PAGIMA Helen Freundlich (20) werkt al vijf jaar aan haar toekomst „I.V.H.A." kan r J VRUDAG 31 JULI 1959 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT c/ A Deze hoeden heeft de Londense mode ontwerper John Cavanagh bedacht voor het komende winterseizoen. Links een witte cloche van ganzeve- renafgezet met een rand van zwart witte haneveertjes; rechts een cloche van witte tweed. OOK ZIJ IS JEUGD VAN TEGENWOORDIG".... „Enige goede vorm van leven: kibboets in Israël" Als zuster Freundlich tegen de patiënten, die er haar naar vra gen, zegt dat het haar goed bevallen is in Israël, in haar vakan tie, dan klinkt dat meer als een bevestiging dat de zon schijnt, dan als een verslag. Het schijnt voor haar vanzelf te spreken. Helen Myra Freundlich, twintig jaar en leerling-verpleegster in Amsterdam, weet dan ook al een jaar of vijf heel zeker, dat Israël het land van haar toekomst zal zijn. Dat hoeft ze tijdens haar vakantie niet meer te ontdekken. En daarom zijn die va kanties voor haar geen luier-weken, en geen romantisch „vreem de volken zien", maar behoren ze tot haar, laten we zeggen, zevenjarenplan. Op haar vijftiende jaar wist Helen Freundlich al vaag, dat ze later naar Israël zou gaan. Langzamerhand heeft het plan vastere vorm aangenomen: ze wil liefst niet naar de grote stad, niet in een groot ziekenhuis haar toekomst opbouwen, maar in de kibboets. Ze hoopt er te zijn op haar 22-ste als gediplomeerd verpleegster, aan het eind van haar zevenjaren plan en aan het begin van een levensplan, dat voor haar „het enige moge lijke" is. Zodra Helen Freundlich de Middelba re Meisjesschool had afgelopen, is ze tien maanden in een kamp in Enge land geweest, dat voorbereidde op het leyen in de kibboets. Dat kon dank zij de Zionistische Jeugdbeweging Haboniem („De Bouwers"), waarvan ze lid is, en waarin ze ook een tijdje leidster is geweest. ,Ik zou het nóg moeten zijn, want er is een tekort aan leiders, maar het is onmogelijk te combineren met de verpleging". Het Haboniem-kamp bootste de col lectieve nederzetting, zoals die in al lerlei schakeringen voorkomt in Is raël, nauwkeurig na. De voltallige gemeenschap vergaderde over elke belangrijke zaak, waarin een beslis sing nodig was, ieder lid leverde zijn (gezamenlijk vastgesteld) aandeel in het werk, ieder had zijn persoon lijk geldsbezit aan de gemeenschap afgestaan. Na dat verblijf in de namaak-kib- boets en na de M.M.S., zou het voor Helen vanzelfsprekend zijn geweest, maar meteen naar Israël te trekken en daar een verpleegsteropleiding te volgen. Haar grootouders, die haar hebben opgevoed, hielden haar liever voorlopig in het land. Ze was nog zo jong, ze zou nog best van idee kun nen veranderen. Helen ging dus, in de Centrale Isra ëlitische Ziekenverpleging in Amster dam verpleegster worden, maar van idee veranderen deed zij niet. En dus heeft zij nu al twee vakanties in Is raël doorgebracht, vakanties die weer een duidelijk, noodzakelijk deel uitmaken van de voorbereiding op haar latere taak. Ze laat zich in Is raël voorlichten over problemen in de gemeenschappen, in de steden, over regeringsproblemen ook, over de er varingen van andere immigranten uit Nederland) maar met het woord „im migranten" zou ze het waarschijnlijk niet eens zijn, omdat zij meer „naar huis gaat" dan emigreert), en over de moeilijkheden, die het omschake len zeker kost. Ze komt terug vol enthousiasme en ook met veel kritiek en de kritiek schijnt zo mogelijk een nog machtiger drijfveer om naar Is raël te gaan, dan het enthousiasme, want van alles, waarop kritiek moge lijk is, zegt Helen Freundlich: „Dat moeten we in de toekomst beter doen", „daar moeten we een oplos sing voor zien te vinden". Ze heeft er geen moeite mee om die woorden eer lijk en vrij van eigenwijsheid te doen klinken. Deze zomer is Helen vliegend naar Israël