Ontmoeting der oecumene op de „Evangelischer Kirchentag" PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer ONDERGANG VAN „TITANIC" SOBER GERECONSTRUEERD Waar zijn onze schepen? Het moeilijke offer 10 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 15 AUGUSTUS 1950 40.000 deelnemers trokken naar de Beierse hoofdstad De diepe verlegenheid van de wereld Op 12 augustus luidden de kerkklokken de negende Duitse Kerkedag in. Met 39 extra trei nen kwamen uit alle delen van Duitsland 40.000 deelnemers naar de Beierse hoofdstad. Ook uit ons land en andere landen waren enkele honderden verte genwoordigd. Temidden van de grote menigte zaten onder het tien meter hoge kruis de leiden den personen uit het kerkelijk leven van Duitsland, terwijl ook talrijke autoriteiten, o.a. de mi nisters dr. Schroder en prof. dr. Oberlander, de minister-presi dent van Beieren en de burge meester van München de ope- nïngsdienst bijwoonden. Na een regenperiode van vijftien uur viel er des middags om 5 uur een doodse stilte over deze grote menig te, toen de Beierse landsbisschop Dietzfelbinger het votum uitsprak en deze negende kerkedag, die tot 16 augustus duurt, met een feestelijke kerkdienst in de open lucht liet be ginnen. Het hoofdaccent van zijn toe spraak lag in de oproep „Wij willen teruggaan tot den Heer, Dien wij verlaten hebben". De president van de kerkedag, dr. v. Thadden-Trieglaff, legde er in zijn openingstoespraak de nadruk op, dat de christenheid haar boodschap al léén doorgeven kan in het bereid zijn werkelijk betrokken te zijn in de die pe verlegenheid van de wereld van onze generatie. God duldt onder de christenen geen „vakantie van de wereld" en geen zelfzuchtige „privé- vroomheid" temidden van de onbe schrijfelijke ellende van de mensheid in deze na-oorlogse tijd. Met het ge meenschappelijk uitgesproken „Onze Vader", onder het zingen van „Nu dankt allen God", werd deze „Kir chentag", die onder het thema staat: Stoffelijke resten van twee Alpinisten gevonden De stoffelijke resten van twee Zwit serse alpinisten die 79 jaar geleden om het leven kwamen, zijn donder dag gevonden op de Unteraar-Glet- scher nabij de Grimsel-pas. De berggids Fritz Roth en de alpi nist dr. Arnold Halier waren in juli 1S80 op weg gegaan met de gids Peter Rubie om een grote tocht te ondernemen ter gelegenheid van de opening van de Gleckstein schuil plaats. Zij werden nimmer terug ge zien. In 1954 werd het stoffelijk overschot van Rubie gevonden. Bouw langste hangbrug ter wereld begonnen Donderdag is men in New York met de bouw begonnen van de Verrazano- Narros brug tussen Brooklyn en Staten eiland. Het zal de langste hangbrug ter wereld zijn. De brug, die in 1965 voltooid moet zijn en 320 miljoen dollar gaat kos ten, zal 6.690 voet (2.038 meter) lang zijn van ankering tot ankering, en in totaal bijna drie mijl lang zijn. Het opgehangen gedeelte zal 60 voet <18,28 m) langer zijn dan dat van de Golden Gate brug in San Fran cisco. op het ogenblik de langste hangbrug ter wereld. De nieuwe brug zal een dubbeldek ker zijn met zes verkeersbanen op elke verdieping. Zij zal de eerste di recte verbinding tussen Brooklyn en Staten eiland zijn. Op het ogenblik wordt de verbinding nog onderhou den door veerboten. „Gij zult Mijn volk zijn", geopend. Al die duizenden mensen gaan zich bezinnen op de bijbelse boodschap en worden geconfronteerd met de vragen van deze tijd, terwijl zij te vens in aanraking gebracht worden met de kunstenaars. Verschillende letterkundigen lezen voor uit straks door hen te publiceren werk, compo nisten geven de eerste uitvoering. Schilders en beeldhouwers richten tentoonstellingen in van hun jongste scheppingen. Wat gaat er vooraf? Reeds drie jaar van tevoren worden voorbereidingen getroffen. Het is een zware opdracht een zo groot aantal