is alleen als er op staat Sjah van Perzië bezoekt ons land EENZAAM VORST MAAKT REIS DOOR EUROPA Een half miljoen autos komt er per jaar bij Eerste Perzische ambassadeur uit Den Haag weggestuurd WOELIGE EUROPESE REIS VAR SJAH MOEZAFFER-ED-DIR DONDERDAG 14 MEI 1959 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 17 (Advertentie) (Van één onzer redacteuren) NEDERLAND is niet het eerste land, dat de Sjah van Iran bezoekt op zijn Europese reis. Aan die reis zijn uiteraard ook politieke beschouwingen gewijd. Zo bijvoorbeeld in Londen, waar men er op wees, dat deze vorst de titels „Keizer der keizers" draagt en „Schaduw van de Almachtige", maar dat zijn positie in Teheran die is van een eenzaam staatshoofd. Een vorst, die door de feodale aristocratie van zijn land veracht wordt om zijn in hun ogen verwerpelijke sociale instelling, maar die tegelijkertijd door de grote massa van de Perzische bevolking niet erkend wordt als de redder uit de nationale nood. De Sjah geldt als de erfgenaam van een vermogen, dat op de zevende plaats staat In de wereld, maar het gros van zijn onderdanen leeft in de bitterste armoede. Zij staan bloot aan vele ziekten. Iedere tiende inwoner kan niet lezen of schrijven. En het is helaas een vertrouwd beeld in dit deel van de wereld dat in een land, dat beschikt over onvoorstelbaar rijke oliebronnen. Achthonderd miljoen gulden verdient Perzië jaarlijks aan de olie, die beheerd wordt door een internationaal consortium, waarin de Shell en de B.P. 54 procent van de aandelen in handen hebben. De Sjah weet dit alles. Hij doet wat hij kan.. Zijn eigen landerijen schonk hij aan behoeftige boeren en hij beval grote investeringen om van Iran een moderne staat te maken. Zulke om wentelingen kosten tijd, veel tijd. En een regering van krachtige man nen. Perzië heeft niet veel tijd meer en de krachtige figuren ontbreken. In de ministeries en de overheids diensten woekert de corruptie als een taai onkruid. Natuurlijk: er zijn en er worden suc cessen geboekt. Er konden allerlei in stellingen ontstaan op collectieve en gemeentelijke grondslag. Teheran ontwikkelt zich tot een moderne we reldstad met Londense taxi's en dub beldeksbussen. En de Sjah zoekt het persoonlijk contact met zijn volk. Maar het is alles niet genoeg en hij heeft weinig vrienden. En zijn vijanden? Uiterst rechts zijn er de reodale aristocraten, die voor hun positie vrezen. Uiterst links is de vijand mogelijk nog gevaarlijker: de ondergrondse communistische Tu- deh-partij, verlengstuk van Moskou. En een gemakkelijk verlengstuk. Een blik op de kaart van Perzië is vol doende om dat te begrijpen. Maar voorlopig behoeft Moskou die lange, gevaarlijke noordgrens niet eens te schenden. Iedere dag zendt radio- Moskou acht tot tien uur lang propa ganda over de Perzische grens. Im mers, zegt Moskou, de Sjah begaat een onvergeeflijke fout om niet een bondgenootschap met het Kremlin te sluiten doch in plaats daarvan een vriendschapsverdrag met de Verenig de Staten. Dat wordt, er iedere dag- weer, uren achter elkaar-, in geha merd. Misschien zal de Sjah in Londen de overtuiging hebben gekregen, dat hij in geval nood op de Britten kan re kenen, zelfs buiten het Pact van Bag dad om. Misschien zal hij, ook bij ons en elders, waar hij komt, inzien, dat het westen hem sympathiek is. En vooral ook, dat het lot van Iran liet westen bepaald niet onverschillig laat. Temeer, omdat de westelijke politici niet de mogelijkheid uitslui ten, dat een Russische toegeeflijkheid ten aanzien van Berlijn en de Duitse kwestie wel eens een camouflage zou kunnen betekenen voor communisti sche activiteiten in die hoek van Azië, waar de eenzame, onbegrepen „Keizer der keizers'' vandaan komt. komt. Nylon-verpleegstersuniform kan explosie veroorzaken „Verpleegstersuniformen van nylon, terylene en bepaalde andere kunst