PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Motie-Suurhoff tot ombuiging van loonbeleid werd verworpen ,Ik pleegde gefingeerde aanslag op Mitterand' Huidige bestemming Abdij (rijkskantoren) weinig bevredigend BILT Interpellatie in Tweede Kamer REGERING HOUDT VAST AAN RICHTLIJNEN 202e jaargang - no. 250 Dagblad, uitgave van de firma Provinciale Zeeuwse Courant. Directie: F. v. d. Velde en F. B. den Boer. Adjunct: W. de Pagter. Hoofdredacteur: W. Leertouwer. Adjunct-hoofdred.: G. A. de Kok. ABONNEMENTSPRIJS 56 cent per week, 7.00 p. kw.; fr. p. p. 7.25 per kw. Losse nummers 05 cent. WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSE, VLISSINGSE, GOESSE, BRESKENSE COURANT EN VRIJE STEMMEN Vrijdag 23 okt. 1959 ADVERTENTIEPRIJS 23 ctal mm. Minim, p. advertentie 4.—- Ing. mededelingen driemaal tarief Kleine advertenties (max. 8 regels) 23 cent per regel met een minimum van Ij„Brieven of adres bureau v. d. blad" 25 cent meeT Giro no. 359300 P.Z.C., Middelburg Bureaus: Vllssingen Walstr. 58-60, tel. 2355 4 lijnen Cb.g.g. 3508 of 3546); Middelburg, Markt 51. teL 3841; Goes, L. Vorststr. 63, tel. 2475 (b.g.g. adv. 2234); Oöstburg, G. F. de Pauwstr. 9, tel. 20; Temeuzen, Brouwerijstraat 2; ZierUaee. red. tel. 2425. adm. teL 2094 Oud-ininister Suurlioff (p.v.d.a.) heeft gisteren ïn de Tweede Kamer gezegd dat in de Neder landse loonpolitiek nog nooit een zo sterk diri gisme is voorgekomen als op dit ogenblik. Zijn interpellatie over de gedifferentieerde loonvor ming mondde uit in een motie, waarin bij de regering erop werd aangedrongen, de algemene richtlijnen en de nadere verduidelijking zodanig te herzien, dat verzekerd wordt, dat een redelijk deel van de gestegen welvaart aan de loon- en salaristrekkenden kan toevallen. De Kamer verwierp de motie. Voor de motie verklaarden zich 47 leden (P. v. d. A., C.P.N. en P.S.P.) en er tegen 74 leden. De Kamer was ervan overtuigd, dat de door de regering gege ven richtlijnen voldoende waarborgen scheppen, dat aan de werknemers een redelijk deel van de gestegen welvaart zal toevallen, ook als de produktiviteitsruimte in de eerste plaats be stemd wordt voor compensatie van huur- en melkprijsverhoging. Minister Van Rooy volstond in eerste instantie met een verwijzing: „Op mijn departement is een staatssecre taris, meer in het bijzonder belast met het loonbeleid. Ik zou willen vragen, mijnheer de voorzitter, in eerste instantie aan hem het woord te verlenen". Staatssecre taris Roolvink, partijgenoot van de heer Van Eibergen, bewees in zijn antwoord de materie te beheersen. Hij betoogde onder meet, dat de vrijere loonvorming niet aan de georganiseerde bedrijfsgenoten kan worden overgelaten omdat de regering niet alleen prijsverho gingen wenst tegen te gaan, maar ook de aanleiding tot prijsverhoging zoveel mogelijk wil beperken, opdat loon- en prijsbeleid elkaar niet doorkruisen- Het cri terium van de prodnktiviteitsverhoging wordt nu toe gespitst op de ontwikkeling per bedrijfstak. De be windsman kon niet zeggen in hoeverre in do toekomst van de criterium zou moeten worden afgeweken. „Gewone man snapt niets er meer van Het uitgangspunt van de socialisti sche interpellant was, dat de rege ring haar gedifferentieerde loonvor ming geheel aan het bedrijfsleven zelf had moeten overlaten en slechts de voorwaarde had moeten stellen, dat de verhogingen uitsluitend uit de produktiviteitsverbeteringen betaald mogen worden en dus niet tot prijs verhoging mogen leiden. De rege ring is echter gaan regelen, eerst door middel van de algemene aanwij zing en toen daarover verschil van mening ontstond met behulp van een nadere verduidelijking. Dat heeft tot veel geharrewar, onder meer in de adviserende Stichting van do Arbeid Loon De loonpolitiek van het huidige Nederlandse kabinet is tot nog toe een vrij duistere zaak. Misschien niet voor de regeringsad viseurs en voor de