Veeblefs (joodwill ^Tocu Aij prms was gcw orden verg At Aij Act koedoe vah gc(uA Verandering DRIE WEKEN OP EILAND VOOR 75 SEC. ZONSVERDUISTERING 1 EVEN NADENKEN PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 19 SEPTEMBER 1959 w -A- i r a w ït ■J{- I- w ft ii 'r S w w -Jr vi ii 4f w ■ft -a- w i'c it -a-w -X-a-k- 3. C- -If X- -a- -a--a- w -Jr -a--a- -X- -3f w -X-w X- X- X- -X- -If i ft e geschiedenis van het hoedje begon in het bos. Een II lclein jongetje, dat naar beukenootjes zocht kwam een oud vronwtje tegen met een zware zak hout. i Geeft U mij. die zak maar", zei het jongetje en hoexoel hij nog klein was en bijna verdween onder de vracht droeg liij de zak naar het hutje van de vrouw. „Wacht even!", riep ze, toen hij terug wilde gaan naar z'n eigen huis. Uit een glimmend gepoetste klerenkist, waarin wonderlijke figuur- tjes gesneden waren, haalde ze een klein groen hoedje. Geen jongenslioed, geen jagershoed, geen herenhoed, nee, het was een ding dat op geen enkel ander hoedje leek. Ze zette het het jongetje op zijn hoofd en zeidit is het hoedje van geluk. Niet iedereen kan het dragen, maar jij, jij zult het vast kunnen als je blijft zoals je nu bent'' l£ Een beetje verbaasd ging het jongetje op weg; hij voelde zich een beetje vreemd met dat rare hoedje op zijn hoofd, maar hij vond toch ook niet dat hij het zo I> maar aan een tak kon han- Ijj gen en doorlopen. Daarom hield hij het" op. De weg naar huis was lang, de mist kx-oop al tussen de takken en dat betekende X dat het dadelijk avond zou X zijn en koud. „Hè", dacht het jongetje, „ik wou maar dat het niet zo ver was en dat de zon aan de hemel bleef staan tot ik thuis f, was". Op dat ogenblik leek het alsof het hoedje op zijn bol J. even op en neer xvipte. Er X gebeurde iets. Nee, de weg naar huis was niet korter dan anders en de zon stond r heus niet stil, maar voor het jongetje léék de lange X. weg opeens een klein eindje en het léék of het niet koud en donker vjerd. Hij zelf had het gevoel dat hij in y een paar minuten thuis was bij een stralende zon. Dat A deed het hoedje. Met niemand sprak hij over het hoedje van geluk. Maar toch merkten de mensen natuurlijk wel dat er iets ;j; bijzonders met hem aan de X hand was. „Ik wou dat het X maar eens ophield met re- si; genen", zei z'n moeder toen het een keer drie dagen achter elkaar geregend had. „Ja", zei het jongetje, dat 'f. met zijn hoedje op voor het X raam zat, „ik wou dat hei. X ophield met regenen". Hij keek naar buiten en op het- zelfde ogenblik regende het niet meer. S Tenminste zo zag hij het en toen hij zijn moeder vertei- de over de zon, over de poe- zen die languit op de wai- me stoep lagen, over de ijs- man die zonder jasje achter I* zijn kar liep, vertelde hij X. dat zó mooi dat ook zijn moeder niet merkte dat het nog wèl regende; zij twee- en keken met andere ogen dan iedereen en daarom za- X gen ze de zon. Dat deed het X hoedje. „Och", zelden een oud man- netje en een oud vrouwtje, die in een heel donker ka- niertje woonden, „wat zou- de we toch graag nog eens 2. naar het park willen en de eendjes voeren en bloemen plukken. Maar we zijn veel te oud en het park is veel te ver". „Ja", zei. het jongetje dat Ij; met zijn hoedje op bij de X oude mensjes op visite was. „ja, dat zou mooi zijn". ij. Op hetzelfde ogenblik zag hij het park, de bloemen en de eendjes, en het bankje waarop de mensjes zitten ijl konden. Hij begon erover te