stoffen wekken statische elektrici teit op en zouden tijdens operaties ontploffingen kunnen veroorza ken", zo is aan het Britse minis terie van gezondheid meegedeeld. In een rapport van een adviescom missie voor de verpleging wordt aanbevolen dit materiaal in het huidige stadium van ontwikkeling niet te gebruiken voor de vervaar diging van deze uniformen. Een actie van de Katholieke man nenbeweging in het Oostenrijkse bis dom Linz voor de bouw van een priesterseminarie in Indonesië (op het eiland Flores) heeft nog 400.000 schilling meer opgebracht dan het gestelde doel - van een half miljoen. Er zal nu ook worden bijgedragen aan de oprichting van een hogeschool voor grondcultuur op Flores. Een groep Westduitse studenten is dezer dagen gestart voor een mars langs het gehele IJzeren Gordijn. De jongelui, die de gehele weg van Travenmuen tot Hof in Beieren wil len lopen, dragen vlaggen met zich mee met de wapens van de vroegere staten van het Duitse rijkdeze vlaggen zullen door de burgemees ters van de plaatsenwaardoor de tocht leidt, getekend worden. De jon gelui hopen op 17 juni a.s. hun tocht die een demonstratie is voor de here niging van Oost- en West-Duitsland, volbracht te hebben. (Van onze correspondent in Bonn) Nergens is de voorschrijdende motorisering van de Westduitse be volking duidelijker dan onder de arbeiders- Miljoenen vrouwen en mannen meer dan 20 miljoen gaan dagelijks met hun eigen vervoermiddel naar het werk, naar de fabriek of naar kantoor. Na tuurlijk komt het merendeel nog steeds per tram, bus, fiets of „be nenwagen"» maar het aantal werknemers (in de meest uitgebreide ziii'van het woord) dat een bromfiets, motor, „Roller", „Isetta" of auto gebruikt, neemt jaarlijks ja maandelijks toe. Zij hebben een nieuw; probleem geschapen» n.l. dat der parkeerplaatsen bij de fabrieken en de kantoren. In doorsnee komen jaarlijks in West- Duitsland rond 500.000 nieuwe auto's bij het wagenpark. Daar staat te genover dat circa 150.000 karretjes op de autokerkhoven terechtkomen. Het verschil 350.000 wagens is de z.g. „aanvullende motorisering". Het geldt als een regel in de auto- Zo. zag de openingspa gina van de Wereld kroniek van 18 augus tus 1900 er uit: Een wantrouwige soldaat met een enorme snor,.. (Van een onzer redacteuren.) De contacten van ons land met Perzië gaan afgezien wellicht van avonturen van Hollandss zeelieden in vroeger dagen terug tot de zeventiende eeuw. Het eerste officiële diplomatieke contact was niet erg gelulckig. In juni 1616 kwam namelijk een Engelsman, Robert Scherleyn, die gehuwd was met een Perzische vrouw, als afgezant van Perzië naar Europa. Hij had de op dracht, de vorsten van Europa assis tentie te vragen in de strijd tegen de Turken. Maar toen hij in Den Haag kwam, vond men hem maar een ver dacht man: hij was gereisd via Span je en hij kon geen instructie tonen. En ofschoon in die dagen de Turken bepaald geen vrienden waren van de De reis van den Sjah van Penië. Hollandse koopvaarders, is hij niet in gehoor ontvangen. Onverrichterzake vertrok hij naar Engeland. In 1626 hebben we onze wantrouwen de houding van tien jaar eerder goedgemaakt: Musa Beg, ambassa deur van de Sjah van Perzië werd toen op schitterende wijze door de Staten-Generaal en de Prins van Oranje ontvangen. Zesenvijftig per sonen droegen de geschenken aan, die de Sjah had meegegeven voor de prins. Onzerzijds bood men ook de ambassadeur kostbare geschenken aan. De kosten van de ontvangst, on geveer een ton gouds, werden betaald door de Verenigde Oo«t Indische Com pagnie. In maart 1627 vergezelde Musa Beg Jan' Pietersz. Coen naar Batavia. Van daar keerde hij naar zijn land terug,begeleid door een ge zant van de Republiek. Ook deze missie was bedoeld om. onder andere van de Re publiek, steun te krijgen tegen cle Turken, de eeuwige vijanden van Perzië. Tijdens