Nederlands kapitaal voor eerste fase van project Rozenburg Rechtbank voor vraag: viel man uit raam of werd hij vermoord? KLANKBORD AAN KRUPP GEEN OPDRACHT VERSTREKt AMSTERDAMS BEZWAAR TEGEN FINANCIËLE VERHOUDINGSWET VRUDAG 11 SEPTEMBER 1959 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Mr. Van der Mandele in Rotterdam: Mr. dr. K. P. van der Mandele beeft gisteren te Rotterdam mede naar aanleiding van artikelen in de pers, die handelen over Krupp en Euro poort in zijn kwaliteit als voorzitter van het curatorium der staalstudie- stiehting nadere mededelingen verstrekt over de gang van zaken. Hij wees er op dat Nederland na Italië de geringste produktie van staal heelt. Op grond van een verschuiving van de vestigingsplaats der staal industrie naar de zeekust heeft ons land naar de mening van de heer Van der Mandele de kans een meer dan evenredig aandeel te verwerven in de berekende uitbreiding van de staalindustrie, die in 1965 ongeveer 100 miljoen ton zal moeten produceren tegen nu 88 miljoen om het welvaarts peil in Europa te kunnen handhaven. De initiatiefnemers van het huidige project Rozenburg hadden samen werking gezocht met de hoogovens te Umuiden. Het beoogde bleek toen niet mogelijk. Met instemming van de regeringsinstanties hebben de ini tiatiefnemers daarna een inleidende studie van hun tot grotere omvang uitgegroeide plan laten maken door Krupp, die de meest gerede instantie daarvoor scheen. Vervolgens had het curatorium der stichting, waartoe inmiddels de president-directeur van de Hoog ovens te IJmuiden was toegetre den, besloten Krupp op te dragen deze studie uit te werken tot een gedetailleerd plan. Dit plan is in het voorjaar gereedgekomen. Een verdere opdracht is aan Krupp nooit verstrekt. Deskundigen uit de kring der staal- studie-stichting zijn thans bezig een eigen afgerond plan uit te werken, dat men binnen afzienbare tijd aan de regering hoopt te kunnen aanbie den, een plan dat volgens regerings- wens van dusdanige allure zal moe ten zijn, dat het de unieke mogelijk heden op Rozenburg ten volle tot haar recht laat komen. Aangezien het terrein op Rozenburg de mogelijkheid biedt om drie mil joen ton staal per jaar te produceren, met alle verwerkings- en nevenbe- drijven daaraan verbonden, ligt het volgens de heer Van der Mandele voor de hand. dat een volledige rea lisering van die mogelijkheid slechts in fases zal kunnen geschieden. De eerste fase zal, mogelijke wijzi gingen voorbehouden, een produktie aan ruwijzer omvatten van 375.000 ton per jaar en een staalproduktie van 350.000 ton. Als eindprodukten zullen waarschijnlijk worden ver vaardigd walsdraad, bandijzer en z.~ kleinmateriaal, profielen enz. Naar zich laat aanzien, aldus de heer Van der Mandele, zal na rea lisering van de eerste fase een di recte werkgelegenheid zijn gescha pen voor 4000 mensen. De indirec te werkgelegenheid bedraagt on getwijfeld een veelvoud daarvan. Voor luchtverontreinigin'gsgevaar voor het Westland behoeft naar het oordeel van objectieve deskun digen geen vrees te zijn. De verwerkelijking van de eerste fase zal naar globale schatting een in vestering velgen van 350 miljoen gulden, een bedrag dat volgens ter beschikking staafide feiten uit Ne derlandse bronnen zal kunnen wor den gefourneerd. Hierbij wordt gere kend op een directe en indirecte medewerking van de staat. Het is ons streven de eerste' lase uit sluitend Nederlands te doen zijn en in de toekomst onze nationale positie en invloed te handhaven. Wanneer wij, zo besloot hij, niet met