MODE EN NA TOEN: Hamai c BOEKEN Engelse vrouwen breien voor koningskind VERBINTENIS DIE AL EEUWEN OUD IS MOEDER WORDEN... "Dan lot OZOUH) van, voor en over vrouwen PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT VRIJDAG 25 SEPTEMBER 1959 (Van een medewerker) Vergeleken niet de onvoorstelbare ouderdom van de wereld, die op miljoenen jaren wordt geschat, betekent 5000 jaren niet zo veel. Maar dit getal krijgt een indrukwekkender klank in een beschouwing over de mode, die waarschijnlijk even oud is als de mensheid. Weliswaar was er voor mode-ontwerpers aan het beroemde vijgeblad van Adam en Eva nog maar weinig eer te behalen, maar hun nazaten, die met de soberheid uit liet begin van de geschiedenis der mensheid geen genoegen meer namen, hebben er des te meer voor zorg gedragen dat de mode uit groeide tot een onmisbare en zelfs toonaangevende factor in de gemeenschap. Hoe oud is eigenlijk de erfenis van onze hedendaagse mode? Oudheidkun digen zijn voorzichtig met schattingen. Zij bewijzen liever. Zo'n bewijs hebben zij eens gevonden tussen de opgegraven ruïnes van Mahenjo-Daro, een dorp dat vijftig eeuwen geleden een welvarendo en hoog ontwikkelde gemeenschap was in het dal van de rivier de Indus. Het lag in een streek die thans West Pakistan wordt genoemd. Tussen die ruïnes vonden de onderzoekers lapjes katoen, die niet anders dan resten van kledingstuk ken konden zijn. De indruk werd nog versterkt doordat op de gevonden lapjes nog duidelijk gekleurde patronen alleraardigste driebladige fi guurtjes herkenbaar wareu. Voor ons. aldus de oudheidkundi gen, is dit een bewijs dat er in elk geval reeds vijfduizend jaren geleden in de Indiase cultuur iets bestond, wat wij thans mode ple gen te noemen. 'Onlangs heeft een Amerikaanse ontwerpster van grote faam kans gezien om met de gevonden stukjes katoen en uitvoerige beschrijvingen als voor beeld, een gewaad te construeren, zoals de vrouwen van Mahenjo- Daro dat gedragen moeten heb ben. Dit bijzondere kledingstuk dat naar de vorm veel gelijkenis ver toont met de zogenaamde sari die de Pakistaanse en Indiase vrou wen nu dragen, was deze week in Wenen te zien tijdens een bijzon dere „modeshow" van historische kledingstukken en gewaden, die grotendeels zijn gereconstrueerd op grond van diepgaande studies. Het evenement had plaats in de zalen van het museum voor volkenkundë" in Wenen ter gelegenheid van de in deze stad gehouden jaarvergadering van de Internationale Katoenfeder'a- tie. Een deskundig publiek kon er kennis maken met een vijftigtal mo dellen, waarmee, in een passende enscenering, een indruk werd gege ven van de mode-ontwikkeling tij dens een periode van 3000 v. Chr. tot heden. Want de katoenen stoffen heb ben in de mode van oudsher een zeer belangrijke rol gespeeld! De geleerden zijn het er langzamer hand wel over eens geworden, dat de zuidelijke streken van Afrika als de bakermat van de katoen kunnen wor den beschouwd. Volledige zekerheid is er nog niet, want do katoen is reeds zo verschrikkelijk oud, dat zijn herkomst niet dan met de groot ste moeite te herleiden is. Aangeno men mag wel worden dat er vele dui zenden jaren geleden reeds handela ren zijn geweest die, gefascineerd door de merkwaardige groeiwijze van katoen de wollige pluizen zijn lan ge tijd beschouwd als een soort aan struiken groeiende lammeren en schaapjes het zaad zijn gaan ver zamelen eu dat verhandeld hebben naar Arabië, het westelijk deel van India en Peru. Wat dit laatste land betreft, wordt ook wel verondersteld, dat in Peru de katoen even inheems was als in de zuidelijke streken van Afrika. Zeker is wel, dat in Peru en het da! van de Indus de oudste vond sten zijn gedaan om te bewijzen, dat oer-oude beschavingen reeds katoenen weefsels kenden. De lap jes uit het eerder genoemde Ma henjo-Daro zijn 5000 jaren oud en katoenen garens, opgegraven in Peru zijn geschat op een leeftijd van 4000 jaren. Algemener bekend is het, dat de Peruanen uit de voor-historische