Het Landvolk" poëtisch spel
van de Psalmberijmers
VERJONGINGSKUUR voor hei Rijksmuseum
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN
Dickens -vereerders met
Pinksteren in Amsterdam
Nederlander in jury van
festival in Duitsland
Culturele prijs van de
provincie Croningen
Zang en dans uit Spanje
op tournee in ons land
Kleurrijk schouwspel
met nadruk op folklore
ZATERDAG 16 MEI 1959
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
13
Enkele nieuwe bundels
Interessant werk van Ashetu
in Antilliaanse Cahiers''
HET IS OP HET ogenblik met de Nederlandse poëzie niet zo heel veel
zaaks. Er verschijnen bundels genoeg, maar zelden is de kwaliteit
van dien aard, dat men geestdriftig wordt. Het is dan ook weer al
maanden geleden, dat wij in deze rubriek voor nieuwe poëzie de aan
dacht hebben gevraagd, en dat wij het vandaag weer eens voor een
paar publikaties doen, is meer volledigheidshalve dan omdat we onder
de te bespreken bundels zulk groot werk aantroffen.
De verwachtingen die kort na de bevrijding vooral in de jongere ge
lederen werden gekoesterd, zijn niet in vervulling gegaan. Globaal ge
sproken is de poëzie van heden weliswaar niet slechter, maar toch ook
niet zoveel beter dan vóór 1940. Veel van wat we als hedendaagse
poëzie nog wel aanvaardbaar vinden omdat het op de een of andere
manier aan ons levensgevoel van thans appeleert zullen we over twin
tig jaar even onbeduidend vinden als het doorsnee werk van voor de
oorlog.
Het opvallendste verschijnsel in de
na-oorlogse dichtkunst is het
voor Nederland toch zo late al
gemene doorbreken van het moder
nisme geweest, het optreden van de
experimentelen, zo omstreeks 1950.
Deze beweging van '50 heeft een
bevrijdende werking gehad, maar de
onzalige gevolgen ervan blijken
thans haast nog groter dan de heil
zame. Zeer veel „poëzie", niet al
leen van de navolgers en de zwakke
broeders, maar ook van de experi
mentelen zelf, is niet alleen slecht,
maar volkomen onleesbaar. Zelden
is er zoveel papier bedrukt met zo
veel vermoeiend-vervelende teksten
als in de laatste tijden.
En men beschuldigde bij dit afwijzen
lezer en criticus niet onmiddellijk van
geestelijke luiheid. Moeilijkheid en
duisterheid zijn geen bezwaren. Maar
wanneer men keer op keer niets dan
loze vruchten vindt onder de harde,
vezelige bast, geeft men tenslotte de
moed wel eens op. Veel van de weer
zin die er tegen de experimentele
poëzie gerezen is, ook in de kringen
waar men er vroeger nog warm voor
liep. is tot die al te talrijke loze
vruchten terug te voeren. Er. is een re
toriek ontstaan van een heel naar
soort en een nieuwe woordkunst die
met dichtkunst meestal niets te ma
ken heeft.
Ook in de sector van de niet door het
modernisme gegrepen of meegevoerde
dichters verschijnt niet zo veel om
over te jubelen. Meestal zijn het de
ouderen en de zeer ouden die met de
beste bundels komen, en dat geeft
toch wel te denken.
Niettemin zijn velen bekend gewor
den, ook wel met averechtse
roem (zoals bij de spraakmaken
de menigte de roem van Picasso)
maar er is nog steeds iets vrijblij
vends en voorlopigs in die bekendheid.
Iedereen die in dichtkunst belang stelt
kent Lucebert, Andreus of Guilïaume
van der Graft, maar geen van deze
dichters neemt een plaats in als b.v.
Boutens, Nijhoff of Marsman dat de
den.
Van het voorwoord dat Lucebert
schreef voor zijn nieuwe bundel
„Val voor vliegengod" heeft men
reeds kennis kunnen nemen in het
experimentele nummer van „Maat
staf". Het is een merkwaardig, hier
en daar erg boeiend en zot stuk
proza. Een gedeelte van de poëzie
uit deze bundel is Japans bepaald.
Zo heeft elke periode zijn eigen
„Anklang" in den vreemde. Vroe
ger schreef men Chinese verzen, al
of niet met waaiers, chrysanten en
ruisende bamboebosjes; thans zijn
de „verzwegen" korte Japanse ver
zen in de mode, zo zeer dat de Sun
day Times er onlangs een wed.
strijdspelletje van maakte voor zijn
lezers. Onder die inzendingen in de
Sunday Times waren er zelfs die
zeer authentiek-Japans aandeden.
