Het Landvolk" poëtisch spel van de Psalmberijmers VERJONGINGSKUUR voor hei Rijksmuseum Letterkundige kroniek door HANS WARREN Dickens -vereerders met Pinksteren in Amsterdam Nederlander in jury van festival in Duitsland Culturele prijs van de provincie Croningen Zang en dans uit Spanje op tournee in ons land Kleurrijk schouwspel met nadruk op folklore ZATERDAG 16 MEI 1959 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 13 Enkele nieuwe bundels Interessant werk van Ashetu in Antilliaanse Cahiers'' HET IS OP HET ogenblik met de Nederlandse poëzie niet zo heel veel zaaks. Er verschijnen bundels genoeg, maar zelden is de kwaliteit van dien aard, dat men geestdriftig wordt. Het is dan ook weer al maanden geleden, dat wij in deze rubriek voor nieuwe poëzie de aan dacht hebben gevraagd, en dat wij het vandaag weer eens voor een paar publikaties doen, is meer volledigheidshalve dan omdat we onder de te bespreken bundels zulk groot werk aantroffen. De verwachtingen die kort na de bevrijding vooral in de jongere ge lederen werden gekoesterd, zijn niet in vervulling gegaan. Globaal ge sproken is de poëzie van heden weliswaar niet slechter, maar toch ook niet zoveel beter dan vóór 1940. Veel van wat we als hedendaagse poëzie nog wel aanvaardbaar vinden omdat het op de een of andere manier aan ons levensgevoel van thans appeleert zullen we over twin tig jaar even onbeduidend vinden als het doorsnee werk van voor de oorlog. Het opvallendste verschijnsel in de na-oorlogse dichtkunst is het voor Nederland toch zo late al gemene doorbreken van het moder nisme geweest, het optreden van de experimentelen, zo omstreeks 1950. Deze beweging van '50 heeft een bevrijdende werking gehad, maar de onzalige gevolgen ervan blijken thans haast nog groter dan de heil zame. Zeer veel „poëzie", niet al leen van de navolgers en de zwakke broeders, maar ook van de experi mentelen zelf, is niet alleen slecht, maar volkomen onleesbaar. Zelden is er zoveel papier bedrukt met zo veel vermoeiend-vervelende teksten als in de laatste tijden. En men beschuldigde bij dit afwijzen lezer en criticus niet onmiddellijk van geestelijke luiheid. Moeilijkheid en duisterheid zijn geen bezwaren. Maar wanneer men keer op keer niets dan loze vruchten vindt onder de harde, vezelige bast, geeft men tenslotte de moed wel eens op. Veel van de weer zin die er tegen de experimentele poëzie gerezen is, ook in de kringen waar men er vroeger nog warm voor liep. is tot die al te talrijke loze vruchten terug te voeren. Er. is een re toriek ontstaan van een heel naar soort en een nieuwe woordkunst die met dichtkunst meestal niets te ma ken heeft. Ook in de sector van de niet door het modernisme gegrepen of meegevoerde dichters verschijnt niet zo veel om over te jubelen. Meestal zijn het de ouderen en de zeer ouden die met de beste bundels komen, en dat geeft toch wel te denken. Niettemin zijn velen bekend gewor den, ook wel met averechtse roem (zoals bij de spraakmaken de menigte de roem van Picasso) maar er is nog steeds iets vrijblij vends en voorlopigs in die bekendheid. Iedereen die in dichtkunst belang stelt kent Lucebert, Andreus of Guilïaume van der Graft, maar geen van deze dichters neemt een plaats in als b.v. Boutens, Nijhoff of Marsman dat de den. Van het voorwoord dat Lucebert schreef voor zijn nieuwe bundel „Val voor vliegengod" heeft men reeds kennis kunnen nemen in het experimentele nummer van „Maat staf". Het is een merkwaardig, hier en daar erg boeiend en zot stuk proza. Een gedeelte van de poëzie uit deze bundel is Japans bepaald. Zo heeft elke periode zijn eigen „Anklang" in den vreemde. Vroe ger schreef men Chinese verzen, al of niet met waaiers, chrysanten en ruisende bamboebosjes; thans zijn de „verzwegen" korte