mensen een onderkomen te verschaf fen, de vragen voor de werkgroepen vast te stellen, aan ieder een geeste lijke ruggesteun te geven. Wie moet spreken Bergen van voorstellen, een menigte referaten. Brieven, ont moetingen, bezoeken van de Alpen tot aan de Noordzee. Kunstenaars moeten gevraagd worden. Ook men sen van de christenheid der gehele wereld denken mee. Eén van de be langrijkste dingen is „Hoe zullen de christenen uit de Oostzone erbij be trokken kunnen worden Zullen zij toestemming krijgen om de grens, die Oost- en West-Duitsland scheidt, over te gaan De voorzitter van het plaatselijk voorbereidend comité, staatssecretaris dr. Meinzolt, schreef enige tijd geleden„Als onze broe ders en zusters uit de D.D.R. ver verwijderd moeten blijven van de ontmoeting in München, of maar met een klein aantal kunnen komen, ligt er een schaduw over de kerkedag 1959". Het resultaat is, dat van de vijftienduizend op wie men gehoopt had, slechts duizend officieel toege laten zijn Oost-West En één van de belangrijke dingen van de Duitse kerkedagen is de ont moeting Oost-West, waarin de chris tenen, die achter het „IJzeren Gor dijn" leven, nieuwe steun ontvan gen. Van 18-23 mei hebben alle lei ders van de bijbelbesprekingen zich geheel teruggetrokken. (Telefoon- oproepen werden niet aangenomen in het z.g. )rtnsel-konvent" in de Evangelische academie Tutzing bij München en zich op hun taak voor bereid. De grote vraag Dê grote vraag is echter „Hoe zal in deze grote massa de méns tot zijn recht komen Hierover zegt ds. Steiner (zakelijk leider van het comité) „dat uit een massa de gemeente van Jezus Chris tus ontstaat, ontsnapt aan alle men selijk organisatietalent. Dat kan al leen Gods Heilige Geest tot stand brengen. Om Haar ruimte te geven, kan slechts één ding gedaan worden namelijk bij alles wat wij voor bereiden en de plannen, die wij ma ken het woord Gods, het Evange lie van Jezus Christus centraal te stellen. Ditzelfde woord heeft eens aan de voet van de berg Sinaï een massa mensen van de meest uiteen- liggende staten een volk doen wor den, een volk Gods. Als dit woord juist verkondigd en gehoord wordt op de „Kirchentag" in München, mo gen wij getroost met elkaar, of wij uit de Oecomene of uit Beieren ko men, ons onder de leus van de Mün- chener Kirchentag stellen „Gij zult Mijn volk zijn". ONTVANGST IN MÜNCHEN Het is de eerste keer, dat de Duitse kerkedag in een gebied in de diaspo ra gehouden wordt. Beieren telt 27 en de stad München 22 evange lische bewoners. Dit zal een speciaal stempel op de kerkedag drukken. Toch is het overal in de stad te zien, dat de kerkedag gehouden wordt. Dit betekent veel. Christenen van beide kerken vertrouwen erop, dat van de ze openheid iets belevends uitgaat. Het apostolaire karakter komt sterk tot uitdrukking. Ook de organisato rische voorbereidingen dragen er toe bij, dat mensen van verschillend be lijden elkaar ontmoeten. Vele pro testanten hebben een onderdak ge vonden bij rooms-katholieken. De gastvrijheid is groot. In deze situatie klinkt de boodschap „Gij zult Mijn volk zijn (Advertentie) (élk tablet afzonderlijk verpakt) WIN 50 ROLLEN KLENE'S DROP; Zend 'n leuke tekening met één Fruietta wikkel a on KLENE N.V. te Amsterdam. Elke week 20 prijswinnaars en vele troostprijzen! Advertentie) Canadees radarnet zou een „kostbaar fiasco" zijn De keten van radarstations in Mid den-Canada, die langs de 55e breedte graad is aangelegd en in 1957 ge reedgekomen, is een kostbaar fiasco, zo heeft kapitein Charles Lumbrick, die de leiding van de radarstations heeft gehad, vrijdag in Ottawa ver klaard. De aanleg van de radarketen heeft 250 miljoen dollar gekost. Volgens Lumbrick moet het gebruikte sys teem tekortschieten omdat men er geen onderscheppingsvlietuigen mee kan leiden. FILMS IN ZEELAND Twintig jaar heeft