Oostduitse militairen vluchten over Todestreifen naar het Westen Amerikaanse veiligheidsdienst denkt aan één ding: Niki komt RESTAURATIE BELFORT SLUIS PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT MAANDAG 24 AUGUSTUS 1959 IN VIJF JAAR 15.600 OFFICIEREN EN MANSCHAPPEN Geüniformeerde uittocht neemt in omvang toe (Van onze correspondent in Bonn) Uit de cijfers, die aan het einde van elke week door Bonn worden gepubliceerd over het aantal Oostduitsers, dat het communisti sche regime in de zogenaamde „Duitse Demokratische Repu bliek" (de door de Russen bezette Oostzone van Duitsland) ont vlucht en het zijn er gemiddeld tussen de twee- en drieduizend blijkt het niet, omdat zij niet worden gesplitst in beroeps- of andere groepen. Maar in de laatste vijf jaren zijn uit „Volkspo- litie" en „Nationale Volksarmee" der D.D.R. 15.600 officieren en manschappen dat zijn twee „pentagonische" divisies naar de Bondsrepubliek overgelopen. Behalve, dat deze „Vopos" en „Volksarnüsten" de normale vluchtweg der Oostduitse burgers via Westberlijn openstaat, zijn zij de enigen, die ook over de zo genaamde „Todesstreifeu" de tien meter brede, met prikkel draad afgezette en omgeploegde strook langs de zonegrens tus sen Lübeck en Hof kunnen komen. Op burgers, die deze „To- desstreifen" betreden, wordt zonder pardon geschoten. „Vopos" en „Volksarmïsten" patrouilleren daar en op patrouilletochten doen zich voor hen talloze gelegenheden voor om naar Westduits- land over te steken. In de kazernes van de „Bundes- grensschutz", de Westduitse grenspolitie, die zo nodig het al lereerst in actie zou moeten ko men indien er ooit een gewapend conflict (op kleine schaal) tus sen West- en Oostduitsland zou uitbreken en die daarmede zou moeten verhinderen dat de bond genootschappelijke troepen on middellijk bij zulk een „bos- brandje" zouden worden betrok ken, stapelen zich de „Vopo" en „Volksarmee"-uniformen op. Terwijl de „Vopos" en „Volks- armisten", die via Westberlijn naar de Bondsrepubliek vluch ten, meestal in civiel komen (teneinde door de eigen Oost duitse grensposten niet te wor den opgemerkt), zijn de Oost duitse ordebewaarders, die op patrouilletocht langs de „Todes- streifen" de benen nemen meest al geüniformeerd en gewapend. Officieren der „Vopo" en „Volksarmee" brengen vaak waardevolle gegevens mee. Onderzoek Overlopende officieren zijn bepaald geen zeldzaamheid. Onderofficieren en manschappen moeten de gewone bureaucratische weg volgen om als vluchteling in Westduitsland te wor den opgenomen. Uiteraard worden zij wat scherper aan de tand gevoeld dan de gevluchte Oostduitse burgers. De mogelijkheid, dat via deze „Vo pos" en „Volksarmisten" communis tische spionnen de Bondsrepubliek als „politieke vluchtelingen" worden bin nengesmokkeld, is nimmer geheel uit gesloten. De gevluchte officieren der „Volkspolitie" en „Nationale Volks armee" worden voorlopig toever trouwd aan zowel de Westduitse- als de geallieerde „Intelligence-diensten", die hen zoveel mogelijk uitpompen. Hun namen worden door de officiële Westduitse instanties meestal geheim gehouden, omdat men hun vroegere „werkgevers" in Oostduitsland geen tips wil geven. Als het om werkelijk hoge „Volkspo litie"- of „Volksarmee"-o£fieieren gaat, worden zij na verloop van tijd meestal buiten de Bondsrepubliek ge bracht, om hen aan de mogelijke wraak der communisten te onttrek ken. Opname in de Westduitse strijd krachten is voor de gevluchte „Vo pos" en „Volksarmisten" uitgesloten. Zij moeten trachten als burgers hun boterham te verdienen, waarbij zij van de Westduitse autoriteiten de zelfde steun genieten als de „non- combattante" Oostduitse vluchtelin gen. Ook geldt natuurlijk dat bepaal de werkkringen in industrieën, waar geheime zaken worden vervaar digd voor hen piet openstaan. Iets anders kunnen de gedeserteerde „Vo pos" en „Volksarmisten" toch eigen lijk ook niet verwachten. Jonge mensen Toen het vorig jaar november de laatste cijfers