Japanse ver zen in de mode, zo zeer dat de Sun day Times er onlangs een wed. strijdspelletje van maakte voor zijn lezers. Onder die inzendingen in de Sunday Times waren er zelfs die zeer authentiek-Japans aandeden. Lucebert is te zeer een eigen persoon lijkheid om ook die „Japanse epigram men" geen eigen stempel op te druk ken. RIJP warmte waait overal oogleden de blinde vrucht ontwaakt is een van de zéér geslaagde, of: HERFST kinderen buiten verminken de stilte oh beminnelijk litteken Verder bevat deze bundel, op het lan ge, van een Griekse adem doorwaaide gedicht „De slangen van de danseres, een choreografie" na, weinig opval- Sclxilticr £l\nl\ m ons tAhi De persattaché van de ambassade van India, de heer K. K. Kaul, heeft een ontvangst gegeven ter ere van de In dische schilder Shanti Shah, die voor een kort verblijf in Nederland is aan gekomen. De heer Shah heeft niet alleen van de regering van India, maar ook van de Nederlandse en de Westduitse rege- ring studiebeurzen gekregen. Dit heeft hem in de gelegenheid gesteld ook de Rijks-akademie in Amsterdam te be zoeken. Een heel merkwaardige bundel is „Het Landvolk", gedichten door Ad den Besten, Guilïaume van der Graft, Muus Jacobse. J. W. Schul- te Nordholt en Jan Wit. Deze pro testant-christelijke dichters (en de hier ontbrekende W. J. van der Mo len) kwamen vijf jaar achtereen in Oosterbeek bijeen, in opdracht van de Synode van de Hervormde Kerk, om te werken aan de nieuwe psalmberij ming. In die inspirerende omgeving: Oosterbeek, de Pietersberg, de rivier, Driel. werden de dichters na hun lan- ;e herscheppende arbeid opeens door le Muze, de oorspronkelijke, bezocht, en het resultaat is een werkelijk heel boeiende bundel die het beste soort ge legenheids- en gezelschaps-poëzie be vat die men zich denken kan. Volop is na te proeven hoe de dichters zelf van dit poëtische spel, met grote ernst ge speeld, genoten heben, en een enkele maal rijst deze poëzie ver boven het gelegenheidsvers uit, zoals in „Lief gras" van Ad den Besten, met deze mooie inzet: Gras. Diep in het gras is het goed, kortstondig goed, maar langer duurt immers mijn leven met: een grasmus, een hese zanger van een schichtig verschiet, een mens met een grashalm moed. of ,.De dichters en de Doden" van Guilïaume van der Graft. Ook de nieuwe aflevering van „Antil liaanse Cahiers" is getiteld „Gedich ten" en eigenlijk een mengelbundel, met. uiteraard, werk van Westindische auteurs, welke taal die ook gebruiken. Zo is er een hele reeks vertaalde ver zen van de Franstalige Florette Mo- rand; er zijn Engelse gedichten, „Poems while in Delos" van Alette Beaujon, en Spaanse prozagedichten van Brunilda Vizoso. In het Nederlands is er werk van Ber nardo Ashetu, Frans de Vries en Cola Debrot. Van al deze mensen heeft eigenlijk al leen Bernardo Ashetu ons getroffen. Zijn werk is meer dan sierkunst eri maakwerk of belofte. Bernardo Ashetu is in 1929 te Para- maribo geboren, en hij heeft zijn er varingen voornamelijk opgedaan als een van die varensgezellen in het Ca- ribïsch gebied die halstarrig hopen op een betere toekomst, waarin zij niet geloven. Een gedicht als „De Panter" heeft een grillige charme waaraan we ons gaar ne gewonnen geven. Men verdwaalt in dit werk als in een droomlandschap, men gaat bruggen op die nooit dé overkant bereiken en staat ineens in dichte mist: het is jong, het is soms erg zwak en wankel, maar hier spreekt een echt-oorspronkelijke, prettige stem waarnaar we graag luisteren. We schrijven tot slot van Ashetu voor U over: ZINLOOS Het heeft geen zin [om aan je te schrijven. De wandelwegen zijn allang [besmeurd en je weet wat er gebeurde met de [duif in het woud. Grijze wolken zag ik nooit [zonder onrust en nimmer genoot ik rust bij [het stralen van