PAGIMA
Vijfentwintig jaar „Ons Gezin"
OP VAKANTIE?
INVENTUM
neem niet te weinig niemendalletjes" mee!
VRIJDAG 15 MEI 1959
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
JE KUNT DE MENSEN NIET HOOG GENOEG AANSLAAN"
In crisisjaren geboren maandblad
blijkt nog altijd actueel
(Van een medewerkster)
Het maandblad van »Ons Gezin" van de Commissie voor Huishoude
lijke en Gezinsvoorlichting bestaat vijfentwintig jaar. Voorin elk num
mer staat met kleine letters, dat het de voortzetting is van „Huis
houding van Nu", opgericht in 1934. U moet even bij dat jaartal stil
staan, en bij de oorspronkelijke opzet van het blad, om te beseffen,
dat zowel de commissie als haar maandblad een zeer merkwaardig
jubileum vieren. Want 1934, dat jaartal is er een uit de crisisjaren,
toen duizenden huisvaders werkloos waren en de huismoeders haar
gezin moesten kleden en voeden van het minimale huishoudgeld dat
als „steun" werd gebeurd.
Juist voor die moeders wilde de commissie een steuu zijn, juist voor
haar werd het blad geschreven: „Het is de bedoeling, het gemakkelijker
te maken door de moeilijkheden van deze tijd heen te komen", lezen we
Sn een nummer van 1936. En: „Misschien dat we allen te samen het peil
van de huishouding en van de kinderverzorging, zelfs in deze benarde
tijden, kunnen doen rijzen."
gen iets te „maken" van het gezins
leven, de moed erin te houden, gees
telijk bereid te blijven tot een strijd
vaardige houding en tot hulp aan
man en kinderen.
Mejuffrouw M. Macintosh, die samen
met de dames T. Duyvendak en J. F.
Wentzel thans de redactie vormt van
„Ons Gezin" sprak een gedenkwaar
dige zin in het gesprek, dat wij met
haar hadden. „Je kunt de mensen
niet hoog genoeg aanslaan" zei ze.
En ze bedoelde, dat men niet schaap
achtig simpel, overdreven gewichtig
of gemakkelrjk-sentimenteel behoeft
te schrijven, om gehoor te vinden.
Van dat uitgangspunt lijken ons ook
de vroegere redacties te zijn uitge-
gaan, en ook de redactieraad, waarin
sinds de oprichting de psychiaters J.
C. van Andel en O. van Andel—Ripke
zitting hebben.
Dat verklaart, waarom in dit blad al
tijd de valse romantiek heeft ontbro
ken. „Huishouding van Nu" zag er in
moderne ogen nogal saai uit. Het
werd op redelijk, in de oorlog op be
paald slecht papier gedrukt. Het kost
te bij de oprichting en tot lang daar
na vijfenzeventig cent abonnements
geld per jaar; gerenommeerde dames
bladen van die tijd ongeveer tien
gulden. Wat kon men voor die paar
centen verwachten zou men zeggen.
En toch moet het blad in die moeilij
ke jaren een geweldige steun en toe
verlaat zijn gèweest.
Het is dat ook in de oorlogsjaren
gebleven.
We zien in die jaren het aantal
goede raadgevingen ten aanzien
van de voeding nog toenemen. Nu
zijn het niet alleen meer besparin
gen op het huishoudgeld, waar liet
om gaat; nog dringerder noodza
kelijk werd liet, de "distributiebon
nen zo nuttig mogelijk te beste
den. Men moest leren, zelf surro
gaten te bedenken („thee van ap
pelschillen" was één van de recep
ten uit die tijd), er werd veel aan
dacht besteed aan de hygiëne in
huis: de kans op ongedierte werd
een actueel probleem, infectieziek
ten moest men zien te voorkomen.
