Stad New-York vecht tegen staat
New-York om zelfstandigheid
IN DE VERENIGDE STATEN
Perscommentaren op de regeringsnota
BRUTO-INHOUD WERELDVLOOT
IN 1958 GESTEGEN
MAANDAG 29 JUNI 1959
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
P
EEN LANGE WEG NAAR DE Sle STAAT DER V5.
te gaan heffen (door de New Yor
kers onzin-belastingen genoemd).
Niettemin kan ook nu het tekort niet
gedekt worden. Dit heeft tot gevolg,
dat op de personeelssterkte van de
gemeente bespaard moet worden en
dat reeds toegezegde salarisverho
gingen van gemeentepersoneel onge
daan worden gemaakt. Dat is bij
zonder bitter, daar ook de staat zijn
belastingen, die in de vorm van loon
belasting geheven worden, verhoogd
heeft.
Van de afscheiding van een deel
van een staat van de Verenigde
Staten is slechts één voorbeeld:
in 1861 maakten zich veertig ge
meenten van de staat Virginia
los van hun moederstaat en vorm
den onder de naam West-Virginia
de 35ste staat van Amerika. Maar
Strijd om belastingen gaat voor
(Van een speciale correspondent)
De New Yorkers vechten tegen New York beter gezegd tegen het stad
je Albany, dat de hoofdstad is van de staat New York. Met de stem van
één republikein tegen hebben 23 democratische raadsleden in de grootste
stad van de Verenigde Staten besloten, door middel van een commissie
de „feitelijke en juridische mogelijkheden" te laten onderzoeken van een
scheiding van de staat en de stad New York. Openlijk streven zijn er
naar, de vijf stadsdelen Manhattan, Bronx, Brooklyn, Queens en Rich
mond samen te doen uitroepen tot de eenenvijftigste staat van de
Verenigde Staten. Nog vóór, na de opname van Hawaii in de Unie, de
vlag met vijftig sterreu werd gehesen, verlangden de vroede vaderen van
New' York reeds een vlag met 51 sterren.
Het republikeinse staatsbestuur in
Albany verwijt de democratische ge
meenteraad van New York, dat door
haar schuld de financiën van de
mammoetstad in een deplorabele toe
stand zijn geraakt. „De betrekkin
gen tussen Albany en New York
(stad) kunnen niet nog slechter wor
den, dan ze al zijn," zegt burge
meester Wagner. „Gouverneur Rocke
feller heeft ons verraden," schelden
zijn burgers, die kortgeleden belas
tingtoeslagen moesten gaan betalen
voor taxiritten, rookartikelen, benzi
ne, eten in restaurants en verschil
lende eerste levensbehoeften.
Zij komen er tegen in opstand, dat
de stad New York 55 procent moet
betalen van de belastingen en heffin
gen, waarmee de staat New York
zijn uitgaven bestrijdt. En zij win
den zich erover op, dat slechts 38,5
procent van deze uitgaven van de
staat worden aangewend ten behoeve
van de stad. Zij verwijten de gou
verneur en zijn parlement, dat hij
de stad New York slechts benadeelt,
omdat deze nu eenmaal uit traditie
democratisch pleegt te stemmen.
De senaat van de staat New York
wordt niet volgens een evenredige
vertegenwoordiging gekozen maar
door middel van een ingewikkeld dis
trictsstelsel. Ofschoon de stad naar
inwonertal verre in de meerderheid
is en de senaat dus een democra
tischs meerderheid zou moeten ver
tonen bereikten de republikeinen
„van het land" steeds een meerder
heid in de senaat. Hieruit is ook te
verklaren, dat gouverneur Rockefel
ler kortgeleden nog de stralende
overwinnaar van de verkiezingen, nu
de meest gehate man van New York
een bedrag uit zijn begroting
moest schrappen, dat hij reeds aan
burgemeester Wagner toegezegd had.
