TUSSEN DERTIEN EN TWINTIG
we-
zitten-er-weer-midden-in
JAZZ, geschiedenis en vorm (VIII)
HET IS allemaal weer be
gonnen zonder par
don... Nauwelijks een maand
is de vakantie voorbij en de
agenda's zijn weer gevuld
met aankondigingen van al
leraardigste proefwerkjes,
verwachtingen van het ge
achte docentenkorps dat we
ons openstellen voor de adop
tie van snoezige themaatjes
en wiskundige vraagstukjes,
die misschien voor de liefheb
bers wel charme bezitten,
maar die in een middelmatige
leerling alleen maar weemoed
oproepen... Weemoed rond de
herinnering aan een voorbije,
zonnige, om opnieuw-te-be-
ginnen misschien té zonnige
vakantie... En waar een com
merciële geest de leuze „Een
matig mens is zijn vrijheid
waard" heeft uitgedacht,
zouden wij graag de minder
commerciële variant „Een
middelmatige leerling is zijn
vakantie waard" willen lan
ceren.».;
Wij moeten lüer wel van de mid
delmatigheid uitgaan. Een ieder,
die dit niveau niet haalt, moet
zijn vakantie benutten om zich
hier naar toe te werken. Van de
groep bollebozen, die er boven-
uitsteekt, wordt verteld, dat zij in
de vakantie doorwerkt. Zomaar
oen beetje, omdat-ze-er-lol-in-heb-
i>en
Een gevaarlijke groep! Zij zijn
de extremisten van het voort
gezette lager, het middelbaar
en al die andere „onderwijzen",
die tegenwoordig met een se
rie vooralsnog onbegrijpelijke
afkortingen worden aangeduid.
Een groot man heeft eens ge
zegd, dat het leven in het ex
treme zijn waarde heeft, maar
In de middelmatigheid zijn be
houd. Weshalve wij bewust
voor het behoud hebben geko
zen. En daarmee voor de va
kantie..,
Maar het is voorbij. De nieuw
gekafte boeken vertellen het,
de volgeschreven agenda
blaadjes doen daar nog een schep
je bovenop en voor wie het nog
niet gelooft is daar het onbe
schaafde geluid van de wekker in
de morgen, welke vinding wij
gaarne na de A-, H-, en in feite
alle bommen tot de meest absur
de van deze en alle daarvoor
gaande eeuwen rekenen. Of het
helpt? Weineen. 't Is alleen zo
leuk om het eens een keer te kun
nen zeggen. Die dingen ratelen nu
eenmaal door en men zou er
vreemd van opkijken te moeten
horen, hoe vroeg de eerste tussen
Zwin en Zijpe begint. Dat is
uiteraard een wekker van een ex
tremist, over welk exemplaar der
halve verder kan worden gezwe
gen.
De wekker van de middelmatig
heid stellen we op zo'n zeven,
acht uur. Hij ratelt evenwel, als
een tragisch symbool van een
voorbije vakantie. Hij staat ér
met de gekafte boeken en de ge
vulde agendablaadjes om te zeg
gen we-zitten-er-weer-midden-
in
Tragisch? Misschien dit Jaar, met
al die zon, een beetje tragischer
dan andere jaren. Maar eigenlijk
valt het wel mee. 't Is alleen zo
leuk om er een beetje tragisch
over te doen... Zoals het ook leuk
is om de dingen een beetje an-
VvW/AWAVAVvWWAW/^
Veertiendaagse rubriek
voormaar voornamelijk
dóór de Zeeuwse jeugd.
Tien leerlingen van de Middel
burgse r.h.ba. en mjs.v.nu, die
met elkaar kunnen mompelen
„....we-zitten-er-weer-middenin...."
en van wie met name van de
eindexamenkandidaten enkele
curieuze gedachten rond de ont
wikkeling van het onderwijs op
deze pagina zijn weergegeven.
Het zijn, van links naar rechts:
Caesar Hulstaert vijfde klas),
Rix Wieringa (eerste klas),
Willy Moermond (1), Paula Reij-
nierse (5), Heieen Luyendijk (I),
Janny Peters uit Vlissingen (5),
Titia Dop (5), Rindy Boone (1),
Loek Everaars (1) en Jan de
Lussanet (5).