werden gepubliceerd over het aantal naar Westduits land gedeserteerde „Vopos" en „Volksarmisten", stond het op 11.000, de sterkte (ongeveer) van de gehele politiemacht van de deelstaat Nedersaksen. De laatste maanden is echter een sterke toe neming in het aantal „overlopers" te constateren. Het zijn voorname lijk jonge mannen, die aan het einde van de oorlog nog kinderen waren en derhalve van hun prille jeugd af aan onder communisti sche druk zijn g;ezet. Jonge man nen, dus van wie men eigenlijk zou verwachten, dat zij het com munistische regime in de Oostzone met huid en haar zouden hebben opgeslokt. Des te merkwaardiger is rt feit, dat zij naar Westduits land met zijn volledig andere staatsvorm en zijn volle persoon lijke vrijheden vluchten. Dit betekent overigens niet, dat deze „overlopers" nu allemaal ideologische ondergrondsen zijn. Vaak zijn zij verstrikt geraakt in het communisti sche systeem, dat zij trouw hadden gezworen. Kleine inbreuken op dit systeem worden in Oostduitsland op vaak onmenselijke wijze gestraft. Dan leren zij het pas goed kennen en gaan er vandoor. Overtuigde demo- kraten zijn deze „overlopers" uiter aard niet. Zij kennen "de democratie niet, behalve als het zwarte kapita lisme, dat de communistische propa ganda heeft afgeschilderd. Zij pas sen zich echter zeer snel aan, zodra zij de vrijheid der Westduitse maat schappij hebben geproefd. Zij worden al heel gauw tot de gloeiendste voor standers en verdedigers der demo cratie. Uitzonderingen daargelaten kan daar door worden vastgesteld, dat deze overgelopen „Vopos" en „Volksarmis ten" na verloop van tijd ook in deze zin een winst voor Westduitsland zijn, dat zij de beste medicijn vor men voor iedere bondsrepubikeinse burger, die het voornemen mocht koesteren in omgekeerde richting te „vluchten" en de vrijheid van het Westen in te ruilen voor de onder drukking van het Oosten. Uit de „Bundeswehr", de grenspolitie en de gewone politie gaan jaarlijks een half dozijn van de Bondsrepubliek naar de D.D.R. Merendeels betreft het dan onpolitieke gevallen van dronkenschap in dienst, een verkeers ongeval met dodelijke afloop en an dere criminele oorzaken. Een verge lijking met de „Vopo" en „Volks armee" exodus naar Westduits land is derhalve onmogelijk en on eerlijk. Koningin voer mee op hospitaalscliip Koningin Juliana is zaterdagochtend te Wijk bij Duurstede voor een be zoek aan boord gegaan van het Rode Kruis-hospitaalscliip „J. Henry Du- nant. Dit schip maakte met een aan tal chronische bedlegerigen een zes daagse tocht door de Nederlandse binnenwateren. Een half uur na aan komst te Utrecht is de koningin van boord gegaan, bed. De De 17-jarige Leo Prinsen uit Arn hem bood de koningin bij haar aan komst een fraaie bouquet aan vanaf zijn bed. De koningin onderhield zich geruime tijd met deze jongen. Voor ieder van de zeventig invaliden, die op de „J. Henry Dunant" een prach tig uitzicht hadden op het Amster- dam-Hijnkanaal, had zij een opwek kend woord. Door verdrinking omgekomen Gistermiddag is de 20-jarige H. W. M. Arts, die met honderden anderen op de zogenaamde „Zandplaat" na bij de steenfabriek „De Vlietberg" te Nijmegen in de Waal zwom, bij het zwemmen verdrenken. Aan de overzijde van de Waal in het bad „Sprokelenburg" is de 9-jarige H. Vonken, die zich te ver in de Waal had gewaagd, door de stroom meegezogen en verdronken. Zijn jongere zusje, dat hem in het water gevolgd had, liep eveneens gevaar, doch kon op het laatste ogenblik nog worden gered. 