spoed tot de realisering van ons project kunnen komen is het gevaar niet denkbeeldig, dat de op Rozenburg aanwezige mogelijkheden door bui tenlanders zullen worden benut. Kapel tijdens godsdienst oefening uitgebrand In dc kerk der paters Augustijnen aan de Kanaalstraat te Eindhoven is gisteren de kapel van de heilige Nicolaas van Tolentïjn door brand verwoest. Toen de brand ontstond dat was ongeveer om half twee bevonden zich circa 700 mensen in de kerk, die daar bijeen waren ter viering van de feestdag van de heili ge Nicolaas. De pater op de kansel bemerkte het eerst de brand. Hij verzocht de kerk gangers rustig het gebouw te verla ten, waaraan deze gehoor gaven. In middels breidde het vuur zich uit, krachtig gevoed door de vele kaar sen. Verscheidene paters, geassisteerd door burgers, trachtten met schuim- blussers de vlammen te doven, waar bij zij weldra terzijde werden ge staan door de ijlings gealarmeerde brandweer. Het gehele interieur dei- kapel ging verloren. De godsdienst- •oefeningen werden later in de tuin naast de kerk voortgezet. NOTA AAN GEMEENTERAAD Voorstellen onvoldoende voor opheffing financiële nood der gemeenten In een gisteren verschenen nota aan de gemeenteraad laten B. en W. van Amsterdam enige klanken horen over de financiële toestand van de ge meente als preludium op de miljoe nenmelodie, die uit de in oktober te verwachten ontwerp-begroting voor 1960 zal klinken .Aanleiding daartoe vinden zij In het inmiddels versche nen ontwerp „financiële verhou dingswet 1959". De financiële verhou ding tussen het rijk en de gemeenten bepaalt, zoals bekend, de voornaam ste inkomstenbron voor de gemeen ten, d.w.z. de ruimten der geldmid delen om hun uitgaven te dekken. Vooraf zeggen B. en W. dat zij een werkzaam aandeel gehad hebben de in het tot stand komen van de brief en de nota, die het bestuur van de vereniging van Nederlandse ge meenten over het genoemde wetsont werp aan de Tweede Kamer heeft toegezonden zich in het algemeen met de daarin geuite bezwaren tegen het ontwerp verenigen. Volgens het ontwerp zullen de in komsten van het gemeentefonds be staan uit: 1. 12.3 procent van de zuivere op brengst van twaalf centraal geheven belastingen. 2. Een uitkering uit 's rijks kas ten bedrage van de voor-uitkering voor het lager onderwijs (die niet afhanke lijk is van de ontwikkeling der be lastingopbrengsten). Zonder rekening te houden met ga rantie- en limiecbepalingen valt daar uit een achteruitgang van ongeveer 53 miljoen voor de gemeenten teza men .te constateren, waarvan nog moet worden afgewacht of en hoe deze door het aanbrengen yan de z.g. „verfijningen" zal worden opge vangen. De gemeente Amsterdam zou onge veer 40 per inwoner achteruitgaan. De voorstellen, vervat in het wets ontwerp, moeten dan ook aldus de nota geheel onvoldoende worden geacht om de financiële nood der ge meenten op te heffen. „Ons voor naamste bezwaar tegen het ontwerp blijft, dat het aandeel van het ge meentefonds in de algemene belas tingmiddelen onvoldoende is." Met de vereniging van Nederlandse Ge meenten zijn B. en W. van mening, dat het aandeel-percentage van het gemeentefonds in de rijksmiddelen tenminste op 15,72 dient te worden bepaald, wil er een mogelijkheid aan wezig zijn om de financiële zelfstan digheid der gemeenten bij een rede lijk voorzieningspeil te herstellen. De minister-president heeft in zijn regeringsverklaring van 26 mei een nader beraad beloofd over de bevor dering ener uitbreiding van ket plaatselijke belastinggebied. Wij die nen af te wachten wat dat beraad zal opleveren, aldus B. en VI'. Een straaljager en een K.L.M.