ZELANVICA
Uit Amsterdam rollen Nederlandse
stuiters over de aardbol
Ons land heeft in 1980 100.000
academici nodig
GEBOREN UIT GLASSTROOM
VAN m GRADEN CELSIUS
LEK IN NIEUWE PIJPLEIDING
ROTTERDAM-RIJNLAND
DONDERDAG 9 JULI 1959
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
KLEIKNIKKER WERD VERDRONGEN
(Van een medewerker)
Miljoenen kleurige stuiters, in Amsterdam geboren uit een
glasstroom van 1500 gr. C., rollen regelmatig over de aardbol
om Engelse, Franse, Duitse, Ethiopische, Australische, Cu
baanse en noem-maar-op kinderen te verblijden.
Een glazen knikker is eigenlijk een merkwaardig ding, omdat
het in feite amper „iets" is. Maar wanneer wij volwassenen
zo'n kleurig glazen bolletje in de hand nemen, wordt de ver
beelding geprikkeld en onweerstaanbaar het beeld van onze
kinderjaren opgeroepen.
Hoewel de stuiter in het sprookjesland van het kind ook thans
nog volledig zijn plaats heeft behouden, is de hele omvang
rijke Duitse fabricage sedert de oorlog verdwenen en beschikt
Nederland slechts over één knikkerfabriek op het Realen-
eiland te Amsterdam, welke zich in eerste instantie met de
produktie van veilig glas voor allerlei doeleinden bezighoudt.
TIJDENS PROEFNEMING MET WATER
Hier spuien de machines jaarlijks
50 miljoen knikkers (15 tot 17 mm
groot) in verschillende kleuren,
welke verkregen worden door ver
schillende metaaloxydes door de
glasmassa te mengen. Voordat we
liet vergeten: ook Frankrijk heeft
nog een fabriek, maar dan heeft
men het voor Europa ook gehad.
He grootste knikkerproducent is
Japan, dat vrijwel volledig het uit
gestrekte Aziatische kinderland
beheerst,
Hoe ontstaan nu de glazen knik
kers en hoe krijgt men het glas
zo mooi rond?
Tien jaar geleden, toen men daar
in Amsterdam met de produktie
die dus nog vrij jong is
wilde starten, was dit ook voor
de betrokken fabriek een open
vraag. Men wist slechts, dat de
Japanners glazen staven, waar
in de kleuren reeds aangebracht
waren, aan stukjes sneden en
daarna (vermoedelijk) een be
paald rolproces toepasten. Men
slaagde er niet in, het hoe en
wat goed aan de weet te komen
en toch lagen er bergen scher
ven voor de deur, die sedert
de Belgische markt na de oorlog
voor dit afvalmateriaal verza
digd raakte almaar hoger
werden. Men dacht aan glazen
knopen of aan zgn. melksteen-
tjes, totdat het verlossende
woord viel: knikkers.
Na vele experimenten, waarbij
men nog vrij primitief te werk
ging en het leeuwenaandeel van
net produktieproces neerkwam op
handenarbeid, werden de eerste
nog blanke glazen stuiters ge
boren. Zo trokken dadelijk de aan
dacht van een Amerikaanse im
porteur, die om „knikkers met een
beestje erin" verzocht, maar men
zag geen kans om met de uïtzet-
tingscoëfficient van twee materi
alen in het. reine te komen. Voor
lopig was de vraag om tot een al
gehele mechanische produktie te
geraken, veel belangrijker en ten
slotte slaagde men er dan ook in
om met behulp van ingenieurs een
eigen knikkerniachine te ontwer
pen, Maar de heer A. Ziekenop
passer, directeur van genoemd be
drijf, drukte ons op het hart, het
principe van deze installatie als
een geheim te willen beschouwen.
Niet slechts een knikker, maar
ook een journalistiek artikel kan
raar rollen en men vindt het niet
nodig, de Japanners „tips" aan de
hand te doen verondersteld na
tuurlijk, dat de werkwijze ginds
minder efficiënt zou zijn.
Messen snijden
Vloeibaar glas
Wel kunnen we vertellen, dat de
gloeiende glasstroom uit twee ope
.Knikkers uit Amsterdam.
ningen spoelt en door snelle wen
telende messen steeds weer in klei
ne „brokjes" gesneden worden, die
in bekervormige mallen terecht
komen, welke het ronde model
vormen. De knikkers komen daar
na op onderling gelijke afstanden
over een lange ijzeren baan aan
rollen. Iedere dag fabriceert men
een andere kleur en staat het pro
gramma toevallig op blauw, dan
wordt elke vijf minuten een aan
tal scheppen glas met een hoeveel
heid cobaltoxyde toegevoegd.