9 Albert Blazer, die 25 jaar lang ober van het befaamde Parijse restaurant „Chez Maxim" is geweest, is na een langdurige ziekte in een Parijs zieken huis gestorven. Hij is 76 jaar gewor den. Dirigent Beecham 80 gehuwd met assistente 27 Sir Thomas Beecham, dirigent van het Engelse „Royal Philharmonic Orchestra", is eerder in de maand in Zwitserland gehuwd met zijn 27- jarige assistente Shirley Hudson, al dus is in Londen vernomen. Het is Beechams derde huwelijk. Hij is thans 80 jaar. De foto toont het echtpaar Beecham Brand in gevangenis kost acht levens Bij een brand in de gevangenis van Toms River, in de Amerikaanse staat New Jersey, zijn zondag acht gevangenen om het leven gekomen. De brand brak uit in de cel van een geestelijk gestoorde en het vuur verspreidde zich snel, doordat zich in de nabijgelegen cel een ontploffing voordeed. Het gebouw, waarin 58 ge vangenen zaten opgesloten, brandde geheel uit. De geredden werden over gebracht naar andere gevangenissen. Conferentie orthodoxen en rooms-katholieken De Oostcr orthodoxe bisschop Iaco- vos van Philadelphia, de belangrijk ste vertegenwoordiger van het ortho doxe patriarchaat van Constantino- pel op de bijeenkomst van het cen trale comité van de Wereldraad van Kerken te Rhodos, en andere ortho doxe theologen hebben zondag mee gedeeld dat zij voorstellen van rooms-katholieke zijde hebben aan vaard voor het houden van een theo logische conferentie te Venetië. Het doel van de conferentie die volgend jaar gehouden zou moeten worden, is het zoeken van toenadering tussen de oosterse orthodoxe Kerk en de Rooms-Katholieke Kerk die negen eeuwen geleden elk hun eigen weg gingen. Twee rooms-katholieke geestelijken deden de voorstellen vrijdagavond op een besloten bijeenkomst. Eén van hen, pater Dumont, had zaterdag tot een verslaggever van Reuter gezegd dat zij de voorstellen hadden gedaan op last van de deken van het college van kardinalen, kardinaal Tisserant. De twee paters woonden de bijeen komst van de Wereldraad van Ker ken als journalisten bij. Kardinaal Tisserant heeft zaterdag avond te Rome meegedeeld niets te weten van een opdracht aan de twee geestelijken tot het maken van af spraken over een bijeenkomst van theologen van de twee kerken. Zesjarenplan voor de haven van Zeebrugge De Belgische regering zal de komen de zes jaar een bedrag van 61.5 mil joen gulden investeren om de haven van Zeebrugge geschikt te maken voor zeeschepen met grote diepgang, Begonnen zal worden met het verbre den van de havendam over een leng te van 800 meter. Er zal een voorlopi ge dijk worden aangelegd, de toegang tot de haven zal worden uitgebaggerd en de kaden zullen worden ver nieuwd en uitgebreid. Aanvankelijk was op de begroting van openbare werken en wederop bouw ook een bedrag van bijna 17 miljoen gulden uitgetrokken voor de bouw van een werf voor het herstel van grote tankschepen. Van deze plannen is echter althans voorjopïi afgezien. VLUCHTELINGEN NIET ALLEEN CONFETTI STROOIEN Streng geselecteerde lijfwacht zal F.B.I. in beschermende taak bijstaan (Van een speciale correspondent) De uitnodiging van Nikita Kroesjtsjew kwam in Washington na de ontwikkeling van de laatste weken bepaald niet als een verrassing. Maar het bericht sloeg, wel in als een bom. De kreet „Niki komt" is een soort begroeting geworden van Washington tot San Francisco, van Boston tot Texas. En bij alle - politie-dnstanties door het gehele land is die kreet „Niki komt" tot een soort wachtwoord geworden. De chefs van de veiligheidsorganen loopt het hoofd nu al om: hoe be schermt men de bepaald niet overal en algemeen geliefde chef van het Kremlin tegen onprettige verrassingen, die misschien nu al zijn uitgedacht door zijn tegenstanders? Gelukkig staat daar tegenover, dat in de kluizen van de federale politie, de F.B.I., en van alle andere verantwoordelijke instanties reeds een nauwkeurig uitgewerkt „krijgs plan" klaar ligt. Want reeds ongeveer een jaar geleden, eind juli 1958, was men voorbereid op een bezoek aan New York van de Russische regeringschef. Als basis voor dit plan dienden de ervaringen van de Britse po litie bij het bezoek van Kroesj- tjéw en Boelganin aan Londen in het begin van 1956. Men heeft daar namelijk en met succes alle gevaarlijke elementen zoals politiek radicaal ingestelde emi granten, maar net zo goed alle notoire landlopers, arbeidsschu- wen en misdadigers onder het een of andere voorwendsel