vertellen en hij vertelde het zó dat het hele kamertje in eens park met bloemen en vijver en eendjes erbij werd. Dat deed wéér het hoedje. En langzamerhand begon nen de mensen over dat vreemde jongetje met het nog vreemdere hoedje te oraten. Oude mensen, zieke mensen, kinderen die nier slapen konden, icdei-eén vrouwen uit de drukke stad en vissers uit hele kleine plaatsjes kenden hem. En daarom was het dus eigen lijk doodgewoon dat de ko ning op een aag naar hem liet vragen toen de prinses al drie dagen lang niet in slaap had kunnen komen. Het mannetje dat juist met een verhaal de zee had voorgetoverd aan een boe renjongetje dat dagen ver van de zee woonde en toch zo verschrikkelijk graag de golven en het strand wilde zien, ging onmiddellijk met de bode van het paleis, die hem halen kwam, mee. .Waarom kunt U niet sla pen?", vroeg hij aan de prinses. „Ik weet het niet", zei ze, „maar altijd, vlak voor ik inslaap, heb ik het gevoel dat er een prachtige blauwe vogel naar me on derweg is. Hij zoekt een plekje voor de nacht. Ik zet de ramen van mijn kamer wijd open en wacht tot lxij komt. Maar hij komt nooit. Kijk, wat zit de uil te schrijven?: „Hedennacht vergadering! Vogels, er moet vlug vergaderd over de verandering!" Kleine domme vogels vragen: „Wat is nou verandering? Is het iets dat je kunt eten? Is 't een naar of prettig ding?" Oei, de uil spert wijd zijn ogen, net twee stukjes scherp groen glas: „Kijk toch, domme vogelkindren, 't bos is niet meer wat het was Goed, ja goed, er zijn nog bloemen, maar al lang niet meer zo veel en let ook eens op de blaadjes: groen wordt bruin en groen wordt geel. Alle vogels fluiten zachter, er zit mist rond ieder ding. Zoetjes aan vertrekt de zomer, dat noem ik verandering." Mies Bouhuys halve blij was het mannetje trots. Voor het eerst in zijn leven was hij trots en ver gaf hij dat niet hij, maar het hoedje van geluk het verhaal had bedacht. Nog erger, het mannetje vergat zijn hoedje helemaal. „Uit m'n mouw", riep hij, „ik schud de verhalen gewoon uit m'n mouw", riep hij voortaan als iemand hem vroeg waar hij het toch al lemaal vandaan haalde. Toen kwam de dag dat de koning hem de prinses tot vrouw gaf. „Hoera!", zei het mannetje, „nu ben ik een prins en later zal ik koning zijn". „Nee", zei de koning, „niet later, nu meteen. Jij kunt de mensen gelukkig maken. Van dit ogenblik af ben jij koning". (and op zijn hoofd waren gelegd. Hij schrok zó dat hij zonder iets te zeggen de koning en de prinses opzij duwde en naar bniten ren de om zijn hoedje terug le vinden. Maar het was er niet, het was nergens en ook niemand had iets groens naar beneden zien vallen. Even onzichtbaar als de wind en de vogels die altijd om zijn hoofd waren ge weest was het verdwenen Voorgoed. Misschien dat, de wind of de vogels zelf het hebben teruggedragen naar het bos waar het vandaan kwam; misschien dat het nu weer in een glimmend gepoetste klerenkist, waar- vroeg naar het jongetje. En met zijn groene hoedje op liep hij van huis tot huis en vertelde maar, vertelde maar. Alleen één duig ver telde hij niet. Hij zei aan niemand dat hij al die mooie verhalen aan zijn hoedje te danken had; hij was veel te bang dat iemand het misschien zou wegnemen. Soms vroeg er wel eens iemand naar: „waarom draag je toch altijd zo'n gek hoedje?" Dan lachte hij maar wat of verzon een verhaaltje. Toen hij groter werd en het hoedje hem als een notedopje bovenop zijn hoofd