zijn bezoek aan Den Haag heeft Musa Beg ge logeerd in het huis van Jacob van Dijck, gezant van de koning van Zweden, die aan het einde van het Spui woonde, ongeveer tegenover de Bierkade. Dit huis is in 1867 afgebroken. Een niet-officieel. maar zeker wel goed gezant van de Republiek is de in 1652 in Den Haag geboren schil der Cornelis de Bruyn geweest, die in het begin van de achttiende eeuw een reis door Perzië maakte en daar van verschillende tekeningen vervaar digde. Het optreden van De Bruyn in Perzië heeft een goede invloed gehad: het Perzische volk leerde in hem een Hollander kennen, die nu eens niet met handelsgeest, maar met liefde voor de kunst bezield was. Dat intussen ook de Hollandse han delsgeest actief is gebleven in Perzië bewijzen een aantal oude Perzische schilderijen, waarop afge zanten van de V.O.C. staan afgebeeld tijdens een bezoek aan Perzië. Op een ervan ziet men hoe een Hollands zische bazaar. De band met Perzië werd opnieuw bevestigd, toen in 1900 Sjah Moezaf- fer-ed-Dïn een statiebezoek aan ons land bracht. De geschiedenis van Per zië sindsdien is woelig. Normale diplo matieke betrekkingen met dat land bleven steeds bestaan, maar het be zoek van de tegenwoordige Sjah is weer het eerste van die aard sinds 59 jaar. mobielindustrie, dat voor elk nieu we wagen die wordt gekocht, een oude wordt verkocht, of ingeruild en op een andere eigenaar overgeschre ven. Dat zijn in doorsnee alweer ook nog 500.000 wagens per jaar. Reeds in 1956 kochten 56.000 West duitse arbeiders een nieuw en 102.000 'n gebruikte (tweedehandse) auto. Dit cijfer is ook politiek zeer interessant, want in het paradijs van het proletariaat, de Sowjet-Unie, werden in datzelfde jaar in totaal 98.000 auto's geproduceerd en voor het grootste deel geleverd aan de staats- en partijfunctionarissen. Slechts een paar duizend stuks gingen naar particulieren". Sindsdien is de arbeider als autokoper de groep der middenstanders steeds nader ge komen. De statistieken bewijzen evenwel, dat dé" arbeiders waar schijnlijk dit jaar onder de autover kopers de eerste plaats zullen gaan innemen. Bij de bouw van woningen, de aanleg van straten en wijken, de plaatsing van nieuwe fabrieken en werkplaatsen zal men daarmede in West-Duitsland zo langzamerhand PERZISCH STATIEBEZOEK IN 1900 rekening moeten gaan houden. Er zullen parkeerplaatsen moeten wor den geschapen bij woningen zowel als fabrieken en kantoren. Voor zo ver de fabrieken in de kleinere ste den zijn gelegen of overwegend vrouwelijk personeel in dienst heb ben, is de parkeerruimte voorlopig nog wel voldoende, In de grote ste den en vooral in het industriecen trum aan Rijn en Roer, zijn de par keerplaatsen bij de fabrieken en kan toren al veel te klein geworden. Wie 's ochtends om half tien door Lever- kusen lang de Bayer-fabrieken rijdt, ziet ogenschijnlijk enorme parkeer plaatsen, die stampvol zijn en alle straten en zijstraten in de omgeving der fabrieken eveneens volledig op gevuld met auto's. Van de 10.000 man personeel van de August Thyssen-hoogovenbe- drijven in Duisburg komen er 4100 met een eigen vervoermid- wel, 500 met een auto (tegen 96 begin 1956), circa 1700 met een motorrijwiel of scooter en 1500 met een bromfiets. Als men er de 2000 werknemers nog bij zou tel len, die met een rijwiel naar het werk komen, blijven er maar 37 Iedere Duitser zijn eigen wagen van elke 100 man over, die nog met de openbare vervoermidde len of per pedes apostelorum naar het werk komen. Op tijd (Van een onzer redacteuren) Op de openingspagina van de .Wereldkroniek' van 18 augustus 1900 staat een foto van een exotisch geklede, wan trouwend kijkende sol daat met een enorme snor: Sjah Moezaffer- ed-Din. Van 21 tot 25 augustus zal hij een staatsbezoek brengen aan ons land, aan de twee koninginnen: Em ma en Wilhelmina. Net als de Sjah thans