economen, die de voornaamste richtlijnen van deze politiek opstelden, maar wel voor de grote meerderheid van het Neder- landse volk. Op zichzelf is de duisterheid van overheidsvoorschriften geen onge woon geval. Zulke voorschriften be hoeven meestal een uitleg en een toelichting om ze begrijpelijk te ma ken voor hen, die het vakjargon niet verstaan en die niet geschoold zijn in juridisch en economisch denken. Meestal zijn er instanties, zowel in de overheids- als in de bedrijfssector, die voor de verduidelijking zorgen en die dus de getroffen maatregelen „verkopen" aan het grote publiek. Met de nieuwe loonpolitiek is dat blijkbaar een moeilijke kwestie, want de toelichtingen, welke daarop verschijnen, bevatten vele vraag tekens en ook veel kritiek, waarbij de deskundigen het onderling stevig oneens zijn. Gisteren is de nieuwe loonpolitiek in de Tweede Kamer ter spra ke gekomen en dat heeft wel enigermate verhelderend gewerkt, maar bevredigend is de uitleg toch niet geweest. Uit een brief, welke de Stichting van de Arbeid aan de regering schreef, is duidelijk geworden, dat de werk gevers en werknemers ip het vrije bedrijfsleven, zich wat loonsverho ging betreft niet willen binden aan de stijgende produktiviteit per be drijfstak of per onderneming. De Stichting wilde bij haar advie zen ook „beleidsoverwegingen" laten meespreken. Tussen de regels door kon men le zen, hoezeer de bedrijven en de werknemers er op vertrouwen, dat zij elkaar wel zullen vinden bij het vaststellen van loonsverhogingen en dat ze de richtlijnen van de rege ring óf te straf óf onduidelijk achten. In haar antwoord aan de Stich ting heeft de regering geweigerd haar visie op een deel der „richt lijnen" nader te preciseren. Dat kan alleen maar betreurd wor den. Wel krijgt de regering nu gele genheid een soepele houding aan te nemen, wanneer zij dat nodig acht, omdat zij zich niet gebonden heeft aan een bepaalde uitleg, maar de di recte belanghebbenden blijven in het duister tasten, totdat na verloop van tijd is gebleken wat de regering wel en wat zij niet wil toestaan. In de Tweede Kamer is namens de regering nog eens herhaald, dat zij vóór alles er op uit is om inflatie en prijsstijgingen te voorko men. Zulke woorden klinken vertrouwen- wekken. Ze moeten echter vergezeld gaan van maatregelen, die dat ver trouwen bevestigen en dat doen de richtlijnen voor de vrijere loonvor ming bepaald niet. In Economisch-Statistische Berichten van 14 oktober j.l. heeft prof. dr. H. (Zie slot pag3 kod. 1 en daardoor tot nieuwe onzekerheden geleid. De heer Suurlioff was van mening, dat in de Nederlandse loon politiek nog nooit een zo sterk diri gisme is voorgekomen als op dit ogenblik. Niet alleen de gewone man snapt er niets meer van, ook de vak- verenigingsbestnurders niet, als hij niet minstens een middelbare akte wiskunde heeft. De grote grief van de heer Suur lioff was, dat de welvaartsverbete ring geheel verdrongen wordt door de huur- en melkprijsverhoging, die de regering in elk geval wil doorvoe ren en dat zeer veel werknemers een reële welvaartsstijging niet zul len merken. Als de regering blijft vasthouden aan de door haar gege ven spelregels, dan zal een zeer aan zienlijk deel van de Nederlandse ar beiders geen loonsverhoging krijgen, zo klaagde hij- Wat dreigt te gebeuren, aldus de interpellant, is niet alleen onbillijk, maar ook gevaarlijk. Er zijn ver wachtingen gewekt, die niet in ver vulling gaan. De regering heeft nog kans de zaak in handen te houden door haar loonbeleid om te buigen, opdat ieder een deel van de geste gen welvaart in handen krijgt. De heer Suurhoff, die dertien vragen door zijn betoog weefde, waarschuw de dat de regering bezig is een heil loze weg in te slaan. Achterstanden opgeheven Staatssecretaris Roolvink herin nerde aan de wederwaardigheden van de C.A.O 's grootmetaal en grafische industrie, waarover in de