„Spinroc en andere verzen" door
V an Geel -Gedicht en' van Hanlo
kleuren
C
Monticelli: een tovenaar met
Henri Troyat gekozen als
lid der „onsterfelijken"
van Duitsland terug
OHiftie -per&
ZATERDAG 23 MEI 1959
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
Nieuwe poëziebundels (II)
De Franse academie heeft een in
Moskou geboren romanschrij
ver tot lid van de „onsterfe
lijken" gekozen.
en met het nachtelijke kaarslicht,
vindt hij zijn eigen toets. Hij komt
nooit meer buiten. Hij leeft op zijn
herinneringen ^an wat hij eens heeft
gezien en beleefd. Hij droomt daarin
door en zijn dromen krijgen vorm in
de verf massa's op zijn panelen.
Hij heeft geweten, dat hij niet werd
begrepen, maar heeft steeds beweerd,
dat hij „voor over zestig jaar" schil
derde. Zo lang heeft hij trouwens
niet op «-kenning behoeven te wach
ten. Maar het is wel waar, dat men
nu pas ten volle zijn grootheid beseft.
Daarom is het gelukkig, dat het mu
seum Boymans-Van Beuningen te
Rotterdam en het Stedelijk Museum
te Amsterdam, samen met de Asso
ciation Franchise d' Action Artistique
een tentoonstelling van zijn schilde
rijen hebben georganiseerd. Men
vindt er niet altijd het herinnerings
beeld van die enkele prachtige schil
derijen uit de Amsterdamse kunst
handel terug, maar aan de andere
kant is de ontwikkeling van een
kunstenaar zo voortreffelijk samen
gevat, dat men met de zwakkere
stukken van deze collectie toch wel
vrede kan hebben. Want waar verf de
allure krijgt van een kostbare edel
steen daar is een groot kunstenaar
aan het woord en daar loont het de
moeite, dat men naar hem luistert.
Henri Tarassow, die nu 47 jaar oud
is, is in Frankrijk algemeen bekend
onder zijn pen-naam Henri Troyat.
Hij ontvluchtte, samen met zijn
ouders, toen hij acht jaar oud was,
de bolsjewistische revolutie. Hij is
al sedert lang als Fransman gena
tionaliseerd.
Het is de eerste keer in de 325-jarige
geschiedenis van het Franse „Hoge
Hof der Letteren", dat een in Rus
land geboren persoonlijkheid geko
zen werd. Hij was de enige, die kan
didaat stond en hij kreeg 23 van de
25 stemmen, die werden uitgebracht.
Twee andere stemmen werden ongel
dig verklaard.
Troyat is gekozen in de zetel van de
romanschrijver Claude Farrere, die
twee jaar geleden stierf en die be
kend was door zijn romans over de
vloot en over het oosten. De „Aoade-
mle frangaise" telt nu, door het toe
treden van Troyat 36 leden. Het vol
ledige aantal is 40.
Troyat won in 1935 met zijn eerste
roman „Faux Jour" (Tegenlicht) de
„Prix populiste" (de px-ijs voor volks
kunst). Drie jaar later veroverde hij
de „Prix Goncourt" voor zijn roman
,1'Aragne" (De spin).
Andere bekende romans van hem
zijn „Le vivier" (De visvijver),
„Grandeur nature" (Levensgroot),
„Le mort saisit vif" (De dood bij zijn
vellen gepakt) en „La neige en deuil"
(De sneeuw in rouw).
Hij heeft oök biografieën geschreven
van de Russische schrijvers Dosto-
jewski en Poesjkine en andere werken
over het toneel en de film.
(Van een correspondent)
Gesteund door een heftige perscam
pagne eist Italië opnieuw van de
Westduitse Bondsrepubliek zeshon
derd schilderijen en beeldhouwwer
ken terug, die in de dagen, dat de
landen nog strijdmakkers waren, uit
Italië verdwenen zijn. De bondsrepu
bliek moet de kunstwerken terugge
ven of een schadevergoeding betalen
voor het verlies.
Deze kwestie heeft reeds tijdens het
laatste bezoek van president Heuss
aan Italië groot opzien gebaard. Het
ministerie van buitenlandse zaken
heeft toen beloofd, zich met de
klacht bezig te zullen houden. Tot
op heden echter, zo stellen de cou
ranten vast, is Bonn niet over de
brug gekomen.