stond, werd hij nog meer bekend. Niet alleen in zijn eigen stad, nee, het he le land vroeg nu naar het mannetje met 't hoedje als er iemand ergens wilde zijn, waar hij niet zijn kon of iets wilde zien wat je niet zien kon. Arme mensen, rijke men sen, boeren op het land, Ik ga rechtop zitten en blijf wachten. Daarom slaap ik niet". Het mannetje met het hoed je glimlachte. „Maar die vogel is er al lang", zei hij, „hij zit op de gordijnstok boven het raam. Zijn kopje heeft hij al in zijn blauwe veren gestoken. Hij slaapt al en is heel tevreden met zijn plekje voor de nacht". Hij vertelde 7.6 mooi en zo lang over die prachtige vo gel, dat ook de prinses hem begon te zien en even tevre den als de vogel, die alleen het mannetje en zij zagen, sliep ze in. De koning was blij, de prin ses was 'blij, alle hofdames en lakeien die oolc drie nachten niet geslapen had den, waren blij en ook het mannetje was blij. En toch had dat allemaal beter niet kunnen gebeuren. Want be- „Hoera!", riepen de mensen die buiten op het plein voor het paleis de toespraak van de koning hoorden, „wat zullen we nu gelukkig zijn!" Als een pauw zo trots knielde het mannetje voor de troon van de koning. Met begerige ogen keek hij naar de kroon die de ko ning zichzelf van het hool'd nam. En zó begerig was hij naar die gouden kroon vol glinsterstenen dat hij .het hoedje van geluk van zijn hoofd rukte en het over het balkon van het paleis naar buiten smeet. De kroon werd op zijn hoofd gedrukt en op hetzelfde ogenblik veranderde alles. Tot nu toe had het hem altijd geleken of de wind om zijn haren woei en of er altijd vogels vlakbij zijn oren waren. Uit was het met de muziek van de wind en de zang van do vogels. Zo zwaar drukte de kroon dat het wel leek of alle zorgen van het hele EXP'iiATIE NAAR FUERTA VENTURA (Van onze speciale verslaggever) Dertig Nederlandse amateur-astronomen en een „beroepscollega" zijn op weg naar Fucr- ta Ventura, een van de Canarische eilanden om daar op 2 oktober een totale zonsverduistering waar te nemen. Die zonsverduistering zal op het eiland 75 secon den zichtbaar zijn en op die 75 seconden heb ben de expeditieleden zich ruim twee jaar voorbereid. De meeste leden van de expeditie hebben reeds eerder een reis ge maakt om een zonsver duistering te zien. Vijf jaar geleden trokken ze naar het Zweedse plaatsje Fingeholm, maar tevergeefs. Op het beslissende moment hing er een dicht wol kendek boven Finge holm. Toen reeds ech ter werd de afspraak gemaakt om met onge veer dezelfde groep de volgende eclips te gaan waarnemen. De zons- vex'duistering van 2 ok tober is de op een na laatste kans om in de twintigste eeuw nog dergelijke waarnemin gen te doen. De vol gende ltans komt pas in 1999. Fuerte Ventura, waar de Nederlandse expedi tie drie weken zal ver- blijvén, is een onher bergzaam oord. Het eiland zucht onder een verschroeiend woes tijnklimaat. Er groeit niets. De groep gaat zich in Tarajalejo ves tigen. De gemeente Ta rajalejo telt een dozijn huisjes... een waterlei ding en elektriciteit ontbreken. Daarom hebben de astronomen hun eigen waterzuive ringsinstallatie, genera tor en donkere kamer. Dit. alles is tezamen in zeventig kisten al we ken geleden vooruit ge zonden. Een Amster damse maatschappij droeg voor gratis ver zending zorg. Ook de levensmiddelen werden gratis beschikbaar ge steld. De enige beroeps astronoom is dr. C. de Jager, verbonden aan de Utrechtse sterren