Mensen, die nog lust hadden uit
Terwijl in diezelfde jaren een
blad als ,.De Vrouw en haar Huis"
artikelen wijdde aan dc nieuwe mode,
gaf „Huishouding van Nu" aanwij
zingen voor het vermaken van ver.
sleten jurken en mantels. Stond in het
eerste blad een belangwekkend arti
kel over de laatste schepping van een
modem architect, in „Huishouding
van Nu" werd gepleit voor zoveel
mogelijk frisse lucht in de bestaande
(vaak bedompte) huizen, voor zuinig
koken, zuinig inkopen, zuinig naaien.
Omstandig werd berekend, hoe
veel mosselen men nodig had om
aan een voldoende hoeveelheid ei
witten in de maaltijd te komen, en
wat men dan aan vlees zou kun
nen besparen.
„Huishouding van Nu" heeft, te-
femoetkomend aan de eisen van
ie tijd, een historie van die tijd
geschreven, die er niet om liegt:
Het is al zuinigheid, wat "de klok
3laat. Naar enige luxe staan de
hoofden niet.
Het beeld van die tijd is een zeer be
klemmend beeld. Wonderlijkgenoeg
is de inhoud van het blad we heb
ben van de huidige redactie toestem
ming gekregen, er een aantal te be
kijken eerder opwekkend dan be
klemmend. En dat is, wat dit jubi
leum zo merkwaardig maakt, en onze
sympathie heeft. Want welke jaar.
gang men ook opslaat, van 1936 of
Uit de oorlogsjaren, of „Ons Gezin"
van na de oorlog: de houding van het
blad tegenover alle maatschappelijke,
huishoudelijke en privé-menselijke
problemen is steeds even fris en po
sitief.
De oprichtster, mevrouw M. E. H.
Sandberg—-Geisweit v. d. Netten, en
haar medewerkster, hebben heel
goed aangevoeld, dat een ploeterende
huismoeder, die moest rondkomen
van de werklozenuitkering, allereerst
behoefte had aan praktische raadge
vingen voor de huishouding. Daar
staan die eerste jaargangen dus vol
mee. Maar tussen de regels door leest
men steeds iets méér, het verlangen
namelijk, voor de lezeressen alle mo
gelijke voorwaarden te scheppen om
ondanks alle moeilijkheden en zor-
„Katoen" blijft het wachtwoord in de zouierinode, en van
katoen zijn deze beide zomerse modellen, ontworpen door 't
modehuis Dior. De japon heet „Soleil", is bestemd voor de
vonduren en zal vooral donkere vrouwen flatteren; de rozen
die op de stof gedrukt zijn, hebben als kleur rood en oranje.
Oranje en zwart; zijn de tinten waarmee bel; materiaal be
drukt werd van het strandensemble „Groissiftre", dat een modi
euze variatie is op dc oer-oude strandpyjama.
Plllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
1 Mondjesmaat
M In „Hulshouding van Nu" van
1936 werd een recept gegeven
j= voor een maaltijd van runder-
lappen, spinazie en aardappe-
len. De hoeveelheid was be-
m stemd voor vier personen. De
volgende prijzen werden ver
is meld:
M 3 kg aardappelen, 12 cent;
3 ons vlees, 21 cent;
1 kg spinazie, 10 cent;
j= .120 gram vet, 8% cent;
40 gram boter, 4 cent.
De totale kosten van het maal
bedroegen dus 55% cent (nu,
naar ruwe schatting, op zijn
1 minst 2,68).
In het volgende nummer van
net blad was een brief van een
huisvrouw opgenomen, waarin
H werd gevraagd naar recepten
voor wat goedkopere maaltij
den-.
Het was dan ook een tijd
waarin de vrouwen van werlc-
lozen hun gezin niet méér kon-
H den geven dan mondjesmaat,
waarin geen blad groente, geen
korst brood werd weggegooid,
en waarin de taptemelk moest
s worden aangeprezen als uit-
komstbrengster in de nood...
Illlllllllllll
logeren te gaan, werd aangeraden,
zelf lakens mee te nemen om de
linnenvoorraad van de gastvrouw
te sparen.
