In november schallen overal de jachthoorns weer „Langs de hoge weg" en de Ibis-vlucht 777 TEKKO TAKS en de Atoompantoffels fijn FAAM fantastisch „VRIJERE LOONVORMING MAG GEEN LOONRONDE WORDEN" DONDERDAG 5 NOVEMBER 1959 PROVINCIALE ZEEUW 8 B COURANT 11 DE HONDEN GEVEN WEER MUZIEK Honden worden vaak misleid (Van een medewerker) Iu Engeland vooral en niet minder in Frankrijk trekken na 3 november, „Si. Huber- tus" de jachtstoeten weer door de mooiste landschap pen welke men zich kan voor stellen. Rode rokken en witte broeken geven aan deze tafe reeltjes een ongekende beko ring en niet minder de paar den, welke evenals de hon den zorgen voor leven en beweging. Overal waar Engelsen nederzettin gen hebben is ook het jachtrijden méde overgebracht, al past naar ons gevoelen een oprechte Engel se jachtstoet nu niet direct in een Indiaas of Soendanees landschap, Dat men in de Ver. Staten het jachtrijden eveneens overgenomen heeft met vrijwel allo gebruiken, welke in „Old Engeland" er bij- behoren, is begrijpelijk. In navolging van Engeland wordt in vrijwel alle landen van Europa „gejaagd" achter de honden, al zijn er landen, waar men er een eigen stijl en eigen gewoonten op na houdt. In dit opzicht is Frankrijk een goed voorbeeld. De dames daar dragen de „tricorne", een bij zonder elegant driepuntig steekje en de kostuums zijn dikwijls donker in plaats van fel rood. Het geheel krijgt nog een extra feodaal tintje door ga lonnering van goud op hoofd deksels en kledij. En blazen in Engeland de „Mas ters" of de. „Huntsmen" op klei ne vrijwel rechte hoorntjes, in Frankrijk zijn er soms bij één jachtgezelschap verscheidene „sonneurs". Deze hoornblazers ontlokten de fraaiste fanfares aan werkelijke grote jachthoorns, zo als de Alpenjagers die bespelen en De jachtstoet trekt uit voor weten. Voor het jagen op ha zen heeft men „beagu rehounds" en voor at zen heeft men „beogïes" of „ha- jacht op herten „staghounds" Het herten jagen vanaf het paard komt betrekkelijk weinig Hazen jagen heel wat meer, voor. doch de vossenjacht overschaduwt alles op dit gebied. Een enkele keer wordt er ook wel op wilde «wijnen gejaagd en in Polen en Rusland misschien nog wel eens op wol ven Men zou zo denken, dat men hon den, die toch bekend staan om hun goede neus, moeilijk bij de neus kan nemen. En toch maakt men van die eigenschap Juist gebruik in gevallen waarbij men graag ter jacht wil rijden, doch niet op levend wild kan of mag jagen. Zoals dat dus in ons land net ge val is. Dan wordt er z.g. „op de slip" gejaagd en dit „jagen" moet nu tussen aanhalingstekens staan want het is géén jagen, doch een bij voortduring hernaald bedrie gen der honden. Dat zit zó: er wordt een vos in een hok opgesloten met als ge volg, dat dit diertje het ligstro bevuilt. Het vossenvuil heeft de eigenschap scherp te rieken. Hiervan maakt de huntsman gebruik door die mest in een lederen bal te stoppen, die bal aan een touw te bevestigen, te paard te stijgen en een mooie route rijdend, die bal achter zich aan te laten slepen. Wat gebeurt er dan? Wel, d$ bal met het scherpe geurtje (kan ook een namaak- geurtje zijn) raakt van tijd tot tijd, of zelfs langere tijd ach tereen, de grond en laat daar een voor honden bekende lucht achter. Wanneer nu enkele uren later de meute dat is de honden-kudde - wordt losge laten en al snuffelend het spoor gevonden heeft, gaat ze luid blaffend („muziek gevend", heet dat in jagerstermen) langs dat spoor naar voren, vast en zeker verwachtend er gens de vos te zullen aantref fen. En dat doen die honden week-in, week-uit, maand-in, maand-uit, soms zelfs jaren achtereen, doch ziennooit een vos! Maar na elke vergeef se poging krijgen ze tóch een heerlijke beloning en dat ver zoent ze met hun lot. In Nederland kennen we twee jaehtverenigingen, welke er meu tes op na houden. Dat is de „Ko ninklijke Nederlandse Jachtver- eniging" en de „Veluwe Hunt". Eerstgenoemde club heeft fox hounds van het beste Engelse bloed, geschonken door prins Bemhard, die ..Master" van deze vereniging is. De „Veluwe Hunt" jaagt met honden van zuiver of minder zuiver harrier-bloed, als we het wel hebben. Beide vereni gingen hebben grote verdiensten omdat zijh onderdtallen ruiters elk jaar weer opnieuw in de gelegen heid stellen te genieten van heer lijke romantische sportdagen in de mooiste streken van ons vader land. Haarlem en St.