tijd gewoon wa ren hun doden geheel in katoenen gewaden te wikkelen. Nu nog wor den geregeld mummies aangetrof- fen, waarvan de katoenen „ver pakking" ondanks een verblijf van duizenden jaren onder de grond of tussen overblijfselen van' vergane gemeenschappen, intact is gebleven. In de pre-Columbiaanse Maya-cul tuur van Mexico was katoen zo ont zettend kostbaai', dat alleen de gees telijkheid er gebruik van kon maken voor haar weelderige en buitenissige kledij en als betaalmiddel. Zoals nu de financiële wereld behec-rst wordt door de goudstandaard, draaide de economie van het oeroude Mexico om de waarde van kleine stukjes ge kleurde katoen. Hoe anders werd de katoen gebruikt door de vrouwen van het oude Indo- China. Het waren juist de kleuren die het „mode-facet" waren in die oude dagen van Indo-China, waar de vrouwen er echter toch al op uit wa ren om slank gekleed te zijn. H Katoen door de eeuwen heen: op deze foto herleeft een Maya- jf priester, wiens uitmonstering van katoen, opgesmukt niet ve- p m ren en metalen sieraden, nauwkeurig is gekopieerd. m imiiiiiiiiiiiiiniiitminiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Katoen in de hedendaagse mode: een baljapon van kostbare katoenen weef sels, verfraaid met tientallen kleine juwelen. Een lange stola van gesati neerd katoen verhoogt het kostbare effect van deze Weense creatie. In volgende ecuwen evolueerde do mode steeds sneller. Meer en meer zocht men een beklemtoning van do vrouwelijkheid, waarin Frankrijk in het midden van de negentiende eeuw al zeer geslaagd was. Dat was onder andere mogelijk geworden door een veelvuldig gebruik van tule, een fijne stof," die als het ware He bekro ning vormde op het vakwerk van de katoenspinners en -wevers. Dit is de titel van het nieuwe boek van Dr. W. de Kok. Alles over zwangerschap, geboorte, babyverzorging en kleuter- opvoeding. Dit waardevolle boek (184 pagina's jn fraaie omslag) krijgt U ten geschenke bij aanschaffing van een BABYSET DE LUXE We zagen een aankleedtafel voor ba- bles, met een „tafelblad" dat bestond uit strak gespannen linnen. Onder dat linnen, dat zich gemakkelijk laat verwijderen, hing het badje, helemaal van dun plastic. Langs de achterzijde van de tafel was een recht opstaande dubbele band bevestigd, van bo ven open en in vakjes verdeeld, voor zalf, talkpoeder, zeep, spelden en wat verder aan de dagelijkse verzorging te pas komt. Hebt V knutselig aangelegde kinderen (of kinderen die in die richting een stimu lans bunnen gebruiken), geef ze dan eens een handvol macaroni en een dun ijzer draadje of stevig garen. Met die simpele hulpmiddelen is er van macaroni een prachtige halsketting te maken, die met verf natuurlijk nog veel mooier wordt. Misschien bent U wel een fel legen- standster van spijkerbroeken voor de jeugd. Maar volgens ons kunt U onmo gelijk tegen <le uiterst praktische en bo vendien vrolijk-kleurige rokjes, broek jes, overgooiertjes en speelpakjes zijn, die van dezelfde stevige stof worden ge maakt voor kinderen in alle leeftijden. Er zijn korte broekjes met blousjes voor jongens, meisjesrokken, damesrokken en overals en overgooiers. ook voor vol wassenen. Allemaal kleding die tegen een stootje kan! OZCtiH) Een Parijs modehuis dat zich s specialiseert op het vervaardi- s gen van foontkleding, toonde dezer dagen zijn nieuwe mo- dellen voor komende winter, en H een van die modellen was dit korte jasje van ocelofc-bont, waarbij een hoed van hetzelf- §1 de materiaal wordt gedragen, H terwijl de taille duidelijk is aangegeven door een ceintuur van naturel leer. iliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiniiH MET lil II ui: 0GEM? De brei-actie van de Woman's Mirror (de op zondag ver schijnende editie voor vrouwen van het dagblad de Daily Minor) heeft het blad een merkwaardige foto op geleverd. Het is een plaatje van de Amerikaanse actrice, zelf sinds kort moeder, Jayne Mansfield, die vriendelijk opkijkt van haar breiwerk, een jasje voor de baby van