-vliegtuigeen ijlpaspoort met een bliksemvisum kwamen er aan te pas om de maker van „World press photo 1959" naar Den Haag te brengen. Woensdagmorgen maakte hij, op 200 km afstand van Praag, plaatjes op een tentoonstelling. Donderdagavond ptond de 21-jarige Stanislaw Tereba uit Praag met burgemeester Kolfschoten op het podium van het Haagse gemeente museum om zijn wereldprijs voor zijn sportfoto Doelman in de giet- regen" in ontvangst te nemen. Het waren 2000 gulden van de ge meente Den Haag en een der meest begeerde (zeer kostbarefoto camera's ter wereld. De Zilveren camera" voor de beste Nederlandse nieuwsfoto ging naar B. J. van MeêrendonJe voor zijn beroemde opname van een vallende cameraman bij liet pólitie-escorte van Sinterklaas in de hoofdstad onder het motto „Gooi wat in mijn schoentje". Vele leden van het corps diplomatique en tal van vooraanstaanden uit de wereld van kunst, pers en publiciteit woonden de prijsuitrei king en dé opening van de tentoonstelling „World press photo" tot 24 oktober) bij. ZOUT EN PEPER. Eigenlijk was het als grap bedoeld dat Marie Pep per (peper) in Portsmouth door vrienden in kennis werd gebracht met Edward Salt (zout). Marie Pepper en Edward Salt zijn echter in het huwelijk getreden. „Het duurde lang voordat ik geloof de dat hij werkelijk Salt heet", zei Marie, „maar nu ben ik van peper naar zout overgegaan". EN DE SOLLDAAT, HIJ WACHT TE. Tijdens een militaire oefening op Jutland, werd een soldaat op wacht gezet op een kruispunt te Munkeberg. Hij kreeg opdracht op een uit het zuiden komende colonne te wachten. Een dag en een nacht gingen voorbij en nog steeds zag de soldaat de colonne niet. Burgers, die medelijden met hem hadden, gaven hem wat te eten en te drinken. De jonge militair werd zo vermoeid dat hij niet meer op zijn benen *on staan. Hij liet iemand zijn eenheid opbellen om te vragen hoe lang hij nog moest wachten. Tien minuten later arriveerde een luitenant in een jeep. Het gelaat Y&n de luitenant had 'een blos v n schaamte. De luitenant had de soldaat vergeten doordat de oefening inmiddels beëindigd was. Door middel van een geheime stem ming zijn de hoofdrolspelers voor de Passiespelen 1960 van Oberammer- gau gekozen. De Passiespelen dateren uit het jaar 16S2, toen de gemeente, na het van de pest verlost te zijn, beloofde elke tien jaren een Passiespel op te voe ren. Foto v.l.n.r.: Koordirigent Max Schmidt; Maria Magdalena, Annelie- se Mayr; Maria, Irmi Dengg; Chris tus, Anton Preisinger en Johannes, Werner Bieling. Koopman te Rotterdam bekent brandstichting De politie to Rotterdam heeft aange houden de 57-jarige koopman A. v. d. IL Hem was als onderverhuurder de kamer opgezegd, die hij in de Gouvernestraat met een vrouw be woonde. Reeds vroeger moet hij ge dreigd hebben het huis in brand te zullen steken als hij niet mocht blij ven wonen. Hij heeft nu bekend dinsdagavond tot zijn daad gekomen te zijn. De brand, die beperkt bleef tot het bovenhuis, maakte elf personen voorlopig dak loos, Eisenhower sprak voor radio en t.v. (Slot van pag. 1) wij het eens zijn over de fundamen tele vraagstukken en onze vastbe sloten steun aan de NAVO". De president deelde mede dat hij de leiders der westerse bondgenoten van de Verenigde Staten de redenen had uiteengezet, die hadden geleid tot de Amerikaanse uitnodiging aan Kroesj- sjew. Eisenhower verklaarde de bondge noten der V.S. te hebben verzekerd dat zijn uitnodiging aan