Soms komen er ook wel eens mis
baksels over de rolbaan, die aan
koekjes doen denken, maar deze
Tandartsentekort
zal wellicht
nog toenemen
Ons land zal in 1980 ongeveer 100.000
academici nodig hebben. In 1958 wa
ren er ongeveer 48.000 werkzaam Het
aantal studenten zal in 1975 tussen
de 60 tot 66.000 bedragen, tegen ruim
12.000 in J938 en bijna -30.000 in 1955.
Tot deze ramingen komt het rapport
„de ontwikkeling van het aantal aca
demici tot 1980", dat maandag is ver
schenen. Het rapport is opgesteld
door de commissie voor statistiek van
het interuniversitair contactorgaan.
De ramingen, die in het rapport zijn
samengevat zijn gemaakt onder an
dere ten behoeve van de commissies
spreiding hoger onderwijs, resp.
spreiding technisch hoger onderwijs.
Het wordt, wegens de onzekerheids
marges in de prognoses, nodig geacht
geregeld dergelijke studies te maken
om fouten in de voorspellingen tijdig
te corrigeren.
Verwacht wordt, dat tot omstreeks
1970 niet geheel aan de behoefte aan
afstuderenden kan worden voldaan,
maar dat na dat tijdstip in totaal het
aanbod de vraag enigszins zou gaan
overtreffen. Per studierichting zijn
echter opmerkelijke verschillen in de
ontwikkeling van de behoefte en de
toekomstige arbeidsmarktsituatie te
worden eenvoudig weer in de
smeltpot geworpen.
Interessant is ondertussen, dat
de glazen stuiter onbetwist heer
ser geworden is in knikkerland,
want de vraag naar het „ordi
naire" kle>produkt is de laatste
jaren zo terug gelopen, dat de
drie fabrieken in ons land, die
zich met dit object bezig hielden,
de vervaardiging hebben opge
geven. Wel vraagt Noord-Afrika
naar deze zgn. kalkknikkers
(omdat ze goedkoop zijn), maar
ze kunnen niet geleverd worden.
Volgens de heer Ziekenoppasser
zijn negers over het algemeen dol
op glazen stuiters, die zij bijzonder
mooi en boeiend vinden. Maar
ze hebben er geen geld voor. Even
als de Spanjaarden, die in hun
land dit speelgoed niet kennen en
verrukt zijn over zo'n glazen bol
letje met zijn grillige kleurnerven.
Het klinkt misschien enigszins
vreemd, dat Spanje te arm zou
zijn om glazen knikkers te kopen,
maar onze zegsman verzekerde
met nadruk, dat ck stuiters ginds,
ondanks alle belangstelling, niet
aan het rollen te krijgen zijn. In
middels is er afzetgebied genoeg
de stuiters gaan zelfs naar IJs
land, terwijl ook Nieuw Guinea in
teresse gaat tonen.
Nu zou men zo zeggen, dat men
met knikkers alleen maar kan
knikkeren, waarbij het met de
vinger in een holletje mikken het
belangrijkste is, maar men kan er
veel meer mee doen. Hierbij den
ken we niet aan de offset-druk-
machines, die met knikkers gevul
de zeefbakken vragen, maar aan
iets anders.
M iniatuur-golf-biljart
111 Pakistan en India is knikkeren
met een grote „lt" namelijk een
volkssport. Er wordt daar een spel
beoefend, dat tussen miniatuur-
golf en biljart inligt en een bijzon
dere vaardigheid vereist.
Zo werd de knikkerfabriek onlangs
bezocht door een heer uit Bombay,
dié een nogal opzienbarende
demonstratie gaf. Hij liet een stui
ter door een enkel simpel zetje
van de duim een cirkelvormige
baan beschrijven, waarna de knik
ker plotseling op een bepaald punt
als een soort boemerang
weer terug ging rollen. Onderwijl
werd een tweede stuiter „afge
vuurd", die de eerste tijdens zijn
retourreis trof en uit zijn baan
stootte.
Dit merkwaardige spel wordt ginds
door jong en oud beoefend en
kent ook zijn grootmeesters.
Helaas is de Indiase knikkermarkt
reeds sedert jaar en dag door Ja
pan veroverd, dat door de kortere
afstand ook goedkoper leveren
kan.