Stichting van de Arbeid geen overeenstemming werd gevonden. Het College van Rijksbemidde laars, dat niet op de uitkomst van deze besprekingen kon wach ten, nam uitgaande van de ge deelde adviezen, eèn beslissing, gebaseerd op de algemene aan duiding. De besprekingen hebben, na de beslissingen van de rijks bemiddelaars, geleid tot de nadere verduidelijking. Op de vraag, of nog aanspraak kan worden gemaakt op loonsverhoging indien van een achterstand op de tot voor kort geldende loonrichtlijnen blijkt, antwoordde de staatssecreta ris, dat vrijwel alle oude achterstan den reeds zijn opgeheven. Slechts het beroepsgoederenvervoer heeft zich nog aangemeld; de gevraagde loons- herziening is door de regeringen door het College van Rijksbemidde laars in welwillende overweging ge nomen. Gemeenteklassen Het nieuwe loonbeleid sluit in, dat ook de kosten, die voortvloei en uit een vermindering van de gemeenteklassenverschillen, door produktiviteitsverhoging dienen te worden goedgemaakt. Een 4 rauwelijks afkappen van de vijf de gemeenteklasse staat de Ka- mer naar de mening van, de regering terecht niet voor. Aan de bedrijfstakken zelf moet wor den overgelaten op welke wijze zij zonder prijsverhoging de ge meenteklassenverschillen wensen te verkleinen. De lieer Roolvink was van mening, dat de laagst betaalden relatief gro tere verbeteringen krijgen toegewe zen dan de beter betaalden- De prak- (Zie slot pag. 3 kol2) I Vliegenplaag noopt tot sluiting kleuterschool De r.-k. kleuterschool aan de Heereweg te Schoorl is op last van de inspectie van het voor- Ij bereidend lager onderwijs ge- sloten vanwege de vliegen ds plaag die het onderwijs onmo- gelijk maakt. Ook de jongens- en meisjesschool aan de over- EE kant en de omwonenden onder- j| vinden ernstig overlast van de vliegenplaag. De oorzaak ligt in een boerderijtje tegenover s de kleuterschool, waarin een fouragehandelaar enkele tien- s tallen mestkalveren opfokt, zonder er de mest op te rui- men. liiijiiiiiiiiiiininiiiiiiiiiiiiiiim Podola niet in beroep bij Hogerhuis De Britse procureur-generaal, sir Reginald Manningham Buller, heeft donderdag een verzoek van de 30- jarige Podola om bij het hogerhuis in beroep te mogen gaan tegen het over hem gevelde doodvonnis, afge wezen. Zoals bekend is de in Duitsland ge boren Canadese fotograaf ter dood veroordeeld wegens moord op een Londense rechercheur. Vorige week bevestigde het hof van beroep voor criminele zaken, naar aanleiding van een vraag van minister van binnen landse zaken Butler, dat het aan de verdediging van Podola was om te bewijzen dat hun cliënt niet in staat was zich te verdedigen. Ex-parlementslid Pesquet Een voormalig afgevaardigde van de Poujadisten, Robert Pesquet, heeft donderdag op een persconferentie meege deeld dat hij degene was die vorige week de aanslag op senator Frangois Mitterand had gepleegd en dat het een gefingeerde aanslag was die door Mitterand zelf op touw was gezet. MINISTERS GEVEN RICHTLIJNEN Geen passencontrole meer aan Belgische grens per 1 juli 1960 Na een vergadering van het comité van ministers van Benelux, die don derdag te Brussel werd gehouden, is meegedeeld dat richtlijnen zijn ge geven opdat op 1 juli van het volgend jaar de controle van personen aan de binnengrenzen kan worden verplaatst naar de buitengrenzen van de Benelux. Van die datum af zal er dus geen passencontrole meer zijn aan de grens tussen Nederland en België- Zij was bedoeld om de rege ring huiszoekingen bij „voor standers van een Frans-Alge- rije" te laten houden. Pesquet werd donderdagmiddag vier uur lang ondervraagd door de rechter die een onderzoek naar de aanslag instelt. Senator Mitterand die voor een op lossing voor Algerije door middel van onderhandelingen is, zei tegen verslaggevers die vragen stelden over de beschuldigingen van Pesquet, dat hij zich een verklaring ten over staan van de rechter