wacht. Hij heeft de we tenschappelijke leiding op zich genomen. Een maand geleden vertrok een andere Nederland se. groep van (be roeps-) astronomen naar Fuerta Ventura. Beide groepen stelden ge zamenlijk een pro gramma vast, om te voorkomen dat men dubbel werk zou doen. Het werk van de ama teurs wordt dus in de kringen van de be roepsmensen hogelijk gewaardeerd. Een an- der bewijs hiervoor is 1 het feit, dat de Neder landse organisatie voor zuiver wetenschappelijk onderzoek een subsidie van 14.000 beschik baar stelde. De vijfenzeventig se- conde, dat de maan de zon geheel bedekt juist die periode is ge- schikt voor waarnemin gen beloven ener- 1 verend genoeg te wor- den. De amateurs zul len speciaal de zonne land met behulp van foto-elektrische cellen meten. De i groep is onderverdeeld in waarnemingsploe- gen. Twee ervan nemen de kleur van de rand voor hun rekening. Een ander team gaat het centrum van de corona filmen. De corona is een wolk van lichtge vende gassen, rondom de zon. Deze wolk is alleen te zien bij een totale zonsverduiste ring. De cameramensen nemen de polarisatie van het coronalicht on der vuur. De resultaten van deze waarnemin gen zullen weer in Ne derland worden uitge- werkt. Ook dit zal enige jaren vergen. De Russische atoom-ijsbreker Le nin" is dezer dagen de Newa opge varen en heeft ligplaats gekozen bij het winterpaleis te Leningrad. Enke le dagen later is het schip uitgeva ren om met zijn wintertaak te be ginnen. (Advertentie) op vreemde figuurtjes staan ligt te wachten. Misschien dat er op een goeie dag weer een jongetje zal zijn dat een hoedje op zijn hoofd X zal hebben dat op geen en- kei ander hoedje lijkt. En laten we hopen dat dat jon- getje het dan dragen kan. 2: MIES BOUHUYS. BINNENVERINGBED SCHUIMRUBBERBED Tijdens dichte mist Flip en Flop hadden geen zin om buiten te gaan spelen waren de beide deugnieten aan het snuffelen in oude leerboeken van Vader Flop. „Kijk eens Flip, hier staat een Dinosauris afgebeeld wat een geweldig beest moet dat zijn geweest. Tien meter hoog en 'n leng te van veertig meter, asjemenou!" Flip kwam nieuwsgierig kijke. en staarde vol bewondering naar het logge beest. Toen moest het tweetal even naar het dorp om een boodschap te doen. In de dichte mist liepen ze snel voort om maar zo snel mogelijk weer thuis te zijn. „Kijk daar!" riep Flop. Flip keek en hoepla, daar zetten beiden het op een lopen. Hijgend komen ze in het dorpje aan. „Een dinosauris!" schreeuwt Flip. „Stommerd,-ze weten immers niet wat dat isEen Monster!" schreeuwde Flop toen. Mannen, gewapend met hamers, bijlen, zeizen en hooivorken, liepen achter de twee vriendjes aan. In de verte zagen ze oók het monster door de mistMaar wat een te leurstelling voor Flip en Flop, toen de mannen, na heel omzichtig sluipen naderbij gekomen waren en zagen, dat het geen monster was, maar een omgehakte boomstam We zullen maar niets verder verha len, maar Flip en Flop hadden nu ge leerd, om voortaan beter doo- de mist heen te kijken, voor ze hulp gingen halen. It Horizontaal: 1. viskaar; 4. snelle aan- val; 6. zwaar zijn; 8. deel v. e. mast; Ijl 9. boksersterm, afk.; 11. dwalen; 13. omroepvereniging; 14. hoofd v. e. bep. klooster; 15. kussenovertrek; 16. ge- heel de Uwe; 17. slede; 18. tegen. stroom, dood tij; 22. niet vlot; 23. plaats bij Deventer. S Verticaal: 2. van U; 3. element, afk.; 5 4. muzieknoot; 5. meisjesnaam; 7. 