Mevrouw Sandberg kreeg in haar
functie van hoofdredactrice ook te
maken met de bezetters. „Zij was in
haar optreden dan de charmante, eer
biedwaardige, schijnbaar toegeeflijke
dame", vertelt mejuffrouw Macin
tosh nu, „maar in feite kreeg de
„nieuwe orde" geen voet aan de grond
in het blad.
Dat blijkt wel duidelijk uit de op het
eerste oog onschuldige, maar zeer
bemoedigende artikeltjes, die in het
blad verschenen. Zo stond er in een
verhaaltje over de maand februari
1951: „En dan zijn er in 1941 meer
zorgen en moeiten dan in vroeger
jareq. Het uithoudingsvermogen
wordt op de proef gesteld." En in
maart, in verband met maartse buien:
„Stormen stalen ons gemoed, leren
ons zelfbeheersing, en ondanks alles
is ons hart vol van verwachting en
vertrouwen".
Dat waren dan de kleine bemoedigin
gen zo tussen de praktische wenken
loor, over koken aan de hand van
een speciaal oorlogskoolcboek, over
zelf klompschoenen maken, bonen-
puree op brood en zelf-gebreide jar.
retelgordels.
Hoeveel ruimte die wenken ook in
met iNVENTUM is 't goed strijken
lichtgewicht
slrijkijzer
beslag namen in het blad, er bleef
plaats voor onderwerpen als kleuter-
verzorging, de waarde van huiselijke
gezelligheid, pleidooien voor vertrou
welijke omgang met de oudere kinde
ren en een goede voorlichting op
sexueel gebied. En dat is na de oor
log zo gebleven. In '46 kreeg het blad
zijn nieuwe naam, „Ons Gezin", wat
duidelijk aangaf, dat een goed en
economisch functionerende huishou
ding geen doel op zichzelf werd ge
acht, maar een middel, dat kan die
nen tot een harmonisch gezinsleven.
Er werd gejuicht over de vrede. Maar
er werd meteen bij gezegd, dat we
die vrede en de vrijheid moesten zien
te „verdienen". Het toen actuele pro
bleem van de houding tegenover kin
deren van N.S.B.-ers werd grondig
en zonder valse sentimenten bezien.
Die actualiteit heeft „Ons Gezin" ook
nu nog. De redactie sluit in haar ar
tikelen aan bij jeugd-problemen, bij
ruimtevaart, bij het werk van inter
nationale hulporganisaties, bij het
vluchtelingenvraagstuk. Moderne op
voedingsmethoden worden onder de
loep genomen, ook; moderne poëzie,
beeldhouwkunst, ook: de verkeersvei
ligheid, het gebruik van de nu vele
wasmiddelen. Er staan geregeld kor
te verhalen in. maar zij ademen doel
bewust een andere sfeer dan de verha
len in vele damesbladen, waarin de
eerste regel doorgaans al aanstuurt
op het onvermijdelijke happy-end.
„Huishouding van Nu", in de crisistijd
geboren, werd een modern, op huidi
ge toestanden afgestemd „Ons Ge
zin". Maar er blijkt een duidelijke
lijn te onderkennen in de opvattingen
van degenen, die het blad samenstel
len en volschrijven. Zij zien hun lezers
en lezeressen voor vol aan, durven
een probleem een probleem te noemen
en kwasi-problemen tot hun ware
proporties terug te brengen. „Je kunt
de mensen niet. hoog genoeg aan
slaan", zei mejuffrouw Macintosh, en
zij sprak uit ervaring. Dat uitgangs
punt, consequent in praktijk ge
bracht, maakt het blad zo lezens
waard en, 25 jaar na de oprichting,
zo fris en jong.
Weet U, dat zwarte aanslag in alu-
miniumpannen wel eens wil verdwijnen,
als U even wat water met azijn in die
pan laat koken? Ook nieuwe fluitketels,
die sons aanvankelijk het water een bij
smaakje geven, kunnen er smaak- en
reukvrij mee worden gemaakt.
