLOPIG VERSLAG Bezwaren tegen stringente hantering van loongrens Een nader voorlopig verslag naar aanleiding van het voornemen van de minister van volkshuisvesting bouwnijverheid om een nieuwe sub sidie- én premieregeling In te voe ren, is thans door de vaste commis sie uit de Tweede Kamer uitgebracht. Deze commissie vraagt letterlijk honderd uit in precies honderd vra gen. Algemeen wördt gesteld, dat in de voorgenomen regeling een voorzie- INITIATIEF VAN JO NOBEL PODIUMPROTESTANTSE BEROEPS-TONEELGROEP In Utrecht gaat première „Het gaat om je leven" De begin 1959 gevormde stichting toneelgroep „Podium" brengt dins dag aanstaande in Utrecht de offi ciële première van het stuk „Het gaat om je leven", een realistisch spel over do ontspoorde grotestads- jeugd, geschreven door do Duitse auteur Helmut Harun. De stichting is ontstaau uit de be hoefte aan meer contact met het protestants-christelijke deel van het Nederlandse volk. Het initiatief tot de stichting is genomen door de ac teur Jo Nobel, die in voorgaande ja ren reeds toneelvoorstellingen heeft gegeven met „Podium", dat toen nóg gevormd werd door losse, haïf-amar teuristische medewerkers. Het niéu we „Podium" is de eerste protestants christelijke groep vau beroepstoneel spelers in Nederland. Het doel van de stichting is, van de christelijke levensbeschouwing uit de toneelkunst te beoefenen. Op een ter gelegenheid van de komende premiè re in Utrecht gehouden persconferen tie verklaarde de regisseur van „Po dium", de heer' Han König dat er, zijns inziens, geen tegenstelling be staat tussen het protestants.christe- lijlc geloof en deze tak van kunst. Hij zei, dat „Podium" een serieuze poging wil doen op eigen wijze een aandeel te gaan leveren in de dva- matische kunst, die eeuwenlang door liet protestants-christelijke volksdeel is verwaarloosd en zelfs veroordeeld. Men heeft van „Podium" een be roepsgroep gemaakt, omdat men van oordeel is, dat men alleen op deze wijze in de kortst 'mogelijke tijd tot betere artistieke prestaties kan ko men. In de toekomst wil men naast stukken met een positieve boodschap, ook humoristische stukken, die voor al van esthetische waarde zijn, gaan spelen. Op het ogenblik staan ook twee kindervoorstellingen, „Hans en Grietje" en „Het toverdoosje" op het repertoire. Het stichtingsbestuur, waarin - ver schillende christelijke organisaties onder meer het C.N.V. en de N.C.R. V. vertegenwoordigd zijn, hoopt op morele en materiële medewerking van in protestants-christelijk ver band georganiseerd Nederland. O Robert Euron, de Franse minister van vervoer en openbare werken, heeft op het vliegveld Orly by Parys een nieuwe, ruim 3 kilometer lange en op bruggen gebouwde startbaan voor straalvliegtui gen geopend. Het is de eerste stap bij de uitvoering van een plan orn Van Orly het grootste vliegveld van Europa te maken. ning voor financieel zwaltke groepen ontbreekt. De commissie betreurt dit, omdat zij iu deze bevolkingsgroep de woningnood nog het nijpendst acht. Stringente hantering van de loon grens van de sociale verzekering als maatstaf voor liet bewonen van wo ningwetwoningen deed ernstige be denkingen rijzen zolang niet geble ken is, dat voor woniugbehoevenden met een enigermate boven die grens gelegen inkomen voldoende passende woningen beschikbaar zijn. De commissie heeft er voorts be zwaar tegen, dat geen aandacht is geschonken aan sociale en econo mische omstandigheden, welke in volgende jaren huurverhogingen al dan niet mogelijk zullen maken terwijl de regeling verankerd is in een reeks hurverhogingen, die bin nen een zekere termijn naar nog niet te voorspellen evenwichtshu- ren moeten leiden. De commissie vindt de regeling zeer ingewikkeld. De vrees wordt uitgesproken, dat hieruit grote ad ministratieve werkzaamheden zul len voortvloeien. Deze zouden niet in overeenstemming zijn met de wens om tot vereenvoudiging van de overheidsbemoeienis met de wo ningbouw te komen. De commissie meent, dat in de minis teriële brief over de nieuwe regeling nog te veel vaagheden en onduide lijkheden voorkomen om een helder beeld te kunnen vormen. Men vraagt zich ernstig af of men er met behulp van de regeling inder daad in zal slagen te bevorderen, dat de bouw van particuliere woningen, speciaal in do „A"-klasse tegen be taalbare huren voldoende mate zal plaatsvinden. Op grond van onzeker heid vraagt