geweest, omdat de vakanties van leerlingverpleegsters niet bere kend zijn op lange reizen, per trein of liftend. Ze heeft het leven in de kibboetsiem nu van dichtbij meege maakt en ze heeft begrepen dat het geen kleine opgave zal zijn, verpleeg- De blazer die enkele seizoenen geleden in het modebeeld te rugkeerde, heeft zich daarin totnutoe toeten te handhaven. Vindingrijke ontwerpers bedenken er af en toe variaties op, zoals Lanviiv-Castïllo dit deed met het ontwerpen van een gestreept blazertje dat tot de taille reikt en waarbij een hoedje van hetzelfde materiaal wordt gedragen. Klassieker is het tweede modél dat uit lichte jersey is gemaakt, afgezet met donkere biezen. Organdie is het materiaal voor het dansjurlcje, dat Griffe ont wierp voor het heel jonge meisje. De kleur is wit, de ceintuur is van turquoise satijn. ster te worden in zo'n gemeenschap. „Want", zegt ze, „je zult heel nauw betrokken zijn bij het wel en wee van iedereen die z'n hart bij je komt uitstorten en die je hulp nodig heeft. Het zijn tenslotte geen vreemden, maar allemaal je vrienden". Je „vrienden": Dat zijn dan alle medeleden in de kibboets, de oude medeleden in de kibboets, de ouders van sommigen („ze wor den zelf geen lid, maar ze kunnen rekenen op verzorging door de gemeenschap, als ze naar hun kin deren in de kibboets komen") en niet te vergeten de kinderen. De belangen van de kinderen gaan in de meeste nederzettingen, boven alles. De volwassen kunnen nog primitief gehuisvest zijn, er kan behoefte zijn aan landbouwmachi nes, op de eerste plaats staat de jeugd, het eerst stelt de gemeen schap geld beschikbaar voor kin derhuizen, zwembaden, scholen, andere studie- en ontwikkelings middelen. De kinderen worden in en door de gemeenschap opge voed. Daar is heel veel voor te zeggen en dat doet Helen Freundlich uiteraard, maar ze vergeet niet er bij te vertel len dat deze opvoedmethode vooral voor veel vrouwen moeilijk te aan vaarden is. „Je moet niet denken", zegt ze, „dat de natuurlijke band tussen ouders en kind verbroken wordt of geweld aangedaan, maar een moeder, die zelf op het land werkt (vrijwel alle vrouwen werken), zal een groot deel van de zorg voor haar kinderen toch moeten overlaten aan de vrouw, die daar haar dage lijks werk van maakt. Dit gedeelte lijk „afstand doen" weerhoudt vele vrouwen ervan, lid te worden van een kibboets. Er is dan ook een groot te kort aan vrouwen. Voor Helen Freundlich is dat pro bleem nog niet aan de orde. Zij be reidt zich voor op het vertrek naar Israël. Ze kan er nuchter rekening mee houden dat ze misschien wel heel ergens anders terechtkomt dan ze van plan is. Maar dit nuchter aan vaarden van een onzekere toekomst („wie weet, word ik heel wat anders dan verpleegster in de kibboets, het is maar wat ze nodig hebben") is haar mogelijk dank zij haar vaste, idealistische overtuiging, dat slechts Israël en vooral de kibboets, haar „de enige juiste vorm van leven" be reikbaar kan niaken. Ze zou bovendien: „eenvoudig niet hier kunnen blijven, zolang ik weet dat dat land bestaat". En daarom besluit ze over ruim an derhalf jaar haar „zevenjarenplan" dat alle nodige voorbereidingen op haar toekomstig leven omvatte, en vertrekt ze naar Israël. „Als ver pleegster, of als datgene, wat ze no dig hebben als ik kom". J „2acl\{ als al acl\i eeuwen een aanbeveling (Van een medewerkster) /n 8500 jaar tijd hebben alle nieuwe stoffen de roem van de zuivere zijde niet aangetast: ,jsacht als zijde" en „glanzend als zijde" zijn nog altijd aanbevelingen, en van „katoen met sen zijdefinish" verwachten we meer dan van een gevjoon katoentje. Het is, 2600 jaar voordat onze jaartelling begon, de Chinese keizerin Si-lung-schi geweest, wier opmerkingsgave en akti- viteiten van een zich rustig inspinnende rups de algemeen békende en de economisch zo belangrijke