-Hubertus Denkt) echter niet, dat het jacht rijden alleen voor zeer welgestel de lieden is weggelegd. Gelukkig is het hier al net als in Engeland, waar vele boeren ook hartstochte lijke jachtruiters zijn. Hier zijn het dan echter de landelijke rui ters, die bij tijd en wijle de l-on. den mogen volgen. Voorts leden van manege-verenigingen, terwijl men natuurlijk ook persoonlijk lid van de een of andere jachtver- enigingen kan zijn, welke op haar beurt dan „de honden eens laat komen". Praktisch overal behalve in het uitgesproken polder- of veenkolo niale landschap wordt de meute wel eens losgelaten, waarmede dan trouwens bij de historie wordt aangeknoopt. Want reeds in do Middeleeuwen kende men b.v. in Haarlem het St.-Hubertus-gilde, waarvan de vaste voorzitters waren de Heren van Bredero, meestal verwoede jagers. Zij hadden in Kennemer- Iand grote duingebieden in bezit, te Haarlem een vaste woonstee en op 3 november op St.-Huber tus werd vast en zeker elk jaar een Hubertus-jacht uitge schreven, waaraan alleen voorna me jagers konden deelnemen. Tot besluit werd heerlijk gemaaltijd in de herberg „De Basterdpïjp". Vaak werden vóór de aanvang van de jacht de honden gezegend, een gebruik dat in Frankrijk nóg inheems is en ook in hat Walen land van België wordt toegepast. Zelfs in Brabant wordt tegenwoor dig vrijwel elk jaar de meute van de „Veluwe Hunt" gezegend door de r.-k. geestelijkheid. -. Trouwens, de. honden van de presi- denten van het Haarlemse St.- Hubertusgilde, dus de brakken van de Heer van Brederode, waren de enige, die in de St.-Bavokerk binnen mochten komen zonder door de officiële hondenslager er weer uit gemept te worden De meute is los, de jacht volle gang f Advertentie j die lekkere drop heet KLAROP S KERKNIEUWS NED. HERV. KERK. Beroepen te Eoven Hardinxveld J. A. C. Schuurman te Bleskensgraafbe roepen door de generale synode als predikant voor buitengewone werk zaamheden (vlootpredikant) G. H. Cassuto, kandiaat te Scheveningen. Beroepbaarstelling de heer H. Linde boom, kandidaat te Delft is beroep baar. GEREF. KEKKEN. Beroepen te Dieren (vacature H. van der Plaat) W. Griffioen te Nijkerk; te Stad aan het Haringvliet F. L. van der Bom, kandidaat te Amster dam. CHR. GEREF. KERKEN. Bedankt voor Ermelo J. C. van Ra- venswaaij te Scheveningen. VOORZITTER KON. NED. MIDDENSTANDSBOND Te snelle opgang van conjunctuur afremmen De heer P. G. van der Weele, voor zitter van de Koninklijke Nederland se Middenstandsbond heeft woens dag tijdens een ledenvergadering van deze bond een rede gehouden, waarin hij enkele aspecten van de vrijere loonvorming heeft besproken. Spr. zeide hoopvol gestemd te zijn ten aanzien van het welslagen van de nieuwe loonontwikkeling. Hij merkte voorts op, dat deze hoop in zekerheid zal gaan verkeren naar mate men zich minder gelegen laat liggen aan datgene wat in andere bedrijfstakken geschiedt en men zich bij de te ne- JAN MOLL EN IAN COLVIN Twee voortreffelijke luchtvaartboeken ER ZIJN de afgelopen maan den twee opvallende boeken over de luchtvaart verschenen: Jan Molls „Langs de hoge weg" en Ian Colvins „Vlucht" 777". Wie Jan Moll is, is algemeen be kend: deze befaamde K.L.M.-ve- teraan was o.m. tweede piloot van de „Ui,ver tijdens de be faamde Melbourne-race. Cölvin is 'n journalist, Engelsman, vele jaren verbonden aan het pers bureau Reuter. Jan Molls boek gaat over zijn lange leven-in-de- lucht, dat van Colvin over slechts één vlucht, de raadsel- zoals we die afgebeeld oude prenten, waar de p of poststiljons er gebruil ken. Hierboven zetten we „jagen" tus sen aanhalingstekens, omdat er lang niet in alle landen en ook lang niet altijd op écht wild wordt ;d. In Nederland komt het zien op struiters van ma- jagen"op levend wild vanaf het paar praktisch (of misschien wel in het geheel) niet meer voor. Ons landschap leent zich daarvoor niet meer. Ons land is te dicht be volkt. Onze terreinen