jeeblafs Het eekhoorntje maakte maar een korte reis VIJF GULDEN REGELS VOOR AUTO'S EN MOTOREN ZATERDAG 27 JUNI 1959 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 19 £r icas eens een eekhoorntje dat dacht dat het verderop mooier was. Mooier en fijner. Wat ver derop precies betekende, wist hij niet, daar was hij ook nog veel te klein voor, maar dat het niets te maken had met zijn eigen nest, met zijn moeder en broertjes en zusjes, dat wist hij wel. Telkens als hij dat toverwoord hoorde, ging er een schokje door hem heen. „Waar is vadert Verderop!" Waar woont de uil? Verderop!" En iedere keer als hij dacht dat niemand het hoorde, zei j hij zachtjes tegen zichzelf: i „Ik wil verderop en ik ga ook verderop". Toen hij groot genoeg was om zelf al eens een eikeltje I of nootje te bijten, keek hij als zijn moeder er weer op uitgegaan was om eten, i over de rand van het nest. Hij keek verderop. „Alles is daar veel mooier en groe ner, de dieren zijn er veel vrolijker en de kleine eek hoorntjes die verderop wo- I nen, mogen vast veel meer van hun moeder dan ik mag", zei hij zachtjes, ter wijl zijn donkere kraal oogjes probeerden door de takkengordijnen heen te kij ken. „Blijf toch binnen, hang niet zo ver naar buiten. Je zult er nog uitvallen", rie pen zijn zusjes, die veilig op de bodem van het holletjs wachtten tot moeder eek hoorn terugkwam. „En als lk dat nou eens deed?" vroeg het kleine eekhoorntje plagerig, „als ik me nou eens liet vallen?" „Ooooo", riepen de broertjes en zusjes verschrikt, „zoiets mag je niet zeggen!" „Hljil", lachte het eek hoorntje en toen hij de ang stige snuitjes achter zich zag, werd hij nog brutaler. „Let maar eens op", zei hij, „daar ga ik. Eekhoorns zijn toch zeker gemaakt om zich langs de stam naar beneden te laten glijden. Dag alle maal, lk ga verderop. Tot straks Hij liet zich vallen, maar het glijden naar beneden ging lang zo mooi niet als hij het zijn vader en moe der vaak had zien doen. Eigenlijk was het helemaal geen glijden, veel meer val len. Helemaal beduusd bleef hij eerst onder aan de hoge boom liggen, maar toen hij een beetje bijgekomen was, begon zijn hartje toch al weer vlugger te kloppen. Hij wés nu per slot van re kening verderop en na het moeilijke begin zou het da delijk wel beter gaan. Op onwennige pootjes hipte hij door de varentjes langs de grond. Opeens verstijfde hij, want een grote stekelbol versperde hem de weg. Hoe moest hij daar over heen komen? De stekelbol stak opeens een puntige neus naar hem uit en vroeg wat hij wilde. „Ik wil naar ver derop", piepte de kleine eek hoorn. ,JSn vind je moeder dat goed?", vroeg de stekel bol, die nu ook vier pootjes liet zien. Tuurlijkzei de kleine eekhoorn, „ik ben toch zeker al groot. Ik kan zelf al een eikeltje eten." „Zo zo", knikte de bol, „nou, geef mij maar egeltjeseten, hoor". „O, ben jij een egel?" vroeg de eekhoorn, want hij her innerde zich opeens dat zijn moeder hem daar wel eens over verteld had. „Treurig", zuchtte de egel, terwijl ze het eekhoorntje nakeek, „dat wil verderop en weet nog niet eens wat een egel is." „Ben ik er al? Ben ik nu al verderop?" vroeg het eekhoorntje aan zichzelf, toen hij weer een paar me ter was voortgehupt. „Verderop Is verderop", kraste een kraai boven hem, die nieuwsgierig naar dat de dieren waren er beslist niet vrolijker en ook moch ten kleine eekhoorntjes er niet meer dan hij thuis boven zich zag hij een moe der eekhoorn met strenge oogjes haar kinderen