PAGINA
c
Mejuffrouw J. J. LEMS te Vlissingen:
drieëndertig jaar kleuteronderwijs
WERKENDE VROUWEN IN ZEELAND (I)
X
tot OZOtifV
W'
De
ZATERDAG 24 OKTOBER 1959
PROVINCIALE ZEEUWSE G OU RAN
'erkende vrouwen
(Van onze redactrice)
Het is nog niet zo heel veel
jaren geleden dat in on
ze maatschappij de kleuter
scholen werden aangeduid
en dat niet alleen in de volks
mond met de veelzeg
gende naam „bewaarscho
len". Daarmee werd meteen
de kleuteronderwijzeres ge
doodverfd als iemand wier
taak eigehlijk met „onder
wijs" niets van doen had
zij mocht op de kinderen pas
sen, ze- „bewaren" totdat
moeder ze weer kwam halen,
en de bijnamen waarmee de
bewaarschooljuffrouw in die
tijd werd betiteld, waren niet
altijd even vleiend
Misschien zijn er op dit ogen
blik nóg moeders (van grote
gezinnen wellichtdie over
„bewaarschool" spreken,
maar dan zijn ze ongetwij
feld vér in de minderheid. De
bewaarschool evolueerde tot
kleuterschool en wie zou
over deze evolutie beter kun
nen vertellen dan iemand die
de ontwikkeling van het kleu
teronderwijs meer dan dertig
jaar heeft meegemaakt
Drieëndertig jaar is het gele
den dat mejuffrouw J. J. Lems,
lioofdleidster van de Nutskleu
terschool te Vlissingen, de we
reld van het kleuteronderwijs
binnentrad. Zij deed dat (in
1926) als kwekelinge aan de
zelfde Nutskleuterschool waar
van zij nu hoofdleidster is,
waar zij bovendien enkele van
haar eigen kinderjaren als
„leerling" heeft doorgebracht
en waar zij in de loop der jaren
jongetjes en meisjes heeft zien
komen en gaan, van wie zij nu
de kinderen weer tot haar pu
pillen kan rekenen.
Bij een dergelijke langdurige
loopbaan denkt men onwillekeu
rig aan het woord „levenstaak"
vooral wanneer men deze „wer
kende vrouw" gadeslaat in haar
dagelijkse omgeving: de kleuter
school. Daar lijkt het alsof buiten
deze taak niets voor haar bestaat,
daar is zij op-en-top de kleuter
leidster maar buiten de school,
in haar privé-omgeving, blijkt zij
een hartelijke opgeruimde gast
vrouw, die ook dan nog graag
over haar werk praat, maar zich
tegelijkertijd zeer nuchter bewust
is van het gevaar dat schuilt in
een téveel in het werk opgaan, en
van de noodzaak om buiten de
schooltijd de geest ook op andere
zaken te richten. Op haar hobby's
bijvoorbeeld: 't naar buiten trek
ken in-de vrije natuur, het zwer
ven op en om boulevard en duin,
het amateur-toneel, het verzorgen
van planten en dieren allemaal
zaken waarvan zij vertelt met
hetzelfde elan waarmee zij even
later herinneringen ophaalt aan
de „pionierstijd" van omstreeks
1925, toen de geschiedenis van het
kleuteronderwijs in Zeeland is be
gonnen.
Uit die tijd dateert namelijk de
eerste officiële opleiding
voor het kleuteronderwijs in
onze provincie en mejuffrouw
Lems behoorde tot de eerste deel
neemsters aan deze opleidings
cursus, die in 1924 in haar ge
boortestad Vlissingen startte.
Aan die eerste cursus is een be
kende naam verbonden; de naam
van mevr. WasOsinga, schrijf
ster van vele kinderboeken.
Deze nu 80-jarige schrijfster die
tegenwoordig in Drente woont,
was directrice van de opleidings
cursus die gegeven werd in het
speellokaal van de Nutskleuter-
school ook toen al gevestigd in
het gebouw op de hoek van Paid
Krugerstraat en Hobeinstraat.