Lucebert is te zeer een eigen persoon
lijkheid om ook die „Japanse epigram
men" geen eigen stempel op te druk
ken.
RIJP
warmte waait
overal oogleden
de blinde vrucht ontwaakt
is een van de zéér geslaagde, of:
HERFST
kinderen buiten
verminken de stilte
oh beminnelijk litteken
Verder bevat deze bundel, op het lan
ge, van een Griekse adem doorwaaide
gedicht „De slangen van de danseres,
een choreografie" na, weinig opval-
Sclxilticr £l\nl\
m ons tAhi
De persattaché van de ambassade van
India, de heer K. K. Kaul, heeft een
ontvangst gegeven ter ere van de In
dische schilder Shanti Shah, die voor
een kort verblijf in Nederland is aan
gekomen.
De heer Shah heeft niet alleen van de
regering van India, maar ook van de
Nederlandse en de Westduitse rege-
ring studiebeurzen gekregen. Dit heeft
hem in de gelegenheid gesteld ook de
Rijks-akademie in Amsterdam te be
zoeken.
Een heel merkwaardige bundel is
„Het Landvolk", gedichten door
Ad den Besten, Guilïaume van
der Graft, Muus Jacobse. J. W. Schul-
te Nordholt en Jan Wit. Deze pro
testant-christelijke dichters (en de
hier ontbrekende W. J. van der Mo
len) kwamen vijf jaar achtereen in
Oosterbeek bijeen, in opdracht van de
Synode van de Hervormde Kerk, om
te werken aan de nieuwe psalmberij
ming. In die inspirerende omgeving:
Oosterbeek, de Pietersberg, de rivier,
Driel. werden de dichters na hun lan-
;e herscheppende arbeid opeens door
le Muze, de oorspronkelijke, bezocht,
en het resultaat is een werkelijk heel
boeiende bundel die het beste soort ge
legenheids- en gezelschaps-poëzie be
vat die men zich denken kan. Volop is
na te proeven hoe de dichters zelf van
dit poëtische spel, met grote ernst ge
speeld, genoten heben, en een enkele
maal rijst deze poëzie ver boven het
gelegenheidsvers uit, zoals in „Lief
gras" van Ad den Besten, met deze
mooie inzet:
Gras. Diep in het gras is het goed,
kortstondig goed, maar langer
duurt immers mijn leven met:
een grasmus, een hese zanger
van een schichtig verschiet,
een mens met een grashalm moed.
of ,.De dichters en de Doden" van
Guilïaume van der Graft.
Ook de nieuwe aflevering van „Antil
liaanse Cahiers" is getiteld „Gedich
ten" en eigenlijk een mengelbundel,
met. uiteraard, werk van Westindische
auteurs, welke taal die ook gebruiken.
Zo is er een hele reeks vertaalde ver
zen van de Franstalige Florette Mo-
rand; er zijn Engelse gedichten,
„Poems while in Delos" van Alette
Beaujon, en Spaanse prozagedichten
van Brunilda Vizoso.
In het Nederlands is er werk van Ber
nardo Ashetu, Frans de Vries en Cola
Debrot.
Van al deze mensen heeft eigenlijk al
leen Bernardo Ashetu ons getroffen.
Zijn werk is meer dan sierkunst eri
maakwerk of belofte.
Bernardo Ashetu is in 1929 te Para-
maribo geboren, en hij heeft zijn er
varingen voornamelijk opgedaan als
een van die varensgezellen in het Ca-
ribïsch gebied die halstarrig hopen op
een betere toekomst, waarin zij niet
geloven.
Een gedicht als „De Panter" heeft een
grillige charme waaraan we ons gaar
ne gewonnen geven. Men verdwaalt in
dit werk als in een droomlandschap,
men gaat bruggen op die nooit dé
overkant bereiken en staat ineens in
dichte mist: het is jong, het is soms
erg zwak en wankel, maar hier
spreekt een echt-oorspronkelijke,
prettige stem waarnaar we graag
luisteren. We schrijven tot slot van
Ashetu voor U over:
ZINLOOS
Het heeft geen zin
[om aan je te schrijven.
De wandelwegen zijn allang
[besmeurd en je weet
wat er gebeurde met de
[duif in het woud.
Grijze wolken zag ik nooit
[zonder onrust
en nimmer genoot ik rust bij
[het stralen van de zon.