naar binnen halen. „En toch moet ik al verder op zijn", zuchtte het eek hoorntje, „mijn pootjes zijn moe, ik heb al een egel ge sproken, een kraai gezien, ik ben door de varentjes ge lopen en over mos. Ik moet verderop zijn." „Waarom zit je hier als je verderop moet zijn?" vroeg een langzame stem. Het was de pad die moeilijk zijn kopje optilde om dat zachte bruine diertje te bekijken. „Weet jij dan waar verder op is?" vroeg het eekhoorn tje, „toe alsjeblieft, wijs me de weg". Circus Tetteretetteretet. Het circus! Het circus! De tent wordt opgezet. Eerst de palen in de grond, dan het grote zeil in 't rondl Stoeltjes hier voor de muziek, stoeltjes daar voor het publiek. Hijs de vlag in top! Het circus! Het circus! Wat kan daar tegenop? Tetteretetteretet Daar komenDaar komen de dieren aangezet! Kleine pony's twee aan twee mogen met de paarden mee. Dan meneer de olifant plof plof stappend door het zand, bruin de beer voorop en 't aapje Juuntje achteraan, een mutsje op zijn kop. MIES BOUHUYS. want als dat waar was zou zijn hele lange reis voor niets zijn geweest. En hoe kwam hij dan terug? „Heel zeker", knikte de pad. „Ik ben overal geweest. Hier en daarginds, vlakbij pluizige diertje zat te kij ken. „O, dank je wel", zei het eekhoorntje en daar ging hij weer. moet lk toch heus verderop zijn", zei hij, toen hij weer een paar meter verder was gehupt. Hij keek om zich heen; nee, het zag er precies zo uit als overal anders. Het was er niet mooier en groener, „Ik weet wel waar verder op is", zei de pad langzaam, „maar waarom zou ik er heengaan? Daar ben ik veel te lui voor. En bovendien, 't Is verderop precies zo als hier: bomen, varentjes, die ren". „Weet je dat zeker?" vroeg het eekhoorntje verschrikt, en verderop en 't is overal hetzelfde. Nou ja, nóg veel verderop is het wel anders, maar daar kunnen dieren als jij en lk niet naar toe. Daar wonen mensen en is het gevaarlijk." Het kleine eekhoorntje luis terde al niet eens meer. Hij zat met zijn twee voor pootjes en zijn pluimstaart te wuiven onder de boom, waarin hij de strenge eek hoornmoeder had gezien, g Misschien was het familie, misschien zou ze hem willen helpen om de weg naar huis te vinden. „Mevrouw... tan- te... oma... mevrouw... 1" riep hij. „Rakker! Lelijke rakker!" zei een stem achter hem en voor hij wist wat er gebeur- de, had hij een flinke tik op zijn staartje te pakken. „Hoe moet ik je nou weer naar boven krijgen?" Tot zijn stomme verbazing zag het kleine eekhoorntje x zijn moeder staan en boven uit het nest zag hij de kop- jes van zijn broers en zusjes gluren. „Maar... maar hoe kan dat?" piepte hij, „ik was helemaal verderop! Hoe kom ik hier?" „Als mevrouw egel niet 5 zo vriendelijk was geweest om me te vertellen dat je in een kringetje door de varens liep te huppen en als meneer kraai me niet was komen waarschuwen, dat je onzer eigen boom stond te zuchten, had ik je misschien nooit terugge- vonden", snikte zijn moe- der. Het kleine eekhoorntje g schaamde zich zo voor de dieren, die stil bleven staan om te kijken wat er ge- beurd was, dat hij zich he- X lemaal wegdrukte tegen de ïa vacht van zijn moeder. Kleine schokjes gingen door g hem heen; waren het snik- sjè ken of klom zijn moeder met haar tandjes om zijn g nekvel geklemd met hem te- gen de boomstam Hij g merkte het pas, toen hij bo- X ven was. Ja, daar was het nest, daar waren de broer- tjes en zusjes! X Verder keek hij niet; hij g wilde helemaal niet meer weten wat verderop