Ontmoeting der oecumene op de
„Evangelischer Kirchentag"
PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer
ONDERGANG VAN „TITANIC"
SOBER GERECONSTRUEERD
Waar zijn onze schepen?
Het moeilijke offer
10
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 15 AUGUSTUS 1950
40.000 deelnemers trokken
naar de Beierse hoofdstad
De diepe verlegenheid
van de wereld
Op 12 augustus luidden de
kerkklokken de negende Duitse
Kerkedag in. Met 39 extra trei
nen kwamen uit alle delen van
Duitsland 40.000 deelnemers
naar de Beierse hoofdstad. Ook
uit ons land en andere landen
waren enkele honderden verte
genwoordigd. Temidden van de
grote menigte zaten onder het
tien meter hoge kruis de leiden
den personen uit het kerkelijk
leven van Duitsland, terwijl ook
talrijke autoriteiten, o.a. de mi
nisters dr. Schroder en prof. dr.
Oberlander, de minister-presi
dent van Beieren en de burge
meester van München de ope-
nïngsdienst bijwoonden.
Na een regenperiode van vijftien uur
viel er des middags om 5 uur een
doodse stilte over deze grote menig
te, toen de Beierse landsbisschop
Dietzfelbinger het votum uitsprak en
deze negende kerkedag, die tot 16
augustus duurt, met een feestelijke
kerkdienst in de open lucht liet be
ginnen. Het hoofdaccent van zijn toe
spraak lag in de oproep „Wij willen
teruggaan tot den Heer, Dien wij
verlaten hebben".
De president van de kerkedag, dr. v.
Thadden-Trieglaff, legde er in zijn
openingstoespraak de nadruk op, dat
de christenheid haar boodschap al
léén doorgeven kan in het bereid zijn
werkelijk betrokken te zijn in de die
pe verlegenheid van de wereld van
onze generatie. God duldt onder de
christenen geen „vakantie van de
wereld" en geen zelfzuchtige „privé-
vroomheid" temidden van de onbe
schrijfelijke ellende van de mensheid
in deze na-oorlogse tijd. Met het ge
meenschappelijk uitgesproken „Onze
Vader", onder het zingen van „Nu
dankt allen God", werd deze „Kir
chentag", die onder het thema staat:
Stoffelijke resten van
twee Alpinisten gevonden
De stoffelijke resten van twee Zwit
serse alpinisten die 79 jaar geleden
om het leven kwamen, zijn donder
dag gevonden op de Unteraar-Glet-
scher nabij de Grimsel-pas.
De berggids Fritz Roth en de alpi
nist dr. Arnold Halier waren in juli
1S80 op weg gegaan met de gids
Peter Rubie om een grote tocht te
ondernemen ter gelegenheid van de
opening van de Gleckstein schuil
plaats. Zij werden nimmer terug ge
zien. In 1954 werd het stoffelijk
overschot van Rubie gevonden.
Bouw langste hangbrug
ter wereld begonnen
Donderdag is men in New York met
de bouw begonnen van de Verrazano-
Narros brug tussen Brooklyn en
Staten eiland. Het zal de langste
hangbrug ter wereld zijn.
De brug, die in 1965 voltooid moet
zijn en 320 miljoen dollar gaat kos
ten, zal 6.690 voet (2.038 meter) lang
zijn van ankering tot ankering, en
in totaal bijna drie mijl lang zijn. Het
opgehangen gedeelte zal 60 voet
<18,28 m) langer zijn dan dat van
de Golden Gate brug in San Fran
cisco. op het ogenblik de langste
hangbrug ter wereld.
De nieuwe brug zal een dubbeldek
ker zijn met zes verkeersbanen op
elke verdieping. Zij zal de eerste di
recte verbinding tussen Brooklyn en
Staten eiland zijn. Op het ogenblik
wordt de verbinding nog onderhou
den door veerboten.
„Gij zult Mijn volk zijn", geopend.
