Puzzel-rubriek
niet voor,
ailes-eters
ill
■PKI
Mw
TEKKO TAKS en de Atoompantoffels
Haantje Wolkenrood verzon
een verhaaltje
Het vriendje
't^SSÊÈ
ft
-
ELSE MAUHS-STlCHTim W
AMSTERDAM OPGERICHT
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1959
Advertentie
Haantjehaantjeriepen de oude kakellcippen als het
kleine haantje over het erf tripte. .Maantje.
wat
ben je toch mooi!"
Ma, hé", zei het haantje en met opgeheven kop liep hij
ze voorbij want hij wilde meer horen dan alleen maar dat
hij mooi teas.
jHaantje, haantje", koerden de duiven in hun til,
heb je toch dat koninklijke lopen geleerd?"
Me hebt het of je hebt het niet", kraaide het haantje en
fier stapte hij door, want hij wilde méér horen.
„Haantje, haantje, waar komt al dat goud in je veren
vandaan?", vroegen de varkens, die zelf zo kaal waren.
„Dat heb ik in me", zuchtte het haantje en nog fierder
stapte hij verder om meer te horen.
Maantje, haantje?', zei het paard, „hoe komt het dat jouw
kammetje zo rood is als wolkenrood?"
„Als wolkenrood?", vroeg
het kleine haantje en voor
het eerst die morgen hield
het zijn deftige passen in.
Dit keer had hij ook niet
meteen een antwoord.
„Ja", knikte het paard, „je
doet me denken aan de klei
ne wolkjes, die 's avonds als
een gordijn voor de zon
schuiven voor hij slapen
gaat".
„Dat kan heel goed, dat kan
achter de wolkenrode gor
dijntjes. Stel je voor, ieder
een hoeft ons toch zeker
niet te zien".
„Nee, nee", knikte het
paard, „ik dacht ook al.
Maar...eh...hoe kom je er?
Is het niet erg moeilijk om
helemaal naar de zon te
vliegen?"
„O, nee", kukelde het haan
tje. „helemaal niet, hoor".
„Vind je goed dat ik dan 1
„O, juist", knikte het paard,
„en hoe kom je er dan?"
Dat eh... kan ik je... niet...
eh... zeggen, paard".
,Mn ik was toch je vriend
„Ja, ja, natuurlijk, maar
toch hè. Ik mag er niet
over praten. Met niemand".
,JHaar toch zéker wél met
mij, je beste vriend?"
„Ja, maar als de andere
haantjes het horen willen
zij ook. En dat gaat niet"
„Wat denk je wel van me?"
vroeg het paard en het
stampte een Daar maal met
zijn hoef, net of het heel
boos was, „dacht je dat ik
zo maar alles rond ging
praten wat mijn vriend me
vertelt?"
„Goed, goed", zei het haan
tje die er veel te trots op
was dat zo'n groot dier als
het paard hem zijn vriend
noemde, „goed, ik zal het
zeggen". Nog roder werd
zijn kammetje toen hij aan
zijn volgende jokverhaal be
gon. „Kijk, paard", begon
hij. „het gaat zo: als de zon
begint te dalen, vlieg ik
naar de torenhaan. Dat is
onze koning, zie je".
„Juist", knikte het paard,
,en dan?"
Wanneer ik 's avonds slapen ga
en de gordijnen sluit
dan komt mijn vriendje van hiernaast
zijn donker huisje uit.
Tussen de kamer waar ik woon
en het muurtje van de gang,
daar heeft mijn vriendje een klein huis
vlak achter het behang.
Ik heb mijn vriendje nooit gezien,
maar toch ken ik hem goed,
want des te beter hoor ik hem
bij alles wat hij doet.
Heel zacht komt hij de kamer in
en tript tot voor mijn bed,
waar ik wat kaas en kruimeltjes
voor hem heb klaargezet.
De mensen zeggen: wat is dat?
Jij vriendjes met een muis?
Houd liever zulke knagertjes
zo ver als het kan uit huis.