(Foto P.Z.C.)
ders te willen dan ze zijn. Een
beetje spelen met bepaalde ge
dachten, met ergens in het achter
hoofd, dat het, zoals het is, wel
goed zal zijn.
Zoals de tien leerlingen van
de Middelburgse r.h.b.s. en m.
s.v.m., die zich voor hun uit
spraken en wensen omtrent hun
school gaarne in anonimiteit hul
len.
Eerstens: de banken zijn te hard.
De fabrikanten van deze artike-
school heeft men een lief vijver
tje laten metselen, waarin twee
eenden aantonen, hoe goed men
het saampjes kan hebben. Dat is
natuurlijk een aardige gedachte,
maar de leerlingen hadden liever
een zwembad gehad. Permanent
zou daarbij een aantal luchtbed
den tegenwoordig moeten zijn,
waarop de leerlingen tijdens de
lesuren plaats zouden kunnen ne
men. Daarmee zou het bezwaar
van de te harde banken meteen
uit de wereld zijn. Het zou van
Qed&clxien harde haulzeu
cm vervangende (uclxibedden
len doen er goed aan, zich niet in
de onmiddellijke nabijheid van de
school te vertonen. Dat deze din
gen als zetel ooit de goedkeuring
van het rijk verkregen, is een
raadsel, waarop geen enkele ver
kiezingsuitslag in het verleden een
antwoord heeft gegeven.
In twee lokalen gaat het goed.
Daarin staan nieuwe meubel
tjes opgesteld, waarbij echter
moet worden opgetekend, dat
de tafeltjes de mogelijkheid
tot spieken buitensluiten. Dit is
echter een euvel, waartegen
langs legale weg moeilijk stap
pen zijn te ondernemen.
Ten tweede: in de tuin van de
aanpassingsvermogen getuigen, als
ook de betrokken docent op zo'n
ding zou plaatsnemen.
Voorts verdient het aanbeveling,
het bestaande sanitair uit te
breiden met een behoorlijk
aantal douchecellen, teneinde dé
leerlingen in staat te stellen zich
tussen de lessen te verfrissen. Do
centen, die repetities geven, zou
den hieruit nieuwe veerkracht
kunnen putten.
Een volkomen nieuwe gedachte,
die bij het ministerie van oo. ka
en wee zeker opzien zal baren.
Waarom, zo vragen de leerlin
gen zich voorts af, wordt er
tijdens de lesuren niet zo nu en
dan een verfrissing verstrekt?
De meisjes van SM en 4M zou
den zeer goed belast kunnen
worden met het rondbrengen
van deze verkwikkende zaken.
*Tot zover énkele algemene wen
sen, die de bezorgde ouders wel
licht té revolutionair zullen voor
komen, maar die ons binnen een
afzienbaar aantal jaren vólkomen
vertrouwd zullen zijn. Dan prijken
luchtbed, badhanddoek, een beker
tje voor de verversingen en een
aantal gekleurde rietjes op de lijst
van leermiddelen en zal niemand
er zich over verwonderen als mid
delbare miesjesscholieren zich met
een wit schortje voor in de rich
ting van haar school begeven.
Maar men zal begrijpen, dat de
leerlingen deze wenselijkheden
voorzichtig naar voren moeten
brengen; het is een vreedzame
strijd tegen tradities en conven
ties, waarbij het geschut uiterst
gecamoufleerd in stelling moet
worden gebracht.
Vooralsnog hebben de leerlingen
uit de hoogste klassen, die met
name verantwoordelijk zijn voor
deze vooruitstrevende gedachten,
een ander probleem op te lossen:
dat van de gedragingen van de
nieuwkomers, de met hét vernede
rende „kleintjes" aangeduide
groep, die zo van de lagere school
de h.b.s. is komen binnendrente-
leu.
Zij trappen tegen blikjes en wor
den ieder jaar kleiner. Dat eerste
is een gegronde grief, het tweede
berust op een dwaling. Naarmate
men zelf groeit, worden de dingen
rondom kleiner.