Walter Lord no dig gehad om alle feiten over de ondergang van de „Titanic" op 15 april 191» te verzamelen en te rang schikken. Zijn relaas van de ramp in het boek „A night to remember" is eeu sober, boeiend en aangrijpend verslag van een verschrikkelijke nacht de laatste nacht van anderhalf duizend mensen, passagiers van het ongeluksschip, dat op de „maiden trip" op een ijsberg liep. De feiten, resultaat van Walter Lord's nauw gezet onderzoek, zijn terug te vinden in de rolprent, die Britse filmers over de dramatische gebeurtenissen vervaardigden. Kenneth More, de veelzijdige acteur, die vooral door zijn komische rollen, o.a. in „The lord, the lady and the butler" ook in Nederland bekendheid kreeg, neemt de hoofdrol voor zijn reke ning. De Engelsen, wier humoristische films tot de allerbesten behoren, heb ben met „Een nacht om nooit te vergeten" voor goed duidelijk ge maakt, dat zij een veel breder gebied der filmkunst beheersen. De verfil ming van dit moeilijke en droevige stuk scheepvaarthistorie is geniaal aangepakt en uitgevoerd. Het aan grijpende en menselijk-ontroerende aspect van de zeeramp en de nuchte re feiten zijn meesterlijk verwerkt tot een gaaf en aanvaardbaar geheel. Roy Baker heeft het melodramati sche ontweken. De camera registreert ontroerende momenten, maar dwaalt dan weer vlug af om een ondanks AAGTEDIJK IS v. Victoria r friesland (k.r.l.) a3 Ball n. landlego. GlESSENKERK 13 250 m. ALBLASSERDIJK 13 IC ALIOTH 13 Santo». AMELAND pass. 13 Cork asmidiskc 13 350 n 13 dw. Malta n ACILA 13 1100 r alwaki 13 1 ANDA 13 410 m. V. C. Eindhoven 13 139 i C. THE HAGUE 13 v. O. Rotterdam 13 r Algiers. GARILLO 13 SO m. a CnoOTE kerk 1 HOLENDRECHT 13 Hinder. HOOGKERK 14 IJan HEELSUM 14 Antw< J. VEROLME 14 Co« JAGERSFONTEIN l' KABTLIA 12 800 r KEN NEMER LAND 12 V. P. Alegre. K8RMIA 12 v. It'dam c KHASIELLA 13 V. Cur. Trinidad. KOSICIA 13 v. P. Fori Rottordam. NIJKEAK 13 v. Llesabon, 17 t» Duinkerken varw. MOORDWIJK 11 T. Aden n. Monrovia. ORANJEFONTEIN 13 v. P. Elisabeth n. Bast London. OUWERKERK 14 Genua. OVERIJSSEL 12 130 m. W. V. PBNDRECHT 13 *0 111. ».W. v. PR. D. MEDERL. 14 Curagao. PARKHAVEN 13 E GREAT 13 68 m. SCHELPWIJK 13 90 m. n.o. V Fayal. SCHIB 13 V. Beiroet to Lattakia. SCHERPBNDRECHT 14 Cariplto. LELYKERK 12 ISO IT STAD LEIDEN 14 PoJeL STATUE OF LIBERTY 12 1 X.Z.W. v. Mozambique. STRAAT MADURA 13 v. 8 STRAAT SUMATRA 14 Djibouti. STRAAT SOENDA 14 Zanzibar. STAD UTRECHT 12 6ZO m. o leopoldskerk 13 CASTOR 14 I Forgs 13 Sholtena i du ivendijk 12 dw. v. Dover. duiveland 13 38 m. O. V. cemdijk 13 488 m, n.n.w. MARON 14 HambuiD. MERWE LLOYD 13 Hamburg. MOLENKCRK 12 v. R'dam te moNTFBRLAND 13 Y. 3. Aires n Amsterdam. MYLAOY 13 V. HU O. Tabou. NAES8 COMMANDER 13 V. Sue: n. M. al Ahmadl. NAESB LION 13 v. Mashur t< 13 v. N. Orleans te I 14 •arahoim. ZEELAND 14 Penang. ZUIDERKERK 13 v. Aden. 1250. Slechts langzaam be kwam onze piloot van de schrik. De aanblik van zo'n ongelooflijke opeenhoping van kostbaarheden, zou zelfs de koelbloedigste mil jonair van zijn stuk ge bracht hebben. Arend vroeg zich af, wat in dat verre verleden de bewoners van de tempelstad ertoe gezet kon hebben om zulk 'n weelde op te stapelen. Aan zijn geestesoog gingen de pracht en praal voorbij die de dynastieën der successie velijke Incavorsten en hun intrigerende zonnepriesters gemerkt hadden. In ge dachten zag hij ook de oude Spaanse verove raars, zoals Cortez en Pizarro, die met hun schepen, harnassen en paarden en kanonnen de bewoners van de Nieuwe Wereld dusdanig imponeerden, dat deze maar liever snel vrede sloten met de IJzeren Mannen van ver over de zee. Montezuma, Cuauhtemoc, Atahuallpa en andere trotse heersers van het Azteken- en Inca-rijk moesten het hoofd buigen en buiten sporige schattingen aan de canquistadores be talen. alles komische