De senaat stelde daarop de stads
bestuurders voor, belastingtoeslagen
Landbouwresolutie in
Europees parlement
Het Europese parlement heeft vrijdag
te Straatsburg een resolutie aangeno
men waarin het; zich vóór een gemeen
schappelijk landbouwbeleid uit
spreekt, dat van meet af aan reke
ning houdt met het feit, dat de van
nature nadelige positie van de land
bouw en van de afzet van landbouw-
produkten, vergeleken met die van
andere economische sectoren, zoveel
mogelijk gecompenseerd moet wor
den door doelmatige, economische en
structurele maatregelen, teneinde de
landbouwbevolking in staat te stellen
een optimale bijdrage te leveren aan
en een haar toekomend aandeel te
hebben in de toeneming van de alge
mene welvaart binnen de gemeen
schap.
Het Europese parlement is van oor
deel, dat de bedrijfsvormen, die de
landbouwstructuur van de gemeen
schap kenmerken en waarop het boe-
rengezinsbedrijf een bijzonder stem
pel druk, onder een zinvolle aanpas
sing van bedrijfsvoering, uitrusting en
organisatievorm aan de beproefde re
sultaten van wetenschap en techniek,
op een uitnemende wijze in staat zijn
deze optimale bijdrage aan dc alge
mene welvaart te leveren.
Directeur Diepen van
Fokker kreeg een lesje
de vooruitzichten voor de New
Yorkse separatisten zijn niet zo
gunstig als toen. Zij zullen waar
schijnlijk een „revolutie" moeten
uitroepen, want een legale oplos
sing is slechts mogelijk met goed
vinden van de senaat van de
staatNew York. En aangezien
daarvan de meerderheid republi
keins is, zal zij nooit de wensen
van de New Yorkse democraten
inwilligen.
Iu de stad zelf schermt men steeds
weer met het principe van de grond
wet: „Geen bestuur zonder represen
tatie door eigen afgevaardigden" en
de New Yorkse raadsleden beweren,
dat hun gelijkgerechtigdheid wordt
onthouden. Intussen hebben de taxi
chauffeurs, die in de praktijk hun
fooi verminderd zagen met de nieu
we belastingtoeslag, een protestrit
gemaakt rond het gouverneurshuis in
Albany. De New Yorkse gemeente
ambtenaren protesteerden voor hon
eigen gemeentehuis tegen de bezuini
gingen. De republikeinen in Albany
daarentegen beschuldigen op hun
beurt de gemeenteraad van verspil
ling en corruptie. En geen mens weet
tot nu toe, hoe die New Yorkse „bur
geroorlog" eindigen zal. Wél weet
men, dat de 51ste staat nog heel ver
weg is.
Op zijn laatste reis naai-
Australië, Nieuw Zeeland en
Tasmania heeft de directeur
van de Fokkerfabrieken de heer n
F. J. L. Diepen in Melbourne n
een lesje gekregen dat zeker
aan de vergeteheid mag wor- n
den ontrukt.
De Trans Australian Airlines
heeft onlangs de eerste twee
„Friendships" in dienst geno-
men. Toen de heer Diepen tij-
dens zijn jongste zakenreis in
Melbourne vertoefde moest hij
onverwacht en zo spoedig mo-
gelijk naar' Canberra. Hij ging
naar een reisbureau en vroeg
de dame aan de balie of hij die
dag nog voor Canberra kon m
boeken. H
„Dat kan nog en U boft boven-
dien, want U kunt met de
„Friendship" vliegen", ant- ---
woordde de jongedame.
„Zoudt U dan een plaats voor
mc willen bespreken, zo moge-
lijk op een der achterste
rijen?" vroeg de heer Diepen.
De jongeaame pakte de telefoon i
en liet zich verbinden met het
reserveringsbureau van de T.
A.A. Zij bracht het verzoek van n
de directeur van de Fokkerfa- n
brieken precies zo over.
En de heer Diepen hoorde het
T.A.A. personeelslid door de te-
lefoon tegen de dame zeggen,
„Een plaats achterin? Waar-
om? Zeg tegen die mr. Diepen,
dat alle plaatsen in de „Friend-
ship" even goed zijn". n
liinmniiHininiiiimnnniimiiiMiiiiniiiHiiiiiniiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiii^
IV
Noem me Chick"
aar zat lüj, gezellig in een arm
stoel in mijn studeerkamer, met
zijn gouden bril, zijn heldere
ogen in een rond gezicht: net een
heel sympathieke en heel intelligente
pastoor, van ongeveer 45 jaar. De
heer Laird uit Wilmington, Delewa-
re, die me uit naam van het Wemyss
fonds kwam uitnodigen om in zijn
staat op bezoek te komen. Hij had
me een van die dollarsprookjes ver
teld. „De Tatnall school betaalt U
een honorarium, en zorgt voor on
derdak, voedsel en transport. Na
tuurlijk komt uw vrouw mee. En ge
durende de dagen dat U niet werkt-,
en dus ook niet verdient, bent U bei
den gast van het Wemyss fonds, dat
voor transport, logies en voedsel
zorgt. O ja, en op die dagen krijgt U,
en uw vrouw ook, ieder 50 dollar
zakgeld. We willen dat U ons land
onder de beste omstandigheden leert;
kennen".