Het heeft geen zin
[om aan je te schrijven.
Het witte kleed waarmee ik
[rondga in duisternis
schenkt mij geen troost
[en geen verheugenis.
Het hangt om mijn schouders slechts
[om hen af te schrikken
die tot mij komen in de gedaante
[van rode vlammen.
Lucebert: Val voor vliegengod, Bezige
Bij, Amsterdam. „Het Landvolk", uit
gave „Holland", Amsterdam. Antil
liaanse Cahiers .Gedichten" Jaargang
HI, nr. 4, Bezige Bij, Amsterdam.
De dirigent van het harmonie-orkest
van de Staatsmijn Wilhelmina te Ter-
winselen, tevens leraar aan 't Maas
trichts conservatorium en dirigent
van de Mastreechter Staar, de heer
Martin Koekelkoren, is uitgenodigd
om gedurende de pinksterdagen zit
ting te hebben in een jury met de
Weense musicoloog Karl Pauspertl
uit Wenen en de Duitse stafmuziek-
dirigent en componist Hugo Ger-
lach uit Pederbom. Aan dit twee
daags muziekfeest te Olpen in West-
falen zullen geselecteerde harmonie-
en fanfarekorpsen uit België, Ne
derland, Denemarken, Oostenrijk en
Duitsland deelnemen.
Martin Koelcelkoren, die regelmatig
in ons land zitting heeft in jury's
voor korpswedstrijden en bondscon-
coursen, heeft ook al herhaaldelijk
verzoeken gekregen uit België en
Frankrijk om in internationale jury's
op te treden. Onlangs kreeg hij nog
uitnodigingen uit Luxemburg en
Roubaix.
Tot dusver was de culturele prijs van
de provincie Groningen een twee
jaarlijkse prijs, bestaande uit een
beroepsprijs én een amateurprijs.
Thans hebben Gedeputeerde Staten
aan Provinciale Staten van Gronin
gen voorgesteld een jaarlijkse prijs
in te stellen, die door Gedeputeerde
Staten, gehoord een daartoe door
deze ingestelde commissie voor ad
vies, wordt toegekend aan op eniger
lei wijze met de provincie Gronin
gen verbonden personen of groepen,
die zich bijzonder verdienstelijk heb
ben gemaakt door produktieve, re-
produktieve arbeid op het terrein
van schone kunsten. Als prijs wordt
een geldsom van 1000 en een voor
dit doel geslagen penning toegekend.
fÊÊÊÊÊKÊ
(Van een speciale verslaggever).
Het Dickenscongres van „The
Dickens Fellowship" de we
reldorganisatie van bewon
deraars van de grote Britse schrijver
Charles Dickens is om tweeërlei
reden een gebeurtenis van belang",
vertelde ons Neerlands Dickens-ken-
ner-nummer-één Godfried Bomans.
de bijna 60-jarige bestaansperio-
de van de Fellowship is het nog nooit
gebeurd, dat het jaarlijks Pinkster-
congres buiten EDgeland werd gehou
den, èn we verwachten 300 congres
sisten, terwijl het recordbezock tot
nog tot 180 was."
De vei'rassende belangstelling voor
dit congres in Nederland heeft tot
gevolg gehad, dat niet Haarlem maar
Amsterdam de congresstad werd.
Tiidens de vorig jaar in Nottingham
gehouden Dickensconferentie is het
voorstel om dit jaar in Nederland te
congresseren met een ovatie ontvan
gen. Twaalf afgevaardigden verte
genwoordigden daar ons land. Behalve
leden van de Haarlemse tak, ook le-
van de 29 september 1958 opge
richte Zwolse tak, de zestigste loot
van „The Dickens Fellowship."
De organisatorische belangen van de
Fellowship vergen nimmer veel tijd
tijdens het congres. In Amsterdam
zullen ze op de zaterdagochtend wor
den afgedaan. Onder meer moet dan
de oprichting van drie nieuwe afde
lingen van het illustere genootschap
worden gesanctioneerd: twee in En
geland en één in Zuid-Amerika (Rio
de Janeiro). Voornaamste bedoeling
van ook dit congres blijft elkaar na
der te leren kennen. Dat geschiedt
middels een eigen taal, een soort
jargon, omdat men zijn gesprekken
lardeert met citaten van en toespelin
gen op Dickens, wiens werken iedere
deelnemer nagenoeg uit zijn hoofd
kent.