gedurende het staatsbezoek in „verzekerde bewaring" gesteld. Dat was in Londen mogelijk, maar voor een rondreis van Kroesjtsjew door de Verenigde Staten zou een dergelijke maat regel moeilijker uit te voeren zijn. De 22.000 man sterke politiemacht van New York bevindt zich reeds in alarmstemming. Specialisten ontwerpen plannen, om de wol kenkrabber-ravijnen tegen aan slagen te beschermen en de „strategische punten", zoals vensters cn daken, waarop zich toeschouwers bevinden, eventueel zelfs met machinepistool-schut ters te bezetten. Een speciaal commando van vaklieden moet voortdurend alle straten en ste gen controleren op tijdbommen. Niettemin laten de vele vluchte lingen uit de oostelijke landen, die thans in de Verenigde Staten wonen, er geen twijfel aan be staan, dat - wanneer het aan hen ligt bij demonstraties voor cn tegen Kroesjtsjew hens niet al leen confetti door de lucht zal dwarrelen. Men is nog niet het dreigement vergeten dat de Hon gaarse vluchtelingenorganisatie in 1958 uitsprak: „Iedere Hongaar zal weten, wat hem bij een be zoek vau Kroesjtsjew te doeu staat". Nu is natuurlijk de Amerikaanse geheime politie niet zo gemakke lijk te overdonderen. Het lijkt paradoxaal, dat de F.B J.-mannen, wier belangrijkste taak juist be staat uit de strijd tegen het com munisme en zijn uitingen, zich thans moeten inzetten voor de be scherming van het leven van de hoogste chef van diegenen, die zij anders moeten ontmaskeren. Maar het staat wel vast, dat hun eerzucht er waarborg vooT is, dat zij deze taak zo goed mogelijk zullen vervullen. Specialisten Daarbij komt, dat de „groten" van deze aarde niet zonder hun eigen beschermers reizen. Zoals wijlen de Turkse sultans zich om ringden met lijfwachten, die de schilderachtige naam „Janitsaren" droegen, zo worden ook in het oos ten en het westen alle prominente staatslieden voortdurend begeleid door een soort lijfwacht. De Sow- jets hebben dit systeem het sterkst doorgevoerd. En daardoor is de toestand nu zo, dat de Amerikaanse geheime politie iuist in de Russische geheime politie van generaal Serow haar meest waardevolle bondgenoot vindt bij het vervullen van haar taak. De politiemannen, die met Kroesjtsjew meekomen uit Moskóu, zijn stuk voor stuk superspecialisten, mannen met stalen zenuwen en spieren, die tegen alle situaties zijn opge wassen. Dat het scherpschut ters zijn. is vanzelfsprekend. Op speciale scholen worden zij voortdurend op hun taak ge traind, ze leren judo, boksen en fotograferen. Zij moeten de radiotechniek beheersen, mi crofilms kunnen vervaardigen cn met codes even vertrouwd zijn als met de problemen van de koloniale volken. De lijfwacht van de Amerikaanse president doet zeker niet onder voor die van de Russische leider. Een aantal scherp geselecteerde „beschermengelen" begeleidt de president van de Verenigde Sta ten naai- Moskou. In Europa kent men deze mannen het beste van Genève. Nu nog spreekt men in Zwitserland over het indrukwek kende schouwspel, dat deze lijf wachten tijdens de al weer legen darische topconferentie hebben geboden. Zij liepen naast de auto van de president, in looppas en sprongen pas bij hoge snelheid in hun eigen wagens om dan daar na, zodra de auto van de presi dent stilhield, deze opnieuw te omringen. Ook aan deze mannen worden enorm hoge eisen gesteld. Zij moeten liefst een universitaire op leiding hebben en uitzonderlijk goede manieren, zodat zij een rok évon ongedwongen kunnen dragen als een overall. Zij moeten mees- tcrehauffeurs zijn, verschillende talen spreken en de gave hebben een nieuwe taal in enkele weken tijd te kunnen Ieren. Voortdurend worden zij op speciale cursussen vertrouwd gemaakt met de laatste feiten op wetenschappelijk en technisch gebied, zodat zij tegen elke situatie opgewassen zijn. Maar dat betekent tevens dat het steeds moeilijker wordt, deze „jan!tsaren"-groep aan te vullen. Want steeds minder zijn in deze wereld van specialisatie de man nen te vinden, die