Inmiddels heeft men in Amster
dam wel eens knikkers gemaakt,
die 5 cm en meer groot waren,
maar dii bleek geen enkele zin
te hëbbien. Men houdt zich daar
om aan vaste maten en wanneer
de glazen bolletjes, die barsten
en andere fouten vertonen, uit
gesorteerd zijn, gaat rood, blauw
en geel op een gegeven ogenblik
in de mengbak. Voorheen lever
de men de knikkers gewoon in
grote zakken af, maar de vraag
naar 6 of 12 stuks in een doosje,
of een vast aantal in een plastic
zakje, maakte de investering
van 20 a 50.000 gulden jaarlijks
aan detailverpakking noodzake
lijk. Overigens zijn er ook klan
ten, die een bepaald aantal zon
der meer bestellen en daar ge
meten wordt per getal en niet
naar gewicht, bedient men zich
van een houten schep met 100
holletjes. (Voor de Engelsen
verwachten. Zo verwacht de commis
sie dat, indien de belangstelling voor
de geneeskundige studierichting zich
naar het tegenwoordige peil zou blij
ven ontwikkelen met een overvulling
in het artsenberoep rekening moet
worden gehouden. Ook zouden over
schotten aan farmaceuten en biolo
gen kunnen ontstaan. Tevens moet
er rekening mee gehoudeu worden,
dat de behoefte aan het aantal afge
studeerden in de letteren en wijsbe
geerte van wie de meesten leraar bij
het v.h.m.o. worden, zich na 1965 niet
sterk meer zal uitbreiden. Aan de an
dere kant zou er gezien de steeds
grotere belangstelling voor deze bei
de faculteiten rekening mee ge
houden moeten worden, dat het aan
bod zich daarna nog kan uitbreiden.
Zodat reeds in 1970 in verschillende
vakken zich belangrijke overschotten
kunnen voordoen. Het eerst zouden
deze overschotten ontstaan bij ge
schiedenis.
Wat betreft de tandheelkunde daar
entegen wordt een sterke stijging van
de behoefte verwacht, zodat, indien
het percentage studenten dat zich
voor deze richting laat inschrijven
zich niet verdubbelt, een toenemend
tekort aan tandartsen moet worden
verwacht.
Ook het aantal afgestudeerden in
de faculteit der wis- en natuur
kunde zal sterk dienen toe te ne
men. Gewezen wordt hierbij onder
andere, op de snelle uitbreiding van
de behoefte aan deze categorie af-
gestudeerden in de industrie, da
Ravage bij Sevenum
in Noord-Limburg
Bij het beproeven van de Rotterdam-
Rijnland-pijpleiding is in 't gehucht
Ulfterhoek onder Sevenum in Noord-
Limburg waaxscliijnlijk door de ster
ke druk een lek ontstaan in de in de
grond gelegen buisleiding, welke een
diameter heeft van zestig centimeter
en ongeveer anderhalve meter onder
de grond ligt.
Omwonenden hoorden een doffe knal
waarna water en modder tientallen
meters hoog en enkele honderden me
ters ver in de omtrek spoten. Met
grote kracht spoten water en mod
der over de spoorbaan Venlo-Eindho-
ven op de woning van de tuinier J.
Gielen, waar een bejaarde grootvader
met vijf kleinkinderen alleen thuis
was.
De man wist niet wat er gebeurde,
toen hij rustig in zijn woning zat en
een pijpje rookte. Toen het water van
zijn dak stroomde, alsof er een stort
bui was losgebarsten, dacht hij dat
er een brand was uitgebroken, voor
al ook omdat hij een ontploffing had
gehoord. Hij spoedde zich naar de
kinderen, maar toen hij even later
naar buiten keek, zag hij wat er ge
beurd was. Door de druk waren de
ruiten van zijn woning vernield en
pannen van het dak genikt. De druk
duurde slechts enkele minuten, doch
in deze korte tijd was in de omgeving
aan het gewas een grote ravage aan
gericht, terwijl zelfs bessenstruiken
waren afgeknapt. Ook de steenlaag
tussen de spoorrails was weggevaagd.
heeft men een schep met 144 ga
ten, zodat men per gros lean
werken).
En zo rollen de knikkers van het
Realeneiland maar voort. De lan
den, waar de glasfabriek al sed jrt
.jarien geen brood meer in de veel
kleurige stuiters zien, zijn blij met
de Nederlandse produktie. Van
zelfsprekend gaat er ook veel naar
de Nederlandse speelgoedmarkt.
Zorgen over een teruggang van de
vraag hoeft men zich niet te ma
ken, want zolang er kinderen zijn,
zal er wel voortgeknikkerd wor
den op welk plekje ter wereld
ook.
research, de ontwikkeling van de
kernfysica enz. De behoefte aan
fysici en chemici neemt eveneens
hard toe.