koningin Elisabeth. Zeif is Jayne, al breiend, gekleed in een japon waarvan men meer decolleté dan stof ziet, zodat zij de indruk wekt, allereerst zelf aan een nieuw jasje toe te zijn... Talloze lezeressen „met een warm hart", zegt de Mirror, zijn ijverig aan het breien voor het te verwachten koningskind. De mooiste exemplaren babygoed die de actie oplevert gaan naar de koningin, de rest naar kinderen in vluchtelingen kampen'. i I ntussen is er in dezelfde Woman's Mirror, en ook in een J paar damesbladen, een fel debat op gang gekomen over de vraag, of de baby van Elisabeth met blauwe ogen gebo ren moet worden, of ook kans heeft op bruine. Het is begonnen met de picblikatie van de mening van een arts: Alle kinderen worden met blauwe ogen geboren. Geen wonder dat er nu kolommen te vullen zijn met de brie ven van moeders, die zeker weten dat haar kind met bruine ogen ter wereld kwam. „Onmogelijk!" antwoordt de dokter, „wetenschappelijk staat vast, dat de ogen pas na de geboorte hun definitieve kleur krijgen". i „Kom dan zélf kijken als mijn volgende kind geboren wordt!" inviteert een moeder, die sterk meent te staan, daar zij reeds twee bruinoogige zuigelingen ter wereld bracht. Tussen de gebruikelijke verhalen („Waarom ik na zes maan den huwelijk weer gescheiden ben", .Kan prinses Margaret gelukkig blijven zonder echtgenoot?". „Een meisje riskeert de dood om vrij te leven") is het weer eens wat anders... Als u mij tot dusver het genocgcr. van uw belangstelling gegund hebt en mijn overpeinzingen om trent het begrip handenarbeid gedul dig gevolgd, zult u misschien enige bedenkingen voelen oprijzen, speciaal tegen do vrouwelijke afkeer van ruw werk. Is dat, zult u vragen, nu heus zo specifiek vrouwelijk? Geldt dat voor de mannenwereld niet in even grote mate? Wordt daar een ingenieur ook niet hoger aangeslagen dan een grondwerker, en is een dominee niet meer in tel dan een boerenarbeider? Dadelijk toegegeven dat u oppervlak kig gezien wel enigszins gelijk hebt dan blijft er toch nog wel, bij na der inzien een groot verschil met I onze neerbuigende manier van onder- 1 scheid maken. Een ingenieur heeft krachtens zijn studie en grondige theoretische vak kennis maatschappelijk gezien meer aanzien dan de man die onder zijn toezicht en leiding de schop in de grond steekt. Maar in het bedrijf zelf, in de dagelijkse omgang weet die in genieur heel goed, en laat dit ook ter dege uitkomen, dat hij zonder werke lijk geschikte krachten voor dit zwa re grondwerk ook met de prachtigste plannen en tekeningen niets tot stand kan brengen. Ik kan het prachtige monument van ir. Lely op de Afsluitdijk nooit pas seren zonder een zekere jaloerse waardering te gevoelen voor de van zelfsprekende democratie, waarvan deze forse bronzen figuur het mar kant symbool js. Als betrapt in de beweging, verstard in de fikse pas waarmee hij in regen jas en waaiende bouffante, bloots hoofds door wind en slik baggerde om met eigen ogen, gade te slaan hoe het werk, zijn werk, vorderde. Daar/staat eenzaam en, zelfbewust een van de knapste en markantste mannen die ons land heeft voortge bracht, maatschapelijk tot de hoogste sport geklommen, en evenwel ver eeuwigd in het tenue waarmee hij met goed fatsoen geen enkele salon had kunnen betreden. Een beter slag polderwerker, het slik hoog op de laarzen en de slippen van de loden jas maar met de tas vol papieren onder de arm. Het denkend en organisei-end brein, dat zich des ondanks volkomen thuisvoelt tussen de wroetende handen, en daar rond uit voor uitkomt in zijn uitmonste- (Van onze redactrice). Het woord „damesroman" heeft over liet algemeen niet zo'n bes te klank. liet is een begrip dat automatisch doet denken aan de mierzoete verhalen-met-happy-euding, zoals de Nederlandse damesbladen die in eindeloos-schijnende afleverin gen plegen te publiceren, en de le zeres die niet van dergelijke mierzoe te lectuur houdt schuift boeken met liet. predikaat „damesroman" meestal wantrouwig van