Kroesjt- sjew niet bedoeld was om tot defi nitieve onderhandelingen te komen. „Doch zij houdt wel In dat een ern stig wederzijds overleg mogelijk nienwe gelegenheden zal openen voor het maken van praktische vor deringen op de weg, die leidt naar wegneming van enkele der oorza ken van de internationale span ning", aldus de Amerikaanses pre sident. Eisenhower merkte verder op, dat ge durende zijn besprekingen met Kroesjtsjew niet zal worden onder handeld over onderwerpen, welke rechtstreeks in verband staan met de belangen van de Westerse verbonde nen of met die van enig ander deel der vrije staten. De president zei: „De leiders der we- Prins Bernhard vertrok naar Sankt Gallen Prins Bernhard is donderdag van Soesterberg per vliegtuig naar Zwit serland vertrokken waar hij in zijn functie van president van de interna tionale paardensport-federatie een dressuur-concoürs te Sankt Gallen zal bijwonen. Aanvankelijk was de prins voornemens hieraan ook zelf deel te nemen doch hij heeft hiervan moeten afzien in verband met de ziekte van zijn paard. reld staat voor een gewichtige keus. Indien wij een verbeterde atmosfeer van wederzijds begrip en ernstig stre ven naar liet vinden van oplossingen zouden kunnen scheppen, zou het mo gelijk zijn de vraagstukken, die ons thans verdeeld houden, met hernieuw de moed aan te vatten. Indien de Sowjet-Russische eerste mi nister opbouwende denkbeelden en voorstellen zou ontvouwen, die een basis zouden kunnen vormen voor verantwoorde onderhandelingen over de vraagstukken, die Oost en West verdeeld houden, zullen wij deze gaar ne met onze bondgenoten bestuderen", aldus Eisenhower. Hij sprak tenslotte zijn vertrouwen uit dat het Amerikaanse volk Kroesjtsjew, zijn echtgenote en ove rige gezinsleden met traditionele Amerikaanse wellevendheid en waar digheid zal begroeten. VIER JAAR NA „ONGELUK" IN ROTTERDAM j Het Wereldgebeuren Hulp Winneer men de kaart van Afrika bekijkt - wel te verstaan een kaart met staatkundige gren- zen - - dan ontrolt zich voor de ogen i van de beschouwer een hec-1 ingewik- Ikeld schouwspel. Hij ziet hoe de Be volking van Afrika is opgedeeld in vele kleine bestuursgebieden via al lerlei willekeurige grenzen, die des tijds zijn vastgesteld door de Koloni serende mogendheden. De grenzen lo nen dwars door het gebied ran een enkele volksstam en ze voegen daai- tegenover weer stamgroepen samen die zowel religieus als taalkundig en economisch niets met elkaar te ma ken hebben. Nu de zwarte bevolking van Afri ka bezig is tot zelfstandig staatsbestuur te geraken, vor men die grenzen hier en daar al ern stige belemmeringen voor de vorming I van levenskrachtige staten. Vandaar, dat er in Afrika politieke leiders zijn opgestaan, die de federatieve samen voeging van een beduidend aantal vroegere koloniën bepleiten. In bepaalde delen van Afrika zullen die leiders ongetwijfeldsucces heh- ben al zal dal niet vandaag op mor gen zijn. Er is namelijk ook een remmende factor bij dat ontstaan van bet nieuwe (zelfstandige) samen gaan der Afrikaanse volkeren. Die factor is het grote verlangen van de meeste Afrikanen om hulp en nieu we welvaart te ontvangen van de Westerse mogendheden. Toen kort geleden twaalf Afrikaanse koloniën van Frankrijk zich uitspra ken voor zelfstandigheid binnen het Franse gemenebest, betekende dat ei genlijk: „Wij verwachten van Frank rijk, dat het ons de miljarden francs zal verschaffen voor het opbouwen van onze welvaart". Kan Frankrijk die welvaart niet op korte termijn financieren en dat is voor