Bij de vermiste kunstwerken gaat het
om twee altaarstukken van onschat
bare waarde van Pollajuolo, een por
tret van Hans Memlinc, verder een
groep meesterwerken van Antonio
erkms m ons
De hoofdrolvertolkster
in de Anne Frank-film,
het Amerikaanse meis
je Millie Perkins, zal
volgende week een be
zoek aan ons land bren
gen. Woensdagavond
27 mei arriveert zij om
kwart voor tien met het
vliegtuig uit Stockholm
op Schiphol, waar zij
zal worden verwelkomd
door de Nederlandse
balletdanseres Marian
ne Sarstadt, die bijna
was uitverkoren om de
hoofdrol in de Anne
Frankfilm te spelen.
Daarna wonen zij het
slot van de voorstelling
bij van de Anne Frank
film in het Rialto-thea-
ter te Amsterdam,
waar het Amerikaanse
meisje aan het publiek
zal worden voorgesteld.
De volgende dag zal
Millie Perkins tijdens
een persconferentie in
het Amstelhotel te Am
sterdam een naar haar
genoemde roos uit
Aalsmeer worden aan
geboden. Het ligt in de
bedoeling op dezelfde
dag ook aan mevrouw
Eisenhower in het Wit
te Huis te Washington
een boeket rozen ten
geschenke te geven. Om
elf uur 's morgens zal
Millie Perkins een
krans leggen bij het
monument „De dok
werker" op het Jonas
DaniëlMeijerplein in
de voormalige Amster
damse jodenbuurt.
Daarna brengt zij een
bezoek aan het Anne
Frank-huis aan de
Prinsengracht. Des
middags zal het Ame
rikaanse filmsterretje
worden ontvangen door
de Amerikaanse am
bassadeur in ons land,
de heer Philip Young.
Nog diezelfde avond
woont Millie Perkins
drie voorstellingen bij
van de film waarin zij
de hoofdrol speelt, ml.
om 7 uur in het Rem-
brandttheater in Arn
hem (een liefdadig
heidsvoorstelling voor
de Anne Frank-stich-
ting), in 't Luxorthea-
ter te Nijmegen om
20.30 uur en in Royal
in Heerlen om 23.15
uur. Vrijdag 29 mei
vertrekt Millie Perkins
om 10.20 uur van het
helikoptervliegveld te
Maastricht naar Brus
sel.
Corregio en Anthony van Dyck uit het
Palazzo Pitti, een beeldhouwwerk van
Michelangelo uit het Bargallo. een
madonnabeeld van Leonardo da Vinei,
voorts een verzameling tekeningen
van Botticelli en Titiaan en vele klei
nere stukken. De totale waarde wordt
naar de huidige markt geschat op te
gen de vijftig miljoen gulden.
Van vele van de verdwenen kunstwer
ken weet men thans in Italië, dat zij
in de eerste na-oorlogse jaren op de
Duitse zwarte markt aan Amerikaan
se opkopers versjacherd zijn. Deze
kunstwerken zijn zo goed als redde
loos verloren voor Italië.
De Amerikaanse autoriteiten be
schouwen de aankopen als recht
matig en weigeren zelfs maar een
onderzoek in te stellen. De Italia
nen weten echter ook, dat verschil
lende kostbare stukken beland zijn-
in Duitse privé-verzamelingen. De
hernieuwde campagne richt zich
voornamelijk op deze stukken.
„Twaalf gezworenen" in
Middelburg en Goes
Onder auspiciën van de Z.V.T7. zal
„De Nederlandse Comedie" volgende
week donderdag en vrijdag in Zeeland
voorstellingen geven van. het toneel
spel „Twaalf Gezworenen' 'en wel in
de Schouwburg te Middelburg en in
„De Prins van Oranje" te Goes.
Dit stuk van Reginald Rose wordt
Jespeeld in een vertaling van de jeug-
ige auteur Cees Nooteboom en ge
bracht onder regie van Henk Rigters.
Het kreeg vooral ook bekendheid
door de film. De „twaalf gezwore-
zijn twaalf leden van een Ame
rikaanse jury, die uit moet maken of
een jongeman al dan niet schuldig is
aan de dood van zijn vader. Voor vrij
wel alle juryleden is het een uitge
maakte zaak, dat de jongeman schul
dig is, maar er is er één, een archi
tect, die twijfelt en dat schept de con
flictstof, waar de auteur dit drama
uit opbouwde. M
„De Nederlandse Comedie" brengt het
stuk in een sterke bezetting, met o.a.
Han Bentz van den Berg, Paul Huf
Johan Fiolet, Bert van der Linden en
Louis Borel.