voorbehoudt. Op zijn persconferentie verklaarde Pesquet Verder in aanwezigheid van een advocaat voorts dat hij lege pa troonhulzen heeft die de politie niet had gevonden. „Een onderzoek zal aantonen dat de ze gelijk zijn aan die welke op de Avenue de l'Observatoire werden aangetroffen. Hij zei dat Mitterand hem voor het eerst over zijn plan verteld had tijdens een wandeling langs de Sei ne op zeven oktober. Op de vraag van een van de der tig aanwezige journalisten waarom PLAATS VOOR EEN ZEEUWS MUSEUM MIDDELBURGS ABDIJ heeft dit zomerseizoen weer in het middelpunt van de toeristische belangstelling gestaan. Middel burg bezoeken betekent immers voor de meeste vreemdelingen: de Abdij zien. Maar helaas, de Abdij in haar huidige vorm is geen ideaal object voor de toe rist. Dit complex gebouwen met zoveel liefde gerestaureerd is namelijk niet in de eerste plaats een „kijk-object", doch bestaat uit een verzameling rijkskantoren. Géén wonder, dat men zich zo langzamerhand in Middelburg en gelukkig niet alleen in Middelburg begint af te vragen of het in deze tijd wel juist kan worden genoemd, dat het Abdijcomplex grotendeels als een kantoorge bouw is ingericht. Het Delftse Prinsenhof is er een sprekend voorbeeld van, dat andere mo gelijkheden verre boven kanto ren zijn te verkiezen Het is thans zo, dat voor bezoek toe gankelijk zijn de bibliotheek (kapit telzaal), de kloostergangen en de kerken. Maar daarmede houdt het eigenlijk op. Met vriendelijke mede werking van de rijksgebouwendienst kunnen op gezette tijden ook het Muntpleintje en de fraaie kelders worden bezocht, terwijl dank zij de actieve V.V.V. tijdens enkele woens dagavonden in het seizoen een uitge breider rondgang mogelijk is. Doch dat zijn uitzonderingen, die duidelijk deze regel bevestigen: de Abdij gebouwen zijn in de eerste plaats rijkskantoren. De sitnatie is in grote lijnen de vol gende in de abtswoning zetelt de rijkswaterstaat in de woning van de proost kan men de registratie en suc cessie vinden; in de „kleine reefter" aan de Groenmarkt zit de rijkspolitie; de kanunnikenwoBingen die nen als archiefruimte voor het rijksarchief; de oude brouwerij bij de restauratie opgezet als restau rant fungeert als kantoor voor de Abdijrestauratie; de districtsbouwkundige van rijksgebouwendienst zetelt overigens al sinds 19S8 in, bet Thoolsq Hui*, Ziedaar de „huisvestingslast" van 'n deel der Abdijgebouwen, een weinig fraaie (behalve dan voor de rijks diensten...) oplossing voor het ge bruik van deze kloostergebouwen. De vraag rijst dus en zoals wij reeds schreven: het is een vraag, die de laatste tijd steeds meer wordt ge steld of dit zo moet blijven. Of op langere termijn niet moet worden gestreefd naar een geheel andere be stemming. Het dunkt ons dat over het antwoord wel geen meningsver schil mogelijk zal zijn, behalve dan (alweer) met de rijksdiensten. Het verdient immers inderdaad aanbeve ling thans eens na te gaan of de bestemming van het Abdijcomplex wel of niet moet worden veranderd. Bij dit onderzoek moet echter vooropstaan, dat de geschiedenis van Zeeland leert, dat dit gewest steeds is bestuurd vanuit de Ab dij. Dat was het geval in de voor- reformatorische periode, dat is ge beurd in de dagen van de Repu bliek en dat is ook het geval tij dens het Koninkrijk. Ten dele is deze situatie in ere hersteld: de grote reefter dient na de restau ratie als zittingszaal voor de Sta ten van Zeeland, een bestemming die dus volkomen in overeenstem ming is met de traditie en de waardigheid van dit gebouwen complex. Ook de vestiging van de provinciale griffie dit bouw werk is verrezen op de plaats waar het vroegere „Statenloge- ment" stond past in deze ge- dachtengang. Hetzelfde geldt voor het rijksarchief min of meer te beschouwen als «en voortzetting ran 4a Rekenkamer^ voor Zeeland en voor de provin ciale bibliotheek. Voor het rijksar chief evenwel dat is