Al die duizenden mensen gaan zich
bezinnen op de bijbelse boodschap
en worden geconfronteerd met de
vragen van deze tijd, terwijl zij te
vens in aanraking gebracht worden
met de kunstenaars. Verschillende
letterkundigen lezen voor uit straks
door hen te publiceren werk, compo
nisten geven de eerste uitvoering.
Schilders en beeldhouwers richten
tentoonstellingen in van hun jongste
scheppingen.
Wat gaat er vooraf?
Reeds drie jaar van tevoren worden
voorbereidingen getroffen. Het is een
zware opdracht een zo groot aantal
mensen een onderkomen te verschaf
fen, de vragen voor de werkgroepen
vast te stellen, aan ieder een geeste
lijke ruggesteun te geven. Wie moet
spreken Bergen van voorstellen,
een menigte referaten. Brieven, ont
moetingen, bezoeken van de Alpen
tot aan de Noordzee. Kunstenaars
moeten gevraagd worden. Ook men
sen van de christenheid der gehele
wereld denken mee. Eén van de be
langrijkste dingen is „Hoe zullen de
christenen uit de Oostzone erbij be
trokken kunnen worden Zullen zij
toestemming krijgen om de grens,
die Oost- en West-Duitsland scheidt,
over te gaan De voorzitter van het
plaatselijk voorbereidend comité,
staatssecretaris dr. Meinzolt, schreef
enige tijd geleden„Als onze broe
ders en zusters uit de D.D.R. ver
verwijderd moeten blijven van de
ontmoeting in München, of maar met
een klein aantal kunnen komen, ligt
er een schaduw over de kerkedag
1959". Het resultaat is, dat van de
vijftienduizend op wie men gehoopt
had, slechts duizend officieel toege
laten zijn
Oost-West
En één van de belangrijke dingen
van de Duitse kerkedagen is de ont
moeting Oost-West, waarin de chris
tenen, die achter het „IJzeren Gor
dijn" leven, nieuwe steun ontvan
gen. Van 18-23 mei hebben alle lei
ders van de bijbelbesprekingen zich
geheel teruggetrokken. (Telefoon-
oproepen werden niet aangenomen
in het z.g. )rtnsel-konvent" in de
Evangelische academie Tutzing bij
München en zich op hun taak voor
bereid.
De grote vraag
Dê grote vraag is echter „Hoe zal
in deze grote massa de méns tot zijn
recht komen
Hierover zegt ds. Steiner (zakelijk
leider van het comité) „dat uit een
massa de gemeente van Jezus Chris
tus ontstaat, ontsnapt aan alle men
selijk organisatietalent. Dat kan al
leen Gods Heilige Geest tot stand
brengen. Om Haar ruimte te geven,
kan slechts één ding gedaan worden
namelijk bij alles wat wij voor
bereiden en de plannen, die wij ma
ken het woord Gods, het Evange
lie van Jezus Christus centraal te
stellen. Ditzelfde woord heeft eens
aan de voet van de berg Sinaï een
massa mensen van de meest uiteen-
liggende staten een volk doen wor
den, een volk Gods. Als dit woord
juist verkondigd en gehoord wordt
op de „Kirchentag" in München, mo
gen wij getroost met elkaar, of wij
uit de Oecomene of uit Beieren ko
men, ons onder de leus van de Mün-
chener Kirchentag stellen „Gij zult
Mijn volk zijn".
ONTVANGST IN MÜNCHEN
Het is de eerste keer, dat de Duitse
kerkedag in een gebied in de diaspo
ra gehouden wordt. Beieren telt 27
en de stad München 22 evange
lische bewoners. Dit zal een speciaal
stempel op de kerkedag drukken.
Toch is het overal in de stad te zien,
dat de kerkedag gehouden wordt. Dit
betekent veel. Christenen van beide
kerken vertrouwen erop, dat van de
ze openheid iets belevends uitgaat.