maakte het Perzische staatshoofd een rond reis door Europa. Zo heeft de Sjah ook een bezoek gebracht aan Parijs, erg plezie rig is dat bezoek niet geweest. Het was een politiek nogal woelig jaar. Karl Liebknecht werd vermoord, daar na Koning Umberto van Italië. Het politiek noorden leek epide misch te worden. Want terwijl de dag- en weekbladen over de vo rige aanslagen nog niet uitgeschreven waren, pleegde men in Parijs een aanslag op de Sjah. Het liep allemaal goed af. Sjah Moezaf- fer-ed-Din liet zich niet van zijn stuk brengen en het statiebezoek aan ons land ging ge woon door. Of het een succes werd? Het is moeilijk na te gaan. Want veel publiciteit kreeg de Sjah niet. Of hij nu be ducht is geweest voor zijn leven of dat onze regering geen risico's heeft willen nemen, ze ker is, dat de pers in die augustusmaand knap kwaad was en dat ook niet onder stoelen of banken stak over de maatrege len, die het de journa listen vrijwel onmoge lijk maakten, het be zoek behoorlijk te ver slaan. En er worden dan vergelijkingen ge maakt met de beide geliefde koninginnen, die zo heel anders wa ren... Perzië was in die da gen nog een heel ver land. Men zat duidelijk een beetje in z'n maag met zo'n Sjah uit een wereld, die nauwelijks ontsloten was. En men krijgt dan ook nauwe lijks een behoorlijk beeld van de figuur Moezaffer-ed-Din. Slechts over zijn smaak kunnen we iets gewaar worden in een oud knipsel: „Zijne Perzi sche Majesteit is zeer matig. Hij drinkt niets dan thee en limonades. Zijn eetlust is grillig, hij houdt slechts van vleeschen met saus. Hij eet graag rauwe augurkjes uit de hand en is bepaald verzot op gruyère-kaas, die bij hem dikwijls het brood vervangt." Nee, het bezoek van de Oosterse vorst in 1900 heeft beslist niet veel indruk gemaakt in ons land. Ditmaal zal het wel anders zijn. Want nu komt niet een vorst van een vrijwel onbe kend land naar het westen, maar een man, die dagelijks in het nieuws is van een zo veel kleiner geworden wereld. En wiens per soonlijk leven in iedere huiskamer besproken werd.... Alleen bij de nieuwbouw van fabrie ken kan met de aanleg van voldoen de parkeerplaats van de aanvang der „planning" af rekening worden ge houden. Bij de oude fabrieken is het parkeerprobleem vrijwel onoplos baar. De parkeerruimte wordt veelal nog beperkt, wanneer voor de uit breiding van de produktie verdere terreinruimte nodig is voor de bouw van nieuwe installaties. Bij vele oudere fabrieken is alleen nog maar plaats overgebleven voor fietsenrekken. De gemotoriseerde werknemers moeten dan maar in de omgeving van de fabrieken een heen komen met hun vervoermiddelen zoe ken. Nergens in West-Duitsland vindt men dan ook zovele straten met een inrijverbod als in de fabriekssteden, waar de politie eenvoudig in de om geving der industrieën en kantoren hele straten tot parkeerplaats degra deert. Voor dit 'parkeerprobleem is helaas geen oplossing. De parkeernood heeft overigens nog een onverwachte uitwerking: men heeft n.l. vastgesteld dat de auto bezitters onder de werknemers het eerst op het werk plegen te ko men. Dat is geen bijzondere ijver, maar een poging om door zo vroeg mogelijk te komen een plaatsje voor de auto te vinden en de grootste verkeersdrukte in de richting van 't bedrijf te ontlopen. Onder de motorvoertuigen op de i'a- brielts- en kantoorparkeerterreinen ziet men vaak ook enkele „kombi"- wagens, kleine autobusjes. Zij beho ren meestal aan enkele arbeiders te zamen, die botje bij botje hebben gelegd, er overdag mee naar en van het werk gaan en er gedurende het weekeinde dan bij toerbeurt een uit stapje mee maken. Op andere arbei ders auto's zijn reclames geschilderd voor het een of andere plaatselijke warenhuis. Daarmede betaalt de be zitter zijn (hoge) verzekering en we genbelasting.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 9