Minister Van Aartsen werd bijna
„slachtoffer van de politiek"
Operatie Tovertapijt' werd succes
ÏN 1940 WEIGERDEN FRANSE
COMMUNISTEN TE VECHTEN
MAANDAG 29 JUNI 1959
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
7
AMERIKAANSE STUKKEN GEPUBLICEERD
Nederlandse slepers naar
brandend Brits schip
Twee Nederlandse sleepboten, de
„Maas" en de „Zeeleeuw", zijn gis
teren het Britse vrachtschip „Staniel"
(628 ton) dat brandend op het strand
bij Lowestoft (Engeland) aan de
grond was gelopen, te hulp gekomen.
Terwijl honderden vakantiegangers
van het strand toekeken gingen Ne
derlandse deskundigen aan boord van
de „Staniel" om de schade op te ne
men. Uit de ruimen van het branden
de schip stegen nog rookwolken op,
maar later is het vuur gedoofd door
dat men water in de ruimen pompte.
De brand brak zaterdag uit toen het
sohïp van Boston op weg was naar
de Harm el eilanden met een lading,
die balen stro omvatte.
De schipper wendde het roer naar de
kust om te voorkomen dat het vuur
door de wind naar zijn machinekamer
zou worden verspreid en bleef op de
kust aanhouden tot het schip op het
van badgasten volle strand aan de
grond raakte. De bemanning sprong
overboord en werd door reddings
boten uit Lowestoft opgepikt.
De Nederlandse deskundigen zijn
voornemens de ruimen, vol water te
doen lopen, deze uit pompen en ver
volgens te trachten het schip weer
vlot te krijgen.
se gemeenschap van Jemen naar
het Land der Vaderen betekende,
dat een systematische studie kon
worden gemaakt van haar belang
wekkende, volkomen eigen, cul
tuur in haar volle omgang.
SLAPEN ONDER BED.
In sociologisch, religieus, filologisch,
ethnologisch en artistiek opzicht is
inmiddels veel interessants aan liet
licht gebracht. Te elfder ure, kan.
men zeggen, want de Jemeniet bleek
in Israël over een verwonderlijk aan
passingsvermogen te beschikken. In
dit land ging hem een nieuwe wereld
open en vooral de jongeren aarzelden
niet haar te betreden. Wie nu in Is
raël de „Temanie" bezig ziet als
handwerker of landbouwer (want ook
als boer levert hij opmerkelijke pres
taties) kijkt vreemd op, als hij hoort,
hoe het in de verzameJkampen van
de Jewish Agency heel wat voeten in
de aarde had om de nieuw Israëli's
ervan te overtuigen, dat het gemak
kelijker is i n een bed te slapen
dan eronder...
De Jemémetische dorpsbewoners rij
den thans vrijelijk met de autobus,
alsof zij tien jaar geleden niet vol
schrik de benen namen als zij een
dergelijk voertuig op hen zagen af
komen. De primitieve houten ploeg
lieeft plaats gemaakt voor de moder
ne landbouwmachine. En bij dit alles
blijven de eisen, die zij aan het leven
stellen, beperkt en verlustigen zij
zich met weinig. Zo valt het te be
grijpen, dat de „Temanie" gewaar
deerd wordt en dat de „Operatie To-
vertapijt" die kort geleden op een
massa-congres van Jenienieten in Je
ruzalem werd herdacht, te boek staat
als een onverdeeld succes in de Js-
raëlisthe annalen.
OOK OP VOLKSHUISVESTING IS VEEL TE DOEN
interessant, maar het waren allemaal
vergaderingen".
Het was bepaald niet gemakkelijk
dat werk in 1958 op te geven voor
een ministersfunctie. „Toen ik door
dr. Drees gevraagd werd, heb ilc heel
goed onder het oog gezien, dat het
een heel wisselvallige positie was. We
dachten toen aan verkiezingen in
1960. Ik heb toen al gezegd, dat ik
misschien deze functie nog geen twee
jaar zou kunnen vervullen en dat dat
toch wel een beetje onbevredigend
was."