Het apostolaire karakter komt sterk
tot uitdrukking. Ook de organisato
rische voorbereidingen dragen er toe
bij, dat mensen van verschillend be
lijden elkaar ontmoeten. Vele pro
testanten hebben een onderdak ge
vonden bij rooms-katholieken. De
gastvrijheid is groot. In deze situatie
klinkt de boodschap „Gij zult Mijn
volk zijn
(Advertentie)
(élk tablet afzonderlijk verpakt)
WIN 50 ROLLEN KLENE'S DROP;
Zend 'n leuke tekening met één Fruietta wikkel a on KLENE N.V.
te Amsterdam. Elke week 20 prijswinnaars en vele troostprijzen!
Advertentie)
Canadees radarnet zou een
„kostbaar fiasco" zijn
De keten van radarstations in Mid
den-Canada, die langs de 55e breedte
graad is aangelegd en in 1957 ge
reedgekomen, is een kostbaar fiasco,
zo heeft kapitein Charles Lumbrick,
die de leiding van de radarstations
heeft gehad, vrijdag in Ottawa ver
klaard.
De aanleg van de radarketen heeft
250 miljoen dollar gekost. Volgens
Lumbrick moet het gebruikte sys
teem tekortschieten omdat men er
geen onderscheppingsvlietuigen mee
kan leiden.
FILMS IN ZEELAND
Twintig jaar heeft Walter Lord no
dig gehad om alle feiten over de
ondergang van de „Titanic" op 15
april 191» te verzamelen en te rang
schikken. Zijn relaas van de ramp
in het boek „A night to remember"
is eeu sober, boeiend en aangrijpend
verslag van een verschrikkelijke
nacht de laatste nacht van anderhalf
duizend mensen, passagiers van het
ongeluksschip, dat op de „maiden
trip" op een ijsberg liep. De feiten,
resultaat van Walter Lord's nauw
gezet onderzoek, zijn terug te vinden
in de rolprent, die Britse filmers
over de dramatische gebeurtenissen
vervaardigden. Kenneth More, de
veelzijdige acteur, die vooral door
zijn komische rollen, o.a. in „The
lord, the lady and the butler" ook
in Nederland bekendheid kreeg,
neemt de hoofdrol voor zijn reke
ning.
De Engelsen, wier humoristische
films tot de allerbesten behoren, heb
ben met „Een nacht om nooit te
vergeten" voor goed duidelijk ge
maakt, dat zij een veel breder gebied
der filmkunst beheersen. De verfil
ming van dit moeilijke en droevige
stuk scheepvaarthistorie is geniaal
aangepakt en uitgevoerd. Het aan
grijpende en menselijk-ontroerende
aspect van de zeeramp en de nuchte
re feiten zijn meesterlijk verwerkt
tot een gaaf en aanvaardbaar geheel.
Roy Baker heeft het melodramati
sche ontweken. De camera registreert
ontroerende momenten, maar dwaalt
dan weer vlug af om een ondanks
AAGTEDIJK
IS v. Victoria r
friesland (k.r.l.) a3 Ball
n. landlego.
GlESSENKERK 13 250 m.
ALBLASSERDIJK 13 IC
ALIOTH 13 Santo».
AMELAND pass. 13 Cork
asmidiskc 13 350 n
13 dw. Malta n
ACILA 13 1100 r
alwaki 13 1
ANDA 13 410 m. V.
C. Eindhoven 13 139 i
C. THE HAGUE 13 v.
O. Rotterdam 13 r
Algiers.
GARILLO 13 SO m. a
CnoOTE kerk 1
HOLENDRECHT 13
Hinder.
HOOGKERK 14 IJan
HEELSUM 14 Antw<
J. VEROLME 14 Co«
JAGERSFONTEIN l'
KABTLIA 12 800 r
KEN NEMER LAND 12 V.
P. Alegre.
K8RMIA 12 v. It'dam c
KHASIELLA 13 V. Cur.
Trinidad.
KOSICIA 13 v. P. Fori
Rottordam.
NIJKEAK 13 v. Llesabon, 17 t»
Duinkerken varw.
MOORDWIJK 11 T. Aden n.
Monrovia.
ORANJEFONTEIN 13 v. P.
Elisabeth n. Bast London.
OUWERKERK 14 Genua.
OVERIJSSEL 12 130 m. W. V.
PBNDRECHT 13 *0 111. ».W. v.