zich af. Maar ook op dit gebied zijn er uit zonderingen, en een van die .uitzon deringen is afkomstig uit Engeland, De Engelse schrijfster Marguerite Steen heeft in haar boek „De Zwaan" twee vrouwenfiguren met zeer aan vaardbare karakters neergezet, zij heeft deze karakters bovendien om ringd met een sfeer die voortreffe lijk past bij de intrige van haar ver haal. Die intrige is weliswaar mis schien wat erg „noodlotszwaar" naar de smaak van de nuchtere hedendaag se, mens, maar gezien tegen de ach tergrond van het tijdperk de ne gentiende eeuw waarin dit „duel tussen twéé vrouwen" zich afspeelt, toch wel overtuigend. De Nederland se uitgave van dit boek M. L. Ohl is de vertaler verschijnt bij de Zuid-Hollandsche Uitgeversmaat schappij te Den Haag in de zoge naamde „Cultuurserie", en zoals alle boeken uit deze serie is ook deze „Zwaan" dus naar het uiterlijk uit stekend verzorgd. Eveneens van Engels origine is het boekje „Een man voor Mariëtte" van H. E, Bates, die in deze vertelling een familie ten tonele voert die uit nogal on gel oofs waardige figuren bestaat. Bij het lezen van de belevenissen van de familie Larkin die ergens op het land in een zelf gescha pen dorado leeft zonder belas tingen, niet veel anders doend dan verrukkelijk eten en drinken moet men onwillekeurig even den ken aan de familie Kettle uit de i Amerikaanse bestseller „Het ei en ik", en men moet dan meteen erbij denken dat die familie Kett le toch heel wat levensechter en sympatliiekeer was dan deze Lar- kins met wie we ons met de bes te wil van de wereld niet „dol hebben kunnen amuseren" (zoals volgens de tekst op de achterflap héél Engeland wèl schijnt te heb ben gedaan). In ieder geval krijgt Mariëtte haar man, en daar gaat het toch maar om. Ton van Beers verzorgde de Nederlandse vertaling die uitgegeven wordt door „Nieuwe Wieken" te Zeist. Wie nog eens kennis wil maken met een van de facetten van de, naar Nederlandse begrip pen soms wel heel merkwaardige Amerikaanse mentaliteit, moet het boek „Gabrielle" eens ter hand ne men. Het is geschreven door de Ame rikaanse Catherine Gabrielson, en de „Gabrielle" over wie het boek gaat, is het dochtertje van de schrijf ster dat na een wekenlang lijden aan een ongeneeslijke ziekte, ten slotte sterft. Hóe zij leed en stierf wordt ons in dit „verhaal van een kortstondig leven" verteld door de schrijfster-moeder; op een merk waardige, enerzijds koel-analytische, anderzijds zeer levendige en soms beslist wel pakkende wijze. Men ontkomt, echter maar moeilijk aan de indruk, dat het hier voor de zoveelste maal weer 'n pradukt be treft van de samenwerking tussen 'n handig schrijver enerzijds, en iemand met een tamelijk bittere levenserva ring anderzijds. In Amerika ziet men doorgaans wel (boeken) brood in dergelijke levenservaringenVoor wie dit trieste verhaal toch wil le zen zij het wellicht met oen on plezierig, misschien zelfs gechoqueerd gevoel de Nederlandse vertaling (van Hans de Vries) kwam uit bij de Zuid-Hollandsche Uitgevers Maat schappij. Het is een boek uit de Cul tuurserie en ook voor deze uitgave geldt dus: een fraaie uiterlijke ver zorging. Van heel ander karakter is een boekje, dat door mejuffrouw Ad- die Vrocgop is geschrvcn met als titel „Secretaresse gevraagd". Wat de inhoud behelst, blijkt wel uit de ondertitel „Uit de praktijk voor en van een secretaresse." De schrijfster, zelf als secretares se werkzaam in een groot Neder lands bedrijf „een bekende gloeilampenfabriek in het zuiden des lands", om met Wim Kan te spreken! praat- over de eigen schappen die een vrouw in haar beroep moet bezitten, wijdt een woordje aan de „kantoor-etiquet- te", bespreekt de relatie tussen chef en secretaresse, vergeet ook het (belangrijke!) chapiter „kle ding" niet. Kortom, zij verzamelde een menigte nuttige wenken-uit-de-praktijk waar mee de nog-niet-zo ervaren secreta resse ongetwijfeld haar voordeel zal kunnen doen. Waarbij belangstellen de lezeressen zich natuurlijk voor ogen dienen