„Zij had ideeën omtrent het kleu
teronderwijs die voor die tijd heel
modern waren", zegt mejuffrouw
Lems. „Dank zij die moderne op
vattingen heeft eigenlijk sinds
dien in Zeeland het ouderwetse
begrip „bewaarschool" niet meer
bestaan
Sinds zij in diezelfde Nutskleuter-
school waar zij nu haar werkda
gen als hoofdleidster doorbrengt,
als leerlinge de opleidingscursus
bezocht, heeft juffrouw Lems veel
zien veranderen bij het kleuter
onderwijs. Zij zag het groeien tot
een volwaardig en wettelijk gere
geld onderdeel van het tegenwoor
dige onderwijsbestel, zij maakte
yc
mee hoe de salarisregelingen al
lengs beter werden en hoe tege
lijk met deze groei ook het beroep
van kleuteronderwijzeres in aan
zien steeg. Ontelbai-e herinnerin
gen en heel veel foto's (vaak ver
geeld van ouderdom) illustreren
haar loopbaan die zich gedeelte
lijk buiten Zeeland heeft voltrok
ken: in 1932 hoofd van de kleu
terschool in Naaldwijk, in 1936
terug naar Zeeland als hoofd van
de kleuterschool te Yerseke en in
1947 terug op het beginpunt Vlis
singen. als hoofdleidster van de
Nutskleuterschool: de „oude ver
trouwde" mag men in dit geval
wel zeggen
erschillen tussen de prak
tijk van het kleuteronder
wijs vroeger en nu
„Vroeger was bijvoorbeeld het
lesgeven klassikaal, nu is zo'n
klas verdeeld in groepjes van
vier a zes kleuters zodat het
contact tussen leidster en kind
veel individueler is en er meer
aandacht aan de karaktervor
ming kan worden geschonken.
De zogenaamde „zelfwerk
zaamheid" is ook bij het kleu
teronderwijs een belangrijke
factor geworden, evenals het
begrip actualiteit. Datgene
wat voor de kinderen op een
bepaald moment actueel is,
wordt ingevlochten in het da
gelijks programmaop „Die
rendag" bijvoorbeeld is de die
renwereld een dag lang hét
onderwerp, op de eerste wer
kelijke najaarsdag worden er
liedjes gezongen over de herfst
en verschijnt er een tekening
op het bord die de herfst in
beeld brengt..."
Het kleuteronderwijs kent geen
ongediplomeerde leidsters meer.
Er is een speciale opleiding tot
kleuterleidster en het programma
voor die opleiding is beslist niet
licht te noemen... De rijkskweek
school te Middelburg bijvoorbeeld
heeft een opleidingscursus van
twee jaar (die soms drie jaar
moet duren, in verband met de
leeftijd van de kandidaten die
achttien jaar moeten zijn om exa
men te mogen doen). De vereiste
vooropleiding is een u.I.o.-diploma
of drie jaar h.b.s., er wordt tij
dens de twee cursusjaren al regel
matig „praktijk gewerkt" en na
behalen van de lagere akte kan
men solliciteren naar de betrek
king van kleuterleidster, maar
bovendien nog eens twee jaar
doorstuderen voor de hoofdakte.
Ook de christelijke kweekschool
te Middelburg heeft een dergelij
ke opleiding in de „Opleidings
school voor het Christelijk Kleu
teronderwijs voor Zeeland".
Dat de adspirant-kleuteronder-
wijzeres een grondige oplei
ding doorloopt voordat zij
zich „kleuterleidster" mag noe
men, blijkt wel uit het leerpro
gramma van een dergelijke oplei
ding. Pedagogiek, psychologie,
biologie en muziek staan onder
meer op dat programma, naast
bijvoorbeeld aardrijkskunde, ge
schiedenis, boetseren en handen
arbeid. Tekenen is belangrijk
(vooral illustratief tekenen, bij
verhaaltjes en versjes), evenals
zingen en de techniek van het
spreken: kandidaten moeten bij
kleuters eventuele spraakmoei
lijkheden kunnen onderscheiden
en verbeteren.