de zon. Het heeft geen zin [om aan je te schrijven. Het witte kleed waarmee ik [rondga in duisternis schenkt mij geen troost [en geen verheugenis. Het hangt om mijn schouders slechts [om hen af te schrikken die tot mij komen in de gedaante [van rode vlammen. Lucebert: Val voor vliegengod, Bezige Bij, Amsterdam. „Het Landvolk", uit gave „Holland", Amsterdam. Antil liaanse Cahiers .Gedichten" Jaargang HI, nr. 4, Bezige Bij, Amsterdam. De dirigent van het harmonie-orkest van de Staatsmijn Wilhelmina te Ter- winselen, tevens leraar aan 't Maas trichts conservatorium en dirigent van de Mastreechter Staar, de heer Martin Koekelkoren, is uitgenodigd om gedurende de pinksterdagen zit ting te hebben in een jury met de Weense musicoloog Karl Pauspertl uit Wenen en de Duitse stafmuziek- dirigent en componist Hugo Ger- lach uit Pederbom. Aan dit twee daags muziekfeest te Olpen in West- falen zullen geselecteerde harmonie- en fanfarekorpsen uit België, Ne derland, Denemarken, Oostenrijk en Duitsland deelnemen. Martin Koelcelkoren, die regelmatig in ons land zitting heeft in jury's voor korpswedstrijden en bondscon- coursen, heeft ook al herhaaldelijk verzoeken gekregen uit België en Frankrijk om in internationale jury's op te treden. Onlangs kreeg hij nog uitnodigingen uit Luxemburg en Roubaix. Tot dusver was de culturele prijs van de provincie Groningen een twee jaarlijkse prijs, bestaande uit een beroepsprijs én een amateurprijs. Thans hebben Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Gronin gen voorgesteld een jaarlijkse prijs in te stellen, die door Gedeputeerde Staten, gehoord een daartoe door deze ingestelde commissie voor ad vies, wordt toegekend aan op eniger lei wijze met de provincie Gronin gen verbonden personen of groepen, die zich bijzonder verdienstelijk heb ben gemaakt door produktieve, re- produktieve arbeid op het terrein van schone kunsten. Als prijs wordt een geldsom van 1000 en een voor dit doel geslagen penning toegekend. fÊÊÊÊÊKÊ (Van een speciale verslaggever). Het Dickenscongres van „The Dickens Fellowship" de we reldorganisatie van bewon deraars van de grote Britse schrijver Charles Dickens is om tweeërlei reden een gebeurtenis van belang", vertelde ons Neerlands Dickens-ken- ner-nummer-één Godfried Bomans. de bijna 60-jarige bestaansperio- de van de Fellowship is het nog nooit gebeurd, dat het jaarlijks Pinkster- congres buiten EDgeland werd gehou den, èn we verwachten 300 congres sisten, terwijl het recordbezock tot nog tot 180 was." De vei'rassende belangstelling voor dit congres in Nederland heeft tot gevolg gehad, dat niet Haarlem maar Amsterdam de congresstad werd. Tiidens de vorig jaar in Nottingham gehouden Dickensconferentie is het voorstel om dit jaar in Nederland te congresseren met een ovatie ontvan gen. Twaalf afgevaardigden verte genwoordigden daar ons land. Behalve leden van de Haarlemse tak, ook le- van de 29 september 1958 opge richte Zwolse tak, de zestigste loot van „The Dickens Fellowship." De organisatorische belangen van de Fellowship vergen nimmer veel tijd tijdens het congres. In Amsterdam zullen ze op de zaterdagochtend wor den afgedaan. Onder meer moet dan de oprichting van drie nieuwe afde lingen van het illustere genootschap worden gesanctioneerd: twee in En geland en één in Zuid-Amerika (Rio de Janeiro). Voornaamste bedoeling van ook dit congres blijft elkaar na der te leren kennen. Dat geschiedt middels een eigen taal, een soort jargon, omdat men zijn gesprekken lardeert met citaten van en toespelin gen op Dickens, wiens werken iedere deelnemer nagenoeg uit zijn hoofd kent. Vraagt men Godfried Bomans naar een verklaring voor de wereldwijde Dickens-bewondering, dan zegt hij, dat deze meest verkochte auteur van de 19e eeuw legio