21 zeilschip; 8. modern wapen-; 10. roof- :j;dier; 11. tooi; 12.houten kom; 18. 21 pers. voornaamwoord; 19. onberispe. lijk; 20. meisjesnaam; 21. dun. HmHBHaBina 0aani3MO0Ei MGiaaMBMBlE! EiasiHisGiaHB HmaaHEHwiH HMEiHaMHan HESM0M[a(|]0M QaanBoann BÜHBIISHSM kerknieuws NED. HERV. KERK Beroepen te Ritthem (Z.) (toez.) J. C. Nennie vie. te De Meern (U.). Beroepen te Raamsdonkveer SN Meij- ers tc Hoog-Blokland. GEREF. KERKEN Beroepen tc Berlikum C. v. d. Gles- sen te Tzum. Beroepen te 's-Gravenhage-Loosdui- nen (zesde pred. plaats) A. de Bruin laatstelijk werkzaam voor de lec- tuurdienst te Djakarta. Beroepen te Ottoland L. J. van Eog- gelen te De Bilt. Bedankt voor Zwartebroek C. C. van der Broek te Goenga. BABTISTEN GEMEENTEN Beroepen te Sneek F. E. Huizinga te Hengelo. Beroepen te Zandbulten G. Visser te Workum-Makkum. GEREF. GEMEENTEN Tweetal te Rijsen M. v. d. Ketterij Le Alblasserdam en F. Mallan tc Erui- nisse. Meer geld voor verdediging van Nieuw-Guinea (Van onze parlementaire redacteur) Op de begroting van defensie voor 1960 vraagt do nieuwe minister, ir. S. H. Visser, een bedrag aan van in totaal f 1.657.611.700,—dat is vol gens het vastgestelde defensieplafond f 1.525.000.000,en voor de rest noodzakelijke bijkomende uitgaven. Het enorme bedrag wordt als volgt besteed: voor de landmacht f783.322.400,voor de luchtmacht f 431.177.600,voor de marine f380.779.000,voor internationale financiering f 50.000.000,voor mobiele colonnes f 5.330.700,voor directoraat N.A.V.O. en W.E.U.-za- ken f 100.000,voor de rijksgenees kundige dienst f150.000,voor be taling aan de pensioenraad van toe slagen op de militaire weduwen- èn wezenpensioenen f 3.300.000,voor het bureau controle kostwinnersver goedingen f 452.000,en voor hospi- talisatie van burgerziekeninx'ichtin- gen f3.000.000, Met het oog op de instandhouding van de huidige defensiemaatregelen in Nieuw-Guinea is f 18.400.000, overgeheveld van de landmacht naar de marine. In de komende be groting zal rekening moeten wor den gehouden met de kosten van de beveiliging van Nederlands Nieuw Guinea, zo meent de minis ter. Er worden thans berekeningen ge. maakt voor de vaststelling van een defensieplafond voor de jaren 1961 tot en met 1963. Daarbij komen de plannen voor de krijgsmachtdelen in hernieuwde beschouwing. Paus over Eisenhower en Kroesjtsjew Paus Johannes heeft op een audiën tie te Cnstelgandolfo gezegd dat de gelovigen moeten bidden dat de hui dige samenkomst van president Elsenhower en minister-president Kroesjtsjew zal leiden tot „vrede op aarde voor de mensen van goede wil". De gelovigen dienen initiatieven als de huidige Amerikaans-Russische besprekingen met belangstelling te volgen, aldus de paus op de algemene audiëntie. Er waren tienduizend aan wezigen. HOOG EN LAAG WATER 20 september -f- nap nap nap nap Vlissingen uur meter uur meter uur meter uur meter 3.49 2.28 15.57 2.21 10.00 1.85 22.30 2.10 Terneuzen 4.17 2.42 16.29 2.35 10.30 2.01 22.59 2.26 Hansweert 5.07 2.56 17.08 2.45 11.08 2.15 23.36 2.40 Zierikzee 5.16 1.60 17.21 1.50 10.31 1.42 23.06 1.72 Wemeldinge 5.37 1.85 17.48 1.75 11.00 1.68 23.20 1.99 21 september Vlissingen 4.22 2.19 16.32 2.13 10.33 1.80 23.04 2.00 Terneuzen 4.49 2.34 17.03 2.28 11.02 1.96 23.33 2.16 Hansweert - -5.34- 2.49 17.37 2.40 11.39 2.10 Zierikzee 5.45 1,54 17.53 1.48 11.08 1.42 23.40 1.65 Wemeldinge 6.09 1.79 18.20 1.72 11.35 1.66 23.55 1.91

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 14