De warme meidagen hebben ons dusdanig verwend, dat we wellicht wat
vreemd zitten te kijken naar kleding zoals ze op bovenstaande tekening
staat afgebeeld. Maar helaas... koele zomerdagen zullen ons ook dit sei-
zoen vermoedelijk niet bespaard blijven, en voor zulke koele dagen heeft
Pierre Cardin de mantel van deze illustratie ontworpen. Blanke mohair is
het materiaalvloeiend van lijn is de grote revers-kraag, en ter bekro
ning van deze zomerse mantel drapeerde de ontwerper een lap mousseline
tot een bijpassend houdje.
De Duitse confectie heeft het andere zomerse kostuum op haar naam
staan. Het is van hemelsblauwe shettandwol, heeft een hoog-opgeknipte
rok en een kort jasje. De voering van het jasje en de blouse zijn gemaakt
uit gestreepte katoen in contrasterende tint; een der modieuze kenmerken
van de kostuummode 1959.
Advertentie
MAÏZENA
DU RYEA
maakt Uw groenten zo lekker.
oemen sc l\tbk en m de lente?
Uw onderbewuste op zoek naar avoniuur.
Als U op een mooie
lentedag bij thuis
komst de kat be
zig zag, tulpen in een
vaas te schikken, zou
U raar opkijken. Zo
zou het de kat wellicht
bevreemden, als U zich
in het deksel van een
koffer rolde. ftlaar
gelooft TJ ons, het
komt op hetzelfde
neerbloemen schik
ken, een hol graven,
een nestje houwen, in
de poezemand kruipen.
Het is de lente, die 't
hem doet. En het lente
verschijnsel heet: nei
ging tot nestelen.
Dat hebben we gelezen
in een Engelse krant
en er stond bij, dat het
stuk geschreven was
door een „toonaange
vend" psychiater. Dat
moet dan een heel po
pulaire geleerde zijn
geweest: hoort U
maar! We zitten vol
oerinstincten, zegt hij.
Als twee jongemannen
allebei hetzelfde meisje
uitnodigen voor een
ritje, en één van de
twee bezit een auto,
dan kiest het meisje de
jongen-met-de-wagen.
Niet, zegt de psychia
ter in de Engelse
krant, omdat die jon
gen een rijkere indruk
maakt, maar omdat
het meisje, zonder het
zelf te weten, beslist
ontvoerd wil worden.
L et eens op 'n jong
meisje, dat een
gezellig avondje
geeft voor vrienden en
vriendinnen (zegt hij
verder). Steekt ze de
schemerlampjes aan,
en niet de grote hang
lamp, dan wil haar on
derbewuste vast en ze
ker het avontuur tege
moet.
Ook het meisje, dat
denkt op reis te gaan,
om wat meer van de
wereld te zien, heeft
duistere doeleinden.
't Is allemaal ons in
stinct, dat zegt dat we
een man moeten ver
overen: Als we vaak
van haantje verande
ren, als we naar mili
taire parades gaan kij
ken of naar een boks
wedstrijd, en als we
ons tasje in de trein
vergeten, want dat ligt
altijd op de bank naast
een meneer, die ons
onderbewnste zo dol
graag nog eens terug
had willen zien.
ist U, tussen
haakjes, dat uw
onderbewuste op
een autoped naar oom
Bart in Dokkum wil,
als U rustig een ijs-
sorbet zit te eten? Dat
laatste verschijnsel is
niét uit de pen van die
(niet met name ge
noemde) psychiater
Dat hebben we zelf be
dacht. Maar kunt be
wijzen dat we ongelijk
hebben
W'
D'
(Van onze redactrice)
oer-oude kreet „Ik heb niets
om aan te trekken!", waaraan
vrouwen zich het gehele jaar
vastklampen volgens de heren der
schepping dan altijd, die zich overi
gens zelfs óók wéleens eraan ezon-
digen wordt in deze dagen onge
twijfeld in veel gezinnen weer ge
hoord. Want voor sommigen staat de
vakantie reeds vlak voor de deur,
voor anderen is het nog een kwestie
van een aantal weken vóórdat zij de
huisdeur achter zich zullen dichttrek
ken om van een aantal vrije dagen
te genieten: dicht bij huis, ver van
huis, maar in vele gevallen met in
het achterhoofd de zorgelijke ge
dachte ,fleb ik nou wel genoeg kle
ren bij me?"