„Wat was dan dat Wemyss fonds?"
vroeg ik. En daar over bleef nu de
heer Laird merkwaardig vaag. Alles
was tot daartoe technisch, precies,
en begrijpelijk. Maar dat Wemyss
fonds bleef mysterieus. En toen heb
ben we nog geen paar uur geconver
seerd. Aldus Huxley heeft eens be
weerd dat Amerikanen eenvoudig
niet in staat zijn om een gewone con
versatie te voeren. Daar heb ik nu
niets van opgemerkt. Ik vond mijn
bezoeker in ieder geval een cultuur
mens met zeer gezonde ideeën over
het leven en de politiek. Hij be
schreef zichzelf als een „business
consultant" die voor de Duponts
werkte, en noemde onderwijs zijn
hobby.
In New York werden we op 't vlieg
veld van Idlewild door de heer Laird
en zijn vrouw ontvangen. „We blij
ven eerst een paar dagen hier", zei
Laird. „Vergeet niet dat U gast van
het Wemyss fonds bent. Schrik dus
niet: al wat ik voor U beiden of voor
ons beiden uitgeef declareer ik aan
het fonds, en krijg ik terug. Aarzel
niet: ais U ergens zin in hebt, vraag
er dan om. En later als U met ande
ren uitgaat geldt dezelfde regel."
Nog in de loop van de briefwisseling
waarin de bi zonderheden omtrent ons
bezoek waren besproken had Laird
me verzocht om hem toch vooral niet
„Mister" te noemen. „Ik ben bekend
als „Chick", en verzoek je om me
ook zo te noemen. Dat hebben wij
Amerikanen liever". Gedurende ons
samenzijn in New York vertelde
Chick Laird ons meer over zijn le
vensfilosofie. „Ik werk hard, omdat
ik daar van hou, en omdat het mijn
plicht is. Maar ik heb een prima
spijsvertering, en een stel flinke be
nen. Daar maak ik dan ook graag
gebruik van". Hij at als een Zuid-
Beneluxer, en ging dan met mijn
vi-ouw lange wandelingen doen, ter
wijl ik met mevrouw Laird in het ho
tel bleef babbelen.
oen we in Wilmington aankwa
men, en Chick ons in het hotel
Dupont onze jiuite liet zien:
drie kamers, met een eigen badka
mer voor mijn vrouw en één voor
mij, onderschepte hij de ver
baasde blik die wij wisselden. Hij
grinnikte: „Ach ja, het Wemyss
fonds houdt ervan om alles goed te
doen. We willen de Nederlandse pro
fessor tonen dat we zijn bezoek op
prijs stellen". Daarna traden de
Lairds minder op de voogrond. Ie
mand van het „consultant's" kantoor
van Chick zorgde voor onze rooster
van werkzaamheden, organiseerde 't
autovervoer en deed dit alles zo goed
dat dit werkbezoek echt vakantie
werd, omdat ik nooit aan praktische
details hoefde te denken. Nu en dan.
werden we bij de Lairds op thee ge
vraagd, in een ongelooflijk mooi huis
bij de Brandywine, maar verder gin-
door prof. G. J. Renier,
Londen,
gen we van het ene huis naar 't an
dere, almaar bij ouders van leerlin
gen van de Tatnall school.
Het viel ons op dat er geen avond
voorbijging zonder dat de conver
satie over de Lairds ging lopen.