Frankrijk een veel te zware taak dan zullen geleidelijk de ban den met Frankrijk losser worden en er zullen gebieden zijn, die zich ge heel zullen losmaken van het Franse imperium. Datzelfde geldt uiteraard ook voor de Afrikaanse gebieden, waar andere Westerse mogendheden thans nog in vloed hebben. Goede relaties met het nieuwe Afrika zijn alleen maar mogelijk, wanneer deze jonge volkeren directe, tastba re voordelen van die relaties genie ten. Een heel instructief voorbeeld van deze stelling leverde enkele weken geleden de Masai-stam in Tanganyika. Dat was dan wel toe vallig "op Engels gebied, maar het voorbeeld geldt evenzeer vooral alle andere Afrikaanse gebieden. De mannen van deze roemruchte stam, die zijn ^ontstaan terugvoert tot de oude Egyptenaren, hielden zich in het velleden hoofdzakelijk bezig met veeteelt, leeuwejacht en oorlog voeren. Een van hun oorlogskreten was: „Een Masai verslaat 1000 Ki- koeyoes". Deze Kikoeyoes verwierven zoals men weet, in de laatste jaren wereldbekendheid door de Mau-mau beweging. De Masai's nu, leven voor ruim de helft in Kenya en voor iets minder dan de helft "in Tanganyika en in dat laatste land waren ze er vrij slecht aan toe. Hun jacht- erf weidegebieden waren voor een deel verkocht aan buitenlandse landbouw ondernemers en nieuwe gebieden wa ren niet beschikbaar. Na veel onderling overleg hebben ze enkele weken geleden een opperhoofd gekozen, een 28-jarige onderwijzer, die vlot Engels spreekt. Deze beschaafde man hecht niet lan ger aan de oude stamgewoonten (zo als runderbloed drinken, het hoofd haar en het gelaat kleuren met oker enz.), maar hij hecht wel aan de ver langens van zijn stam en die verlan gens heeft hij ogenblikkelijk kenbaar gemaakt aan de Engelse gouverneur van Tanganyika. Hier zijn ze: een geldelijke uitkering van de (blanke) toeristen, die de wildreservaten bezoeken in het ge bied van de Masai's, ruimere water voorziening voor 't vee van de Masai's en wettelijke maatregelen tegen landbouwondernemingen, die zich vestigen binnen het Masai-gebïed. De Engelse gouverneur schrok en weigerde Vermoedelijk zal hij over twee of drie jaar niet meer schrikken als hem dezelfde eisen worden gesteld en zo zal dat wel zijn in geheel Mid den-Afrika Echtgenote van slachtoffer en chauffeur zouden daders zijn Op 19 november 1954 werd de politie in de vroege morgen in kennis ge steld van een ernstig ougeluk in de Sint Agathastraat te Rotterdam. De 39-jarige administrateur L. P. van Wijnen zou uit het raam van de tweede etage zijn gevallen en werd dood aangetroffen. Het slachtoffer, een hartpatiënt, zou voor dat venster wat frisse lucht hebben genoten, maar had het evenwicht verloren en zou eruit gevallen- zijn. Zijn echtgenote was later wakker geworden, doordat een raam in de wind stond te klap peren. Pas na vier jaar kreeg de politie ver moedens, dat hier niet van een on geluk sprake kon zijn geweest. De recherche meende reden te hebben om aan te nemen, dat het slachtoffer met een hamer was neergeslagen en vervolgens uit het venster geworpen. In .verband hiermee werd de thans 30-jarige chauffeur A. A. gearres teerd, alsmede de echtgenote van het slachtoffer, de 38-jarige thans heten de M. A. B.