scène op te nemen. Deze adempauzen voeren de film langzaam maar zeker naar de cli max, de onherroepelijke ondergang van het trotse schip. Het ogenblik, waarop de schroei ven van de „Titanic", die even tevoren nog hoog boven het ach terdek met zijn wanhopige men- senchaos uitstaken, in de golven verdwijnen, is echter niet het einde van de film. Eerst wordt de toeschouwer nog een blik gegund op enkele geredden en met nau welijks verborgen ironie tipt de regisseur even aan hoe snel eigen lijk vergeten wordt. Er zijn echter ook hartroerende ta ferelen waar te nemen. Het beeld tenslotte van tweede stuurman Ligh- toller (Kenneth More), die men in het verhaal heeft leren kennen als een zeeman uit één stuk bij het in de boten gaan weet hij een totale aniek te voorkomen en later neemt lij in de sloepen vastbesloten de lei ding vaagt minder prettige in drukken onmiddellijk weg. Zo is het in de' hele film, die rijk is aan tegen stellingen: in het begin van de reis een zelfverzekerde gezagvoerder, bouwer en passagiers van het schip, later ziet men hun wanhoop; er is de tegenstelling tussen de rijkdom in de eerste klasse salons en de armoe de der landverhuizers onderdeks; de zelfbeheersing bij het in de boten gaan van sommigen en de vertwij. felïng en paniek bij anderen. Verdient Roy Baker, de regisseur lof ómdat hij de ramp zo indrukwekkend heeft gereconstrueerd en op het cel luloid vastgelegd, niet minder be wondering moet men hebben voor Kenneth More. De sympathieke acteur weet zich zo in zijn rol in te leven, dat van „spel" onmogelijk kan worden gesproken. Mede dank zij More wordt het voor velen een onvergetelijk gebeuren, te meer omdat men de ondergang van de „Titanic" als het ware zelf mee maakt. „Foei Nicole „Foei, Nicole" heet de nieuwste film van Romy Schneider, die in Electro (Middelburg) te zien is. Even lijkt het alsof we hier te maken hebben met een nieuwe Romy, een meer levensechte jon gedame. Maar het nieuwe blijkt alleen maar in haar kapsel te zitten. Ze speelt de rol van een soort Fran- goise Sagan, een meisje, dat onthul lende liefdesverhalen schrijft, die haar vrienden en kennissen schok ken. Dat had men niet van Nicole gedacht .Ze leek zo'n aardig, onschul dig meisje. Gelukkig valt het wel mee. Haar verhalen heeft ze toch niet zelf beleefd en in haar hart is ze nog steeds een goede dochter van mama Dassau, die ook in het gewone leven als Magda Schneider haar moeder is. „De zwarte baretten" van Terence Young is het zoveelste verhaal van een ontsnapping uit een krijgsgevan genkamp. Overigens geen slecht ver haal. Spannend is het in elk geval. De Lybische woestijn ls het toneel van de strijd, van de gevangenne ming en tenslotte ook van de vlucht. Een ziekenauto is zoiets als het paard van Troje, maar dan In om- Eekeerde richting. Victor Maturo en eo Genn zijn de prominenten in de hoofdrollen. De film wordt gedraaid in Schouwburg (Middelburg). „Meisjes, mambo's en whiskey" i9 allemaal iets voor Eddie Constantl- ne, die om de meisjes te beschermen zo nu en dan de handen uit de mou wen steekt en ze tot vuisten balt. Om van zo'n gevecht te bekomen be stelt hij een whisky en danst hij op zijn tijd een mambo. Dit alles speelt zich af in de stimulerende om geving van de Caraïbische Zee. Pas- cale Roberts is een van de jongeda mes, waarvoor Eddie zijn hachje waagt. Met plezier overigen. In Grand (Goes) kan men van deze hef tige gebeurtenissen genieten. „Het lokaas van Fort Bellow", Luxor (Vlissingen) is een aardige jongedame. Wat zij eigenlijk precies te maken heeft met de strijd van de Indianen tegen de Amerikanen in Oregon, waar het verhaal speelt, wordt niet duidelijk. De gevechten tussen de cavalerie van Fort Bellow en de Shoshones zijn hoofdzaak en zorgen voor de spanning. De jonge dame en een vriendin maken de zaak nog wat