zijderups maakten. Ze ontdekte de rups 'tijdens een wandeling in de tuinen van het keizerlijk paleis in een moerbeiboom. Haar voor de hand liggende reactie was, dat de véle meters lange, fijne draad, die de rups zichzelf had „omgewonden", met mensenhand weer van het rupsenlichaam te verwijderen moest zijn. Si-lung-sclii zorgde ervoor, dat de rupsen op grote schaal ge kweekt werden, en dat de zijde onder de beste omstandighe den werd geproduceerd. Bij haar studies bleek onder meerdat de rupsen een afkeer hadden van sterke geuren en van lawaai, van tocht en on reinheidAlle hofdames, ingeschakeld bij de zijdeteelt, kre gen strenge orders. De rupsenmaaltijden 1/8 per etmaal moesten volkomen hygiënisch bereid zijn. Achteloos toeberei de maaltijden werden geweigerd, en een hongerige rups bleek zich slordig en daardoor onbruikbaar in te spinnen. De broed- kamers werden ingericht met materiaal van bamboe, omdat de geur daarvan de rupsen het minst hinderde. Wie bij de werkzaamheden betrokken was, mocht geen sterk gekruide of in olie bereide maaltijden gébruiken. De rupsen bleken bovendien sterk gevoelig voor infectieziek ten, waardoor soms een héle kioeek werd aangetast. Omdat één rups een draad van drie, ook wel meer kilometers lang spon, was het de moeite waard de dieren tegen alle slechte in vloeden te beschermen. Dit had tot gevolg, dat in de streken waar de zijde-cultuur bloeide, ook de hygiënische toestand \.van de bevolking verbeterde. een belangrijke l\uisl\ovu{\ 9 f geld weg Ze had het in een advertentie gele zen. In gloedvolle bewoordingen wer den kwaliteit en het praktisch nut beschreven. Duur was net niet en dat heeft de doorslag gegeven. De naai machine werd gekocht en toen be gon de narigheid. Want deze bijzonder goedkope elek trische naaimachine bleek al spoedig een waardeloos ding. Teleurgesteld ging de bezitster ermee naar de win kel terug. Misschien was er een fa- brïcagefoutje Maar nee, dat was het helemaal niet. Van de hele ma chine was weinig goeds te zeggen. De fabriek reageerde niet op de klachten en 't mevrouwtje was haar tweehonderd gulden kwijt, terwijl ze met haar naaimachine weinig of niets meer kon beginnen. Ze was niet de enige huisvrouw, die zich door de advertentie had laten verleiden. Want zodra het apparaat eenmaal in de handel was, regende het klacht op klacht. Als al deze huisvrouwen nu ,eens hadden gedaan, wat een andere huisvrouw al jaren doet bij de aankoop van zogenaam de grote stukken, zou haar die nare ervaring niet zijn overkomen. Dan hadden ook zij het advies gekregen: „Mevrouw, koop dat ding niet, het is geld weggooien". Die ene huisvrouw was namelijk zo verstandig geweest eerst con tact op te nemen met het Insti tuut tot Voorlichting bij Huis houdelijke Arbeid. Daar kan men U vertellen, dat zelfs fabrikanten van merkartikelen wel eens iets op de markt brengen, dat men beslist niet moet kopendaar leert men U ook niet altijd al die advertenties te geloven en vooral als een over het algemeen vrij in de papieren lopend artikel ineens een paar honderd gulden goedko per is, juist dan terdege uit de ogen te kijken. Het spreekt vanzelf dat dit instituut, kortweg I.V.H.A. genoemd, niet zo maar een advies geeft of een fabri kant toestaat het Keurmerk van I.V. H.A. te gebruiken. Daar komt eerst een uitgebreid onderzoek en een de gelijke keuring bij kijken. In het gebouw aan de Huygensstraat te Den Haag, beschikt men over een eigen laboratorium, waar honderd en één' artikelen zijn en worden on derzocht. Dit werk doet men nu al van 1926 af. Toen destijds op initiatief van het hoofdbestuur der Nederl. Vereniging voor Huisvrouwen het I.V.H.A. werd opgericht, bleek het noodzake lijk te zijn de huisvrouw min of meer te beschermen tegen al te handige fabrikanten, die alle mogelijke arti kelen op de markt brachten, welke in het gebruik niet bleken te voldoen. Het werk van deze „dochteronderne ming" der vereniging nam echter na de oorlog pas een grote vlucht, daar er toen zoveel nieuws in de winkels te koop was, dat praktisch van geen enkele huisvrouw meer kon worden verlangd van al die dingen, veelal van nieuwe kunststoffen gemaakt, op de hoogte te. zijn. De I.V.H.A. heeft de vrouw hierbij willen helpen, door al die artikelen eerst te keuren. In samenwerking met liet T.N.O.