PR. D. MEDERL. 14 Curagao.
PARKHAVEN 13
E GREAT 13 68 m.
SCHELPWIJK 13 90 m. n.o. V
Fayal.
SCHIB 13 V. Beiroet to
Lattakia.
SCHERPBNDRECHT 14 Cariplto.
LELYKERK 12 ISO IT
STAD LEIDEN 14 PoJeL
STATUE OF LIBERTY 12 1
X.Z.W. v. Mozambique.
STRAAT MADURA 13 v. 8
STRAAT
SUMATRA 14 Djibouti.
STRAAT SOENDA 14 Zanzibar.
STAD UTRECHT 12 6ZO m. o
leopoldskerk 13
CASTOR 14 I
Forgs 13 Sholtena i
du ivendijk 12 dw. v. Dover.
duiveland 13 38 m. O. V.
cemdijk 13 488 m, n.n.w.
MARON 14 HambuiD.
MERWE LLOYD 13 Hamburg.
MOLENKCRK 12 v. R'dam te
moNTFBRLAND 13 Y. 3. Aires n
Amsterdam.
MYLAOY 13 V. HU O. Tabou.
NAES8 COMMANDER 13 V. Sue:
n. M. al Ahmadl.
NAESB LION 13 v. Mashur t<
13 v. N. Orleans te
I 14 •arahoim.
ZEELAND 14 Penang.
ZUIDERKERK 13 v. Aden.
1250. Slechts langzaam be
kwam onze piloot van de
schrik. De aanblik van zo'n
ongelooflijke opeenhoping
van kostbaarheden, zou
zelfs de koelbloedigste mil
jonair van zijn stuk ge
bracht hebben. Arend vroeg
zich af, wat in dat verre
verleden de bewoners van
de tempelstad ertoe gezet
kon hebben om zulk 'n
weelde op te stapelen. Aan
zijn geestesoog gingen de
pracht en praal voorbij die
de dynastieën der successie
velijke Incavorsten en hun
intrigerende zonnepriesters
gemerkt hadden. In ge
dachten zag hij ook de oude Spaanse verove
raars, zoals Cortez en Pizarro, die met hun
schepen, harnassen en paarden en kanonnen
de bewoners van de Nieuwe Wereld dusdanig
imponeerden, dat deze maar liever snel vrede
sloten met de IJzeren Mannen van ver over
de zee. Montezuma, Cuauhtemoc, Atahuallpa
en andere trotse heersers van het Azteken- en
Inca-rijk moesten het hoofd buigen en buiten
sporige schattingen aan de canquistadores be
talen.
alles komische scène op te nemen.
Deze adempauzen voeren de film
langzaam maar zeker naar de cli
max, de onherroepelijke ondergang
van het trotse schip.
Het ogenblik, waarop de schroei
ven van de „Titanic", die even
tevoren nog hoog boven het ach
terdek met zijn wanhopige men-
senchaos uitstaken, in de golven
verdwijnen, is echter niet het
einde van de film. Eerst wordt de
toeschouwer nog een blik gegund
op enkele geredden en met nau
welijks verborgen ironie tipt de
regisseur even aan hoe snel eigen
lijk vergeten wordt.
Er zijn echter ook hartroerende ta
ferelen waar te nemen. Het beeld
tenslotte van tweede stuurman Ligh-
toller (Kenneth More), die men in
het verhaal heeft leren kennen als
een zeeman uit één stuk bij het in
de boten gaan weet hij een totale
aniek te voorkomen en later neemt
lij in de sloepen vastbesloten de lei
ding vaagt minder prettige in
drukken onmiddellijk weg. Zo is het
in de' hele film, die rijk is aan tegen
stellingen: in het begin van de reis
een zelfverzekerde gezagvoerder,
bouwer en passagiers van het schip,
later ziet men hun wanhoop; er is
de tegenstelling tussen de rijkdom in
de eerste klasse salons en de armoe
de der landverhuizers onderdeks; de
zelfbeheersing bij het in de boten
gaan van sommigen en de vertwij.
felïng en paniek bij anderen.