Moment-opnameuit het dage
lijks leven van een hoofd-kleuter-
leidster: de schooldeur gaat open
en de kleuters verdringen zich om
„hun juf". Overigens heeft mejuf
frouw Lems nu wel de langste tijd
in dit oude (en haar zo vertrouw
de!) schoolgebouw doorgebracht:
binnen enkele maanden verhuist
de Vlissingse Nutskleuterschool
naar een 'gloednieuw gebouw op
de hoek van de Julianalaan en
Vrijdomweg.
(Foto P.Z.C.).
De kleuteronderwijzeres wordt
wel eens „de eerste schakel voor
het kind tussen gezin en maat
schappij" genoemd. Dat lijken, op
het eerste gezicht, misschien gro
te worden in verband met die
nog zo kleine peuters, maar ze
bevatten een zeer reële kern
dat wordt duidelijk voor degene,
die eens enkele uren toekijkt in
zo'n kleine schoolgemeenschap
van persoonlijkheidjes, die over
niet zo heel lange tijd als per
soonlijkheden in deze maatschap
pij zullen staan. Die toeschouw
ster begrijpt dan ook dat „juf
frouw Lems", zelfs na drieënder
tig jaar, haar beroep elke dag nog
als nieuw en boeiend kan erva
ren!
Zwitsers doen eigen
koffiekeuken eer aan
Twaalf tot vijftien procent van de
koffie, die de Zwitsers drinken, halen
ze kant en klaar uit een blikje. Het
is de oploskoffie, die dan ook in
Zwitserland bedacht en voor het eerst
geproduceerd werd. Het aantal Zwit
sers, dat de zelfgemalen, zelf-gezette
koffie vervangt door deze poederkof
fie, stijgt nog steeds.
Maar dat succes heeft het bükje kof
fie lang niet overal, zo meldde het
Engelse vakblad voor de thee- en kof
fiehandel. In Italië b.v. willen de men
sen er helèmaal niet aan. Zij beschou
wen het koffiezetten als iets zeer per
soonlijks, dat van gezin tot gezin ver
schilt; zij kennen vele manieren van
koffiezetten en koffiedrinken en ma
ken er echt iets feestelijks van. Een
belangrijke factor in de handhaving
van deze traditie zou kunnen zijn, dat
de Italiaansehuisvrouwengenoeghulp
in de huishouding kunnen krijgen, zo
dat er voor de vrouwen, die deze hulp
kunnen betalen, wel wat tijd over
schiet.
In Zweden wordt per persoon de
meeste koffie gedronken van heel
Europa, maar de Zweden houden niet
van oploskoffie. In Frankrijk maakt
de oploskoffie vier procent uit van
het totale koffieverbruik. Hier ver
schilt de smaak van de bevolking on
derling echter zo sterk (in het Zui
den houdt men van een heel ander
aroma dan in het Noorden), dat er
vele verschillende poederkoffies moe
ten worden gemaakt.
In België, wordt weinig oploskoffie
gebruikt, waarschijnlijk omdat er nog
honderdtallen kleine koffiebranders
zijn, die precies de smaak van hun
klanten kennen. In Duitsland schijnt
idereen er dezelfde smaak op na te
houden: er is maar één soort poeder
koffie en de omzet daarvan (4 tot 4%
pet. van het totale koffieverbruik) is
stijgende.
In Nederland, aldus het blad voor de
koffiehandel, bestaat op het Ogenblik
zes procent van de gehele koffiever
koop uit poederkoffie.
„Werkende vrouwen in Zee
land" vormt het onderwerp
van een korte serie veertien
daagse artikelen, die onze re
dactrice IJ in de komende we
ken op deze pagina brengt en
waarin zij ook de opleidingsmo
gelijkheden zal belichten welke
voor de betreffende beroepen
in onze provincie liggen. Het
kleuteronderwijs is onderwerp
van het eerste artikel in deze
reeks.