Als gevolg van onder meer de toe
nemende gecompliceerdheid der maat
schappelijke structuur verwacht de
commissie, dat de behoefte aan afge
studeerden in de aardrijkskunde,
(voor zover zij geen leraar worden),
de rechtsgeleerdheid, de economische
resp. de sociale wetenschappen en
ook de psychologie in totaal zal stij
gen. Evenals bij de klassieke talen en
Duits het geval is zou zich omstreeks
1980 een evenwicht tussen aanbod en
behoefte kunnen voordoen. In ver
band met een te verwachten relatief
gering aanbod bij rechtsgeleerdheid
en economische wetenschappen zou
den zich echter tekorten bij deze stu
dierichtingen kunnen gaan voordoen,
terwijl dan overschotten dreigen bij
aardrijkskunde, sociale wetenschap
en wellicht psychologie. Voor de af
gestudeerden in de aardrijkskunde,
voor zover zij een werkkring bij het
v.h.m.o. ambiëren, worden dezelfde
conclusies getrokken als voor ge
schiedenis.
Het aantal ingenieurs zou volgens de
prognoses in verband met de noodza
kelijke industrialisatie en de snelle
ontwikkeling van de teclinische toe
passingen van research dienen toe te
nemen. In 't geval, dat dit niet ge
beurt, worden tekorten voorzien in
vrijwel alle technische studierichtin
gen. Een kleine uitbreiding wordt
slecht9 geraamd ten aanzien van de
behoefte aan afgestudeerden in de
diergeneeskunde. Op grond van het
aanbod wordt tevens verwacht, dat
het aantal theologen slechts vrij ge
ring zal toenemen, terwijl dat van de
landbouwkundige ingenieurs zal ver
dubbelen.
Persoonlijke, ongelukken hebben zich
bij dit ongeval niet voorgedaan.
Een woordvoerder van de Rotter
dam-Rijnland Exploitatie Mij deel
de naar aanleiding van het gebeur
de het volgende mede.
De pijpleiding van Rotterdamnaar
Rijnland wordt aangelegd bij gedeel
ten variërend van acht tot veertien
kilometer. De pijpleiding is samenge
steld uit stukken van enkele meters.
Indien een gedeelte van de leiding
gereed is, wordt deze beproefd op
eventuele fouten. Voor deze proef
wordt de leiding onder een zware hy
draulische druk gezet, die ongeveer
95% bedraagt voor de zogenaamde
vloeigrens van staal.
De proefdruk is uiteraard altijd ho
ger dan de druk, die heerst als de
pijpleiding eenmaal in gebruik is ge
nomen. Deze druk blijft namelijk on
der de 60% van de vloeigrens van
staal. Wat zich in Sevenum heeft af
gespeeld, aldus de maatschappij, is
een normaal geval. Gebleken is, dat
een segment van de pijpleiding on
deugdelijk was en geheel volgens de
bedoeling van de proefneming is dit
gedeelte lek geraakt.
De maatschappij deelde het A.N.P.
voorts mee, dat een schade van naar
schatting 300 zou zijn aangericht
aan het woonhuis van de tuinder, de
heer Gieïen. Deze schade, zo verze
kerde men ons, zal door de Rotter
dam-Rijnland Exploitatie Mij worden
vergoed.
Het voornemen van Israël om wape
nen te leveren aan West-Duitsland
heeft in het land heel wat stof doen
opwaaien. Deze foto toont een de
monstrerende groep mensen in Tel
Avi-v.
Bezwijkende zandtrechter
doodt man te Krimpen
Dinsdagmiddag omstreeks 15.30 uur
is op het terrein van A. de Jong aan
de Pakkerskil te Krimpen a, d. Lek
een ongeluk gebeurd, waarvan de 44-
jarige H. K. Muilwijk uit Alblasser-
dam het slachtoffer is geworden. Op
dit terrein is door de firma Van der
Kamp uit Zwolle een zandtrechter op
gesteld. Tijdens een bezoek, dat het
slachtoffer in gezelschap van zijn
vierjarig- zoontje aan zijn vader
bracht, die belast is met het bedienen
van de trechter, bezweek het stalen
gevaarte op een moment dat het met
ongeveer 60 kubieke meter zand ge
vuld was.
De heer M. en zijn vierjarige zoon
Alex werden door de trechter en het
neerstortende zand bedolven, waarbij
de heer M. op slag werd gedood. Toen
het gevaarte was opgevijzeld, bleek
de jongen een ernstige verwonding
aan de voet te hebben opgelopen.