Interessant en zuiver werk
in goed verzorgde uitgaven
TOT DE INTERESSANTE poëziebundels van de laatste tijd
(zie ook het artikel van vorige week) behoren ook de in
gelijke uitvoering bij Van Oorschot verschenen „Spinroc en an
dere verzen" van Chr. van Geel, en „Verzamelde gedichten" van
Jan Hanlo. Het heeft wel zin, deze dichters samen te bespreken;
het zijn beiden minor poets van een verrassende zuiverheid. Van
Jan Hanlo verschenen reeds vaker kleine bundels, en hij ver
wierf een zekere vermaardheid met zijn „Oote". Deze bundel
„Gedichten" is een verzamelbundel, die behalve drie preludië-
rende verzen van 1930 (Hanlo is van 1912) verder enkel na-oor-
logs werk bevat.
Het werk van Van Geel daarentegen is, vérgissen wij ons niet,
een debuut, zij het dan een debuut van iemand die blijkens zijn
werk ook niet zo jong meer is.
Deze omvangrijke bundel heeft
ons wel getroffen. Van Geel is
een visueel ingesteld mens, een
schilder met woorden (Men le
ze bv. zijn „Plein", pag. 59).
Talloos zijn de, zeer uiteenlo
pende, invloeden die hij onder
ging en die merkbaar bleven.
Men denkt nu eens aan Mars
man en Leopold, dan weer aan
Van Schagen, Rodenko of Lo-
deizen, maar toch heeft hij een
eigen geluid.
Prettig en overheersend is in zijn
werk de aandachtige beschouwing
van alles wat leeft en groeit. (Zijn
gedichten op „bekeken" dieren). Zijn
vele natuur- en seizoenstemmingen
geven een gevoel van buiten-zijn, ze
zijn vaak fris en pril, en soms heel
mooi, als „Zomer", pag. 124. Vaak
zijn de gedichten irreëel en associa
tief, een inval, een spelletje, half
droom of geheel een éven door het
controlerend verstand gezeefd droom
beeld (als b.v. „Inslapen"). Een en
kele maal blijft het bij een notitie
die geen poëzie wordt, als b.v. „Egel"
(pag. 61). Soms blijkt dit irreële
weer heel- gewoon-descriptief te zijn
bij nadere beschouwing, als in het
Sneeuwklokjesgedicht op pag. 117.
Bewogenheid met de mens van heden
en zijn lot brengt Van Geel nauwe
lijks tot uitdrukking. Hij leeft ge
heel in zijn wereld van droom en
emotie, spelend met en lijdend aan
wat mooi en zuiver en goed is. We
duiden hem dit geenszins als een te
kort, al 7,at het zijn poëzie wel op
smalle basis. Hij tovert ons nog iets
van een paradijsje voor, ook als is
het geluk daar niet onbeschadigd ge
bleven. Hoort, hoe hij zelfs een ge
geven als het volgende de klank van
een idylle weet te geven
ENGEL
Regen valt in de regen,
een golf valt in de zee,
wolken voegen zich samen,
scheiden, delen zich mee.
Hij niet, hij bleef maar zweven,
dalende parachutist.
Golven sloegen hun deuren
open, sneeuwwit weer dicht.
Stil, de zee zal geen splinter
in zijn lichaam slaan.
Hij is tussen vleugels hangend
in het lange om de aarde fluiten
van de wind bijna gestegen
stil blijven staan.
We kunnen ons heel goed voor
stellen, dat er mensen zijn die
een dergelijk gedicht volkomen
afwijzen als akelige mooischrijverij
en slap gedoe, wë vinden het zelf
ook geenszins een sterk gedicht.
Maar het is typisch voor Van Geels
werkwijze. Als één van zijn beste
verzén schrijven we dit portret van
een danseresje voor U over
PORTRET
Haar goud telt niet, haar lussen
(telt zij die
zij schaatst met vrome zwier op
(planken of
cement in elke toonaard van
(verdriet,
haar strik op vloeren uitgezet
(waarin
zij vangt wat sliep en wat niet
(wou ontwaken,
nooit stem kreeg en nooit hoorde
(naar haar lied.
De deurkier wacht met groen op
(haar, zij vlucht
liever dan rondtollend een aria
te zijn, een zangeres uit volle
(borst,
die in haar as haar teenspits-
(steunpuny vindt.
Een gouden bromtol is ze die de
(lucht
omspint, een egel van muziek,
(die bal
die mooie bal van goud, de liefde-
Óneens,
zij zingt obsceen haast van
(verstand, hoor, vuist
en vleugel, hartlast, atlas,
(lichtmistiek,
een vrolijk spinrok, narrenstaf
lom te
rinkinken, zweep met linten,
(speer met bellen -
het hert geboeid door deze nieuwe
(vogel
vangt, vangt de ruiterlijke hinder-
(laag. de rinkeldoód.