Vloeren zó glad boenen, dat de huis
genoten niet zonder levensgevaar op
een los matje kunnen stappen, is on
zinnig, maar sommige kleedjes en mat
jes hebben zelfs op ongeboend zeil gllj-
neigingen. Die neigingen drukt U de
kop in, door legen de onderkant van
het kleedje een laagje (zoveelste-keus)
schuimrubber of schuimplastic te naaien
of te plakken.
Dan ozcutv
(Advertentie)
Als het niet zwart-op-wit in dc
krant had gestaan, maar in een
of andere roman, had iedere le
zer de schouders opgehaald over zo
veel baarlijke onzin. Een huwelijks
zwendelaar, die kans ziet twee rijke
lijk volwassen vrouwen al haar ka
pitaal afhandig te praten, zodat zij
van een gemakkelijk rentenieren
vervallen tot de bittere noodzaak
van werken om den brode.
En alsof dat al niet verbazingwek
kend genoeg ware één van die be
rooide dames, in stede van de mooi
prater in kwestie (die haar koste
lijke spaarduiten aan een spilzieke
vriendin heeft gespendeerd), zo mo
gelijk eens flink de mantel uit te
vegen, schrijft dat manspersoon nog
een brief achteraf, waarin zij hem
de koestering van haar woning en
haar sympathie aanbiedt als hij uit
het gevang opnieuw op het argeloos
mensdom wordt losgelaten.
Geen wonder, dat zelfs dc verdedig
ster van deze gewiekste duitendief
moest verklaren, dat hij bij zoveel
onnozele lichtgelovigheid toch eigen
lijk wel tot zijn bedrog gedwongen
werd... Wie zo de pap in de mond
wordt gelepeld, moet eenvoudig wel
slikken. Alleen komt diezelfde pap
hem achteraf wel wat erg zwaar op
de maag te liggen.
Nu is de eerste reactie, dunkt mij
zo, van elke normale vrouw die
de waarde van geld terdege
heeft leren beseffen Hoe kómt zo'n
dame, die toch heus oud genoeg is
om beter te weten, er in vredesnaam
toe om een onbekende dergelijke ka
pitalen in de handen te stoppen, zon
der enig getekend bewijs of geschre
ven afspraak
Dat iemand op oudere leeftijd beu
is van het alleenzitten en nog graag
wil trouwen het is niet meer dan
zakdoeken
Om nooit tc vergeten
en wasqoec
mee «fier
wen
b
Vele Westduitse bedrijven vechten om de huisvrouw als arbeidskracht.
Er worden goede salarissen geboden, de huisvrouio kan haar kixideren
mee naar het werk nemen. Daar zijn beioaarplaatsen, speelterreinen
en kinderverzorgsters voor. Bovendien kan de werkende vrouw haar ge-
zinswas in het bedrijf laten doen; 's avonds gaat zij met schoon goed naar
huis. Mannelijke employe's die vrouwelijk personeel kunnen „aanbrengen",
worden voor elke nieuwe werving beloond met tweehonderd mark, onge
veer 180.
ést-Duitsland heeft een ministerie voor het gezinsleven, en op dit
ministerie breekt men zich het hoofd over de consequenties van
deze activiteiten der bedrijven. De voorwaarden vjaarop de ge
trouwde vrouwen, ook moeders van gezinnen, in tal van bedrijven kunnen
gaan werken, zijn zo aantrekkelijk, dat duizenden vrouwen ervoor zvjich-
ten. Dat dit problemen meebrengt voor 't gezinsleven, een goede opvoeding
van de kinderen kan belemmeren, spreekt vanzelf. Daar de werknemer,
die voor hel aanbrengen van een vrouwelijk personeelslid met 180 be
loond wordt, dit bedrag ook krijgt als het nieuwe personeelslid zijn eigen
vrouw is, vormt de kwestie in de betrokken gezinnen het belangrijkste
onderwerp van gesprek. Er lijkt niet veel voor nodig om haar ook onder
werp van meningsverschil te laten worden
e vrouw, die in dit geval besluit te gaan werken, levert haar gezin
al dadelijk de „premie" op, die haar man ontvangt, en dan ligt er
nog een geregeld salaris in het nabije verschiet bovendien.