Niettemin aanvaai'dde mr. Van Aart
sen de portefeuille van verkeer en
waterstaat, zonder het geringste ver
moeden dat hij enige tijd later al
weer demissionair zou zijn. Hij gaf
zijn wethouderschap op, al „had ik
het bij wijze van spreken wel tot
mijn 65e jaar willen blijven doen.
Maar ik doe het ook heus niet met
verdriet. En een offer? Och, een offer
brengen we niet zo gauw
Door verdrinking
omgekomen
Zaterdagmiddag omstreeks half één
is de 52-jarige Rotterdamse mevrouw
M. de Jong-Verbruggen in het Brïel-
se Meer door verdrinking om bet le-.
ven gekomen. Mevrouw de Jong was
nabij liet kampeercentrum Kruinin-
gergors aan het baden. Ze heeft zich
waarschijnlijk te ver van de oever
verwijderd en geraakte in de gevaar
lijke diepe geul. Het stoffelijk over
schot is 's middags om drie uur door
de Rijkspolitie te Water geborgen.
In één der vijvers van het Haagse
Bos is zaterdagmiddag het driejarige
jongetje A. J. Rutjes uit Den Haag
verdronken. Een surveillerende poli
tieagent zag het kindje drijven. Hij
ging gekleed te water, bracht het
op het droge en paste kunstmatige
ademhaling toe. Dit hielp echter niet
meer. Een arts van de G.G.D., die
even later kwam, kon alleen de dood
constateren.
De 6-jarige Piet Schaapman te
Scheerwolde, gemeente Steenwijker-
wold, is met zijn fietsje het Steen-
wijkerdiep ingereden en verdronken.
In de turnzaal van de Frans Naere-
boutschool streden zaterdagmiddag
turnsters en turners van Vlissingeu
en Neunlcirchen. Hier is één van de
Saarlanders bezig aan het rek. een
aantal ■punten toe te voegen aan de
ploeg van Neunkirchen.
Foto P.Z.C
„Ik doe het heus niet met verdriet"
(Van onze speciale verslaggever)
„Mij boeit op een gegeven moment altijd wel een' probleem. Mijn
ervaring is: als je je in een zaak probeert in te werken, gaat 't je
altijd boeien."
In die geest is mr. J. van Aartsen zijn werk als minister van
volkshuisvesting en bouwnijverheid begonnen. Daarom vindt hij
het moeilijk te antwoorden op de vraag of hij eigenlijk niet liever
minister van verkeer en waterstaat gebleven zou zijn, nu hij zich
sinds 24 oktober 1958 eenmaal in die functie had ingeleefd en inge
werkt. ,,'t is natuurlijk wel een beetje jammer. Maar die tijd en
moeite zijn niet verloren dat zeg ik er direct achteraan. Ilc heb
in dat halve jaar veel ervaring opgedaan. Nu 't eenmaal zo ge
lopen is, wijd ik mé met evenveel energie aan de problemen van
volkshuisvesting en bouwnijverheid. En daar is ook veel te doen."
De heer Van Aartsen is als minister
niet helemaal nieuw. Maar hij is ook
niet helemaal oud. En in elk geval is
hij volkomen nieuw als minister van
volkshuisvesting en bouwnijverheid
de man dus, die belast is met de
organisatie van de strijd tegen de
woningnood.
Het heeft er even naar uitgezien dat
hij niet zou terugkeren in het nieuwe
kabinet. Een paar dagen heeft hij
zich inderdaad een beetje „slachtoffer
van de politiek" gevoeld. „Maar ik
begreep 't toch ook wel. De heer De
Quay wilde minister Zijlstra houden
en als tweede man van de A.R.-Par-
tij iemand uit het C.N.V. Dat kon
ik respecteren en dat doe ik nog."