de commissie of het wel verantwoord is het contingent wo ningwetwoningen reeds thans met 2500 te verlagen. Inzake de positie van de woning bouwcorporaties wordt de vraag ge steld of deze zich tot de oude doel stelling moeten gaan beperken nu de woningwetwoningen tot de oorspron kelijke doelstelling zal worden be perkt. Of is het, zo vraagt men, mo gelijk dat de corporaties ook een taak krijgen bij de woningvoorzie ning van groepen, die niet tot de oor spronkelijke doelstelling van de wo- ningwetbouw behoren. Is daaitoe, zo wordt gevraagd, zonder financiële overheidsmedewerkïng, doch met de regeling voor door particulieren te bouwen huurwoningen, een reële mo gelijkheid Tijdens een korte e heid is zaterdagmiddag in brcidingsplan van Rilland-Bath dé „burgemeester De Goffaubank" ont huld. Dit geschiedde door mevrouw M. de GoffauDe Vos, weduwe van burgemeester J. A. de Goffau van Rilland-Bath, die tijdens de februari- ramp van 1953 om het. leven is ge komen. Een groot aantal belangstellenden woonde de plechtigheid bij. Burge meester J. C. W. Jobse van Rilland herinnerde er in zijn toespraak aan, hoe burgemeester De Goffau zich in de rampnacht naar Bath spoedde om de bevolking moed in te spreken en de situatie ter plaatse op te nemen. :nt is de heer De Gof- Burgemeester Jobse verklaarde, dat de gemeenteraad reeds enige jaren geleden het besluit had genomen om een herinneringsbank te plaatsen. Men heeft echter gewacht tot het moment, waarop het nieuwe uitbrei dingsplan zou zijn gerealiseerd, het geen thans het geval is. Op de hoek KerklaanVijverstraat, tegenover de brandvijver, is thans deze bank geplaatst. (Foto P.Z.C.) Begroting 1960 Kamer van Koophandel voor Eilanden Batig saldo van 16.100 De Kamer van Koophandel en Fa brieken voor de Zeeuwse Eilanden heeft, op de begroting voor 3960 een voordelig saldo geraamd van 16.100 tegen 23.400 het vorige jaar. Stond de begroting voor 1959 in het teken van de toen op handen zijnde eerste uitvoering van de Vestigingswet Be drijven 1954, thans is nog niet bekend welke takken van bedrijf iu de loop van het komende jaar onder de wer king van de nieuwe wet zullen wor den gebracht. Daardoor is het voor 1960 bijzonder moeilijk verschillende posten naar concrete gegevens te ra men, zodat met een schatting van te verwachten gemiddelde uitgaven of inkomsten moeten worden vol staan. De totale inkomsten van de begreting voov 1960 worden geraamd op 173.450 (tegen 165.500 het vorige jaar), terwijl de totale uitgaven be groot zijn op 157.350 (vorig jaar 142.100). Het belangrijkste verschil in de inkomstenraming is te zien bij de post jaarlijkse bijdragen, die met 145.000 precies 10.000 hoger is geraamd dan in 1959. Ook de post in trest is met 3200 verhoogd tot 12.200. Daartegenover staat een lagere raming van „andere inkom sten" van f 6000, die thans op f 9000 begroot zijn. Wat de uitgaven betreft is de post salarissen enz. bijna 11.000 hoger geraamd en thans begroot op 78.900. Daarbij zijn de sociale voorzieningen op 5500 begroot, 1200 meer dan het vorige jaar. Voor onderhoud ge bouwen is f 8000 begroot, tweemaal de raming van het vorige jaar. De aanschaffing en het onderhoud van de inventaris kon evenwel 2000 la ger geraamd worden. Voor subsidies en contributies heeft de Kamer 8000 uitgetrokken. een gelijk be drag als voor 1959. Deze begroting zal vastgesteld wor den tijdens de vergadering van de Kamer op woensdag 11 november a.s. in hotel „De Korenbeurs" te Goes. „Indonesiërs infiltreren niet in Nieuw-Guinea" j Een woordvoerder van liet lndonesi- sche ministerie van buitenlandse za- I ken heeft vrijdag In Djakurta de be- I richten in de Nederlandse pers. dat Indonesiërs West-Nieuw-Guinea trachten binnen te komen, teirenee- sproken. I Als er sprake is van infiltratie, dan zijn het de Nederlanders zelf die in filtreren in West-Irian en niet de In donesiërs. aldus de woordvoerder. Iu een open landauer, run liet begin can 'l dorp of tiaar het gemeentehui* getrokken door Westkappelse man nen en „beschermd" door 18 ruiters, heeft burgemeester Th. H. de Mees tee, vergezeld van zijn echtgenote en dochtertje Saskia zijn intocht ge maakt in Westkapelle. Wie niet ziek was had zich naar builen gespoed om deze blijde incoznste" onder een stralend na jaarszonnetje gade ie slaan. Foto P.ZE.J

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 7