Verdient Roy Baker, de regisseur lof
ómdat hij de ramp zo indrukwekkend
heeft gereconstrueerd en op het cel
luloid vastgelegd, niet minder be
wondering moet men hebben voor
Kenneth More.
De sympathieke acteur weet zich zo
in zijn rol in te leven, dat van „spel"
onmogelijk kan worden gesproken.
Mede dank zij More wordt het voor
velen een onvergetelijk gebeuren, te
meer omdat men de ondergang van
de „Titanic" als het ware zelf mee
maakt.
„Foei Nicole
„Foei, Nicole" heet de nieuwste
film van Romy Schneider, die in
Electro (Middelburg) te zien is.
Even lijkt het alsof we hier te
maken hebben met een nieuwe
Romy, een meer levensechte jon
gedame. Maar het nieuwe blijkt
alleen maar in haar kapsel te
zitten.
Ze speelt de rol van een soort Fran-
goise Sagan, een meisje, dat onthul
lende liefdesverhalen schrijft, die
haar vrienden en kennissen schok
ken. Dat had men niet van Nicole
gedacht .Ze leek zo'n aardig, onschul
dig meisje. Gelukkig valt het wel
mee. Haar verhalen heeft ze toch
niet zelf beleefd en in haar hart is
ze nog steeds een goede dochter van
mama Dassau, die ook in het gewone
leven als Magda Schneider haar
moeder is.
„De zwarte baretten" van Terence
Young is het zoveelste verhaal van
een ontsnapping uit een krijgsgevan
genkamp. Overigens geen slecht ver
haal. Spannend is het in elk geval.
De Lybische woestijn ls het toneel
van de strijd, van de gevangenne
ming en tenslotte ook van de vlucht.
Een ziekenauto is zoiets als het
paard van Troje, maar dan In om-
Eekeerde richting. Victor Maturo en
eo Genn zijn de prominenten in de
hoofdrollen. De film wordt gedraaid
in Schouwburg (Middelburg).
„Meisjes, mambo's en whiskey" i9
allemaal iets voor Eddie Constantl-
ne, die om de meisjes te beschermen
zo nu en dan de handen uit de mou
wen steekt en ze tot vuisten balt.
Om van zo'n gevecht te bekomen be
stelt hij een whisky en danst hij op
zijn tijd een mambo. Dit alles
speelt zich af in de stimulerende om
geving van de Caraïbische Zee. Pas-
cale Roberts is een van de jongeda
mes, waarvoor Eddie zijn hachje
waagt. Met plezier overigen. In
Grand (Goes) kan men van deze hef
tige gebeurtenissen genieten.
„Het lokaas van Fort Bellow",
Luxor (Vlissingen) is een aardige
jongedame. Wat zij eigenlijk precies
te maken heeft met de strijd van de
Indianen tegen de Amerikanen in
Oregon, waar het verhaal speelt,
wordt niet duidelijk. De gevechten
tussen de cavalerie van Fort Bellow
en de Shoshones zijn hoofdzaak en
zorgen voor de spanning. De jonge
dame en een vriendin maken de
zaak nog wat gecompliceerder.
Het levensverhaal van de legendari
sche pionier uit het wilde westen,
Davy Crockett, de held van vele
Amerikaanse strips, wordt gedraald
in Grand (Goes) in de zonaagmati-
nee. Walt Disney maakte een kleu
rige film over het leven van de be
roemde woudloper, dat bestond uit
een aaneenschakeling van gevechten
tegen indianen.
FEUILLETON
DOOR
DAVID HOWARTH
33
Tenslotte werd zijn volharding be
loond, want een onder het waterop
pervlak verborgen stroom dreeft het
vlot naar het midden van de rivier.
De vaart kreeg nu een rustiger tem
po, zodat hij zich in zijn volle leng
te kon oprichten en om zich heen
zien. Langs de westelijke oever ver
rezen thans dichte bossen, zeker
hoofdzakelijk bestaande uit eiken en
berken, die volgens Anton ongeschikt
waren voor het bouwen van een vlot.