Dit is een kwestie van natuur
lijke evolutie, waarbij deze
oudere leerlingen zich moeten
neerleggen. Rest nog de blikjes
„Nooit wat van gemerkt", meen
den de eerste-klassers, waarop een
toekomstig eindexamen-kandidaat
hen duidelijk maakte, dat zij er
immuun voor geworden zijn.
„Jullie zouden veel harder aange
pakt moeten worden", meende de
woordvoerder uit de hoogste klas.
die de wortel van het kwaad zocht
in het ontbreken van een ontgroe-
ningsceremonie op de school.
De meisjes uit de vijfde klas
toonden op dit punt echter een
groot mededogen. „Belachelijk"
vonden ze, „wat zouden we ze
moeten laten doen
„We zouden ze onze tassen kun
nen laten dragen, dan kwamen
we tenminste fit op school".
Er mag worden aangenomen, dat
de eerstejaars weinig animo zou
den tonen voor het verlenen van
dergelijke hand- en spandiensten.
Typerende tendens van die losban-
dige-jeugd-van-tegenwoordigje
krijgt-ze-nergens-meer-warm-voor
Mogen ze fijn zo'n gewichtige, met
dikke boeken gevulde tas dragen
en wat gebeurt er dan? Het is be
ter, er verder over te zwijgen.
Eerst maar eens een enquêtte en
dan een rapport, met een uittreksel
in de schoolkrant en een artikel in
beschouwende trant. Als dat niet
verhelderend werkt, weten we het
niet meer. Het moge tevens de re
dactie van de schoolkrant tot steun
zijn bij het vullen van de pagina's.
Dat dit orgaan een kwijnend be
staan zou lijden, wordt door de
redactie met grote stelligheid te
gengesproken. Vorig jaar kwam
men tot vijf uitgaven en als het
een beetje meezit, rolt er volgende
week weer een uit de stencilmachi
ne. Men hoopt daarmee de boze
tongen, die beweren dat het vech
ten zal zijn om vóór Kerstmis tot
een uitgave te komen, het zwijgen
op te leggen. En zo, met deze cu
rieuze wensen en gedachten, zitten
we-er-weer-midden-in
Er zijn uiteraard ook minder
speelse wensen, zoals een te
rugkeer van het „huiswerklo-
ze weekend", dat de hoogste klas
sen moet ontberen. De leerlingen
menen zelfs en dit in alle ernst
dat eigenlijk ieder weekend een
huiswerkloos weekend zou moeten
zijn, waaruit men veerkracht zou
kunnen putten voor de komende
week. Hoewel zoals een van de
meisjes opmerkte dit afhanke
lijk is van de manier, waarop een
dergelijk vrij weekend wordt door
gebracht, dus, zoals zij het om
schreef „van wat voor iemand je
bent
Sportvelden, een kantine en een
aula worden eveneens als werke
lijk „nuttige zaken" gezien. En, ter
bevordering van de werklust, een
beetje écht herfstweer. Want die
schitterende nazomer mag dan
aardig zijn, het doet je te veel den
ken aan de vakantie, die al weer
een maand tot het verleden be
hoort. Of aan die eerste, moeizaam
doorgebrachte dag, die door zijn
warmte en zijn zon een beetje
triest was
midden-in-de-dikte
Vier meisjes van de Middelburgse
industrie- en huishoudschool, die
er dit jaar voor het eerst mid
deninzitten. En dat brengt
daar naast de theoretische proble
men praktische zaken mee, zoals
het „op dikte" brengen van een
voorgeschreven hoeveelheid pap....
Voor van links naar rechts
Cobie Besuijen uit Kleverskerke,
Wilma van Helleman uit. Middel
burg, Huibie Bout uit Vee re en
Tannie Coppoolse uit Arnemuiden
schijnt dat weinig moeilijkheden
te geven! (Foto P.Z.C.)
Tussen 1930 en 191/0 is er veel veranderd in de we-
I reld van de jazz. De authentieke muziek werd
steeds minder gehoord en werd in de tweede helft
van de dertiger jaren bijna geheel verdrongen door
de swingmuziek. Onbetwist koning op dat terrein
was Benny Goodman gewordendie met zijn beroem
de band het succes van Tommy Dorsey's orkest, dat
omstreeks 19S5 furore maakte, weldra had overtrof
fen. Beiden hadden ze zich al enkele jaren min o
meer bewust afgewend van de zuivere (blanke) jazz.