En al wat we hoorden was even
ongewoon, onverwacht, en vrien
delijk. Voor mensen die op de
tong reden zoals zij was het toch
wel opvallend dat er nooit een
woordje kritiek over ze werd ge
sproken, dat er nóóit een zweempje
ironie in de lof die iedereen hun
toezwaaide was te bespeuren. De
Amerikaanse professor die tege
lijk met ons op de school op be
zoek kwam vertelde ons dat de
grootste boekwinkel in Wilming
ton hem had uitgenodigd om de
voorraad van zijn jongste boek te
komen autograferen. „Veertig
exemplaren!" riep hij uit, „Maar
die verkoopt U nooit in Wilming
ton!" „O, dat doet er niet toe",
kreeg hij ten antwoord. „Ziet U
mr. Laird is de eigenaar van deze
boekhandel".
p een avond begon ik vragen te
stellen. „Wat is toch eigenlijk
dat „Wemyss fonds" dat ons zo
royaal behandelt?" Om de hele tafel
rees een luid gelach. „Weet U dat
niet? Het Wemyss fonds, dat is de
heer Laird, en zijn vrouw. O ja, dat
zorgt immers voor U op de dagen dat
U niet werkt! Maar als U voor Tat-
nal School werkt maakt het eigen
lijk geen verschil, want daar wordt
U gehonoreerd uit een som die de
heer Laird Chick Laird, zeiden ze
allemaal heeft geschonken".
De mensen waar we 's avonds bij op
bezoek kwamen lieten ons graag hun
huis zien. Die mooie, grote keukens,
met wetenschappelijk apparaat, net
een prima laboratorium, vervulden
ons met bewondering. „Houdt U van
onze keuken?" vroeg een huisvrouw
ons. „Ja, Chick Laird heeft hem net
laten bouwen. Hij was, vond hij, te
klein, want vader en de kinderen
konden niet bij me zitten terwijl ik
aan 't koken was! En toen hoorden
we van Chick als huiseigenaar. Hij
bezit een groot aantal ruizen, en
verhuurt die aan jonge intellectuelen,
leraars, professoren, ingenieurs en
chemici. De condities, die in een for
meel huurcontract worden vastge
steld, zijn ongewoon. De huurder be
looft dat hij aan niemand zal zeggen
hoeveel (lees „hoe weinig") huur hij
betaalt. Hij moet een hond en een
kat hebben. Als zijn jongste nu in
't leven zijnde kind de leeftijd van
vijftien jaar bereikt moet hij het huis
opgeven. De reden voor deze clausu
le is dat een echtpaar dat, als zijn
jongste kind 15 wordt, nog niet ge
noeg heeft kunnen sparen om zelf
een huis te kopen, niet verdient om
verder een Laird woning te bezetten,
zetten.
oor dat ik naar Amerika vloog
had ik bij Chick Laird over
mijn spijsverteringsmoeilijkhe
den geklaagd, en geschreven dat ik
eigenlijk zo bang was van de be
ruchte Amerikaanse gastvrijheid. Ik
had toen een lijst gekregen van voed-
selsoorten: of ik een tikje wou zet
ten bij wat ik wèl kon eten. Tikjes
kregen kip, vis, asperges en aardap
pelen. De eerste avond dat ik met
kloppend hart aan een tafel neerzat
kreeg ik kip, asperges, en aardappe
len. Voor mijn vrouw en de andere
gasten was er een veel ingewikkelder
menu. Toen ik mijn dank voor het
begrip van mijn gastvrouw uitsprak,
antwoordde ze: „O maar dat komt
alles van de farm van Chick. Hij
heeft er drie. U zult iedere avond
van zijn produkten genieten".
Op het gebied van alcoholgebruik,
een gebruik waar ik ook al niet aan
kan meedoen heersten in de krin
gen waar we ons bewogen merk
waardige gewoonten. Men dronk daar
maar eens per dag alcohol. Dat was
voor het avondeten, en dan ook flink.
Cocktails met geweldige porties je
never, en meerdere. De rest van de
tijd werd geen alcohol gebruikt. Aan
tafel dronk men melk, of water, of
koffie. Zelfs werd mijn afkeer voor
de beruchte ijsmanïe geëerbiedigd. Zo
dra de cocktails verschenen kreeg ik
een groot glas mineraalwater zonder
ijs, en mijn melk was de temperatuur
waarop ze de koe had verlaten. Chick
was bij ieder van de huisvrouwen die
ons zouden ontvangen van te voren
op bezoek gegaan, en had ze de ei
genaardigheden van de Nederlandse
professor haarfijn uitgelegd.