Verderop, waar de glinsterende ri
vier melkbaar smaller werd, zag hij
een donkere massa, zeker de heuvel
of rots bij de bocht; ergens daar be
neden moesten de anderen in de duis
ternis nu op hem wachten. Nog een
klein eindje dus! Julian wendde z'ch
om en zocht naar het touw, dat hij
op de wal zou moeten gooien. Tot
zijn schrik vond hij het niet.
Overboord geslagen of liever ge
rukt? Julian herinnerde zich, dat het
t.ouw met zijn uiteinde aan een der
hoeken van het vlot was bevestigd.
Nu v/as de grote vraag: aan welke
hoek. Hij snelde van de ene hoek
naar de andere en ontdekte einde
lijk, dat het touw stijf turken de
boomstammen in het water lag. Hij
knielde neer, omklemde het naburige
vat vast en trok bij wijze van steun
wanhopig aan het touw, dat echter
weerstand bood. Blijkbaar zat het
ergens beneden vast en was het dooi
de wentelingen en wendingen tot een
onhandelbaar kluwen ineengedraaid.
Al kruipend over het platform en
daarbij aan-één-stuk-door onder wa
ter tastend, zag hij eensklaps, slechts
een paar meter van hem verwijderd,
een stuk van het touw dat boven
de opnervlakte uitkwam. Zonder zich
te brinken, sprong hij andermaal
overboord en zwom erheen, greep het
touw en trok eraan om op die ma
nier het vlot weer te bereiken, maar
het stuk hing slap in het water, zo
dat hij niet kon zién welk einde vrij
was. Hij begon dus, steeds het touw
vasthoudend terug, te zwemmen,
kwam echter weldra tot de ontdek
king dat draaikolken hem een eind
uit de koers hadden gebracht en werd
bovendien door het zware touw om
laag gedrukt toen hij probeerde het
met zich te voeren.
Eensklaps zag Julian opnieuw tak
ken boven zijn hoofd. Het vlot was
inderdaad de rivier overgestoken en
nu dicht hij de westelijke oever.
Met een krampachtige poging wors
telde hij zich in die richting, of
schoon zowel het touw als de stroom
hem dreigden mee te slepen. Zijn
ene voet raakte de grond, waarop hij,
zijn laatste krachten inspannend,'
zijn lichaam vooruitwierp en op de
glibberige stenen in evenwicht
trachtte te komen. Voor het echter
zover was, botste het vlot met zijn
volle zwaarte tegen het touw en
trok hem, half in het water staande,
mee. Hij hield koppig vol, zoekend
naar een steunpunt, omdat hij lang
zaam terrein verloor. Toen voelde hij
opeens, dat Liesel hem omklemd hield
en hijgde haar toe: „Zie dat je het
eind van het touw aan een boom
vastmaakt". Meteen verdween ze
weer, terwijl het touw hem door de
handen gleed. Zijn lichaam kwam
andermaal in de rivier terecht, zijn
voeten gleden weg en hij werd mee
gesleept, maar hoorde haar plotse
ling roepen: „Ik heb het!" Hij liet
het touw los, bereikte nog tijdig de
oever en zag hoe het vlot nu gehoor
zaam de stroom overstak, om keurig
onder de bomen te landen,
i „Julian", hoorde hij haar
vragen, „is alles goed met je?"Ben
je gewond?"
I „Dat geloof ik niet", antwoordde hij,
I „alleen maai- drijfnat". Hij werkte-
zich, door haar geholpen, in zijn
doorweekte kleren op de wal en was
weldra het middelpunt van hulpvaar
dige handen en angstige vragen.
Was wel een beetje meer dan
waarop ik had gerekend", zei hij
spijtig. „Ik had bijna het hele vlot
laten schieten". Toen moest hij zijns
ondanks lachen bij de herinnering
aan het langs de oostelijke oever
rondraaiende vlot, waarop hij zelf
als een gek van de ene noek naar
de andere was gedraafd. „Ik ben
een grote dwaas geweest", ging hij
voort, zo goed mogelijk vertellend
wat er eigenlijk was gebeurd. „In
het midden van de rivier ls naar het
schijnt een soort Niagara-waterval.