„Toon Ilc student was is het altijd
een soort wens van me geweest me
als advocaat te vestigen. Maar toen
ik afgestudeerd was in 1984 was het
een volkomen crisisperiode. Ik ben
gaan volontairen als ambtenaar van
het O.M. bij het kantongerecht in
Amsterdam. Née, op een zitting ben
ik nooit opgetreden. Ilc heb er alleen
voorbereidend werk voor de zittingen
gedaan. Toen ik er zat vond ilc het
wel aardig. Maar ik had er vijf of zes
jaar moeten blijven voordat ik iets
'zou gaan verdienen."
Het heeft echter slechts een aantal
maanden geduurd. „Op een goede dag
kreeg ik een briefje: of ik interesse
had voor een functie bij het rege
ringsbureau voor de uitvoering van
de landbouwcrisiswet. Dat was een
hele bijzonderheid. Als er in die tijd
ergens een vacature was solliciteer
den er 200 of 300 juristen tegelijk.
In 1935 ben ik daar aangesteld. Later
bleek, dat ik dit te danken had aan
prof. Gerbrandy, een vroegere leer
meester van me aan de V.U."
Als juridisch ambtenaar bij dit bu
reau het latere rijksbureau voor
de voedselvoorziening in oorlogs
tijd had mr. Van Aartsen tot taak
allerlei praktische crisismaatregelen
in juridische vorm vast te leggen.
Dat deed hij tot 1942. Toen werd hij
secretaris van het Hoofdbedrijfschap
voor Akkerbouwprodukten, tevens
hoofd van de juridische afdeling.
„Daar hebben we bijna dagelijks
moeilijkheden met de Duitsers onder
vonden. Maar onder elkaar zat het
goed."
Kort na de oorlog werd mr. Van
Aartsen chef van de juridische afde
ling van het ministerie van land
bouw. Ook daar kwam hij weer met
allerlei landbouwproblemen in con
tact. 't Heeft echter maar kort ge
duurd, tot eind 1947. „Ik vond 't echt
wel interessant, maar op een gege
ven moment daar heb ik blijkbaar
wel eens last van kreeg ik be
geerte eens iets anders te gaan doen."
Zo werd hij secretaris van het Ver
bond van Prot. Chr. Werkgevers,
waar hij - zich vooral heeft bezigge
houden met de voorbereiding van de
wetgeving voor de bedrijfsorganisa
tie.
Mr. Van Aartsen was dus van vele
markten thuis toen hem in 1949 werd
gevraagd of hij zich voor de A.R.-
Partij kandidaat wilde laten stellen
voor 'de Haagse gemeenteraad. „Ik
had altijd wel belangstelling gehad
voor de politiek en ik was ook al lang
lid yan een, kiesvereniging, maai: aan
praktische politiek had ik nooit ge
daan. 't Leek me wel aardig. Maar
meteen werd me gezegd, dat 't niet
uitgesloten was dat de A.R. na de
verkiezingen een wethouderszetel zou
krijgen. Of ik dan bereid was wet
houder te worden. Ik dacht: dat zul
len, we wel zien."
Enfin, inr. Van Aartsen kwam in de
raad, de A.R. kreeg een wethouders-
zetel en die werd prompt aan liet
nieuwe raadslid toevertrouwd. Toen
hij negen jaar later, als opvolger van
mr. Algera, plotseling tot minister
van verkeer en waterstaat werd be
noemd, was iedereen 't er wel over
eens, dat' Den Haag daardoor een
uiterst bekwaam wethouder van Eco
nomische Zaken verloor. „Het was
interessant", zegt de minister.
Uitermate interéssant dat zegt hij
ook van de vele functies in het ver
enigingsleven die hij in die jaren
heeft bekleed. De politiek komt voor
op: voorzitter van de AH. Kieskring
centrale Den Haag, tevens lid van het
centraal comité van de A.R.-Partij.
Maar dan volgen onmiddellijk: voor
zitter van de Vereniging van Water
leidingbedrijven, hoofdbestuurslid van
de Vereniging van Exploitanten van
Elektriciteitsbedrijven, bestuurslid
van de Vereniging van Gasbedrijven,
lid van de adviescommissie van de
K.E.M.A. voor de kernenergie. Bo
vendien ontstonden op het gebied van
gas en elektriciteit allerlei vormen
van samenwerking: „Het was zeer
„Operatie Tovertapijt" Jemenie
tische Joden in het door de Jewish
Agency gecharterde vliegtuig. Het
merendeel van hen ziet er thans heel
wat minder sjofel uit, want vooral
het jonge geslacht weet van aanpas
sen.