En op een avond, tegen 't eind van
ons bezoek, toen zoals gewoonlijk
Cliiek weer in de conversatie kwam
opduiken, vroeg een hoogleraar van
Armenische oorsprong me: „Maar
weet U dan niet wie die Chick Laird
eigenlijk is?" en toen ik mijn onkun
de liet blijken: „Hij Is er één uit het
clan. Hij is van moederzij een du
Pont de Nemours".
De bouwers van een waterkracht
centrale te Bratslc in het gebied van
Trkoetsk in Ruslandhebben het wa
ter van de rivier de Angara op snel
le wijze volkomen afgedamd. Hon
derden vrachtauto's werden gébrwikt
om enorme basaltblokkeen in de ri
vier te storten, waarvan deze foto
een beeld geeft.
In enkele uren was de stroom be
dwongen en kon met het bouwen op
de rivierbodem worden begonnen.
In liet jaarverslag over 1958 van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken
van Rotterdam stond o.m.t Op 30
juni 1958 had de wereldvloot een
bruto inhoud van 118.033.731 regis-
MEER LICHT
„De nota heeft ons wel meer licht
verschaft omtrent de plannen der re
gering, maar wij kunnen toch niet
zeggen, dat zij ons een duidelijk beeld
heeft gegeven omtrent de concrete
maatregelen die de regering voor
ogen staan. Op dit punt, vooral op
het zo belangrijke terrein van de
loonpolitiek, zullen wij moeten af
wachten hoe het beleid zich ontwik
kelt". Zo schrijft het Algemeen Han
delsblad (liberaal) in zijn commen
taar op de regeringsnota over het
sociaal-economisch beleid.
Tot nu toe aldus het blad, is bij het
conjunctuurbeleid na de oorlog tel
kens weer aan de dag getreden, dat
de „timing" van de maatregelen niet
paste. Dit was het geval met de be
lastingverlaging 1955'56, met de
loonmaatregelen van 1956. Zal ons nu
hetzelfde te wachten staan met de
vrijere loonvorming
Bepaald teleurgesteld is het blad
in de paragraaf over de belasting
maatregelen. Bij een berekende
vermindering van de uitgaven en
vermeerdering (c.q, continuatie)
van belastingen komt men tot een
voordelig resultaat voor dc schat
kist van f 325% miljoen. Waarom
heeft men bij de huurcompensatie
niet gedacht aan een belastingver
laging speciaal van de verbruiks
belastingen, die. allen ten goede
zou komen? Deze verlaging zou
een deel van de looneompensatie,
I die ons kostenpeil verhoogt, onno
dig maken.
LIBERAAL PROGRAM
Het Parool, onafhankelijk socialis
tisch, kan over dit staatsstuk niet
juichen, al constateert het één licht
puntje: de aangekondigde verlaging
van het belastingtarief \oor onge-
huwden. Het blad merkt onder meer
op, dat de regering jprioriteït geeft
aan een reeds op 1 januari a.s. toe
te passen huurverhoging, terwijl de
werknemers nog' maar moeten af
wachten, wat er in het kader van de
vrijere loonpolitiek voor hen op zal
overschieten.
Een wel heel zwak punt in de nota
noemt Het Parool dat de regering
de huurverhoging niet onmiddellijk
heeft gekoppeld aan krachtige maat
regelen tot verlaging van de bouw
kosten, waartoe het S.E.R.-advies
een aantal waardevolle suggesties be
vatte. Om de opheffing van de huur-
blokkering behoeft volgens Het Pa
rool, niemand rouwig te zijn, maar
het blad heeft groot bezwaar erte
gen, dat geen enkele garantie be
staat dat de opbrengst van de nieu
we huurverhoging aan de volkshuis
vesting in de ruimste zin van het
woord ten goede zal komen.
„Het beleid onderscheidt zich op
essentiële punten van de sociaal-
economische politiek van de diver
se regeringen-Drees, en in dat on
derscheid ligt naar onze mening
een compliment voor het sociaal
beleid dat die regeringen jarenlang
hebben gevoerd. Het christelijk-
sociaal program van de regering-
De Quay is een liberaal program,
waarmee prof. Oud en de zijnen
bijzonder ingenomen zullen zijn".