mensentypen als het ware drie-dimensionaal heeft gecreëerd, die men nog aller- wege kan ontmoeten. Van weinig Ne derlandse schrijvers kan dat worden gezegd. Hildebrand heeft ons o.a. het Nurkstype gekarakteriseerd en Mul- tatuli de Droogstoppelfiguur, maar veel andere tot een begrip uitgegroei de karaktertypen komt men in onze letterkunde eigenlijk niet tegen. Hoe 't zij, de voorliefde van Godfried Bomans voor zowel Hildebraud als Dickens is opmerkelijk. De Dickens- bibliotheek in zijn werkkamer is na die in het Dickens-Huis in Londen de grootste ter wereld en stellig uniek. Het is niet een verzameling van de werken van Dickens zelf, maar een collectie boeken over Dickens, zowel in het Engels als Frans, Duits en Noors. Het plan een Nederlandse biografie over Dickens te schrijven, is voor Godfried Bomans de aanleiding ge weest deze werken te verzamelen. Dé collectie beslaat nu al meer dan een kamerwand. „Die biografie komt er", verzekerde ons de schrijver. M Dit merkwaardige monument opgericht in Bogenhausen bij München, heet: ,JDe steenleg- 9f H ger van de stichting" en is gewijd aan de nagedachtenis van prof. dr. Paul Busching M een architect met grote ver- diensten op het gebied van de M sociale woningbouw. lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllïï Expositie in Nijmegen Ir. H. Lamm er s B.N.A., voorzitter, van het dagelijks bestuur van de Ko ninklijke Maatschappij ter bevorde ring der Bouwkunst heeft in Nijme gen in de hal van de Raad van Ar beid een tentoonstelling geopend van ontwerpen van Mies von der Rohe, een Berlijner. die in 1937 voor het re giem der Nazi's uit Duitsland vlucht te en in 1944 Amerikaans staatsbur ger werd. Deze architect is thans di recteur van een der grootste bouwin stituten in Chicago. Mies von der Ro he was voor de oorlog een bekende ar chitect in Berlijn en Aken, die invloe den onderging van Bei-lage. In Duits land ontwierp hij onder meer de „Weissenhof Siedlung" bij Stuttgart. (Van onze balletmedewerker) Voor de vierde maal in acht jaar verblijft een enorme groep volksdansers uit Spanje in ons land, en voor de vierde maal is het onder dezelfde naam een andere groep- Want wat zich Co ros y Danzas de Espana noemt (Volkszang en volksdans uit Spanje)is telkenjare het resultaat van een nationaal con cours, waarin uit de twaalf Spaanse provincies de beste groepjes worden gekozen om als beloning een jaar deel uit te maken van de in het j buitenland optredende folkloristi- sche dansgroep Coros y Danzas. Dit op zichzelf maakt al driekwart van de charme uit. De ruim 140 man, waarmee men ditmaal komt, zijn ge wone Spaanse jongelui die de levend gebleven folklore „vanzelfsprekend" beoefenen en die hun plaatselijke kostuums nog dragen als een gewoon pak; niet als een verkleedpartij ter- wille van de toeristen. Hun dansen is natuurlijk, dorps, een beetje onhandig misschien, maar dit wordt vergoed door de waarlijke authenticiteit en de aangeboren, onbelemmerde dans- vreugde van pure amateurs in de let terlijke betekenis van „liefhebbers". Zo brengt dan de Coros y Danzas een staalkaart van levende Spaanse zang en dns uit vele provincies. Het to taal der 140. medewerkenden is de som van een twaalftal aparte groep jes, elk met eigen en authentieke orkestjes of begeleiders, elk slechts op tredend in de eigen dansen en kos tuums van de streek, die ze op het concours vertegenwoordigden. Op. rechter kan het haast niet, en voor zover de artistieke leiding de dansen soms een beetje moest aanpassen aan de uitvoering op een toneel, heeft zij dit gedaan zonder de wezenstrekken ooit te schaden. De staalkaart is even meeslepend als verbijsterend. Bijna veertig nummers, en even zo velé totaal uiteenlopende stijlen en kostuums, muziek en ritmen. Volksdans is nauw verweven met het klimaat en de ge schiedenis, met de bodemgesteldheid en de traditie van elke streek, zelfs elk dorp apart. 