Het geld wordt veelal besteed aan t.v. of pick-up, huishoudelijke machines
en apparaten die het werk vergemakkelijken, vaak aan een autootje, dus
voor (nog) min of meer als luxe beschouwde artikelen. Daarmee brengt
de werkende vrouw de kosten van haar gezinsleven dikwijls op een peil,
dat alleen te handhaven is als zij ook in de toekomst blijft werken.
Vrouwen werken niet uit belangstelling voor een bepaald beroep, of omdat
men principieel meent, de huishoudelijke en moederlijke taak met een
maatschappelijke buitenshuis te moeten aanvullen. Het loon is in deze
gevallen het grote lokmiddel en het enige doel.
(Van een
medewerkster)
Klein is het wereldje
waarin mode-ontwer
per Jean Louzac zich
beweegt: het Haagse
coterietjo van daines
die elkaar drie keer
per week ontmoeten op
een receptie, in een of
andere ambassade cn
elkaar dan over de
rand van een cocktail
glas, liefjes complimen
tjes maken, soms zulke
vlijmscherpe compli
mentjes, dat de me
vrouwtjes 's avonds
laat uithuilen op de zij
den revers van een
smoking. En de man in
die smoking weet <lan
dat hij binnenkort weer
een rekening zal krij
gen van Jean Louzac
voor een nienw cock
tail. of avond jurkje...
Het oude jurkje was
dan drie of vier keer
gedragen, wordt afge
dankt en komt terecht
in één van die typisch
Haagse handeltjes in
tweedehands mode,
waar men ze met een
nieuwe corsage of een
sjerp of kraagje opka
lefatert tot een nieuw
jurkje dat dan weer
drie, vier keer gedra
gen zal worden, tot het
wordt afgedankt.
Elke Haagse uitgaande
dame weet de adresjes
van die tweedehands
modezaakjes, en Jean
Louzac weet ze ook.
Zijn jurkjes beginnen
er een tweede leven.
Hun eerste leven be
gint als de klanten in
zijn piepklein salonne
tje in Voorburg iets
heel bijzonders komen
uitzoeken. Een eenvou
dig zijden japonnetje
voor een partij volgen
de week al een vlug
gertje voor Jean Lou
zac of een werkelij
ke „grand-gala" voor
een diplomatenbal, dat
al een paar maanden
van tevoren wordt aan
gekondigd. Jean Lou
zac besteedt dan ook
werkelijk een paar
maanden handenarbeid
aan het borduursel op
zo'n peperduur jurkje
van f 2000 dat we heb
ben gezien op de show
die Jean Louzac gaf in
het Haagse „Royal".
De Haagse dames zul
len „ligne gitaro" kun
nen dragen: bloesend
om het lijf je, slank om
de taille en bollend om
de heupen. Bloesend
zijn ook de jasjes van
de tailleurs, ruimval-
lend tot over de heup,
doch ruim dichtge-
snoerd om de taille. Al
die jasjes hebben
net als de bontmantels
ruime kimonomou
wen-
De hoedjes van Jean
Louzac zijn vaak snoes
jes die bestemd zijn om
binnen te dragen. Alle
bloempjes en feeërieke
fantasietjes die hij erop
naaide, zouden verwel
ken in de gure avond
wind als men ze buiten
droeg
En tenslotte zijn er dan
nog de sieraden van
Jean Louzac, gemaakt
van steentjes, kraaltjes
en schelpjes: brede,
lange oorhangers en
brede halskettingen,
passend in het décolle
té. Zulk mooi handwerk
dat de mevrouwtjes
van de ambassades
zijn roem verbreid heb
ben naar alle windstre
ken, zodat hij zelfs ex
port heeft van zijn
kraaltjes, schelpjes en
steentjes naar Mexico
en Egypte.
