Slauerhoff: levendige studies, géén routinewerk „Stichting Kunstcontact Nederland" VERZAMELDE WERKEN, DEEL VIII Particulier kunstbezit via „Openbaar kunstbezit" Atoom-en energie- film van Ver. Naties J ZATERDAG 10 OKTOBER 1959 PROVINCIALE ZEBU Wüh; O O U R A N T 13 Eigen siijl in voorname, afwerende toon Het achtste, laatst verschenen deel van Slauerlioffs „Verza melde Werken", waarvan de uitgave tot stand gekomen is, dank zij de onvermoeide toewijding van K. Lekkerkerker, bevat zijn kritische proza. Men vindt hier bijeengebracht essays, op stellen, boekbesprekingen, ontboezemingen en aforismen in bonte verscheidenheid, literaire uitingen die every inch Slauer hoff zijn en die dan ook op interessante wijze het beeld dat men zich van de dichter en romanschrijver gevormd heeft complete ren. Het is bijzonder levendig werk, en men leest dit boek met onverminderde aandacht. Nimmer was Slauerhoff een routine- criticus; steeds zette hij zijn persoonlijkheid bij de besprekingen in. Dat werd hem vergemakkelijkt doordat hij enkel over boeken en onderwerpen heeft geschreven die hem, positief dan wel nega tief, aan het hart gingen. En over zulke werken schrijft elke criticus nu eenmaal het best en het leesbaarst, men uit zijn be wondering of spuwt zijn gal naar hartelust. Men kent Slauerhoffs voorliefde voor China en Spanje, uitge breid tot het Verre Oosten, La tijns Amerika en Portugal. Men kent zijn voorliefde voor de zee en het zwervende leven. Talrijk zijn dan ook de artikelen over werken, deze onderwerpen betreffende. Men kan niet zeggen dat hij een bepaalde voorliefde had voor zijn maatschap- pelij'ke functie, arts (scheepsarts meestal), al duikt vakkennis en een enkele bespreking van een boek met medische inslag wel eens op. Men kent voorts zijn afkeer van Holland, althans van de typisch-HoIlandse mentaliteit; zijn minachting voor al lerlei heilige huisjes, de ongenadige scherpte waarmee hij de dingen die „men" mooi en dierbaar vindt, ont maskerde. (Dat men omgekeerd de dingen die hij mooi vond ook wel eens ontmaskeren kan, het boek geeft er voorbeelden van, vermindert geens zins de kracht van zijn aanvallen). Men kan verbaasd staan dat een man met zo'n fijii gevoel voor sub tiele nuances (men zie zijn kritiek op het gedicht van Greshoff n.a.v. „Ik ben precies als Pietersen en Meier", waarin hij terecht een toon van zelfverheffing beluistert), zelf weer zonder commentaar een vers als keek onze literatuur inderdaad haast met de ogen van een vreem deling, een buitenstaander) en daarom ook iveer verbazend, dat bij zo'n waardering voor iemand als Hendrik de Vries kon opbren gen. Hoewel dat weer enigszins te begrijpen is van een man die Edgar Poe ronduit de grootste dichter der aarde achtte. Het is onmogelijk in dit korte be stek dit belangrijke boek recht te doen wedervaren. .Niet alleen een ieder die in Slauerhoff, ook ieder die in de ontwikkeling van onze li teratuur tussen 19201935 geïnte resseerd is, dient het te bestuderen. Enkele trekken hebben we aange stipt; te weinig naar onze zin; even willen we nog stilstaan bij Slauer hoffs afkeer van de Hollandse men taliteit (hij spreekt nooit van „Ne derlands"). Men kan natuurlijk in sinueren dat het een verdacht teken is dat hij daar zo'n last van had; de wrevel heeft hem niettemin ware din gen doen zeggen. Wanneer hij het heeft over de „de mon" waar vele Duitse en andere buitenlandse dichters aan te gronde gingen, heet