Koning Leopold verwachtte
op 9 mei nog geen aanval
Blijkens stukken uit het jaar 1940 die
het Amerikaanse ministerie van bui
tenlandse zaken zondag heeft gepu
bliceerd, heeft, de toenmalige ambas
sadeur te Parijs, Willam Bullitt, zijn
regering een week na de Duitse aan
val op Frankrijk laten weten, dat
vrijwel alle Franse tanks bemand
waren door communistische arbeiders
van de Parijse Renault-fabrieken en
dat dezen op een zeer kritiek ogen
blik weigerden op te trekken. In een
bepaald geval zouden van de beman
ningen van 68 zware tanks slechts
vijf liet bevel tot een aanval hebben
uitgevoerd. Ambasadeur Bullitt voeg
de daaraan toe vernomen te hebben,
dat de betrokkenen die avond nog
zouden worden terechtgesteld.
Als een ander voorbeeld van de ac
tiviteit van een communistische „vijf
de colonne" deelde Bullitt mee, dat
een regiment jagers van 18.000 man
in opstand was gekomen en de be
langrijke stad Compiègne had bezet.
Zij hielden deze plaats ten noord-oos
ten van Parijs toen nog in hun bezit.
De ambassadeur had vernomen dat
zij die avond met vliegtuigen en
tanks zouden worden aangevallen.
Het regiment handelde, volgens het
rapport van de Amerikaanse ambas
sadeur, „in samenwerking met de
Duitsers op last van de Sowjet-rege-
ring".
Koning Leopold van België verwacht
te volgens een rapport van de Ame
rikaanse ambassadeur te Brussel op
9 mei 1940 's middags, een dag voor
de Duitse inval, geen aanval. De be
zorgdheid in Nederland noemde hij
„een nieuw teken van. de zenuwoor
log".
Op 18 april had de vorst de Verenig
de Staten verzocht om als een inval
op til werd geacht te laten weten, dat
zij niet onverschilligzouden blijven
voor een schending der Belgische
neutraliteit. De koning zou laten we
ten, wanneer hij de tijd hiervoor rijp
achtte. De verklaring is echter nooit
uitgegeven.
Nederlandse bezorgdheid
De Nederlandse minister van buiten
landse zaken in de Nederlandse re
gering in ballingschap, mr. E. N. van
Kleffens, heeft op 25 mei 1940 in een
onderhoud met de Amerikaanse am
bassadeur te Londen, Joseph Kenne
dy, uiting gegeven aan zijn bezorgd
heid over het feit, dat de Britten .we
gens hun trots" weigerden, in te -zien
hoe kritiek de toestand was en bijge
volg er niet over dachten, voorberei
dingen voor een eventuele evacuatie
van hun regering te treffen. Mr. Van
Kleffens vertelde „zeer vertrouwe
lijk", dat in Falmouth twee Neder
landse oorlogsbodems gereed lagen.
Maar als gasten van de Britse rege
ring waren, de Nederlanders van oor
deel, dat. zij hun .regeringniet uit
Londen zouden kunnen verplaatsen,
zolang de Britten niet dergelijke
maatregelen zouden nemen. Minister
Van Kleffens had tegen ambassadeur
Kennedy gezegd, dat hij vreesde dat
de Britten zich pas van het gevaar
bewust zouden worden als het te laat
was.
9 De Britse regering overweegt pas
poortcontrole af te schaffen voor reizi
gers uit het buitenland die zich voldoen
de kunnen lïgltimeren, aldus bericht de
Manchester Guardian. De Daily Express
dringt er op aan het paspoort ook voor
de Engelsen zelf af te schaffen.