gecompliceerder. Het levensverhaal van de legendari sche pionier uit het wilde westen, Davy Crockett, de held van vele Amerikaanse strips, wordt gedraald in Grand (Goes) in de zonaagmati- nee. Walt Disney maakte een kleu rige film over het leven van de be roemde woudloper, dat bestond uit een aaneenschakeling van gevechten tegen indianen. FEUILLETON DOOR DAVID HOWARTH 33 Tenslotte werd zijn volharding be loond, want een onder het waterop pervlak verborgen stroom dreeft het vlot naar het midden van de rivier. De vaart kreeg nu een rustiger tem po, zodat hij zich in zijn volle leng te kon oprichten en om zich heen zien. Langs de westelijke oever ver rezen thans dichte bossen, zeker hoofdzakelijk bestaande uit eiken en berken, die volgens Anton ongeschikt waren voor het bouwen van een vlot. Verderop, waar de glinsterende ri vier melkbaar smaller werd, zag hij een donkere massa, zeker de heuvel of rots bij de bocht; ergens daar be neden moesten de anderen in de duis ternis nu op hem wachten. Nog een klein eindje dus! Julian wendde z'ch om en zocht naar het touw, dat hij op de wal zou moeten gooien. Tot zijn schrik vond hij het niet. Overboord geslagen of liever ge rukt? Julian herinnerde zich, dat het t.ouw met zijn uiteinde aan een der hoeken van het vlot was bevestigd. Nu v/as de grote vraag: aan welke hoek. Hij snelde van de ene hoek naar de andere en ontdekte einde lijk, dat het touw stijf turken de boomstammen in het water lag. Hij knielde neer, omklemde het naburige vat vast en trok bij wijze van steun wanhopig aan het touw, dat echter weerstand bood. Blijkbaar zat het ergens beneden vast en was het dooi de wentelingen en wendingen tot een onhandelbaar kluwen ineengedraaid. Al kruipend over het platform en daarbij aan-één-stuk-door onder wa ter tastend, zag hij eensklaps, slechts een paar meter van hem verwijderd, een stuk van het touw dat boven de opnervlakte uitkwam. Zonder zich te brinken, sprong hij andermaal overboord en zwom erheen, greep het touw en trok eraan om op die ma nier het vlot weer te bereiken, maar het stuk hing slap in het water, zo dat hij niet kon zién welk einde vrij was. Hij begon dus, steeds het touw vasthoudend terug, te zwemmen, kwam echter weldra tot de ontdek king dat draaikolken hem een eind uit de koers hadden gebracht en werd bovendien door het zware touw om laag gedrukt toen hij probeerde het met zich te voeren. Eensklaps zag Julian opnieuw tak ken boven zijn hoofd. Het vlot was inderdaad de rivier overgestoken en nu dicht hij de westelijke oever. Met een krampachtige poging wors telde hij zich in die richting, of schoon zowel het touw als de stroom hem dreigden mee te slepen. Zijn ene voet raakte de grond, waarop hij, zijn laatste krachten inspannend,' zijn lichaam vooruitwierp en op de glibberige stenen in evenwicht trachtte te komen. Voor het echter zover was, botste het vlot met zijn volle zwaarte tegen het touw en trok hem, half in het water staande, mee. Hij hield koppig vol, zoekend naar een steunpunt, omdat hij lang zaam terrein verloor. Toen voelde hij opeens, dat Liesel hem omklemd hield en hijgde haar toe: „Zie dat je het eind van het touw aan een boom vastmaakt". Meteen verdween ze weer, terwijl het touw hem door de handen gleed. Zijn lichaam kwam andermaal in de rivier terecht, zijn voeten gleden weg en hij werd mee gesleept, maar hoorde haar plotse ling roepen: „Ik heb het!" Hij liet het touw los, bereikte nog tijdig de oever en zag hoe het vlot nu gehoor zaam de stroom overstak, om keurig onder de bomen te landen, i „Julian", hoorde hij haar vragen, „is alles goed met je?"Ben je gewond?" I „Dat geloof ik niet", antwoordde hij, I „alleen maai- drijfnat". Hij werkte- zich, door haar geholpen, in zijn doorweekte kleren op de wal en was weldra het middelpunt van hulpvaar dige handen