oor de man die op vakantie gaat,
W bestaat die vraag niet. Gaat
hij met zijn vrouw op reis, dan
weet hij dat zij er wel voor gezorgd
heeft dat de koffer voldoende over
hemden, sokken en verdere textiel-
benodigdheden bevat om de vrije da
gen zonder zorgen door te komen. Is
hij vrijgezel, dan is hij óf bijzonder
keurig op zijn uiterlijk en zorgt dus
zélf voor de juiste vakantiegarderobe,
óf hij behoort tot het slag mannen
dat de vakantie een uitnemende ge
legenheid vindt om dag-in dag-uit
zorgeloos rond te lopen in niet-
besmettelijke sporthemden die dan
gerust aan het eind van de vakantie
zó flodderig mogen zijndat zelfs
de wasserij moeite zal hebben om ze
weer in onberispelijke staat te krij
gen.
Voor de vakantie-houdende vrouw,
ook al is zij eveneens vrijgezel,
is zo'n manier van doen onbe
grijpelijk. „Op vakantie gaan" is sy
noniem met „koffers pakkenen
„koffers pakken" betekent „kleren
inpakken". Vooral niet te iveinig,
want tijdens de maaitijden in het
hotel kan men niet steeds in dezelfde
jurk veschijnen, en er valt misschien
's avonds nog eens wat te dansen, en
men kan een ongelukje hebben bij
het soep-eten of het ijs-lepelen....
wanneer deze overwegingen de as
pirant-vakantiegangster bestormen,
stadt ze al bij de kast en komt, zo
als ieder jaar, tot de oude vertrouw
de conclusie dat het middelgrote kof
fertje wel weer te klein zal zijn om
alles mee te nemen, dat dus de gro
te koffer dienst zal moeten doen,
dat de vakantiestemming dus, even
als ieder jaar, ook nu nog vóór de
afreis beivolkt zal raken omdat de
heer des huizes een diepgewortelde
haat heeft tegen het op reis gaan
met die grote onhandige koffer
die hij overigens indertijd zélf heeft
aangeschaft onder het motto „in die
kleine snertkoffertjes kun je niets
kwijl".
En evenals ieder jaar gaat die grote
onhandige koffer tenslotte tóch mee,
zij het dan onder protest van de echt
genoot.
■y ien tegen één, dat ook het ver-
I dere verloop van de vakantie
garderobe-situatie zal lijken op
dat in vorige jaren. Tien tegen één
dat de zorgzame huisvrouw, gewend
aan het ivispelturige en vaak kille
klimaat van ons vaderland, na lang
wikken en wegen besluit om tóch
maar wat meer wollen kleding en
wat minder hoogzomer-spuïletjes in
te pakken, overwegend dat je het
„beter te warm dan te koud kunt
hebben". En daar zit ze dan straks,
ergens hoog in de Zwitserse bergen,
dicht bij een blauwe subtropische
zee, of geiooon op Ameland en voelt
zich dood-ongélukkig -met haar twee
zonnebloesjes die het allebei niet lan
ger dan een halve dag uithouden,
wanneer de zon werkelijk eens even
ouderwets gaat schijnen. Wie zich
één keer zo ongelukkig heeft ge
voeld tijdens een vakantie die in
derdaad een unicum! tien dagen
lang onbewolkt en warm weer bracht
stelt haar vakantiegarderobe in het
vervolg wel iets anders samen. Die
zorgt in elk geval voor méér dan
twee luchtige bloesjes (wanneer ze
no-iron zijn is het helemaal ideaal),
neemt een extra zonnejurkje mee
(al toordt het misschien maar één
dag gedragen tijdens de hele vakan
tie) en prent zich daarbij goed in
dat ze bij koel weer wél tien dagen
lang hetzelfde vest of wollen jasje
kan dragen, maar bij warm weer
géén tien dagen kan doen met twee-
of drie zonnebloesjes!