- instituut, met zijn afdelingen voor bijvoorbeeld vezel-, rubber-, kunst stoffen-, metaal-, hout-, leder- en verfonderzoek, werd en wordt nog heei wat werk verzet. In het insti tuut zelf was het mevrouw ir. H. VormerRoosenstein, die allerlei on derzoekingen verrichtte, hetgeen ze overigens ook thuis in haar eigen la boratorium deed. U heeft er waar schijnlijk nooit bij stilgestaan, als U melk uit de steelpan schonk. Maar mevrouw Vormer kwam on de ge dachte die gemakkelijke schenkran- den sterk in de belangstelling te plaatsen, om het morsen zoveel mo- mg 31JM gelijk tegen te gaan. Ook heeft zij bijzonder veel aandacht besteed aan het ontharden van water, waarnaast zij in 1950 als één van de eersten propaganda maakte voor de viscose- spons, die het toen zo dure natuur- produkt uitstekend verving. Ook de verschillende commissieleden van het instituut hebben zich niet on betuigd gelaten. Verschillende huis houdelijke hulpmiddelen, zoals aard appel-dunschillers, breimachines, alle soorten pannen en potten, zelfs was machines en nog veel meer werden thuis eerst degelijk beproefd om te ontdekken, hoe ze zich in het dage lijks gebruik wel hielden.Mevrouw Holdert zelf is nog steeds bezig zo wel thuis als in het laboratorium op deze manier de huisvrouw te helpen. „Als je soms ziet, waar de huisvrouw haar goede geld aan uitgeeft, zou je het wel van de daken willen schreeu wen: pas toch op", bekent mevrouw Holdert. „Er is zoveel slechts bij, dat een doorsnee huisvrouw er geen idee van heeft. Natuurlijk, er zullen al tijd vrouwen zijn, die zonder uit te kijken van alles kopen. Maar ook zij, die toch meestal heus wel weten wat ze doen, lopen er soms in". Mede om die reden heeft bet I.V.H.A. een boekje uitgegeven, waarin niet alleen de meeste goedgekeurde arti-, kelen netjes staan vermeld, maar waarin ook bijna van alles wordt be handeld, waarmee de huisvrouw zo dagelijks te maken krijgt. Het resul taat van vele onderzoekingen staat hier dus zwart op wit de huisvrouw ten dienste. ~öan otouw Q lot OZCMV Het was zo'n toevallige mannen- opmerking, terloops opgevangen in een treingesprek: maar die op eens een kolom vrouwenerger nis voor mij opriep. Ergernis is wer kelijk een niet te heftig woord, of ik moet mij al heel sterk vergissen. Maar er zijn van die grieven, welke nooit worden uitgesprolten al was het alleen maar uit de nuchtere over weging: Wat schiet je ermee op Men moet nu eenmaal roeien met de rie men, die men heeft, en niet verder springen dan zijn stok lang is. Alleen moest er af en toe eens een adempauze zijn maar och arme: in die een of twee weken vakantie waar op de doorsnee-huismoeder getrac- teerd wordt, sjort zij óók weer aan die te korte riemen en probeert zij kromme sprongen te maken met die te korte stok. Want wat lag er anders opgesloten in dat korte achteloze zin netje van een vergenoegde echtge noot: Nee hoor, ik heb het dit jaar wel bekeken ik huur doodgewoon een caravan. Juist: ik hoorde de rest van de hui selijke monoloog alsof ik er le vend bij had gezeten. Je haakt het ding achter aan je wagen en hup- sakee! daar gaat het heen, zeg maar waar je naar toe wilt. Al was het naar de noordpool, bij wijze van spreken, je rijdt maar en je rijdt maar en wie doet je wat? Zie je ergens een aardig plekje waar van je denkt: Kijk, daar wil ik nu wel eens wat méér van zien je par keert er de