en angstige vragen. Was wel een beetje meer dan waarop ik had gerekend", zei hij spijtig. „Ik had bijna het hele vlot laten schieten". Toen moest hij zijns ondanks lachen bij de herinnering aan het langs de oostelijke oever rondraaiende vlot, waarop hij zelf als een gek van de ene noek naar de andere was gedraafd. „Ik ben een grote dwaas geweest", ging hij voort, zo goed mogelijk vertellend wat er eigenlijk was gebeurd. „In het midden van de rivier ls naar het schijnt een soort Niagara-waterval. Ik had zo verstandig moeten zijn, het touw onderaan vast te binden toen ik het oprolde. Maar nu ja, het doet er verder niet toe. Waar is Anton?" vroeg hij tenslotte, want hij had be merkt, dat slechts de graaf en de soldaten te hulp waren geschoten. „Anton", antwoordde de graaf, „is gelukkig juist naar zijn huis ge rend om wat handoeken en kleren te halen. Bij nader inzien majoor, hadden we namelijk besloten, dat één onzer moest overzwemmen. Als ik het goed begrijp, moeten we een touw naar de andere oever zien te krijgen, en we zijn het er over eens, dat niemand van ons het zo ver kan gooien. We hadden niet gedacht, dat U zo'n avontuurlijke reis zou hebben, maar inu zijn, naar ik aanneem, handdoe* ken en kleren juist wat U nodig heeft". „Dat zijn ze ongetwijfeld", gaf Ju lian, die al van koude rilde en totaal verkleumd was, toe. „Ja, we moeten natuurlijk een touw naar de overkant brengen. Ik meende eerst zo half en half, dat we het per vlot konden doen. maar nu ik de rivier beter ken zie ik in, dat hierop geen kans be staat. Nu, ik kan toch niet natter worden; laat ik dus maar gaan". „Ut geloof, dat U genoeg uw portie heeft gehad, majoor", kwam de kor poraal tussenbeide. „U zult doodziek worden als U geen droge kleren aan. trekt. Doet U die natte rommel uit en neem zolang mijn kleren, zou ik zeggen. Het is wel een soort degrada tie, maar niemand ziet het hier. Ik zwem over met het touw en denk, dat als ik terug kom de oude baas wel een of ander fantastisch pakje voor me zal hebben". „Heel aardig van U, korporaal, maar ik kan U toch moeilijk op de Russi sche oever laten rondlopen". „Niet in uniform, majoor, maar als ik in mijn natuurstaat een Rus te gen het lijf loop, schrikt hij mis schien meer dan ik". „Kunt U goed zwemmen? Het is niet gemakkelijk als het lijkt. slep ------ - En met een touw om mee te slepen zal het een heel karwei zijn". „Kom, kom, majoor, stribbel nu niet langer tegen, ik kan het heus wel klaarspelen. Is de jonge dame niet in. de Duurt? Doe. dan die boel maar uit". En meteen begon do korporaal zijn „battle dress" los te maken, ter wijl Liesel, door Julian op de hoogte gebracht, het bos inliep om daar een vuur aan te leggen, waaraan hij zich kon warmen. De graaf riep haar echter nog even terug. „Het idee van een vuur is goed", merkte hij op, „maar ik weet een veel hetere plek ervoor. Op de top van die rots ligt de ruïne van een fort, door een of andere voorzaat van mij daar in de veertiende eeuw gebouwd. Het heeft een ondergrondse kerker met een vuurhaard, waar Ik als kind wel vuurtjes ging stoken bij wijze van een of ander spelletje. Ik en mijn kameraadjes vonden het dan bijzonder prettig, dat er buiten niets van te zien was. Kom mee, lieve kind, als ik hierniet nodig ben, zal ik je de plek even wijzen „Graag, meneer de graaf. Kom jij daar dan ook, Julian, zodra je klaar bent?" Liesel en de graaf togen op weg en Julian begon zich uit te kleden. Hij stond aan één stuk door te bib beren en begreep, dat zijn gezicht en handen blauw van de kou moeten zien. „Maak U maar niet ongerust over de korporaal, majoor", zei de sol daat die Smith werd genoemd, wat verlegen. „In Engeland is hij een van de beste zwemmers, een kam pioen, als je zijn verhalen maar half gelooft!" (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 6