3panje is een smelt kroes van zeer uiteenlopende rassen en volkeren. De strenge en hoofse Castillanen naast de zachtmoedige be woners van Extramadoera; de boers- deftige, vaak op klompen(dansende Catalunianen uit Barcelona naast de opgewonden zigeuners uit Andalucia; de madonna-achtige lieflijkheid van de vrouwendansen uit de Balearen naast de gespierde sprongvaardigheid van de bergbewonende Aragonezen. Belangrijke verbeteringen aan het interieur (Van een onzer redacteuren) Nu ai enige jaren ondergaat het Rijksmu seum te Amsterdam inwendig een grondi ge verjongingskuur. Deze gaat gepaard met een nieuwe opstelling van de verzamelingen. Eerst is in de afgelopen jaren de afdeling kunstnijverheid aangepakt. Thans is het com plex zalen gereedgekomen, dat de schilderijen herbergt. En nog is men niet klaar. De histori sche afdeling moet nog onderhanden worden genomen. Bovendien bestaan er plannen, om in de oude binnenplaatsen een paar vloeren te leg gen. Hierdoor krijgt men nog eens de beschik king over tweemaal drie verdiepingen. Met de ene groep verdiepingen zal men de afdeling kunstnijverheid een zeer noodzakelijke uitbrei ding kunnen geven, en tevens ruimte kunnen vinden voor een paar zaaltjes voor de didacti sche afdeling. In de andere groep zal men ruim te krijgen voor de kunsthistorische en de histo rische afdeling en voor wisselende tentoonstel lingen. Met forse hand heeft wijlen architect Eschau- zier en na hem ir. Friedhoff de herziening van het museum aangepakt. Niet dat men aan het uiterlijk iets wijzigde. De schepping van wijlen dr. Cuypers is daarvoor uit een oogpunt van architectuur te belangrijk, hoezeer men het gebouw in de tijd van zijn stichting ook heeft gehoond als een „paleis van de aartsbisschop". Maar het interieur voldeed aan geen enkele eis, die men aan een modern museum stelt. Het was naar de smaak van de bouwmeester druk- versierd met schilderingen, doorgangen waren omgeven door bouwsels van kantelen, in licht- kappen zat kleurig glas-in-lood, houtwerk was donker geschildert en de wanden waren bespan nen met een donkere, gore stof. Dat is allemaal verdwenen. Hier en daar moest een nieuwe doorgang worden gebro ken, enkele vergeten ruimten zijn ingericht tot bruikbare kabinetten. Veel donker hout werk verdween helemaal of maakte plaats voor lichter beschilderde, eenvoudiger af sluitingen. De wanden zijn licht geschilderd. Zo moesten in de grote voorhal op de eerste verdieping alle wandschilderingen plaats maken voor een simpel licht kleurtje, waar door de anders zo sombere ruimte opeens veel sprekender werd. T n de sehilderijenzalen is door het aanbrengen van nieuwe daklichten de belichting van de schilderijen aanzienlijk verbeterd. Soms is het licht zelfs wat te hel geworden, waardoor en kele werken van Frans Hals wat worden dood geslagen. Maar het meest opvallende is wel het effect van de nieuwe wandbespanning. Men vond hier een relatief goedkoop materiaal in doodgewoon flanel. Dat werd geleverd in pastel tinten als fijne grijzen en groenen, die aange naam voor het oog en zeer gedistingeerd zijn. De belangrijkste verbeteringen zijn trouwens het minst zichtbaar: de nieuwe centrale ver warmingsinstallatie, waarvan de radiatoren ge heel in de wanden zijn weggewerkt en de nieuwe air-conditioning. Dit laatste is voor de schil derijen van evenveel belang als voor 't publiek. De opstelling van de schilderijen is niet ingrij pend gewijzigd, al heeft men natuurlijk een aantal'nieuwe aanwinsten opgenomen, die ver aantal nieuwe aanwinsten opgenomen, die ver leden jaar konden worden gekocht uit een nieuw jubileuinfonds. Bij die aanwinsten