Maar jahij is mijn vriendje, hè
en die verjaag je niet
en daarom zorg ik dat geen mens
mijn muisje hoort of ziet. ~-
Mies Bouhuys.
heel goed", kukelde het
haantje, want hij had op
eens een antwoord klaar,
waarop hij zelf zo trots was
dat zijn rode kammetje er
nog roder van werd, „ik zal
het je maar vertellen, paard,
maar denk erom dat je het
niet aan iederen doorkletst,
hoor!"
„Wat is het dan?", vroeg
het paard met een knipoog
naar de duiven en varkens,
die dichterbij kwamen om
te horen wat dat parmanti
ge haantje allemaal te ver
tellen had. Het haantje klap
te met zijn vleugels en hoe
wel het een lioge vlucht
voor hem was, vloog het
naar de rug van het paard.
Het schoof naar het zachte
oor toe en zei: „Jij bent
mijn vriend, jou zal ik het
vertellen
„Dat is fijn", fluisterde het
paard, wéér met een knip
oog naar de duiven, varkens
en kippen die nu ook dich
terbij waren gekomen.
„Luister", zei het haantje,
„je wilde weten waarom
mijn kammetje zo rood is
als wolkenrood, hè?" Nou,
dat is heel eenvoudig. Elke
avond vlieg ik omhoog naar
de zon en praten we wat sa
men voor we slapen gaan.
Nou, en alleen door met
hem te praten al, wordt
mijn kammetje zo mooi".
„Zo...", zei het paard, „zo
zo, ik wist niet aat jij haan
aan huis was bij de zon.
Gek, ik heb je nog nooit
gezien en toch kijk ik heel
wat naar de lucht".
„Natuurlijk heb je met niet
kunnen zien", lachte net
haantje verwaand, „ik zit
vanavond eens met je mee
vlieg? r
vriend, hè'
Ik was
„Ja, ja, natuurlijk beu jc
mijn vriend", stotterde het
haantje en dit keer werd
zijn kammetje nog roder,
maar dat kwam omdat hij
in verlegenheid zat, „maar.,
eh.. zie je, paard, de moei
lijkheid is dat dat niet gaat.
Alleen haantjes kannen er
komen. En dan alleen nog
maar mooie haantjes, zoals
ik".
„Dan eh... nou, heel gewoon
dan komt er een gouden
zonnestraal om mij te ha
len. Op die zonnestraal reis
ik naar de zon, heel eenvou
dig".
„Juist", knikte het paard,
„en terug? Hoe kom je te
rug?"
„Nou eh... dat is nog veel
eenvoudiger, paard; de eer
ste zonnestraal die 's mor
gens op de toren valt brengt
me terug".
„Juist", zei hec paard en op-
W*V^A*V\*\*VWWWWVWV\<\WVV>AW
Alles-efcers - flis maar afwachten wat radio of tv Iran voor
zetten - hebben geen radio-tv-blad nodig.
Maarn aie bewust uwheuze maakt uit het vele dat u wordt
geboden - u kunt niet zonder Vrije Geluiden.
Want er is geen radio-tv-blad dat u duidelijker en vollediger
inlicht over de beste binnen- en buitenlandse programma's.
Er is geen radio-tv-blad dat n onpartijdiger wijst op de goede
uitzendingen-van welke omroep ookl
Vrije Geluiden Sa het blad van de kritische minderheid -
kritisch, maan verdraagzaam en open voor al wat ons
Nederlanders bindt. Daarom wordt door zo'n hoog percen-
tagejongegezlnnenaanYxijeGeluidehdevoorkeurgegeven.
Oók door u? Vraag eens een proefnummer aan - of beter
nog: abonneer u direkfe. De prijs ls f2.50 per kwartaal*
Eet adres: VPBQ -postbus U - Hilversum,
eens heel deftig, „goed
vriend, ik zal je nu maar
niet langer ophouden. Het
is je tijd en we zullen je
met aandacht volgen".
„Wat zeg je nou allemaal?"
vroeg het haantje.
„Ik bedoel dat de zon be
gint te dalen en dat ik erg
benieuwd ben om jou van
de torenhaan te zien ver
trekken".