te intensief bebouwd. Vrijwel alle gronden zijn in cultuur gebracht en wat heel lastig en zelfs gevaarlijk is - er wordt veel te veel met prikkeldraad gewerkt. Dit is in andere landen ook wel het geval, maar daar vormfmen dan fond sen waarmede men prikkeldraad opruimen en vervangen kan door minder gevaarlijke afrasteringen, zoals houten hekken, natuurlijke heggen of walletjes. Wanneer er op levend wild ge jaagd wordt komen daarvoor In aanmerking in de eerste plaats de vossen, daarna do hazen en ten slotte de herten. Het merendeel der jachtverenigingen In Engeland en Amerika jaagt op vossen en men doet dat met „Foxhounds", waar we geen Nederlandse naam aclitige K.L.M.-reis onder Qui- rien Tepas op 1 juni 1943, waar bij de Douglas-machine „Ibis" op de route Lissabon-Londen werd neergeschoten.. Aan boord bevond zich de bekende filmacteur Leslie Howard, die met de overige passagiers en bemanning om het leven kwam. Viruly schreef bij Colvins boek een voorwoord. En daarin betoogt hij, dat in de geschiedenis van de Ne derlandse luchtvaart het boeiende verhaal van de „Engelse" K.L.M. on der leiding van Koene Dirk Parmen- tier een „veronachtzaamd gebied" vormt. Het verhaal van de om en na bij 1600 vluchten, die door Parmen- tiers kleine vaderlandse groep van uit het fort Engeland naar het neu trale Portugal en dat andere fort Gibraltar werden uitgevoerd en waarvan er maar één vlucht 777 met Tepas en Howard mislukte, is op de een of andere manier ver on voldoende onder de aandacht van het Nederlandse volk gekomen naar Vi- ruly's mening. Colvins boek nu komt daarin enigszins tegemoet zij het zijdelings doordat hij zich uitvoe rig in deze aangelegenheid heeft verdiept teneinde een inzicht te krijgen in de achtergronden van vlucht 777. Deze vlucht dus is het hoofdthe ma van het boek, de K.L.M. in Engeland tijdens de Tweede We reldoorlog 'n deel van het „decor" waartegen het verhaal zich af speelt. En dit hoofdthema werd door de schrijver zover als het hem maar mogelijk is, ontrafeld. Daarbij ging het over deze vraag: waarom hebben de Duitsers de „Ibis" neergeschoten Colvin heeft, om een antwoord op deze vraag te vinden, archieven door gewerkt en met tientallen men sen gesproken, ook met de over levende Luftwaffe-officieren, die bij de aanval op het vliegtuig wa ren betrokken. Werd vlucht 777 onderschept omdat de Duitsers wisten, dat Howard aan boord was Of zaten zij achter een andere pasagier, de joodse agent Wilfrid Israël aan Colvin meent dat er slechts één reden kon zijn: de tegenwoordigheid van Churchill in Algerije, van wie de Duitsers wisten dat hij ieder moment langs deze K. L.M.-route kon terugvliegen. Zijn 43. Even later, nadat de koffie opgedronken en de koek verorberd was, vroeg Tekko opeens: „En profes sor, waar kan die toffel, die me uit de handen ge schoten is, nu wel helemaal terechtgekomen zijn?" „Oh!" antwoordde Starre- vold zonder dralen: „Dat is natuurlijk niet precies te zeggen. Maar als het ding nergens togenaan gevlogen is, kan het plus minus twee uur in de lucht blijven en drie vierhonderd kilo meter afleggen!" „Jammer dat ik dat ding niet aan mijn voet heb!" sprak Terry parmantig, terwijl hij zijn snor opdraaide. „Het lijkt me heerlijk om vrij als een vogeltje door het luchtruim te suizen!" „Wel, als jullie daar iets voor voelen kan dat gebeuren!" opperde professor Starreveld blij verrast. „Dan maak ik drie paar verbeterde atoompantoffels en gaan we er samen op uit om ze te testen!" ,Maar U gaat toch zeker niet mee, op uw leetijd?" kreet Polly ver schrikt, die net weer binnenkwam. „U maakt zekei weer grapjes?" „Wel wis en drie niet!" antwoordde Starréve'd prompt. „Jij hebt toch zeker ook gevlogen. En wat jij durft, durf- ik ook!" lissingen meer laat leiden door de sociale en economische mo gelijkheden van de eigen bedrijfstak. De voorzitter van de Middenstands bond merkte verder op dat de beste krachten ingezet dienen te worden om te voorkomen dat de vrijere loon vorming een ander woord zal zijn voor een nieuwe algemene loonronde met alle inflatie-impulsen vandien. Een groot gedeelte van de economi sche problemen waarmede de mid