zij» een paar bijzonder mooie, als een mansportret van de zestiende eeuwer Dirck Jacobs, een zeer mooi landschap van Joost de Momper, een veestukje van Albert Cuyp en een stilleven van Van Beyeren. Tevens heeft de museumleiding enkele zeer fraaie wandtapijten, ten dele pas verworven, een gunstige plaats kunnen geven. De dansgroep bij een vroeger bezoek... Men reist niet alleen door alle stre ken van Spanje, maar ook door de tijd. Statige hofdans uit vorige eeuw wisselt af met onverbloemd-heidense rituelen van meer dan duizend jaar oud; de Moorse invloed in de Andalu- sische dans vertelt een even duidelijk stuk historie als de Griekse elementen in de dansen uit Coruna, de antieke nederzetting in Galicia aan de Oce aan; de opmars van het christendom spreekt uit aloude vruchtbaarheidsri- tulen die nu een dans zijn geworden rondom een heiligenbeeld. Spanje is het enige katholieke land. waar op sommige feestdagen nog in de kerk gedanst wordt, en waar de pastoor na de mis heel vaak óók nog voorgaat in de volksdans! Een aanbevolen voorstelling, derhalve. Niet slechts voor de dansnunnaars, die hier onder meer de ontstaansbronnen van vele passen uit het klassiek ballet in oervorm zullen herkennen, maar juist ook V005 de niet zozeer dans- minnenden. Want de nadruk bij dit wervelend en kleurrijk schouwspel '/alt op de folklore: op de veelzeggende blik die de Spaanse stammen door middel van hun dans gunnen op hun afkomst en hun zeden, op hun levens milieu en hun karakter. In zoverre is het optreden van de Coros y Danzas een wekenlange vakantiereis door Spanje, samengepakt in dik twee uren en IJ thuisbezorgd in uw theaterfau teuil. Culturele Cavalcade DANK ZIJ EEN schenking van de heer en mevrouw Hackett te Los Angeles, aangeboden door bemidde ling van de „Netherland-America foundation", zal de staatssecretaris van O.K. en W. ook in de jaren 1962 t.m. 1966 aan veelbelovende Neder landse letterkundigen beneden ae S0 jaar de Anne Frankprijzen kunnen verstrekken. EEN FRANSE EN een Canadese film hebben de Grand Prix Eurovi- sion 1959 voor televisie-films gekre gen. Het zijn de Franse film „Une simple histoire" van Marcel Hanoun en de Canadese T.V.-documentaire ,J2ssor Feminingemaakt door Dou glas Tunstell. DE VERENIGING van handelaren in oude kunst in Nederland heeft aan de Staat der Nederlanden twee stenen putti van Ignatius van Logte- ren aangeboden, vorsteTlende de len te en de herfst, uit waardering voor het streven om het Amsterdamse Rijksmuseum tot het best ingerichte, smaakvolste Europese museum te maken. De kunstvoorwerpen zullen geplaatst worden in de 18e eeuwse afdeling van het museum. EDITH PIAF, de Franse chanson- nière die onlangs twee operaties on derging, is de afgelopen week met siicces opgetreden in Washington. Zij verwacht haar programma in de ze stad te kunnen afwerken en ziet uit naar nieuwe concerten in Canada. Eind juni keert EdithPiaf voor een lange vakantie terug naar Europa. DE PIANIST Daniel Wagenberg ver toeft op het ogenblik in de West, waar hij concerten gaf op Bonaire, Aruba en Ctiragao op uitnodiging van de Sticusa. Zijn tournee voerde hem verder naar Suriname en ver scheidene plaatsen in Venezuela, waar hij voor de Nederlandse Ge meenschap optrad. PRESIDENT EISENHOWER heeft in New York de eerste spade in de gron<T gestoken voor een enorm cul tureel centrum, dat 75 miljoen dollar zal kosten en dat o.m. een opera- en een concertzaal zal omvatten. Het centrum, dat naar Lincoln is ge noemd, zal in 1968 gereed moeten zijn. IN HET RIJKSMUSEUM zal in het Rijksprentenkabinet van 23 mei tot 20 juni een tentoonstelling worden gehouden onder het motto „Van Hie- ronymus Bosch tot Vincent van Gogh", vijf eeuwen tekenkunst.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 13