Op de foto een model
van Louzac: een rose
wollen pakje.
gevoel cn versi&ud
menselijk. Maar om de eerste de bes
te steller van een huwelijksadver
tentie nu meteen maar haar hele be-
haar enige bestaanszekerheid,
louter op een mooi smoesje toe te
vertrouwen En dan zo'n afzetter
naderhand bij zich in huis te
willen nemen, alsof hij een soort ge
maltraiteerde zwerfhond is alles
goed en wel, maar dit gaat op boven
menselijkheid lijken.
Erg nobel en idealistisch natuurlijk,
maar zo werkt men toch het kwaad
schrikbarend in de hand.
Nobel en idealistisch daar wringt
misschien de schoen in dit onbegrij
pelijk geval. En het is wellicht, ge
zien de frequentie van dergelijke
zwendelpraktijken. niet van belang
ontbloot om op dit punt enige har
tige waarheden te zeggen.
Ik weet niet of U het al eens hebt
opgemerkt, maar wij leven in een
hoogst gevaarlijke tijd. En nu doel
ik eens niet op de atoombommen en
de intercontinentale raketten en dat
spul die hebben tenminste nog de
verdienste dat ze rustig op hun
plaats blijven zolang niemand ermee
gaat experimenteren. Nee, de geva
ren voor de mens schuilen altijd en
allereerst in het geestelijk klimaat
van zijn tijd.
Onze tijd kent een hoogst gevaarlijke
geestelijke factor, en aat is de propa
ganda voor een overspannen en kri
tiekloze ethiek. Het aiepe en sterke
bijbelwoord, dat men de rechterwang
moet toekeren aan degene die U op
de linker slaat wordt ontkracht
tot een slappe weerloze gedweeheid
uit pure onmacht om iemand te zijn.
Er is, hoe vreemd het klinken mo
ge, een niet geringe persoon
lijkheid voor nodig, een hoge
graad van nobele ironie om deze leef
regel op te volgen. Iemand die wer
kelijk in staat is om na de vernede
ring van een klap op de linker wang
niet in driftig schelden uit te barsten,
maar zwijgend de rechterwang toe
te keren geeft niet alleen een be
wijs van innerlijke kracht, maar
evenzeer van superioriteit.
Het zou er echter slecht uitzien
als wij deze sublieme verdedi
ging tegen een overmacht nu
zonder meer maar als een levenshou
ding onder alle omstandigheden gin
gen aannemen en zo te zeggen in de
wereld gingen ronddraven met de
rechterwang uitgestoken als een in
vitatie om er flink op los te slaan...
En toch zien wij deze gevaarlijke en
vreemde ethiek steeds meer en meer
veld winnen, vooral onder vrouwen.
Het komt er zo ongeveer op neer
dat wij, voortdurend krampachtig
op onze tenen lopend, alles moeten ac
cepteren, iedereen vriendelijk en ver
gevensgezind tegemoet tredenalle
wantoestanden en misslagen, zelfs
misdaden, tot problemen verklaren
I die met het juiste begrip en fijn uit-
praten vanzelf uit de wereld zullen
geraken.
Met andere woorden die overspan
nen idealisme erkent geen ogenblik
het bestaan van werkelijk Kwaad,
van gevaarlijke demonie in de we
reld. Er zijn alleen maar ongelukki
ge of onbegrepen, maar geen sléchte
mensen.
Nu is een dergelijke geesteshouding
wel begrijpelijk na een tijdperk van
gruwelijke wreedheid als dc Tweede
Wereldoorlog er een was. Maar er-
schuilt in die onwezenlijke verge
vensgezindheid. die sentimentele so
lidariteit" met elke kwaaddoener ook
een gevaarlijke portie lafheid en ge
makzucht.
Als de vrouwen eens wat minder op
hoge hakken van gevaarlijk-senti
menteel meegevoel rondstapten, maar
voor alles, in het eigen en algemeen
belang, haar gezond verstand ge
bruikten, waren er de helft minder
verwende kinderen, voortvluchtige
echtgenoten, bemoeizieke oudelui en
onhandelbare jongelui.
Maar ja dat laatste is natuurlijk
niet zo verheven en zo gemakke
lijk als het eerste,
s. SASK2A