DOELBEWUST
Trouw (anti-revolutionair) komt tot
de conclusie, dat dit kabinet weet
wat liet wil. Bij het lezen van de no
ta is merkbaar, dat er in het over
heidsbeleid een accentverlegging
heeft plaatsgevouden. Er komt meer
vrijheid. De loonvorming wordt meer
gedifferentieerd. In het woningbeleïd
zal men voorzichtig aan de teugels
wat gaan vieren".
Waar het regionaal maar even moge
lijk zal .zijn, ligt het in het voorne
men "de vrije verhoudingen op de
woningmarkt te herstellen. Wel ko
men er en dat lijkt het blad billijk
scherpere bepalingen voor de
huiseigenaren ten aanzien van het on
derhoud.
Vooral de sociaal zwakkeren zijn ver
der niet vergeten. De verhoging van
de uitkeringen aan de rentetrekkers
zal vele miljoenen kosten. Deze be
handeling steekt wel bijzonder gun
stig af bij de uitermate schriele be
jegening welke hun in 1957 (3 pet!)
ten deel viel.
Het is volgens Trouw niet mogelijk
thans reeds de nota op alle onderde
len te beoordelen. Een gefundeerde
mening waagt nadere bestudering.
Niet onmogelijk is en dat zal dan
tijdens de parlementaire behandeling
wel blijken dat nog correcties no
dig zijn.
SPIJKERS MET KOPPEN
De Telegraaf (conservatief) schrijft,
dat het stellig verheugend is dat iu
Nederland eindelijk weer spijkers met
koppen worden geslagen. Het vorige
kabinet bracht het met moeite tot
goede voornemens, welke echter eerst
(ten dele) verwezenlijkt konden wor
den als na eindeloze onderhandelingen
compromissen met allo belanghebben
den tot stand waren geltomen. Thans
zijn niet alleen beslissingen genomen
op die punten, waarover de S.E.R.-
leden van mening verschilden, maar
is ook gehandeld in afwijking van
eenstemmige S.E.K.-adviezen.
Da merkwaardige figuur dat de S.E.
R. eiste dat zijn advies in zijn geheel
diende te worden opgevolgd, schijnt
nu wel tot het verleden te behoren.
Als men in aanmerking neemt, aldus
De Telegraaf, dat veertien jaren diri
gistische politiek zich in onze maat
schappij diep hebben ingevreten en
een radicale verandering dus niet van
vandaag op morgen kan worden ver
wezenlijkt, kan men over deze rege
ringsvoorstellen wel tevreden zijn. De
kritiek buiten en medio juli in
het parlement zal er uiteraard niet
minder om zijn.
PIKANTERIETJE
Ook het Algemeen Dagblad (onaf
hankelijk) gaat iu op de omstandig
heid, dat het S.E.R.-advies niet als
richtsnoer is gebruikt. „Van een re
gering verwacht men dat zij regeert.
Dat zij eigen koers uitzet, eigen be
leid bepaalt en vervolgens daarvoor
de goedkeuring van het parlement
vraagt. Wat men ook van deze nota
mag zeggen: de bepaling van een
eigen beleid is geschied.
Het vorige kabinet-Drees struikelde
over de erlenging van de tijdelijke
belastingverhogingen. Het wenste die
verlenging voor 1959 en 1960 tege
lijk; een meerderheid in de Tweede
Kamer wilde haar slechts voor 1959
toestaan. De regering-De Quay
vraagt voor 1960verlenging van
de tijdelijke belastingverhogingen.
Daat zit een pikant kantje aan, al
lijkt de zaak maller dan zij is. De
Tweede Kamer stelde in december
uitdrukkelijk dat zij 's lands toe
stand In de loop van 1959 nog eens
wilde bezien eer zij tot verlenging
voor 1960 zou kunnen besluiten. Dat
kan nu dus gebeuren.
Overigens betreurt het Algemeen
Dagblad dit verzoek van de regering.
Maar het erkent dat op dit ogen
blik niet veel andere begaanbare we
gen openliggen om tot een aanvaard
bare financiering van 's Rijks uitga
ven te komen.