het: „In Holland gaat het wat kalmer toe. De meeste dichters hebben daar niet eens een demon of een klein jeugd- demonnetje. Zij bezwijken later meestal aan vetlïjvigheid of aan ge pieker over geloofs- of beter sekte- quaesties". Verder leze men in dit opzicht de aanhef van het stuk gewijd aan Jan Prins, de raillerie onder aan pagina 171, het slot van het opstel over „Een verzameling zeeverhalen". Vaak wijst hij er ook op dat ons land geen „koloniale" literatuur van betekenis heeft. Hij heeft niet meer beleefd dat die schade grandioos werd ingehaald toen het te laat was en Indië en Nederland uit elkander waren gerukt. We besluiten, na dit fraai aangegeven boek warm aanbe volen te hebben, met twee typische aforismen: „Ik beschouw Spanje en Cliina als de beschaafdste landen van de we reld. De Hollandse beschaving is als roggebrood: substantieel, degelijk, maar niet gracieus". „Het is zoo aanlokkelijk de hellin gen van den Helikon te bewandelen aan den voet van den berg, maar daarboven: daar wordt het steil en ongezellig". J. Slauerhoff: Verzamelde Werken VIII. Le Club du Meilleur Livre, P. F. Hondius van Herwerden, Keizersgracht 499, Amsterdam. ATTRACTIEVE VERLOTING Letterkundige kroniek door HANS WARREN dat van Vielé-Griffin in extenso kan citeren tot aan de slotregel toe: „Et je ne t' ai pas sur mon time! connue". Sur la tête de mon père! Men moet ver zoeken om zoiets fraais te vinden. Dit citaat komt voor in de eerste afdeling van het boek, die een echte letterkundige studie bevat (eigenlijk niets voor Slauerhoff) een onderzoeking naar het ware „vrije vers". Zowel Slauerhoffs studiën als ook zijn kritieken val len op door een volkomen frisse toon. Hij schreef deze stukken nimmer als sleurwerk, steeds met gusto, handig zijn tekorten aan kennis maskerend, en prachtig uitspattend in sprankelende fan tasieën als hem iets inviel. Hij heeft steeds een hoge, voorname, afwerende toon. Luistert hoe hij over het werk van Verwey en het vrije vers sprekend, een fraaie arabeske trekt: „Maar In zijn eigen werk kunnen toch geen oprechte vrije verzen aangemerkt worden. Bovendien heeft alles zo iets stroefs, stijfs, terughou dends. En de bekommering om de baring der idee moet de bezorgdheid om de welschapenheid zijner verzen wel teruggedrongen hebben. Deze dichter heeft trouwens zelf zijn ver zen binnen enge grenzen gehouden, namelijk het omrasterd perk van zijn binnenste, antichambre waarin alle ideeën-mustangs die uit de prairiën van den cosmos op hem aanstorm den zich aan zijne temming moesten onderwerpen, hunne wilde bevallig heid afleggend, voordat ze waardig bevonden werden voor zijn rijschool. Gevolg: het ontembare (begerens waardigste!) ontvluchtte, alleen mak ke rijdieren bogen voor zijn Geest en werden spoedig tot tamme telgan gers, voor snelsten gang een korten galop, dragend de ernstige doch zel den bevallige edelvrouwen der Ver- weysche gedachte". Zoiets heeft vaart, ook ul moet men het niet he lemaal gaan ontleden. Het tweede deel bevat boekbespre kingen, waarin o.a. biografieën van Camoes, Gogol, Corbière, Rimbaud. Jarry, en stukken over Laforgue en Rilke te vinden zijn. Ook hierin weer knappe ideeën, goede de finities. De motivering van het ver branden van Gogols laatste werk bv., de „droevige historie, een beetje dwaas" van het te gronde gaan van Jarry, en oe vele andere trekken die men als de plaatsruimte het toeliet met aanhalingen naar voren zou wil len