was. „Verderop komt later wel", g zei hij als er iemand naar vroeg, „later als ik heel groot en heel sterk ben, g misschien dat ik er dan nog eens een kijkje ga nemen. Maar nu..." Meer zei hij niet, maar zijn oogjes gin- gen zo blij het fijne warme hol rond dat Iedereen pre- cies wist wat hij bedoelde. MIES BOUHUYS Komt het zien! Komt het zien!" Flop schreeuwde nét zo lang tot de tent uitverkocht was en toen kon de voorstelling beginnen. Alle mensen zaten vol verbazing naar de Arabier (jullie herkennen natuurlijk Flip) te kijken, die door op een fluit te blazen „Komt het zien! Komt het beleven! De tent van Ali Ben is de mooiste aller tijden". Flop schreeuwde uit vol le borst en iedereen kwam vlug kij ken, wat er dan wel zo mooi was. „Slangenbezweren aan de lopende band! De slang die nooit moe wordt! een gevaarlijk gestreepte slang in be- dwang hield. Flop genoot en Flip was heel tevre den over z.jn idee. Zien jullie het, op het vierde plaatje... wat een bedrie gers, hè! HOOG EN LAAG WATER i juni VllBsingen Terneuzen Hansweert Zierikzee Wemeldinge nap uur meter 7.42 1.69 8.09 1.87 8.39 2.01 8.46 1.39 9.13 1.59 -f nap uur meter 19.57 1.56 20.26 1.75 20.47 1.90 20.58 1.12 21.30 1.31 nap uur meter 1.39 1.89 2.07 2.06 2.38 2.19 2.16 1.74 2.32 1.98 13.50 1.48 14.17 1.64 14.49 1.78 14.51 1.31 14.55 1.52 29 juni Vlissingen Terneuzen Hansweert Zierikzee Wemeldinge nap nap nap nap uur meter uur meter uur meter uur meter 8.43 1.56 21.02 1.48 2.37 1.77 14.52 1.39 9.08 1.74 21.29 1.66 3.03 1.93 15.16 1.55 9.38 1.89 21.49 1.83 3.32 2.07 15.47 1.69 9.43 1.32 21.57 1.09 4.16 1.64 35.48 1.27 10.08 1.51 22.30 1.28 3.28 1.89 15.56 1.47 ACTIE VEILIG VERKEER Zorg, dat U bovenstaande gedrags regels in het hoofd heeft. Vandaag, morgen, altijd. Het Verbond voor Veilig Verkeer geeft U de kans met uw verkeerskennis fraaie prijzen waaronder zelfs een 10-daagse va kantiereis in binnen- of buitenland te winnen. Hiertoe wordt U „ge schaduwd" in het verkeer. Pas deze en andere regels toe en geef het juiste antwoord indien U deze week ergens in Nederland op uw verkeerskennis wordt getest. En luister donderdagavond naar het speciale Veilig-VerkeerN.C.R.V.- radioprogramma „Gelijk oversteken" dat geheel aan uw en andermans voorbeeld in het verkeer zal zijn ge wijd. KERKNIEUWS XED. HERV. KERK. Beroemen te Oldemark en Paaslo (tweede pred.plaats) (toez.): H. P. Schouten, predikant voor buitengewo ne werkzaamheden, voorheen te Para maribo, thans wonende te Katwijk aan Zee; voor hèt pastoraat „De Zee vang" ten behoeve van de doipen Oosthuizen, Kwadijk en Middelie: mej. I. C. Jansen, vicaris te Oost huizen. Benoemd tot vicaris te Groote Llndt en heer Oudelands Ambacht: M. van der Leun, kand. te Sliedrecht. Beroepen te Streefkerk M, van Ren- nes te Rouwveen. GEREF. KERKEN. Tweetal te Aalten vac. J. van Wijn gaarden J. L. Janse de Jonge te Oostvoorne en 6. Rang te Vijfhui zen. Aangenomen naar Avereest J. J. Lamme jr. te 's-Gravemoer. Bedankt voor Rocky Mountains House (Alberta Canada) K. Slerink te Oostemijkerk. Aangenomen te Garijp G. de Ruiter te Knijpe (Fr.). Aangenomen naar Voorburg (vacature C. W. Thijs) L. Schuurman te Giessenburg. die be dankte voor Vlaardingen (vac. dr. E. D. Kraan). Beroepen te Ottoland J. C. W. van 't Hoff, kand. te 's-Hertogenbosch. CHR. GEREFORM. KERKEN Tweetal te Sneek W. van 't Spijker te Drogeham en dr. W. H. Velema te Eindhoven. Aangenomen naar IJmui- den M. Vlietstra te Eemdijk. Tweetal te Werkendam Gi. Blom te Meerkerk en C. van der Weele te Leiden. Beroepen te Oud-Beyerland J. J. Re bel te Murmerwoude. Beroepen te Rotterdam-Kralingen: J. P. Geels te Haarlem-C.; te Huizen (N.