Roder dan rood werd nu het
kammetje van het haantje,
maar wat kon hij anders
doen dan weggaan? Even
tjes nog dacht hij om alles
maar eerlijk te vertellen,
maar o, het was zo'n heer
lijk gevoel om het grote
paard tot vriend te hebben
en jezelf zo gewichtig te
voelen met je kammetje als
wolkenrood. Daarom ging
hij weg in de richting van
de hoge toren met de gou
den haan. Een heel klein
eindje natuurlijk maar.
want met een omweg sloop
hij onder de heg door te-
waar hij zich in een donker
hoekje heel klein maakte.
Alle dieren, die hem natuur
lijk verwacht hadden, deden
net of ze hem niet zagen.
Ze gingen voor het hok
staan en deden net alsof
ze allemaal naar de toren
tuurden. „Ja, hoor, ja hoorl"
knipoogde het paard, „daar
heb je de laatste gouden
zonnestraal al, die mijn
vriend, het haantje komt
halen".
Het haantje kroop nog die
per in zijn hoekje, waar hij
nu zou moeten blijven tot
do eerste gouden zonne
straal 's morgens op de to
ren viel. Maar o, o, wie had
dat kannen denken? De
volgende dag was de lucht'
grauw en er was nergens
een spatje zon. En nog voor
het haantje uit zijn hoekje
was gekomen, stond het
paard al heel hard voor het
nachthok te praten: „Nou,
dat is me ook wat. Nu kan
onze vriend, het haantje
niet terug. Wat zal hij een
honger krijgen!"
Nou, en of, het haantje
rammelde van de honger én
hij verlangde vreselijk om
uit dat donkere hoekje te
kruipen waar zijn mooie ve
ren in de war kwamen en
ook zijn kammetje niet zo
fier meer omhoog stond.
Drie lange dagen liet de
zon zich niet zien en drie
lange dagen zat het haan
tje in zijn hoekje. Toen kon
hij niet meer en hij hinkte
naar buiten naar het bakje
kippevoer. „Nee maar... nee
maar", riep iedereen, „wie
is dat lelijke verkreukelde
haantje dat zo maar uit de
lucht is komen vallen?"
„Als je niet beter wist zou
je zeggen dat het een le
lijk broertje van het haan
tje Wolkenrood is", zei het
paard.
„Ik ben het zélf", fluisterde
het haantje tegen de dieren
die in een kring om hem
heen stonden; zijn kopje
raakte het zand, zo schaam- i
de hij zich. En omdat de j
dieren wel zagen dat hij
straf genoeg had gehad lie-
fen ze het maar zo. Maar
zijn naam bleef hij houden.
Als hij veel minder parman- i
tig en trots over het erf
loopt, zeggen de duiven, de
varkens en de kippen: j
„goeiemorgen, haantje Wol-
kenrood".
„Goeiemorgen", knikt hij
verlegen terug.
Mies Bouhuys.
V *3^
Flip en Flop hebben een nieuwe ma
nier ontdekt om geld te verdienen.
Je ziet ze hier gaan met een kar vol
borstels. Bezems, zwabbers, ragge-
bollen en stoffers. Alle soorten bor
stels hebben de twee vriendjes- op hun
wagen liggen. Flop duwt de wagen
voort en Flip belt aan de deuren.
Als er dan open gedaan wordt en de
huisvrouw vraagt: Wat willen jullie?
Dan is het antwoord van Flip. „Bor
stels verkopen, mevrouw, wij hebben
borstels voor alle schoonmaakwerk
jes. Onze borstels zijn heel goed en
wij geven gratis demonstratie". Soms
wordt er een borsteltje gekocht en
soms ook klapt de vrouw de deur
weer dicht. „Ik heb borstels genoeg",
moppert de vrouw dan.
Bij een gezellige donkerharige juf
frouw worden Flip en Flop zelfs bin
nengelaten. „Jullie geven gratis de
monstratie, hé?" vraagt zij. De
vriendjes knikken. „Welnu, Ik wacht.
Jullie moeten mij maar laten zien
hoe de borstels werken. Als ik geen
stofje meer kan vinden, weet ik met
een welke borstel ik nodig heb." En
Flip en Flop moesten wel aan het
werk.