Vraagt men Godfried Bomans naar
een verklaring voor de wereldwijde
Dickens-bewondering, dan zegt hij,
dat deze meest verkochte auteur van
de 19e eeuw legio mensentypen
als het ware drie-dimensionaal
heeft gecreëerd, die men nog aller-
wege kan ontmoeten. Van weinig Ne
derlandse schrijvers kan dat worden
gezegd. Hildebrand heeft ons o.a. het
Nurkstype gekarakteriseerd en Mul-
tatuli de Droogstoppelfiguur, maar
veel andere tot een begrip uitgegroei
de karaktertypen komt men in onze
letterkunde eigenlijk niet tegen.
Hoe 't zij, de voorliefde van Godfried
Bomans voor zowel Hildebraud als
Dickens is opmerkelijk. De Dickens-
bibliotheek in zijn werkkamer is na
die in het Dickens-Huis in Londen de
grootste ter wereld en stellig uniek.
Het is niet een verzameling van de
werken van Dickens zelf, maar een
collectie boeken over Dickens, zowel
in het Engels als Frans, Duits en
Noors.
Het plan een Nederlandse biografie
over Dickens te schrijven, is voor
Godfried Bomans de aanleiding ge
weest deze werken te verzamelen. Dé
collectie beslaat nu al meer dan een
kamerwand. „Die biografie komt er",
verzekerde ons de schrijver.
M Dit merkwaardige monument
opgericht in Bogenhausen bij
München, heet: ,JDe steenleg- 9f
H ger van de stichting" en is
gewijd aan de nagedachtenis
van prof. dr. Paul Busching
M een architect met grote ver-
diensten op het gebied van de
M sociale woningbouw.
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllïï
Expositie in Nijmegen
Ir. H. Lamm er s B.N.A., voorzitter,
van het dagelijks bestuur van de Ko
ninklijke Maatschappij ter bevorde
ring der Bouwkunst heeft in Nijme
gen in de hal van de Raad van Ar
beid een tentoonstelling geopend van
ontwerpen van Mies von der Rohe,
een Berlijner. die in 1937 voor het re
giem der Nazi's uit Duitsland vlucht
te en in 1944 Amerikaans staatsbur
ger werd. Deze architect is thans di
recteur van een der grootste bouwin
stituten in Chicago. Mies von der Ro
he was voor de oorlog een bekende ar
chitect in Berlijn en Aken, die invloe
den onderging van Bei-lage. In Duits
land ontwierp hij onder meer de
„Weissenhof Siedlung" bij Stuttgart.
(Van onze balletmedewerker)
Voor de vierde maal in acht jaar
verblijft een enorme groep
volksdansers uit Spanje in ons land,
en voor de vierde maal is het onder
dezelfde naam een andere groep-
Want wat zich Co ros y Danzas de
Espana noemt (Volkszang en
volksdans uit Spanje)is telkenjare
het resultaat van een nationaal con
cours, waarin uit de twaalf Spaanse
provincies de beste groepjes worden
gekozen om als beloning een jaar
deel uit te maken van de in het
j buitenland optredende folkloristi-
sche dansgroep Coros y Danzas.
Dit op zichzelf maakt al driekwart
van de charme uit. De ruim 140 man,
waarmee men ditmaal komt, zijn ge
wone Spaanse jongelui die de levend
gebleven folklore „vanzelfsprekend"
beoefenen en die hun plaatselijke
kostuums nog dragen als een gewoon
pak; niet als een verkleedpartij ter-
wille van de toeristen. Hun dansen is
natuurlijk, dorps, een beetje onhandig
misschien, maar dit wordt vergoed
door de waarlijke authenticiteit en de
aangeboren, onbelemmerde dans-
vreugde van pure amateurs in de let
terlijke betekenis van „liefhebbers".
Zo brengt dan de Coros y Danzas een
staalkaart van levende Spaanse zang
en dns uit vele provincies. Het to
taal der 140. medewerkenden is de
som van een twaalftal aparte groep
jes, elk met eigen en authentieke
orkestjes of begeleiders, elk slechts op
tredend in de eigen dansen en kos
tuums van de streek, die ze op het
concours vertegenwoordigden. Op.
rechter kan het haast niet, en voor
zover de artistieke leiding de dansen
soms een beetje moest aanpassen aan
de uitvoering op een toneel, heeft zij
dit gedaan zonder de wezenstrekken
ooit te schaden.