Goodman „veroverde" In 1935 de Westkust en spoe
dig daarop New Yorkwaar hij in 1938 zijn befaam
de Carnegie Hall-concert gaf. Niet alleen op het ge
bied van de swingorkesten gaf Benny Goodman de
toon aan, maar zijn „kamermuziek"iazz, geprodu
ceerd door het wereldberoemde trio (Goodman-Wil-
son-Krupa) en het kwartet (met Lionel Hampton
vond navolging en werd het klassieke voorbeeld voor
talloze ,^mall combo's", kleine combinaties die soms
wel en soms geen jazzmuziek voortbrachten.
Nog verder van de jazz stond het orkest van de
vroegere Chicago-trombonist Glenn Miller, dat een
enorme populariteit verwierf.
De „big*four" wordt vol-
gemaakt door trompet
tist Harry James, op
wiens naam men slechts
een heel enkele jazzlnter-
prctatie mag zetten en
die na dc Goodman,
organisatie verlaten te
henben, een eigen orkesl
formeerde. Naast de
swing hestonden nog wel
enkele grote jazzorkesten
als die van Duke Elling
ton. Jimmie Lunceford èn
Count Basie. In die tijd
hieven vele grote solis
ten. zelfs Louis Arm
strong. wat op de ach
tergrond.
De oorlog, die al zo veel
verandering had teweeg
gebracht, liet ook de 1azz
niet onberoerd. Gineel
nieuwe ideeën en opvat
tingen baanden zich een
weg; nieuwe namen do
ken op: de zgn. „big
band jazz" van Woody
Herman en Stan Kenton
begon een succesvolle op
mars en daarnaast schie
pen vele individualisten
een nieuwe stijl, die „be
bop" genoemd werd. De
voornaamste represen
tanten daarvan waren
o.a. Charlie Parker, Diz.
zy Gillespie en Kenny
Clarke. Be-bop moet be
schouwd worden als een
„kind" van de jazzmu
ziek, maar dat niet veel
„moederlijke" binding
meer heeft met het au-
thentieke. De musici ke
ken niet neer op het oude,
maar trachtten de jazz
wel te verbeteren.
En dit nu is het grote
strijdpunt tussen de „pu
risten", zij, die slechts de
oorspronkelijke neger-
jazz en soms ook nog wel
de (blanke) Dixieland- en
Chieagomuziek als op
recht en waardevol be
schouwen en die „pogin
gen tot verbetering" uit
den boze achten en de
modernisten, die al of
niet het oude overboord
gooien. Het is slechts een
kwestie van persoonlijke
opvatting en smaak. Vast
staat, dat de moderne
1azz niet had kunnen be
staan zonder de New
Orleans-muziek, maai
dat wil o.i. nog niet zeg
gen, dat be-bop, de coól-
jazz, waarvan pianist
Lenni Tristano de gees
telijke vader is of West-
coast en de nog van late
re datum zijnde East-
coast-jazz is, al duiden
we die dan gemakshalve
wel met jazz aan.
De moderne jazz geen
alleenrecht van de blan
ken! is beslist een
muziek, die haar plaats
ten volle toekomt. Zij
heeft echter een geheel
ander karakter. Het is
„geschoolde" muziek, ge
baseerd op grondige ken
nis van harmonie- en ac-
coordenleer, technische
perfectie en een ver door
gevoerde improvisatie,
niet zelden melancho
lisch gestemd, maar al
tijd bijzonder knap. Het
pianospel van iemand als
Dave Brubeek zal ieder
een daarvan overtuigen
en als men b.v. het werk
van The Modern Jazz
Quartet hoort, is een ver
gelijking met de moderne
richtingen in de schilder
kunst niet onaardig. Dit
en het spel van een groot
aantal andere coryfeeën,
teveel om op te noemen,
vallen echter bulten het
kader van de muziek, die
wij bespreken. Wij zullen
de moderne jazz dus ver
laten en een volgende
keer bezien, wat er naast
deze muziek bleef voort
bestaan.