Jullie zien het op de plaatjes. Ramen
zemen, vloer vegen, afwassen en nog
veelveel meer vervelende werk
jes waar jongens altijd zo'n hekel
aan hebben. Na deze ervaring heb
ben ze maar niet meer gezegd: „Wij
demonstreren gratis alle borstels..."
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIIIIIIIIIIIHIIIIIIIII lllllllllllllllllllllllllilllfllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll 1
12. Als zij nou maar ge
woon aan de andere kant
van het venster in de tuin
op de grond gevallen was,
had Polly Mops alles nog
niet zo heel erg gevonden.
Uit het laboratorium van de
professor waren wel meer
rare dingen te voorschijn
gekomen. Zij viel echter he
lemaal niet en kwam ner
gens terecht. Via het keu
kenraam schoot zij schuin
omhoog het luchtruim in en
vloog, ter hoogte van de da
ken, de straat uit. Stijf
kneep de angstige dienst
maagd de ogen dicht en
woest maaide zij met haar armen om zich in
evenwicht te houden. En dit laatste werd
haar geluk, want niet zodra kreeg zij per toe-
va" een telegraafkabel te pakken of wanhopig
klemde zij zich daaraan vast om tegen een
Zo daar zijn we weer, na enkele
maanden van afwezigheid, met onze
wekelijkse puzzel voor het gehele
gezin. We maken er net als vorig
jaar een laddercompetitie van. U
weet wel, er zijn dan iedere week
vier prijzen en aan het eind van het
seizoen vier grote prijzen. Het is de
bedoeling, dat U iedere week de op
lossing van de puzzel instuurt; wij
kijken ze na en schrijven alle goede
inzenders (sters) op een lange lijst.
Iedere week komt er voor een goe
de oplossing een kruisje achter de
verschillende namen. Op 1 april 1960
maken we dan de balans op. Win
naar wordt die puzzelenthousiast, die
de meeste kruisjes heeft verzameld
Hoofdprijzen: één van 50, één van
25 en twee van 10. De wekelijkse
prijzen bestaan eenmaal 5 en
driemaal 2,50.
Alle inzendingen moeten in de lin
kerbovenhoek van enveloppe of
briefkaart voorzien zijn van het
woord „Puzzelrubriek". Is dit niet
het geval, dan bestaat de kans, dat
de inzending zoek raakt. Over de
oplossingen kan niet gecorrespon
deerd worden.
Horizontaal: 1 leed, belediging, 5.
zuidvrucht, 10. enzovoort, afk., 11. af
voerbuis, 13. afsluitpal, 15. netjes,
met orde, 18. vod, 19. Oosterlengte,
afk., 21 lidwoord, 22. juist zoals, 23.
nauwe, 25. vogel, 26. heester, 27 ste
kelig zoogdier, 30. aanspreektitel v.
koning, 31. tijdperk, 32, kloof op de
maan, 35. jongstleden, afk., 36. mid
dag, 37. één der 12 zonen van Jacob,
39. mud, afk., 41. bloot, 43. Hong.
geh. politie, afk., 45. leerjaar, 48.
spie, 50. een der oudste bewoners v.
West-Europa, 51. lichaamsdeel, 52.
strand (als badplaats m. bijbehoren)
53. bek. hogepriester (O. Test). 54.
laatstleden, afk., 56. vlaktemaat, afk.,
58. Japanse munt, 59. grote streng
heid, 62. verhuizing kost 64. vu
rig, 65. jongensnaam, 66. metaal, 67.
rugstuk, lendestuk (vee).
Verticaal: 2 snelle gang, 3. halfbloed,
4. lastdier, 5 rivier (Spaans), 6.
«laats, 7. uitgestoken stukje gras
and, 8. dunne, tere, 9. gestremde
melk, 12. pilaar, 13. slijtplek, 14. he
viger, 16. onzin, kletspraat, 17. uit
heems, bultig zoogdier, 20. gat in de
weg, 24. zwier, vuur, 26. „onder
grondse", afk., 28. zuidvrucht, 29.
febaar, handeling, 33. meisjesnaam,
4. verf, 35. kledingstuk, 38. geleide
lijk langzamer, afk. (muz.), 39. ge
tal, 40. het eeuwig heil deelachtig, 42.
karakter, 44. dichtgesloten hand, 46.
bloem, 47. heilige, afk., 49. meter;
geluidsmeter, 54. meisjesnaam; 55.
vrouwde maan, 56. tussenwerpsel,
57. bloedvat, 60. niet thuis, 61. ril
ling, 63. noodsein, afk.