Onwaarachtige
„onthullingen"
In boek „Meisjes van
New Y ork"
(Van een medewerkster)
„In haar roman „Meisjes van New
York" vertelt Rona Jaffe de weder
waardigheden van de jonge vrouwen
van New York, van de leuke, goed-
geklede en intelligente jonge meis
jes, die om 5 uur nit de kantoorge
bouwen stromen."
Deze zin hebben we overgeschreven
uit de tekst van de omslag, die dit
Amerikaanse boek, vertaald door
Han G. Hoekstra, kreeg van uitge
verij De Bezige Bij. Het boek is in
de Verenigde Staten met groot en
thousiasme ontvangen. Het zou af
rekenen met de zoetelijke romantiek,
die te vaak wordt verbonden aan de
jonge-meisjes-tijd. We zagen het ge
prezen als „onthullend", als „de
naakte waarheid"; de schrijfster
„neemt geen blad voor de mond".
Nu wordt er inderdaad U slaat er
de korte verhalen in ontspannings
weekbladen en vele bakvisromans
maar op na dikwijls zoetsappig,
oneerlijk romantisch op het onver
mijdelijke „happy end" afgestevend
in verhalen over jonge vrouwen. We
namen het boek dus ter hand met
enige hoop op meer waarachtigheid.
In plaats van waarachtigheid biedt
Rona Jaffe „onthullingen" in een
soort, boeiend-geschreven, reporta
ges vervat. Er wordt onthuld, dat
een verloofd meisje wel eens in de
steek gelaten wordt. Er wordt ont
huld, dat niet alle vaderlijk-be
schermend optredende oudere man
nen, getrouwd of niet getrouwd,
vaderlijk-beschermende bedoelin
gen hebben. De mensen bedoelen
ook niet allemaal hetzelfde als ze
het woord liefde gebruiken.
Sommigen bedoelen trouw-voor-het-
leven, anderen een pleziertje voor
één avond, nog weer anderen willen
wel van iemand houden, maar niet,
dat die iemand zich al te vast in hun
persoonlijke leven nestelt. Wat daar
„onthullingen" van maakt, dat is de
openhartigheid (een aanprijzing, die
een modewoord dreigt te worden),
waarmee gesproken wordt over be
grippen, die in de meeste verhalen
over jonge meisjes taboe zijn.
Die openhartigheid wordt echter,
naar onze smaak, door Rona Jaffe
niet gebruikt om oprecht tot een ar
tistiek doel te geraken; ook niet om
te „waarschuwen". De openhartig
heid is doel op zichzelf gebleven:
smakelijk verpakte openhartigheid.
Het boek staat vol met dat soort
schokkende gebeurtenissen, en ze
worden opgedist als dagelijks wel en
wee, dramatisch zonder achtergrond
en zonder noodzaak. Ze komen in
feite tegemoet aan dezelfde hang
naar sensationele romantiek als de
zoetste damesbladverhalen. Alleen is
het zoet hier vervangen door pikante
specerijen, door de schrijfster uitge
kozen en verwerkt met een com
mercieel) fijn gevoel voor wat het
grote publiek „lekker" vindt. „Wat
er aan mankeerde aan dat manu
script dat jij gelezen hebt. was dat
het niet echt was. De schrijver dacht
dat hij zijn lezers voor de gek kon
houden. Wel, ik trap daar nooit in."
Dat is een zin uit het boek „Meisjes
van New York". Eigenlijk de enige
zin, waarvoor we de schrijfster enige
dank verschuldigd zijn.