Ik had zo verstandig moeten zijn, het
touw onderaan vast te binden toen
ik het oprolde. Maar nu ja, het doet
er verder niet toe. Waar is Anton?"
vroeg hij tenslotte, want hij had be
merkt, dat slechts de graaf en de
soldaten te hulp waren geschoten.
„Anton", antwoordde de graaf, „is
gelukkig juist naar zijn huis ge
rend om wat handoeken en kleren
te halen. Bij nader inzien majoor,
hadden we namelijk besloten, dat één
onzer moest overzwemmen. Als ik
het goed begrijp, moeten we een
touw naar de andere oever zien te
krijgen, en we zijn het er over eens,
dat niemand van ons het zo ver kan
gooien.
We hadden niet gedacht, dat U zo'n
avontuurlijke reis zou hebben, maar
inu zijn, naar ik aanneem, handdoe*
ken en kleren juist wat U nodig
heeft".
„Dat zijn ze ongetwijfeld", gaf Ju
lian, die al van koude rilde en totaal
verkleumd was, toe. „Ja, we moeten
natuurlijk een touw naar de overkant
brengen. Ik meende eerst zo half en
half, dat we het per vlot konden
doen. maar nu ik de rivier beter ken
zie ik in, dat hierop geen kans be
staat. Nu, ik kan toch niet natter
worden; laat ik dus maar gaan".
„Ut geloof, dat U genoeg uw portie
heeft gehad, majoor", kwam de kor
poraal tussenbeide. „U zult doodziek
worden als U geen droge kleren aan.
trekt. Doet U die natte rommel uit
en neem zolang mijn kleren, zou ik
zeggen. Het is wel een soort degrada
tie, maar niemand ziet het hier. Ik
zwem over met het touw en denk,
dat als ik terug kom de oude baas
wel een of ander fantastisch pakje
voor me zal hebben".
„Heel aardig van U, korporaal, maar
ik kan U toch moeilijk op de Russi
sche oever laten rondlopen".
„Niet in uniform, majoor, maar als
ik in mijn natuurstaat een Rus te
gen het lijf loop, schrikt hij mis
schien meer dan ik".
„Kunt U goed zwemmen? Het is niet
gemakkelijk als het lijkt.
slep
------ - En
met een touw om mee te slepen zal
het een heel karwei zijn".
„Kom, kom, majoor, stribbel nu niet
langer tegen, ik kan het heus wel
klaarspelen. Is de jonge dame niet
in. de Duurt? Doe. dan die boel maar
uit". En meteen begon do korporaal
zijn „battle dress" los te maken, ter
wijl Liesel, door Julian op de hoogte
gebracht, het bos inliep om daar een
vuur aan te leggen, waaraan hij zich
kon warmen.
De graaf riep haar echter nog even
terug. „Het idee van een vuur is
goed", merkte hij op, „maar ik weet
een veel hetere plek ervoor. Op de
top van die rots ligt de ruïne van
een fort, door een of andere voorzaat
van mij daar in de veertiende eeuw
gebouwd. Het heeft een ondergrondse
kerker met een vuurhaard, waar Ik
als kind wel vuurtjes ging stoken bij
wijze van een of ander spelletje. Ik
en mijn kameraadjes vonden het dan
bijzonder prettig, dat er buiten niets
van te zien was. Kom mee, lieve kind,
als ik hierniet nodig ben, zal ik je
de plek even wijzen
„Graag, meneer de graaf. Kom jij
daar dan ook, Julian, zodra je klaar
bent?"
Liesel en de graaf togen op weg
en Julian begon zich uit te kleden.
Hij stond aan één stuk door te bib
beren en begreep, dat zijn gezicht en
handen blauw van de kou moeten
zien.
„Maak U maar niet ongerust over
de korporaal, majoor", zei de sol
daat die Smith werd genoemd, wat
verlegen. „In Engeland is hij een
van de beste zwemmers, een kam
pioen, als je zijn verhalen maar half
gelooft!"
(Wordt vervolgd)