brengen Afdeling drie bevat opmerkingen en kritieken over Nederlandse lite ratuur, poëzie en proz.a, uit zijn tijd. Hij neemt het riddelijk op vuor Van Eeden, ziet scherp de tekortkomingen van do zo over schatte Van Schendel in diens des tijds zo beroemde „Het Fregat schip Johanna Maria", idem van Werumeus Buning, Nijhoff, Mars man. Het is verbluffend hoe hel der hij zag en „plaatste" (hij be- EEN DER INSCHRIJVERS MAG PORTRET LATEN MAKEN Leden van de radio°cursus „Openbaar Kunstbezit", die voor 1959 inge schreven staan en die voor 21 no vember hun abonnementsgeld voor de cursus 19G0 voldoen, zullen ook dit jaar deelnemen aan een verlo ting van kunstwerken. De „Stichting voor esthetische vor ming,. door middel van radio, in woord en beeld" heeft daartoe een groot aantal werken van Neder landse kunstenaars aangekocht, tot een bedrag wederom hoger dan vo rig jaar. Bovendien wordt ditmaal een hoofd prijs beschikbaar gesteld, die voor de gelukkige winnaar daaruit zal bestaan, dat hij kosteloos van zich zelf, van een gezins- of familielid een geschilderd of getekend portret mag doen vervaardigen. De keuze van de kunstenaar kan hij zelf bepalen uit een aantal van de beste Nederlandse portrettisten daartoe door de stichting uitgeno digd. Het pi'Ogramma voor de cursus 1960 is reeds vastgesteld. Het zal weder om een keur van veertig kunstwer ken van oude en moderne meesters bevatten. Zoals bekend, ontvangen de deelne mers aan de cursus reprodukties van kunstwerken, die 's maandags avonds van tien voor zeven tot zeven uur voor de radio worden toe gelicht. Aan de inschrijvers wordt een opbergband beschikbaar ge steld. Bovendien zorgt de stichting desgewenst voor wissellijsten, waarin de reprodukties, op eenvou- Op de eerste dug van de Week der Verenigde Naties 18 oktober zal in Boston de première worden gegeven van de eerste speelfilm, die door de Verenigde Naties wordt uit gebracht, ,fower among Men". De film, die reeds in drie continen ten bekroond werd, brengt in beeld de huidige strijd tussen de krach ten der vernietiging en die van het scheppingsvermogen in de tijd van atoomenergie en wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. De film werd opgenomen in Italië, Haïti, Canada en Noorwegen. De film, die nog dit jaar in roulatie wordt gebracht, luidt volgens de Britse cineast Thorold Dickinson een wijziging in van het standpunt, dat de V.N. ten opzichte van hedendaagse problemen inneemt. De omschrijving zonder meer van de functies van een gespecialiseerd V.N. bureau maakt plaats voor een dui delijke demonstratie van de univer sele problemen waarmee de mens heid heden ten dage wordt gecon fronteerd, de film laat dan zien dat de Verenigde Naties op unieke wijze in staat zijn ze te behandelen. dige en smaakvolle wijze geënca dreerd, als „kunstwerk van de week" aan de wand gehangen kun nen worden. AFSTAND VERKLEINEN TUSSEN KUNSTENAAR EN PUBLIEK (Van een speciale verslaggever) De 26-jarige Amsterdammer Rob Roozemond golven de haardos, uilebril, snorretje en zijn vrouw Joke (24) ont plooien sinds ongeveer een jaar een gezond initiatief om de af stand tussen de beeldende kun stenaars en het publiek te ver kleinen. Met medewerking van een aantal prominente personen uit het hoofdstedelijke leven hebben ze de „Stichting Kunst contact Nederland" opgericht met als voornaamste doelstel ling kunstwerken te verhuren op dezelfde wijze als men boe ken uit een bibliotheek „huurt". Iedere Amsterdammer, die a rai- son van 3.per maand, en iede re niet-Amsterdammer, die a rai- son van 4.per maand abonnee wordt, krijgt iedere maand één of meer behoorlijk ingelijste schilde rijen of grafieken van erkende kunstenaars thuisbezorgd, die hij of zij een maand lang aan de wand mag hangen. Wie er in die maand bijzonder aan gehecht raakt, kan het kopen tegen een gereduceerde prijs, die vaak ver wonderlijk laag is. Maar verplicht is men zéker niet tot deze aan koop. Niet zelden gebeurt het, dat Rob Roozemond kopers-in-spé aanraadt een beslissing nog even uit te stellen totdat men er voor zichzelf volkomen zeker van is de juiste keuze te hebben gedaan. AI- ieen oprechte waardering van het werk leidt ertoe, dat men tevreden ermee blijft", is zijn stelling. De meningen over het initiatief van het echtpaar Roozemond lopen uit een. De één zegt dat er een overdre ven idealisme achter steekt, de ander dat het een verkapte zakelijkheid is. Rob zelf zegt ervan: „Beiden hebben gelijk en ongelijk. Idealisme, ja, dat steekt er achter. Overdreven is dat idealisme echter niet. We zijn geen unie van kunstvrijwilligers. Zakelijk? Nou en of. Anders hadden we in zo korte tijd niet bereikt waar we nu op kunnen bogen: medewer king van 42 kunstenaars; ruim 180 abonnees reedsexposities, waaraan kunstenaars met een goede naam ag medewerking verlenen. Ver kapt zakelijk? Welnee, ik geef eer lijk toe, dat er zakelijke oogmerken zijn, aangezien ik ernaar streef de beeldende kunstenaars aan kopers van hun werk te helpen, en een nieuw publiek het publiek dat tot nog toe tevreden was met kitsch of edelkitsch te vangen voor echte kunst. inds 1907 zijn er in Nederland al negentig pogingen gewaagd om door het uitlenen van kunstwer ken de kloof tussen kunstenaar en publiek te overbruggen. Meestal werd het geprobeerd door groepjes kunste naars of gemeentebesturen. Het is J- J~>ch 'dèezijen te. knuz 'K. i r bijna overal na korter of langer tijd op niets uitgelopen. Ik ben er in prin cipe tegen, dat er in de Stichting, hetzij als bestuurslid, hetzij als me dewerkers-propagandisten, kunste naars worden opgenomen. De kunste naars moeten uitsluitend scheppend werken. Ik heb nog nooit een kunste naar meegemaakt, die volkomen ob jectief is, wanneer hij het werk van zichzelf of andeven te beoordelen krijgt. En onze stichting wil objec tief staan tegenover elke stroming en richting. Alvorens werk wordt tóege laten in de collectie, die rouleert, la ten we het wel door kunstenaars op zijn kunstwaarde beoordelen. Een be paald systeem daarbij garandeert, dat elke kunstrichting aan zijn trek komt. We willen geen waardering voor nog onbegrepen vormgeving for ceren, maar alleen proberen door het owis van justeren waam\ scl\e\d Groot en veelzijdig speler (Van onze toneelmedewerker) \T oor elke toneelspeler komt éénmaal die meestal moeilijk te aanvaarden dag, dat het doek voor het laatst valt. Voor Louis van Gasteren is die dag vandaag, de 10de oktober. Eigenlijk zelfs is het doek al eerder gevallen, omdat zijn ge zondheid hem niet meer toestond op de planken te staan, waar hij als „stem" dit seizoen nog aanwezig is: de stem uit de luidspreker, waarmee bij de Nederlandse Comedie het spel der Twaalf Gezworenen begint Vandaag valt het doek officieel. In een afscheid, hem bereid in de Amsterdamse Stadsschouwburg waaraan hij een unicum veertig jaren van zijn 53 toneelja ren was verbonden. Een afscheid, dat