te houden, dat men door het lezen van dit boekje geen secre taresse wórdt; de goede secretaresse wordt niet gemaakt, maar geboren! Maar dat wist U vermoedelijk al, want deze uitspraak geldt voor alle beroepen. Het „secretaresse-boekje" is een uitgave van Het Wereldven ster te Baarn. Wat te zeggen van het kleine boekje „Hoe anders" van An- thia Boers? Het is een verza meling korte bespiegelingen en ver haaltjes: een moderne versie van de oer-oude sprookjes van Roodkapje en Doornroosje; een fantasietje over Sint Nicolaas, een overpeinzinkje rondom het eigen beroep. Het be'st kan men dit bundeltje wellicht karak teriseren met de veelgebruikte, oh zo vriendelijke dooddoener „Wel aar dig"De humor, voor zover aan wezig. is van een beleefd soort, zón der het sprankje (zelf) ironie dat de humor pas smakelijk maakt. De uitgeverij Andries Blitz te Laren N.H. bundelde deze verhaaltjes, met illustraties van Nita Veeren, in een eenvoudig bandje. aan de hapsioby ring. Wat blijft daarbij over van neerzien op de werkende man, van denigratie van de scVop en dc bag gerlaarzen? Het is diezelfde eigenaardige kamc- raadschappclijkheid, ondanks alle verschil in maatschappelijke rang en aanzien, die mannen met heimwee doet terugdenken aan hun militaire dienst, aan de illegaliteit en zelfs aan de oorlog Het is, in de grond van de zaak, alles zo onlogisch. De mannen hebben ons het idee aangepraat dat onberispelijke handjes een teken van maatschappelijk aanzien en ech telijke toewijding zijn: hoe minder een vrouw behoeft te werken, hoe meer haar echtgenoot en de maat schappij haar waarderen. Een vrouw die haar handen moet vuil maken is feitelijk te beklagen En toen wij dat gingen geloven, toen de handenarbeid voor ons een verne derende en onwaardige bezigheid werd, die wij aan de „mindere stand" moesten overlaten, verspilden wij vanzelf in het rustig maar doodlo pend haventje van het weliswaar vei lige maar vervelende bestaan van louter decoratieve verschijning. Want let u maar eens op hoe dikwijls u in de romans rond de eeuwwisseling, tot aan de eerste wereldoorlog toe, de tirade zult aantreffen van de man die zijn gade waardeert als een „sieraad van zijn huis." Maar daarmee zette ook meteen dc onmondigheid met volle kracht in, en werd dc vrouw, die eigenlijk niets hoefde te weten'of te kunnen, vol slagen afhankelijk van die zelfde die nende geesten die haar het veraf schuwde werk uit de zachte handjes moesten nemen. Dat gaf een paar ge neraties lang geen moeilijkheden, zo lang de muts en de boezelaar in ere bleven bij gebrek aan ander vrouwe lijk emplooi. Maar het ongeluk wil dat de tijd altijd sneller verandert dan de mentaliteit, en dat men met elke consequentie, naar onze oosterburen zeggen, bij de duivel terechtkomt. Het wanbegrip van: hoe minder be zigheid, hoe meer in aanzien, kweekte een kaste van zorgvuldig ontziene en verwende jonge vrouwen, die zich daarbij krachtens een onwrikbare na tuurwet, onbeschrijflijk verveelden. En de gewillige dienstbaren zagen de maatschappij langzamerhand door het voortschrijden van de techniek, veranderen in een ontzaglijke ar beidsmarkt waar men zeer wel en plezierig als vrouw aan de kost kon komen zonder zich de handen vuil te maken. Toen daar nog èen oorlog of twee bij kwamen die de vrouwen niet alleen uit huis joegen maar haar ook van haar onmisbaarheid overtuigden, be- gon de trek naar het baantje eerst recht zich te doen gelden, en werd de i gedienstige met mutsje en boezelaar, vijftig jaar geleden nog een vanzelf- sprekende verschijning in elk meis- lesboek, een volslagen museumstuk. Wij hebben het dienstbodenprobleem, mede op aanstichten van de mannen, zelf in de wereld gebracht, en voor wij het opgelost hadden is het geruis- 1 loos verdwenen. De dienstbode is een stukje verlzden tijd geworden en ik maak mij sterk dat, als de weduwen- pensioenen verbeterd zijn, ook de werkster een curiosum gaat worden. SASKIA.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 22