TROETELKINDEREN
Nadat Nederland sinds de crisis van
11 december al meer dan een half
jaar praktisch niet geregeerd was,
weten we nu dan toch waar de nieu
we regering op aankoerst, zo merkt
Het Vrije Volk (socialistisch) op. En
dan blijkt, zo vervolgt het blad, dat
de nieuwe coalitie de politieke lijn
op vele punten heeft omgebogen...
behalve op het punt, waarop zij Hof-
stra per se zijn zin niet wilde geven.
Ze stelt voor de in het kader van de
bestedingsbeperking ingevoerde be
lastingverhogingen met nog een jaar
te verlengen. Dat is precies het voor
stel waarover men de regering-Drees
heeft laten struikelen. En de nieuwe
regering gebruikt ook dezelfde argu
menten als Hofstra. Namelijk, dat het
van groot belang is om zo weinig
mogelijk op de kapitaalmarkt te lenen
ten einde o.a. de woningbouw veilig
te stellen en voorts om ruimte te heb
ben voor een verlaging van de belas
ting voor ongehuwden. „Het is voor
de nieuwe coalitie wel een blamage
nu zo duidelijk te moeten erkennen,
dat Hofstra indertijd gelijk had. Dui
delijker bewijs dat men de crisis be
wust gewild heeft, kan men moeilijk
verlangen".
Tenslotte constateert Het Vrije
Volk, dat de huiseigenaren de
enigen zijn, die zeker weten, dat
een flinke portie van de gestegen
terton, dat is 7.787.650 ton meer dan
op 30 juni 1957. Vissersschepen en
sleepboten zijn hierbij wel, schepen
zonder mechanische voortstuwing en
vaartuigen van minder dan 100 ton
echter niet medegerekend.
De bruto inhoud der tankschepen van
ten minste 100 ton was op 30 juni
1958 gestegen tot 33.590.140 register-
ton of 28,46 van de gehele vloot.
De Nederlandse koopvaardijvloot had
op 30 juni 1958 een omvang van
4.599.788 registerton bruto, dat is
3,9 van het wereldtotaal; vergele
ken met 30 juni 1957 bedraagt de
vermeerdering 265.432 ton, dat is 3.4
van de groei van het wereldtotaal.
De onder Nederlandse vlag varende
koopvaardijvloot, met inbegrip van
de in de Nederlandse Antillen en Su
riname ingeschreven tonnage doch
zonder vissersvaartuigen, sleepboten
en aannemersmateriaal, telde op 31
december van het afgelopen jaar
1.592 schepen. metende bruto
4.538.768 registerton, met accommo
datie voor 20.184 passagiers.
Aan het einde van het jaar omvat
te de Nederlandse vloot 29 passa
giersschepen, 5 emigrantenschepen,
69 vracht-passagiersschepen met
accommodatie voor meer dan J2
passagiers, 379 vrachtschepen van
meer dan 500 ton, 961 vrachtsche
pen van minder dan 500 ton, 133
tankschepen van meer dan 500 ton,
en 16 kleinere tankschepen, zo
gaat het verslag verder.
welvaart aan hen ten goede zal
komen. Zij zijn blijkbaar de troe
telkinderen van het nieuwe kabi
net.
WAPENEN TEGEN HOON
De Tijd-Maasbode (rooms-katholiek)
vreest, dat do K.A.B. en het C.N.V.
teleurgesteld zullen zijn, aangezien
de regering op verschillende ponten
van het S.E.R.-voorstel afwijkt. „Het
zal de confessionele werknemers niet
meevallen, zich tegen het te verwach
ten socialistische hoongeroep te wa
penen. Zo zij werkelijk prijs stelt op
een blijvende vrijere loonvorming zal
de confessionele vakbeweging de lijn
wat moeten vieren voor het binnen
halen van de bult.
Beide verbonden zullen iedere schijn
van opportunisme dienen te vermij
den omdat te weinig steun aan de
regeringspolitiek zou kunnen leiden
tot een andere i*egering"waar
vandaan in 's hemelsnaam?"
„De regering weigert de koek te ver
delen voor zij gerezen is, ten einde
het land een tweede economische indi
gestie en het daaropvolgende helaas
bekende dieet te besparen".