IN ÉEN STAP VAN DE MIDDELEEUWEN NAAR MODERN ISRAËL
(Advertentie)
Jemenietische Joden hebben zich
verrassend snel aangepast
(Van een medewerker)
Het Israëlische volk is een heterogene eenheid. Uit meer dan vijftig lan
den kwamen in de afgelopen jaren emigranten naar de Joodse staat, die
voorlopig nog als smeltkroes werkt. Onder deze „newcomers" neinen de
Jemenieten, of, zoals zij liier worden genoemd, de „Temaniem", een geheel
eigen plaats in. Een jaar of negen geleden was ik op het Jeriizalemse
hoofdpostkantoor getuige van een merkwaardig toneel. Daar stond een
groep tenger gebouwde mannen en jongens met pikzwarte, pientere ogen
en exotische hoofddeksels. Sommigen droegen iets, dat op een pyjama
leek en vrijwel allen torsten een zak met wat schamele plunje. Men zag
het hun aan: ze stonden perplex. Eerbiedig fluisterend vroegen zij hun
baardige gids, zelf een Jeineniet, wat al die jachtige mensèn hierheen
dreef, waarvoor al die wonderlijke vakjes dienden en wat al die papieren
waren, die, o wonder, zo maar door een buis werden opgezogen. En één
voor één betastten zij aandachtig en devoot het gladde marmer van de
wanden, alsof het ging om de heilige Klaagmuur zelf.
Het waren „Temaniem", die Jeru
zalem bezichtigden. Mensen, die na
een lange tocht vol ontberingen door
het land, waar zij en hun voorouders
hadden gewoond, het verlokkelijke
Aden hadden bereikt en die kort te
voren waren aangekomen in het oord
van hun dromen.
Diezelfde mensen zijn langzamerhand
een gewoon verschijnsel in het beeld
van Israël geworden. Zij dragen de
westerse kledij met zoveel gemak,
dat het moeilijk valt te bedenken,
dat deze Israëli's zich tien jaar ge
leden in niets van de achterlijke
Arabier uit het zuiden van het Arabi
sche schiereiland onderscheidden.
Zij vormen een intelligent slag men
sen. Komt het misschien doordat zij
zich eeuwen lang, alle vervolging en
discriminatie ten spijt, met de studie
van de Schrift en de Joodse mystiek
hebben bezig gehouden Want de
godsdienst maakt de kern van hun
leven uit. Wie hun propere syna
gogen en leerscholen heeft gezien,
wie hun opgaan in het gebed heeft
waargenomen en kennis heeft ge
maakt met hun ongekunstelde, bijna
kinderlijke levensfilosofie, voelt zich
getroffen. Hun vroomheid is niet do
wetsaanbidding en het starre dogma
tisme van de orthodoxe ghetto-jood
uit Oost-Europa, maar een levens
houding, die bepaald wordt door een
bijna kinderlijke argeloosheid, een
innige liefde tot God en vóór alles:
door een volkomen rechtschapenheid
in hun omgang met bun medemensen.
KUNSTENAARS IN HET VAK
Jemen kent een kastenstelsel en
in dit raam vormden de Joden in
hoofdzaak de groep ambachtslie
den. Als edelsmeden verwierven
zij ook buiten hun land een grote
faam. Daarnaast onderscheidden
zij zich in de kunst van het bor
duren. Staaltjes van hun vakbe
kwaamheid zijn overal in Israël te
zien. Zij behoren tot het mooiste,
dat ooit op dit gehied is bereikt.
Sinds jaar en dag wonen in Israël
Jemenietische Joden. Maar de
overgrote meerderheid van de Je
menietische gemeenschap in Is
raël is tien jaar geleden hierheen
gebracht per vliegtuig, in het ka
der van de door de Israëlische au
toriteiten georganiseerde air-lift,
die „Operatie Tovertapijt" werd
genoemd. Reeds lang vóór deze ro
mantische exodus is over dit kleu
rige volk dooi' wetenschappelijke
vorsers geschreven, maar veel
bleef nog onopgehelderd. De over
planting van bijna de gehele Jood-