voor Van Gasteren gelukkig nog geen einde betekent aan het actief leven, dat hij zozeer beleed. Zijn journalistieke pen heeft reeds bij voorbaat ruimte gevonden in enkele bladen, en zijn artikeleu zullen te zijner tijd in bundel- vorm ook voor andere lezers be schikbaar zijn. Een halve eeuw toneel in Neder land! Het is een onbegrijpelijk groot terrein, dat Van Gasteren kan overzien. Een periode, waarin het toneel onderhevig was aan sterke stijl-wisselingen en waarop grote figuren hun stempel hebben gedrukt gelijk zij dat deden op de immer leergierige Van Gasteren zelf: Heijermans, Verkade, Roy- aards, of in het buitenland Rein- hardt en de Moskouse Meierhold, bij wie Van Gasteren in de leer ging- Drieënvijftig jaar toneel.... meer dan vierhonderd rollen! Vierhon derd afgeronde brokjes menselijk leven, zoals Van Gasteren die placht te brengen: uiterst con sciëntieus opgebouwd, doordacht en doorvoeld, geen „mannetjes- makerij" maar bezielde figuren met een herkenbaar karakter en persoonlijkheid. De persoonlijk heid van Van Gasteren zelf, tel kens in een ander facet en telkens met volle inzet van geest en vak techniek. Naar stijl is Van Gasteren al tijd een beetje blijven beho ren bij die oudere garde, voor wie toneel nog een monumen taal iets was met brede gebaren, galmend geluid en fors aangezette karaktertekening. Een stijl, die wel eens iets retorisch leek te hebben in deze tijd van zó inge houden toneelspel dat het soms benepen gaat aandoen; een stijl ook, waarvan de jongeren konden leren in spreektechniek en volle dige inzet van de persoon. Juist door dat brede in zijn spel- trant was Van Gasteren met name op zijn plaats in werken van mo numentale allure gelijk de Griekse tragedies of de spelen van Vondel. Maar hoezeer hij toch met zijn Van Gasteren heeft, naast zijn in spannend acteurswerk, toch altijd nog tijd gevonden om lessen te geven én lezingen of voordrachten te houden. Met name Vondel vond in hem een vurig apostel, die ar beiders ;en jongeren dóór zijn per fecte voordracht en bezieling na der bracht tót Nederlands enige toneelschrijver van formaat. Een idealistisch werk, dat zelfs zijn slechter wordende gezondheid niet kon afremmén. Louis van Gasteren en Elise Ho- mans iii „Onder de wilde vijge boom". ijd bleef meegaan bewees hij bij voorbeeld door zijn innige en met moderne verfijning gebrachte rol- en als de onvergetelijke arts in l'sjechof's Drie Zusters en zelfs in een zwakAmerikaans werkje als Home, Sweet Home, waarin zijn stilspel de figuur redde, die de schrijver al te schetsmatig had op gezet. Zo neemt dan nu de Nederlandse toneelwereld afscheid vau een groot en veelzijdig speler. Hij zal zijn geliefde planken missen. Mo ge hij troost vinden in het feit dat, na Nierhonderd rollen op het to neel, zijn rol als denker, leraar en voorlichter In het leven nog niet is uitgespeeld. Rob Roozeman, de enthousiaste 26- jarige Amsterdammer, die met een fris initiatief in de Stichting Kunst handel Nederland", de afstand tussen kunstenaars en publiek probeert te verkleinen. geleidelijk wekken van een inzicht in de beeldende kunst en haar stromin gen, waardering voor alle kunst te kweken". Reeds meer dan veertig beeldende kunstenaars werken met Rob Roo zemond samen. Tot hen behoren Jeanne Bieruma Oosting, Rudi Bierman, Harry v. Kruiningen, Dick Zwier, Frans Nols, A. J. Veldhoen, Jan Stekelenburg, Maaike Braat, Metten Koornstra, Ger Langeweg, Ro