■r an Hanlo is minder schilder,
I méér dichter. Gevarieerder ook,
op het kameleontische af, met
een sterker mengeling van de heer
lijkste speelsheid (Naar Archangel),
soms volslagen zotheid ('s-Morgens)
en ernst, ontgoocheling, ironie en
aanvaarding. „Wanneer het niet
meer schrijnt, dan ben ik dood, iets
is dan dood in mij".
Soms heeft Hanlo iets groots, een
vers als „Hei-leven de Nachten", he
laas te lang om te citeren, brengt
iets „eeuwigs" over een enkele maal
drijft hij zijn speelsheid en ironie tot
de grens („De meiden meehelpen")
of tot er over heen en dan komen we
in de flauwe kul van „Kouwetenen-
dokter" en „De mus". Doch ook de
ernst drijft hem soms buiten het rijk
van de poëzie, zoals in de Engelse
notities van „Twee benepen vragen".
Een sleutelvers is in zijn oeuvre wel
dit
HET GEVERNISTE
Eens hing er een medaille om
(mijn hals
en eens een kind
Het zilver werd zwart
mijn herinneringen zijn gevernist
Geverniste ogen geverniste adem
ik verzamel het geverniste tot aan
(mijn dood
Inderdaad valt in deze „poëzie van
een leraar" (een enkele maal doet hij
aan een hedendaagse Gezelle denken)
vaak onder de luchtige zwier een tra
giek te beluisteren die de verzen zo
wel weemoed als spanning geeft.
Deze twee mooi uitgegeven bundels
zijn het aanschaffen zeer zeker
waard.
Chr. van GeelSinroc en andere
verzen.
Jan Hanlo: Verzamelde gedichten.
G. A. van Oorschot, Amsterdam.
Italiaanse architectuur is deze
wolkenkrabber in Milaan. Het
is het kantoorgebouw, waar
alle afdelingen van de admini- |ee
stratie van de rubberfabriek n
„Pirelli" ondergebracht zullen
worden.
DE SCHRIJFSTER Jo de Wit uit
Den Haag, echtgenote van de voor
malige -procureur-generaal bij het
gerechtshof te Amsterdam, mr. A. A.
L. F, van Dullemen, vierde donder
dag haar 65ste verjaardag. Voor de
oorlog verwierf zij de Van der Hoogt-
prijs voor haar novellenbundel „Open
zee". Na de bevrijding verscheen van
haar ha/nd onder meer de gedichten
bundel „Het lied vangt aan".
DE DIRIGENT Bernard Haitink is
uitgenodigd het aanstaand seizoen
twee concerten te dirigeren van het
R.I.A.S. Synvphonie Orchester ie Ber
lijn. Ook is hij geëngageerd voor con
certen te Parijs Orchestre Pasde-
loup), Lissabon en Dublin en er
wordt nog onderhandeld over concer
ten in Londen met het London Phil
harmonic Orchestra.
uliurele
avalcade
DE BEKENDE VLAAMSE schrijver
Mar nix Gijsen, pseudoniem voor prof.
dr. J. A. Goris, hoopt in qktober van
dit jaar zestig jaar te worden. Ter
gelegenheid van dit feit hebben kwe
kers in Santpoort bij wijze van hul
deblijk voor zijn belangrijk werk op
cultureel gebied een gele triumph-
tulp gekweekt, die naar Marnix Gij
sen genoemd zal worden.
TER GELEGENHEID van het 12>/2-
jarig bestaan van de lubriek Artis
tieke Staalkaart" heeft de Vara een
prijs van duizend gulden beschikbaar
gesteld voor een Nederlander, die zich
bijzonder verdienstelijk heeft ge
maakt voor het streven omkunst en
publiek tot elkaar te brengen. De
jury bestaat uit de heren R. Blijstra,
J. Kassies en A. van Nier op. De prijs
zal in de zeshonderdste uitzending
van de Staalkaart(op 30 mei a.s.)
wordenuitgereikt
IN HET NEDERLANDSE Instituut
te Parijs is een tentoonstelling inge
richt met werken van Isadc Israels
ter herdenking van de 25ste sterfdag
van de schilder. De expositie, die een
zestigtal schilderijen omvat, kwam
tot stand dank zij de medewerking
van Nederlandse musea en Franse en
Nederlandse kunstverzamelaars.