Bejaarde man viel van
hooiwagen: op slag gedood
De 82-jarige heer H. Groot Wassink
te Ruurlo is maandagavond van een
met hooi beladen wagen gevallen. Hij
was vrijwel op slag dood.
MEER ANIMO VOOR TECHNIEK GEVRAAGD
Het zoeken in archieven zonder inventaris is
zoveel als het dvmlen in een hos zonder gids:
het is een kwestie van goed geluk. Aange-
zien archieven tot de voornaamste bronnen van
geschiedkundige onderzoeken behoren, kan het
verschijnen van inventarisssen meestal met
vreugde begroet worden.
Mr. W. de Bruine heeft een opmerkelijke prestatie verricht met
het beschrijven van het archief der gemeente Vlissingen. Deze
arbeid, al meer dan twee jaar geleden afgesloten, is neerge
legd in een tweedelige inventaris, uitgegeven door het gemeente-
bestuur van Vlissingen. De gestencilde vorm achten wij niet het
passende gewaad voor een dergelijk moeizame en eerbied afdwin
gende onderneming. Moeizaam omdat hier niet de geijkte beschrij-
vingsinethode gevolgd kon worden; immers op 14 augustus 1809
ging het stadhuis van Vlissingen met de zich daar bevindende bi
bliotheek en het archief in vlammen op, „gevolg van het bombar
dement door de Engelsen tijdens hun waardeloze expeditie naar
Zeeland in dat jaar". Het voornamelijk uit losse stukken bestaande
restant, dat toch nog zeer waardevol is, werd geïnventariseerd door
burgemeester Winkelman. De in 1874 van zijn hand verschenen in
ventaris bleek een nachtmerrie voor- de gebruiker, „een meester
werk van onbruikbaarheid". Helaas heeft mej. Irène Doornbos in
haar functie als archivaris slechts korte tijd haar aandacht aan het
archief kunnen wijden. Zij overleed 4 april 1944, gevolg van haar
werk voor de illegaliteit. Het archief raakte „op drift". De Bruine
heeft nu orde geschapen in een verzameling papier, die toen hij er
voor stond „de gedachten eerder naar een mestvaalt dan naar een
archief deden uitgaan". Hij heeft op onorthodoxe wijze de stukken
geordend volgens de code ten behoeve van de archiefordening der
overheidsadministratie. Om het de gebruiker zo gemakkelijk moge-
lijk te maken heeft De Bruine aan de inventaris een beschrijvende
lijst van archiefstukken vóór 1809 toegevoegd. Het zijn korte uit-
treksels der stukken, die vooral voor de zestiende eeuw, de histori-
cus nog menige bijzonderheid zal kunnen verschaffen. Zij geven
een goede indruk van een zeer bewogen periode uit de geschiedenis
van Vlissingen. De inleiding geeft een gedegen overzicht van de be
stuursinstellingen van de stad. Het meest interessant vonden wij het
hoofdstuk over de verhouding van de stad tot haar heer. Begonnen
met de eerste heer, Lodewijk, bastaardzoon van Willem VI van
Beieren, worden de verwikkelingen beschreven tot in 1581 toen de
Prins van Oranje eigenaar van Vlissingen werd, die op 8 augustus
van dat jaar werd ingehuldigd. Vooral de jaren na 3558 verdienen
de aandacht. In laatstgenoemd jaar was Maximiliaan van Bourgon-
dië, die in 1555 door Karei V tot markies verheven was, overleden.
Hij liet zijn erfgenamen „ongheloovelijcke schulden" na, met veel
geharrewar over de erfenis tot. gevolg. Mede in dit verband wijst
De Bruine er op, dat het onjuist is te spreken van de markies of
van het markiezaat van Veere en Vlissingen, zoals reeds aanstonds
gedaan is. De juiste titel is: markies van Veere en heer (of erf heer)
van Vlissingen. Een belangrijk argument voor de opvatting dat het
markiezaat te niet is gegaan, lijkt hem de verkoping van Veere en
Vlissingen in afzonderlijke percelen in 1567. Bij de oprichting van I
het markiezaat was immers bepaald dat scheiding noch splitsing
mocht plaatsvinden. De Oranjes zijn van 1581 tot 1795 in het bezit
der stad gebleven, afgezien van de periode 17321747.
Ten slotte lijkt ons het niet onaardig te vermelden, dat uit andere
bronnen bekend is hoe In 1581 Antwerpen ernstige pogingen heeft
gedaan Vlissingen te kopen. De bedoeling hiervan is duidelijk. Het
zou dan de sleutel van de Westerschelde hebben bezeten.