althans de bedoeling zal een nieuw gebouw verrijzen op de hoek van de Balans en de St. Pieterstraat op een nog al tijd braak liggend en bij de Abdij gebouwen behorend terrein. Te zij ner tijd zullen dus de kanunnikenwo ningen bij de Balanspoort vrijkomen. Voor het overige evenwel is het twij felachtig of rijkskantoren nu wel de juiste bestemming voor dit klooster complex zijn. Maar ais er dan géén kantoren in de Abdijgebouwen thuishoren, wat dan wel? In de aanhef van dit arti kel hebben wij reeds gewezen op het Delftse Prinsenhof. Dit kloosterge bouw is ingericht tot museum en trekt jaarlijks vele duizenden bezoe kers. En in dit verband kan men zich afvragen of het niet gewenst zou zijn, dat in de Abdij een Zeeuws mu seum wordt gevestigd. Plaats voor museum De urgentie van een dergelijk pro ject is groter dan men zo op het eer ste gezicht zou menen. Men zal zich herinneren, hoe enige jaren geleden zowel in de Staten van Zeeland als in de raad van Middelburg gelden werden gevoteerd voor een dergelijk museum. Het beheer zou worden op gedragen aan een Stichting, waaraan zouden deelnemen de provincie, de gemeente Middelburg en 't Zeeuwch Genootschap der Wetenschappen. De ze laatste instelling zou in deze Stichting haar verzamelingen inbren- (Zie slot pag, 2 koL 2) De heer J. G. Suurhoff (p.v.d.a.) tij dens zijn interpellatie over de vrije loonvorming in de Tweede Kamer. Mitterand een politiek tegenstander gevraagd had om zijn plannen uit te voeren in plaats van een vriend, antwoordde Pesquet: „Hij (Mitte rand) zei: als ik een vriend de aan val laat uitvoeren en de politie ver schijnt op dat tijdstip, dan zal het bedrog ontdekt worden. Daarom wil ik, ingeval van 'n mislukking dat 'n extremist wordt gepakt." Volgens Pesquet had de senator hem daarna gewaarschuwd: „Probeer me niet te verraden of ik zal met je afrekenen." De toedracht Over de toedracht van het incident zei Pesquet, dat hij samen met een derde man, die het schieten voor zijn rekening zou nemen, een ontmoe ting met Mitterand had acht uur voor de „aanslag" zou plaatshebben. Mitterand zei hun toen, dat zij met de wagen naar restaurant Lipps moesten komen en hem vandaar vol gen. „Maar geen grapjes. Schiet vooral niet voor ik de wagen uit ben", zou Mitterand gezegd heb ben. Aangekomen bij het huis van Mit terand, klom deze over het hek, al dus Pesquet, en ging in het gras liggen. Wij moesten wachten met het schieten omdat er nog een min nend paartje In de bnurt was en daarna een voorbijganger en tenslot te nog een gele taxi. Na zeven a acht minuten was alles veilig. „Ik reed de wagen en mijn compagnon naast me vuurde een salvo van vijf af op de lege wagen, juist zo als afgesproken was." Pesquet vertelde er niet bij. waarom hij met zijn onthulling gewacht had tot nu. De rechter van instructie beschikt thans over een aangetekende brief die Pesquet voor de „aanslag" pos- te renstante aan zichzelf gericht had. waarin hij zijn onderhoud met Mitterand had beschreven. Deze brief zal in aanwezigheid van de senator worden geopend. Volgende week interpellatie over de droogte (Van onze parlementaire redacteur) De interpellatie van mr- Biesheuvel (a.r.) over maatregelen, die te ne men zouden zijn ter leniging van de nood onder een aantal agrarische be drijven als gevolg van de langdurige droogte zal worden gehouden op don derdag 29 oktober a.s. De voorzitter van de Tweede Ka mer. dr. Kortenliorst heeft dit in de donderdag door de Kanier gehou den vergadering meegedeeld. VERWACHT. Geldig tot hedenavond TOENEMENDE BEWOLKING Opklaringen, maar in de loop van de dag toenemende bewolking. Op de meeste plaatsen echter droog weer. Zwakke tot matige, later tot kracht- tïge wind, krimpend van west naar zuidwest. Weinig verandering in middagtempera turen ZON EN MAAN 24 oktober Zon op 7.18 onder 17.29 Maan on 25*21

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 1