-P. Gisteren is voor de strafkamer van de Rotterdamse rechtbank de behandeling van deze zaak begon nen. Tijdens haar huwelijk met van W. had zij in het voorjaar van 1954 A. leren kennen, zo bleek. Er was een verhouding tussen nen ontstaan. Met toestemming van de echtgenoot kwam A. inwonen aan de St. Agathastraat. De omgang met A. bleef voor de vrouw niet zonder gevolgen, Toen hij merkte dat zij met haar man ook nog eens contact had gehad, ontstonden er ruzies. Kort daarna constateerde zij, dat een hamer uit een gereedschapskistje op een plank in de keuken lag. Zij heeft die laten liggen, hoewel A. haar gezegd zou hebben dat hij haar man er het hoofd mee in zou slaan. „Maar ik vond dat een mal verhaal", zei ze. „Ik heb het niet geloofd." Besloten werd later dat A. het liuis zou verlaten. Op de avond van de 18e november 1954 echter, zou vol gens de verklaring van de vrouw, A. opeens de kamer zijn binnengéko- men, waar zij met haar man zat. Hij had een hamer in zijn hand en sloeg er haar man enige malen mee op het hoofd. Haar zou hij een klap hebben gegeven, waardoor ze gedeeltelijk het bewustzijn verloor, naar ze zei. Toen ze bijkwam zou A. gezegd heb ben: Jo man is dood. t Hij zou voorgesteld hebben te doen alsof hij uit het raam zou zijn ge vallen, aldus de vrouw. Vervolgens zouden ze het lichaam op een stoel voor het raam gebracht hebben, waarna zij de stoel wegtrok. Het lichaam viel op de tien nieter lager gelegen binnenplaats. De bloedvlek ken werden binnen opgeruimd, waar bij de vrouw naar zij zei overstuur raakte en is gaan gillen. Buren wer den gewaarschuwd, en de politie kwam. De zaak werd voorgedragen als een ongeluk. De tweede verdachte ontkende. Hij zei de bewuste avond niet thuis te zijn geweest, maar naar een bioscoop (de tweede voorstelling) en een cafe. Eerder zou hij verklaard hebben om elf uur thuis te zijn gekomen. Ook de titel van de film die hij opgaf klopte niet met die, welke die week in de bewuste bioscoop draaide. Hij zou voorts aan een brief die de vrouw hem gestuurd had na net gebeurde, enkele dingen toege voegd hebben, voor het geval dat hij beschuldigd zou worden van de dood van haar man, naar hij zei. Daarbij behoorde het zinnetje: „Ik hoop dat je wat ik gedaan heb, nooit ophaalt." Het leek dus alsof zij dit geschreven had. Ook zou volgens deze verdachte de moeder van de vrouw in de middag van de 18e november 1954 in een ge sprek waar hij bij was haar het ad vies gegeven hebben: gooi je man het raam uit. De zitting is verdaagd I tot; vandaag, Accountant gearresteerd in fraude-zaak te Driesum In de fraude-affaire bij de Boazbank Driesum, Wouterswoude en omstre ken te Driesum bij Dokkuni is een tweede arrestatie verricht. Thans is namelijk ook de met het jaarlijks onderzoek belaste accountant J. S. uit Norg in opdracht van de officier van justitie, mr. M. H. Gelïnck te Leeuwarden, aangehouden. Hij wordt verdacht van medeplichtigheid. Enige dagen geleden werd de direc teur van de bank, de 58-jarige heer H. R. D.. gearresteerd, verdacht van fraude tot een totaal bedrag van ongeveer 250.000. Bij die gelegen heid verklaarde mr. Gelinck reeds dat het accountantsonderzoek in de afgelopen tien jaar op „zeer slechte wijze" was verricht. Naderhand is gebleken, dat D. grote bedragen heeft uitgeleend zonder voorkennis van het bankbestuur en de afbeta lingen daarop, alsmede de afbetalin gen van normale geldleningen (een bedrag van in totaal 180.000) niet in zijn boeken had verantwoord. Voorts heeft de directeur, die tevens de functie heeft van boek houder-kassier, aan zichzelf een lening van 30.000 verstrekt, ter wijl daarnaast nog een tekort van 40.000 is geeónstateerd. Tot dus ver beweert de heer D. hardnek kig niet te weten waar het ver duisterde geld gebleven is. Het onderzoek duurt voort.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 3