hele toestand en daar staat je hotel, kant en klaar voor het gebruik met het mooiste uitzicht van de wereld voor je ramen. Geen dure verblijfkosten, geen fooien, geen vaste maaltijden waarvoor je weer in een schoon overhemd met een warm colbertje moet klimmen, geen medegasten die beslist met je con verseren willen of gezellige trips ma ken naar bezienswaardigheden die je harte stol: 7\ van te voren al gestolen kunnen worden. Je kookt je eigen potje, je slaapt in je eigen bed, en als het een dag lang belieft te stortregenen heb je je eigen gezellig dak boven je hoofd. Ideaal dat we daar niet eer der op gekomen zijn. Zo'n ding huren is natuurlijk niet goedkoop, nee maar als je het om rekent in reis- en hotelkosten scheelt het stukken. Een zomerhuisje op wie len dat is het. Nu kun j'ij ook es wat van de wereld zien, zit je niet al tijd stomweg op hetzelfde stukje strand of bos te starenNou, wat zég je ervan Wat zal ze ervan zeggen? Er blijft immers altijd die korte stok, en die riemen willen ook maat niet langer worden. Een caravan dit keer? Vooruit dan maar, ook dat zul len we weer wel te boven komen. Maar als hij weggereden is om er meteen maar werk van te maken, want die dingen zijn zó maar bespro ken en dan zit je er naast dan staat zij voor het raam en denkt: Je eigen huiskamer: juist. En je eigen keuken en je eigen slaapkamer: pak het huis maar weer op en sleep het mee achter je auto. Eenmaal huisvrouw, altijd huisvrouw: hier zo goed als tegenover lm Weizen Rössl am Wolfgang See. Potten en pannen en bordjes en bestek en la kens en slopen. Hij bedoelt het goed, maar heeft hij er enig idee van wat het voor mij betekent? Het is stukken goedkoper dan in een hotel: allicht. Want de kok en de kellner en het kamermeisje gaan be langeloos mee, verpakt in mijn huis- schort. Ook bij net verrukkelijkste zomerweer op het ideaalste plekje wordt het weer seizoenwerk voor de huisvrouw, en hoe. Ideale plekjes zijn uit hoofde van hun idyllische perfectie door gaans verstoken van elke vorm van comfort, zelfs een simpele wa terkraan zou de illusie verstoren. Dat wordt dus weer water en melk halen bij de dichtst bijzijnde boer wie weet een kilometer of zo bij de hel ling op. Bakkers, slagers en groente boeren laten ook het paradijs bij voor keur in zijn ongerepte natuurstaat. Het wordt dus weer slepen en foura- geren en behelpen en koken en afwas sen en bed opmaken en een klein was je er tussendoor met een occasioneel drooglijntje tussen twee bomen. Pre cies al3 thuis, alleen nog een draadje bezwaarlijker en omslachtiger en ™°et je daarvoor nu helemaal aan die Wolfgang See gaan zitten Zij zal evenwel niets zeggen, zoals ge woonlijk, wanneer haar huis op we len eindelijk voor de deur staat en zij welgemoed op de bok gaat zitten. Want zij wil hem, voor nosr zoveel niet, het jongensachtige plezier in zijn nieu\ve ontdekking bederven. Maar terwijl de kilometers onder de wielen wegstuiven en de we reld voor hem steeds wijder lijkt te worden, met eigengebakken eieren gebakken eieren op een primus aan de horizon heeft zij in haar -droom die hele caravan losgekoppeld en snelt recht toe recht aan op een groot wit hotel af. Daar laat zij, van alle beslommerin gen ontheven, de koffer met de gloed nieuwe spullen voor zich uitdragen naar die heerlijke balkonkamer met het verrukkelijke uitzicht op het meer. Zij maakt uitvoerig toilet om op haar gemak in de eetzaal te gaan dineren, waarbij zij hem opgetogen haar va kantieprogramma voorschotelt, dat aan elkaar hangt van heerlijk uitsla pen, ontbijt op bed, wandelen, winke len en elke avond ergens heen waar veel mooie jurken te bekijken zijn. Maar zij zegt niets, want die stok blijft immers altijd te kort. SASKIA MAAK BABY'S UITZET COMPLEET MET DE HANDIGE ZWITSAL BABYSET

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 3