Mogendorff, K. Lob, J. J. Voskuil en Piet van Wijngaerdt, stuk voor stuk dus kunstenaars, die een zeker niveau garanderen. Er zijn 470 werken olieverfschilderijen en grafieken in de roulatie opgenomen, en ruim 150 abonnees profiteren van deze „tentoonstellingen-in-eigen- huis". Wanneer er driehonderd abonnees zullen zijn waarschijnlijk over twee jaar zal de stichting finan cieel rond kunnen komen. Uit een lijstenmakerij put Rob voorlopig nog de inkomsten voor zijn jonge gezin en de gelden om zijn zakelijke initia tieven voör de stichting bot te vieren. Tot die initiatieven behoort niet al leen de inrichting van een permanen te toonzaal in zijn bescheiden woning in de Eerste Jacob van Campenstraat 64, maar ook de tijdelijke huur nu .weer van het pand Utrechtsestraat 128, vlak bij het Frederiksplein voor het houden van exposities van wei kon van deelnemende' kunstenaars. Op dit ogenblik exposeren er tot 21 oktober Eugène Brands, Dirkjan Rib- beling, H. T. W. Krikhaar en Frits Gramberg op de bovenverdiepingen, terwijl de vele bezoekers, die er da gelijks binnenwandelen, op de begane grond kunnen zien wat er voor werk al in de roulatie is opgenomen. De organisatie van dit soort tentoon stellingen beschouwt Rob als een on derdeel van zijn missie vopr publiek en kunstenaars. Daarom wil hij aan stonds met de kunstwerken ook naar andere plaatsen in ons land gaan. Hij heeft reeds tweeënvijftig adressen, verspreid over het hele land kunst- nijverheidszaken en meubelzaken raar hij een permanente of senti- permanente tentoonstelling denkt te gaan houden. Culturele Cavalcade HET COLLEGE van B. en IF. i n Amsterdam heeft de gedichten .Een jong meisje droomtvan MiscJia de Vreede en „Vleselijke stad" van Sy- bren Polet bekroond met prijzen vim f 250.op advies van een jury, voor de poëzieprijzen 1959, bestaande uit Ad den Besten, Gerrit Borgers en dr. Victor E. van Vriesland. DE TON EEL ACADE MIE en school voor musische vorming te Den Haag. die onlangs een stichting is gewor den, heeft zich gevestigd in het vroe gere woonhuis van dè dichter P. C. Boutens aan de Burgemeester Patijn- laan 41. De school zal voortaan he ten: .JHoutens-academie, academie voor toneel en musische vorming''. BIJ DE UITGEVERIJ Croxoeü in New York verschijnt een roman over het leven van El Greco, „The Gr eer: of Toledo", geschreven door Eliza beth Borton de Trevino. De roman volgt het leven van El Greco vaunt zijn vertrek als jongeling van Kr<>- to tot en met het hoogtepunt van zijn schildersloopbaan in het Spaan se stadie Toledo. DE NEDERLANDSE filmprodxiktic- maatschappij deelt mede dat in no- vember een aanvang zal worden ge maakt met de opnamen voor haar eerste speelfilm. De regie zal worden gevoerd door Fons Rademakers. Het scenario is geschreven door Jan Blokker. Voor de bezetting van de hoofdrollen zullen in de week van 11 tot 17 oktober in de Cinetone- I studio's te Duivendrecht de procf- opnamen worden gemaakt. Het g'e- beuren in deze film speelt zich at in de St. Nicolaastijd. De roorlopigp titel luidt dan oojc ..Makkers, staakt uw wild geraas". DE NEDERLANDSE schilder-dich ter Lucebert en de graveur Anton Heiiboer behoren tot de prijswin naars van de eerste internationale Panjse Biënnale voor beeldende kunst. Hun prijzen, beschikbaar ge steld door de „Union mediterranéen- ne pour l'art modernebestaan uit reisbeurzen voor drie maanden naar Cap d'Aïl.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 5