HET RESIDENTIE-ORKEST heeft
de uitnodiging aanvaard om tijdens
deze zomer twee concerten te geven
in Ostende. Op S augustus zal het
orkest onder leiding van Willem van
Otterloo in het Casino van de Bel
gische badplaats concerteren en op
29 augustus zal Charles Munch het
orkest onder zijn directie laten p-
treden.
HET KONINKLIJK Nederlands Zan-
jers Verbond zal ter gelegenheid dom
zijn 150-jarig bestaan op 80 mei in
de Harmonie te Groningen een
lustrum-zang festival houden. Aan lit
festival zullen o.a. meewerken de alt
Aafje Heijnis, de bariton Leo Kete
laars en de Groninger Orkest Ver
eniging
lllllllllllllllllllllllllllflllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllly
De Arlésienne, een portretstuk M
van Monticelli. Hoewel het na- M
turalistischer is dan zijn bloem-
stillevens en zijn verbeeldingen
van toneelspel en tuinfeesten,
geeft het toch een goede indruk M
van zijn merkwaardige „ver- Ij
droomde" stijl van schilderen. §j
fllllllllllllllllilllllllllllllillllllllllllllillllllllllllllllllllllilllllllllllllllllll
Miskend kunstenaar
herontdekt
(Van onze redacteur
beeldende kunsten)
Gelukkig is ook in.de schilder
kunst het leven vaak sterker
dan de leer. Er duiken soms plotse
ling grootheden op. die in geen
enkel kunsthistorisch schema pas
sen die eenvoudig weigeren,
zich door de studeerkamergeleerden
te laten gelijkschakelen. Zulk een
figuur is Adolphe Monticelli. Een
tovenaar met kleur en verf. die in
liet motief niet meer dan een sti
mulans zag om zich op zjjn pane
len uit te leven in het bouwen van
een mozaïek van verfspatten, een
dronkelap en een a-sociaal mens,
die de laatste jaren van zijn leven
doorbracht in een met rode gordij
nen verduisterde kamer, om toch
maar niet door het harde licht van
alledag uit zjjn dromen te worden
gewekt. Een kunstenaar, die lang
werd veronachtzaamd, omdat de
impressionisten alle aandacht tot
zich trokken, maar die door Vin
cent van Gogh op zijn juiste waarde
werd geschat.
„Ik heb alles aan Monticelli te dan
ken; -hij heeft mij het kleurengamma
geleerd", zegt Vincent, wanneer de
criticus Albert Aurier hem in de Mer-
cure heeft geprezen en hij voegt eraan
toe: „Spreek liever over Monticelli".
Er zijn maar weinig tijdgenoten het
met Vincent eens geweest. Weliswaar
heeft deze uit Italiaanse oudérs gebo
ren Marseillaan met name in de laat
ste jaren van zijn leven zijn werk al
tijd goed kunnen verkopen, maar er
zijn maar weinigen geweest, die hem
begrepen. Maar al te veel overheerst
in de herinnering het beeld van de
waggelende, half verlamde man, die
voor de caféterrassen een met onorde
lijke verfklodders bedekt paneel te
koop aanbood. Het is een feit, dat
Monticelli eenvoudig niet kon werken
zonder alcohol. En sommige critici
schrijven de ontwikkeling vanzijn
kleur daaraan toe.
Maar wat heeft dit eigenlijk voor
belang? De meester kent men uit
zijn werk. De laatste jaren heeft
ook de Nederlandse kunsthandel
menig zeer mooi schilderij van
hem verkocht. Het zijn vaak maar
betrekkelijk kleine scliilderijen,
waarin hel motief vrijwel geheel is
opgelost in zwaar opgebrachte
toetsen verf brokken gloeiende
kleur, die door hun onregelmatige
dikte vonken schijnen te schieten.
Het is een moment van diep geluk,
zulk een schilderij te mogen zien;
het moet een nog grotere, wat
duurzame, vreugde zijn er een te
bezitten.
Monticelli's leven loopt parallel met
dat van de belangrijkste im
pressionisten; hij wordt in 1824
geboren, sterft in 1886, en de laatste
dertien jaaj- van zijn leven zijn de
belangrijkste, omdat hij dan alles los.
laat, wat hij voordien heeft beleden
en nog slechts zijn kunstenaarsdro
men najaagt. Men kan niet zeggen,
dat hij geen invloeden heeft onder
gaan. Met name in zijn vroege werk
Vindt men de naklank van dé Barbl-
zonschool en van Diaz terug; maar
het is geen geluid, waariu zijn eigen
persoonlijkheid al meetrilt. Maar pas
in Marseille,, in die eenzame kamer
met de rode gordijnen voor de ramen