De staalkaart is even meeslepend
als verbijsterend. Bijna veertig
nummers, en even zo velé totaal
uiteenlopende stijlen en kostuums,
muziek en ritmen. Volksdans is nauw
verweven met het klimaat en de ge
schiedenis, met de bodemgesteldheid
en de traditie van elke streek, zelfs
elk dorp apart. 3panje is een smelt
kroes van zeer uiteenlopende rassen
en volkeren. De strenge en hoofse
Castillanen naast de zachtmoedige be
woners van Extramadoera; de boers-
deftige, vaak op klompen(dansende
Catalunianen uit Barcelona naast de
opgewonden zigeuners uit Andalucia;
de madonna-achtige lieflijkheid van
de vrouwendansen uit de Balearen
naast de gespierde sprongvaardigheid
van de bergbewonende Aragonezen.
Belangrijke verbeteringen
aan het interieur
(Van een onzer redacteuren)
Nu ai enige jaren ondergaat het Rijksmu
seum te Amsterdam inwendig een grondi
ge verjongingskuur. Deze gaat gepaard met
een nieuwe opstelling van de verzamelingen.
Eerst is in de afgelopen jaren de afdeling
kunstnijverheid aangepakt. Thans is het com
plex zalen gereedgekomen, dat de schilderijen
herbergt. En nog is men niet klaar. De histori
sche afdeling moet nog onderhanden worden
genomen. Bovendien bestaan er plannen, om in
de oude binnenplaatsen een paar vloeren te leg
gen. Hierdoor krijgt men nog eens de beschik
king over tweemaal drie verdiepingen. Met de
ene groep verdiepingen zal men de afdeling
kunstnijverheid een zeer noodzakelijke uitbrei
ding kunnen geven, en tevens ruimte kunnen
vinden voor een paar zaaltjes voor de didacti
sche afdeling. In de andere groep zal men ruim
te krijgen voor de kunsthistorische en de histo
rische afdeling en voor wisselende tentoonstel
lingen.
Met forse hand heeft wijlen architect Eschau-
zier en na hem ir. Friedhoff de herziening van
het museum aangepakt. Niet dat men aan het
uiterlijk iets wijzigde. De schepping van wijlen
dr. Cuypers is daarvoor uit een oogpunt van
architectuur te belangrijk, hoezeer men het
gebouw in de tijd van zijn stichting ook heeft
gehoond als een „paleis van de aartsbisschop".
Maar het interieur voldeed aan geen enkele
eis, die men aan een modern museum stelt. Het
was naar de smaak van de bouwmeester druk-
versierd met schilderingen, doorgangen waren
omgeven door bouwsels van kantelen, in licht-
kappen zat kleurig glas-in-lood, houtwerk was
donker geschildert en de wanden waren bespan
nen met een donkere, gore stof.
Dat is allemaal verdwenen. Hier en daar
moest een nieuwe doorgang worden gebro
ken, enkele vergeten ruimten zijn ingericht
tot bruikbare kabinetten. Veel donker hout
werk verdween helemaal of maakte plaats
voor lichter beschilderde, eenvoudiger af
sluitingen. De wanden zijn licht geschilderd.
Zo moesten in de grote voorhal op de eerste
verdieping alle wandschilderingen plaats
maken voor een simpel licht kleurtje, waar
door de anders zo sombere ruimte opeens
veel sprekender werd.
T n de sehilderijenzalen is door het aanbrengen
van nieuwe daklichten de belichting van de
schilderijen aanzienlijk verbeterd. Soms is het
licht zelfs wat te hel geworden, waardoor en
kele werken van Frans Hals wat worden dood
geslagen. Maar het meest opvallende is wel het
effect van de nieuwe wandbespanning. Men
vond hier een relatief goedkoop materiaal in
doodgewoon flanel. Dat werd geleverd in pastel
tinten als fijne grijzen en groenen, die aange
naam voor het oog en zeer gedistingeerd zijn.
De belangrijkste verbeteringen zijn trouwens
het minst zichtbaar: de nieuwe centrale ver
warmingsinstallatie, waarvan de radiatoren ge
heel in de wanden zijn weggewerkt en de nieuwe
air-conditioning. Dit laatste is voor de schil
derijen van evenveel belang als voor 't publiek.
De opstelling van de schilderijen is niet ingrij
pend gewijzigd, al heeft men natuurlijk een
aantal'nieuwe aanwinsten opgenomen, die ver
aantal nieuwe aanwinsten opgenomen, die ver
leden jaar konden worden gekocht uit een
nieuw jubileuinfonds. Bij die aanwinsten zij»
een paar bijzonder mooie, als een mansportret
van de zestiende eeuwer Dirck Jacobs, een
zeer mooi landschap van Joost de Momper, een
veestukje van Albert Cuyp en een stilleven van
Van Beyeren. Tevens heeft de museumleiding
enkele zeer fraaie wandtapijten, ten dele pas
verworven, een gunstige plaats kunnen geven.