alle vereiste eigenschappen in zich verenigen. (Slot van pag. 1) staren. Inderdaad het stadium van de restauratie, dat men nu heeft bereikt heeft weinig spec taculairs. Er wordt niet meer aan de weg getimmerd. Rustig bikken een handjevol arbeiders stenen en dat is het geluid, dat dag in dag uit over de markt klinkt. Het exterieur is echter ver gereed en men kan niet opschieten, omdat er gewacht wordt op de „kunstwerken", het beeldhouw- en snijwerk, dat is uitbesteed bij kunstenaars van naam in Nederland en Belgisch Vlaanderen. Een van hen, Flip den Klooster in Veere heeft het leeuwendeel voor zijn rekening genomen. Letterlijk en figuurlijk. De entree voor ceremo niële gebeurtenissen 2al namelijk worden gesierd door het wapen van Sluis en twee stenen leeuwen, die worden gehouwen door Den Kloos ter. Bovendièn vervaardigt deze beeldhouwer de steunstukken, die de zware eiken balken in de raadzaal zullen schragen. Elk stuk stelt een menselijke figuur voor. Het aanbrengen van die eiken balken is een „hels karwei" geweest. Met ijzeren ankers, dwars door de muur en de steunberen, zijn zij bevestigd. In totaal heeft men in net Belfort honderd kubieke meter eiken ver werkt. Nee, het is geen gemakkelijk kar wei, maar het is prachtig werk, oneindig boeiender dan die mo derne gebouwen, zeggen de arbei ders er zelf van. Er moet soms worden gegoocheld met getallen en vaak valt het voor de opzich ters niet mee er uit te komen. Maar de firma, die het werk uit voert heeft ervaring op dit gebied en doet al veertien jaar lang soort gelijk werk in de omgeving van Sluis. Momenteel is het interieur onder behandeling. Pas zijn venvar- mingsmonteurs begonnen met het plaatsen van de centrale verwar ming (boven) en van een hete lueht- verwarming onder de vloer van de toekomstige raadzaal. Dat is nu nog allemaal te zien, maar straks niet meer, want alles wat modern is, moet zoveel mogelijk worden weg gestopt. Liefst zou men het zonder al die moderne dingen doen, maar het Sluise stadhuis moet toch ook twintigste-eeuws comfort bieden. Naast de radiatoren van de cen trale verwarming wacht in de on derhanden zijnde raadzaal een prachtig ijzeren hekwerk, dat eens in het Middelburgs stadhuis en later in het gebouw van de ar- rondissemerits rechtbank te Mid delburg pronkte. Men heeft liet daar ver vangen door een lager hekwerk, dat men meer in overeenstemming acht met de afmetingen van de zaal, waarin het staat. De ge meente Sluis heeft het oorspron kelijke hek „op zicht" gekregen gekregen en of het ooit een defi nitieve plaats in het Belfort zal krijgen, hangt van de gemeente raad af. Er is in de loop van de jaren, waarin men met de restauratie bezig is. al heel veel over het plan en zijn onder delen gesproken en vaak ook werden als resultaat van die gesprekken wij zigingen in de restauratie gebracht. Van ingrijpende aard waren die ech ter niet en de werkzaamheden, waar van het stenen-bikken een belangrijk onderdeel is, vonden gestaag voort gang. Het al of niet voorradig zijn van stenen in het gewenste formaat en van de vereiste kleur, was van invloed op de continuïteit van de restauratie. De stenen moesten persé, gebruikte zijn en afkomstig van af braak. Soms had men geluk en wa ren ze in de omgeving verkrijgbaar. Andere keren moesten zij over grote afstanden worden aangevoerd. De opzichters gingen op iedere adver tentie af om de kwaliteit van het aangeboden materiaal te beoordelen. Tot dusver had men daarbij succes, zodat het geluid van staal op steen voorlopig nog wel over Sluis zal klinken Hopelijk zal het Belfort te Sluis, dat nu al jaren in de steigers staatvóór 1961 gerestaureerd zijn. Momenteel heeft 'het interieur de aandacht van de firma, die de restauratiewerk zaamheden uitvoert. Verder wacht men op het gereedkomen van de uit bestede houtsnij- en beeldhouwwer ken, waaraan door kunstenaars in Nederland en Belgisch-Vlaander en gewerkt wordt.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 8