denstand in ambacht en detailhandel te kampen heeft, vloeit voort uit in flatie, aldus spreker. De middenstand kan zich dan ook geen betere dienst bewijzen, dan door uiterste krachts inspanning ook bij de toepassing van de vrijere loonvorming trachten het inflatiegevaar te vermijden. Ten aanzien van het prijsbeleid zeide de heer Van der Weele, dat het hoofdbestuur gemeend heeft pnn het verlangen van de minis ter, die wenste dat het bedrijfs leven zijn medewerking zou ver lenen bij het melden van voorko mende prijsverhogingen, tegemoet te moeren komen. Daarbij heeft 't hoofdbestuur er wel op aange drongen bij overleg op het depar tement over een bepaalde prijs ontwikkeling, de gehele bedrijfs kolom in het gesprek te betrek ken. Deze gedachfengang is door de minister overgenomen. De heer Van der Weele legde er do nadruk op, dat het zaak zal zijn, maatregelen te treffen om een te snelle opgang van de conjunctuur af te remmen om daardoor te voorko men, dat een nieuwe bestedingsbeper king een domper zal zetten op de hoog gestemde verwachtingen. Het beleid van de bond zal hierop ge richt moeten zijn en men zal daar bij een open oog moeten hebben, al dus spreker, voor het feit dat het di recte gewin van bijvoorbeeld een pro centuele marge wegvalt tegenover de perspectieven van een zich evenwich tig ontwikkelende economische voor uitgang. conclusie is gebaseerd op een zorg vuldig onderzoek van alle beschik bare feiten. Feiten, die hij in dit boek publiceert en die een duidelijk beeld geven van de situatie rond de ze Ibis-vlucht, een situatie waarin de geheime diensten als spelers van een luguber schaakspel optreden. Het boek uitgegeven bij Ad. M. C. Stok is vertaald door Erica Vi ruly. Waarom wij dit boek in één adem noemen met Molls levensbeschrij ving Omdat In deze bijzonder boei ende autobiografie (of moet men in dit geval soms spreken van een „aero-btograf ie" eveneens aan dacht wordt besteed aan de tragische Ibis-vlucht, zij het in een geheel an der opzicht dan in Colvins boek. Ge zagvoerder Moll kon namelijk niet al te best opschieten met Quirinus Te pas: „Wij ontliepen elkaar zoveel mogelijk" zegt Moil „we hadden res pect voor eikaars prestatie, maar dat was dan ook alles". Eind mei 1943 evenwel slaagde Par- mentier er in de beide mannen bij elkaar te brengen en kort voordat de „Ibis" vertrok drukten de twee K.LJVI.-mensen elkaar de hand. De volgende avond belde Parmentier Moll op om hem van het neerschie ten van de „Ibis" op de hoogte te brengen. Deze "beschrijving vormt een zeer bewogen episode uit dit voortreffelijk boek. Men leest overigens deze levens beschrijving in één ruk uit. „Ver wacht geen hoog literair peil" waarschuwt Moll in zijn voor woord en hij herinnert aan Ples- mans uitspraak: „Vogels vliegen goed, maar praten slecht". Met dat praten of liever met het schrijven valt het nogal mee. Molls boek is bekwaam in elkaar gezet: als hij dat zelf heeft ge daan, dan is het jammer, dat hij nooit meer heeft geschreven, heeft hij het niet zelf gedaan, dan heeft hij in elk geval over be kwame adviseurs beschikt. Bijna 30.000 vlieguren heeft deze K. L.M.-commodore in zijn logboek staan. Vlieguren in het oude indië, tussen de werelddelen, boven Schip hol en het oude Vlïssingse vliegveld, boven Haamstede en Amerikaanse vliegvelden. En van dat alles vertelt hij onopgesmukt en metveel gevoel voor humor: van de Ui vervlucht en van zijn vlucht met de „Mees", die door de Duitsers werd beschoten, van zijn jaren bij de B.O.A.C., zijn vluchten naar Moskou op de Atlan tische route Voor Zeeuwse lozers heeft dit boek nog enkele interessante bladzijden: Molls verhaal over zijn vlucht naar Engeland in 1940 via Vlissingen sa men met ir. J. P. Berdenis van Ber- lekom, de huidige directeur van de Vitrite N.V. in Middelburg. Deze kundig geschreven biografie werd uitgegeven door N.V Uitgeve rij W. van Hoeven in Den Haag en werd verlucht met vele foto's. Jan Moll: „Langs de hoge weg", W. van Hoeve, 's-Gravenhage; Ian Col vin „Vlucht 777", vertaling Erica Viruly. Ad. M. C. Stok, Forumboe kerij, 's-Gravenhage.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 13