De dansgroep bij een vroeger
bezoek...
Men reist niet alleen door alle stre
ken van Spanje, maar ook door de
tijd. Statige hofdans uit vorige eeuw
wisselt af met onverbloemd-heidense
rituelen van meer dan duizend jaar
oud; de Moorse invloed in de Andalu-
sische dans vertelt een even duidelijk
stuk historie als de Griekse elementen
in de dansen uit Coruna, de antieke
nederzetting in Galicia aan de Oce
aan; de opmars van het christendom
spreekt uit aloude vruchtbaarheidsri-
tulen die nu een dans zijn geworden
rondom een heiligenbeeld. Spanje is
het enige katholieke land. waar op
sommige feestdagen nog in de kerk
gedanst wordt, en waar de pastoor na
de mis heel vaak óók nog voorgaat in
de volksdans!
Een aanbevolen voorstelling, derhalve.
Niet slechts voor de dansnunnaars, die
hier onder meer de ontstaansbronnen
van vele passen uit het klassiek ballet
in oervorm zullen herkennen, maar
juist ook V005 de niet zozeer dans-
minnenden. Want de nadruk bij dit
wervelend en kleurrijk schouwspel
'/alt op de folklore: op de veelzeggende
blik die de Spaanse stammen door
middel van hun dans gunnen op hun
afkomst en hun zeden, op hun levens
milieu en hun karakter. In zoverre is
het optreden van de Coros y Danzas
een wekenlange vakantiereis door
Spanje, samengepakt in dik twee uren
en IJ thuisbezorgd in uw theaterfau
teuil.
Culturele
Cavalcade
DANK ZIJ EEN schenking van de
heer en mevrouw Hackett te Los
Angeles, aangeboden door bemidde
ling van de „Netherland-America
foundation", zal de staatssecretaris
van O.K. en W. ook in de jaren 1962
t.m. 1966 aan veelbelovende Neder
landse letterkundigen beneden ae S0
jaar de Anne Frankprijzen kunnen
verstrekken.
EEN FRANSE EN een Canadese
film hebben de Grand Prix Eurovi-
sion 1959 voor televisie-films gekre
gen. Het zijn de Franse film „Une
simple histoire" van Marcel Hanoun
en de Canadese T.V.-documentaire
,J2ssor Feminingemaakt door Dou
glas Tunstell.
DE VERENIGING van handelaren
in oude kunst in Nederland heeft
aan de Staat der Nederlanden twee
stenen putti van Ignatius van Logte-
ren aangeboden, vorsteTlende de len
te en de herfst, uit waardering voor
het streven om het Amsterdamse
Rijksmuseum tot het best ingerichte,
smaakvolste Europese museum te
maken. De kunstvoorwerpen zullen
geplaatst worden in de 18e eeuwse
afdeling van het museum.
EDITH PIAF, de Franse chanson-
nière die onlangs twee operaties on
derging, is de afgelopen week met
siicces opgetreden in Washington.
Zij verwacht haar programma in de
ze stad te kunnen afwerken en ziet
uit naar nieuwe concerten in Canada.
Eind juni keert EdithPiaf voor een
lange vakantie terug naar Europa.
DE PIANIST Daniel Wagenberg ver
toeft op het ogenblik in de West,
waar hij concerten gaf op Bonaire,
Aruba en Ctiragao op uitnodiging
van de Sticusa. Zijn tournee voerde
hem verder naar Suriname en ver
scheidene plaatsen in Venezuela,
waar hij voor de Nederlandse Ge
meenschap optrad.
PRESIDENT EISENHOWER heeft
in New York de eerste spade in de
gron<T gestoken voor een enorm cul
tureel centrum, dat 75 miljoen dollar
zal kosten en dat o.m. een opera-
en een concertzaal zal omvatten. Het
centrum, dat naar Lincoln is ge
noemd, zal in 1968 gereed moeten
zijn.
IN HET RIJKSMUSEUM zal in het
Rijksprentenkabinet van 23 mei tot
20 juni een tentoonstelling worden
gehouden onder het motto „Van Hie-
ronymus Bosch tot Vincent van
Gogh", vijf eeuwen tekenkunst.