-H.) H. van Leeuwen te Arnhem. GEREF. KERKEN (vrijgemaakt). Beroepen te Sliedrecht E. Zwarte- veen, kand. te Zwolle. GEREF. GEMEENTE Tweetal te Arnhem en IJsselmonde: P. Blok, kand. te Rotterdam-W. en C. Wisse, kand. te Tholen. Tweetal te Biezelinge: P. Blok, kand. te Rotterdam-W. en M. Heerschap te Borssele van wie eerstgenoemde is beroepen. Beroepen te Almelo-Enter: P. Blok, kand. te Rotterdam-W. Tweetal te St. Annaland, te Bode graven, te Ridderkerk en te Wer kendam P. Blok, kandidaat te Rot terdam west en C. Wisse, kandidaat te Tholen. Beroepen te Ridderkerk en te St. Annaland P. Blok, kandidaat te Rot terdam west; te Hendrik Ido Am bacht en te Middelharnis C. Wisse, Tweetal te Tholen: kand. L. Wisse te Tholen en P. Blok te Rotterdam. Tweetal te Amsterdam-C P. Blok, kand. te Rotterdam-west en C. Wis se, kand. te -Tholen. Beroepen te BoskoopDordrecht en te Slikkerveer P Blok. kand. te Rot terdam-west. Uit het tweetal kandidaat P. Blok, Rotterdam en ds. M. Heerschap, Borssele heeft de Gereformeerde Ge meente te Biezelinge een beroep uit gebracht op kandidaat P. Blok. Geef bij een kruispunt voorrang aan een wielrijder die op de voor- rangsweg rijdt. Parkeer bij een kruispunt minstens 10 meter uit de hoek. Houd bij het wachten voor een verkeersagent of stoplicht de over steekplaats vrij. Inhalen vóór of óp een kruispunt is verboden, als men daarbij op de linkerweghelft komt. Bij afslaan naar links of rechts gaat rechtdoor op dezelfde weg vóór. (Advertentie) BINNENVERINGBED SCHUIMRUBBERBED LEZERS SCHRIJVEN Busverkeer op Noord-Beveland In Veere gelogeerd zijnde zou ik gis teren een bezoek aan Kortgene brengen. Dus de reisgids nagezien. Daarin vind ik 10 uur bootje van Kamperland, aansluitende bus naar Kortgene. Welgemoed maak ik de overtocht met als medereizigers een dame en nog iemand per motor. Aan gezien geruime tijd wachten ver geefs bleek, kregen wij achterdocht in. zake die bus. Twee mensen kwamen lopende van Kamperland en deze bevestigden onze mening, dat er geen bus kwam. Zo zat er niets anders op dan naar Kamperland te wandelen. Dus zijn wij beiden die dame en ik, gelukkig beiden goed ter been, naar Kamperland gewandeld. Daar was de bus natuurlijk vertrokken. Zo zouden wij dan maar gaan liften. Wat goed begon. Direct meegenomen door een automobilist naar Wissenkerke. Daar ik op stap naar Kortgene. Een eind onderweg kreeg ik een verdere lift tot Kortgene. Het bleek mij, dat de bus het veer niet aan deed omdat in Kamperland de veerweg opgebroken is. Maar waarom dan geen omweg door Van der Takswegje of het weg je van Remiense? Of waarom niet als de veerbootpassagiers lopen door het dorp een wagen ver der op gereed zetten? Bovendien geschiedde de opschorting van de dienst zonder enige bekendmaking. Je zult daar staan oud en gebrekkig of als vrouw met een koffer en een paar kinderen! Gaat dat nu maar zo door? Veere. J. de Die. (Advertentie) Automobilisten hebben prachtige kansen om het goede voorbeeld te geven in het verkeer. Benut U se? Laat U bijvoorbeeld óók altijd zo netjes ruimte vrij voor „langzaam verkeerbij het stoppen vóór (en niet óp) stopstreep en oversteek plaats1 Dit is een spelregel in het verkeer waartegen nog maar al te vaak wordt gezondigd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 17