Alle oplossingen onder vermelding
van het woord „Puzzelrubriek" stu
ren naar de P.Z.C., Walstraat 58 te
Vlissingen.
Te Amsterdam is opgericht de „Else
Mauhs-stichting" met het doel een
toneelspeelster of toneelspeler van
Nederlandse nationaliteit te eren om
haar of zijn prestatie op artistiek
gebied door overhandiging van de
„Theo Mann-Bomvmeester-ring". I)e
stichting heeft nJ. bij haar oprich
ting deze befaamde gouden ring in
eigendom gekregen van de dochter
der in januari j.l. overleden actrice
Else Mauhs.
e ring werd in 1911 aan mevrouw
Theo Mann-Bouwmeester aangebo
den bij haar 40-jarige toneeljubileum
door een huldigingscomité, dat met
deze rug de beste Nederlandse ac
trice wilde eren- Aan de ring was
de voorwaarde verbonden, dat de
houdster deze zou doorgeven aan een
opvolgster, die zij daartoe waardig
achtte. In 1934 overhandigde me
vrouw Theo Mann-Bouwmeester de
ring aan Else Mauhs. Deze heeft
bij haar leven niemand als haar op-
telegraafpaal tot stilstand te komen. Voorzich
tig opende Polly de ogen. Waar was zij Doch
dat had zij bliksemsgauw in de gaten. Zij
slaakte een schelle rauwe kreet en sloeg
haar voeten met een kloeke beweging om de
paal heen, waardoor zij, zonder het te weten
de atoomenergie uitschakelde. Nog een paar
harde knallen eii dan was het opeens doodstil
Maar daar kwam toch al een agent op het
lawaai af!
volgster aangewezen, maar in haar
in 1949 gemaakte testament aan de
kunstcritica mej. G. Alingh Brug-
mans en de oud-acteur Cor van der
Lugt Melsert het verzoek gedaan bij
haai- overlijden de ring in bewaring
te nemen en hem te overhandigen
aan een door hen aan te wijzen, daar
voor in aanmerking komende actrice.
Beiden hadden in januari j.l. in prin
cipe deze opdracht aanvaard, doch
zij zijn tot de slotsom gekomen, zo
deelde mej. Brugmans mede, dat er
op het ogenblik geen actrice is die
in aanmerking voor de ring zou ko
men. Toen is de mogelijkheid ge
opperd dan een daarvoor in aanmer
king komende acteur aan te wijzen
en een stichting op te richten. De
heer Van der Lugt Melsert ging hier
mede eerst akkoord, maar heeft zich
bij nader inzien teruggetrokken om
dat hij zich er niet mee kan vereni
gen, dat de ring aan een acteur zou
worden gegeven.
HOOG EN LAAG WATER
27 september
nap
nap
nap
nap
uur meter
uur meter
uur meter
uur meter
Vlissingen
9.26
1.20
22.13
1.38
2.59
1.16
15.47
1-28
Terneuzen
9.50
1.38
22.34
1.56
3.19
1.32
16.06
1.44
Hansweert
10.08
1.56
22.53
1.74
3.48
1.46
16.31
1.58
Zierikzee
10.18
0.90
23.03
1.14
3.51
1.13
16.36
1.22
Wemeldinge
10.48
1.05
23.29
1.29
3.56
1.28
16.38
1.37
28 september
Vlissingen
10.50
1.29
23.28
1.54
4.33
1.16
17.14
1.47
Terneuzen
11.15
1.46
23.52
1.71
4.51
1.32
17.33
1.64
Hansweert
11.36
1.64
5.18
1.46
18.00
1.77
Zierikzee
11.47
1.00
5.20
1.14
17.56
1.33
Wemeldinge
12.16
1.17
1 -)
5.26
1.29
18.04
1.5Q