i' W?
ïf
£sso) GAS
VITELLA
Tekko Taks duikt in het verleden
Hei kleine kikkertje dacht
dat het alles kon
MEI
^rcc
1 r'tivL
HET GAS IN DE FLES
ACTIE ZOMERZEGELS START IN
BOUWPUT IN HET HARINGVLIET
dé
EVEN NADENKEN
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 9 MEI 1959.
Hallo, meneer Patser, dag meneer Patserziet U
mij niet, meneer Patser!" De grote snoek Pat
ser draaide zich bij dat opgewonden stemmetje
een kwartslag om. Met zijn glimmende staarogen keek
hij naar de wolk van wel drieduizend kikkervisjes die
hem voorbij deinde. Eén van die drieduizend had het
gewaagd hem uit zijn morgenoverdenking te halen.
„Wie was datf Wie schreeuwde daar zo lawaaierig f",
snerpte hij en tegelijk gaf hij een pets met zijn staart
zodat de hele wolk kikkervisjes op en neer golfde.
rietstengeltje toaarachter
hij nog altijd zat en ja: zijn
kop was echt dikker gewor
den, daar tvas geen twijfel
aan. „Zie je", juichte hij
zachtjes, „het lukt. Ik word
een patser!"
Na nog meer dagen denken
merkte hij op een dag dat
er pootjes uit zijn dikke lijf
begonnen te groeien.
„Zie je, zie je", juichte hij
weer, „ik krijg pootjes; om
dat mijn hoofd zo zwaar
van gedachten is krijg ik
pootjes om het vast te hou
den".
En hij dacht weer verder
over de dingen waarvan hij
dacht dat nog nooit iemand
gedroomd had. Op een mor-
Tk ga je een geheim verklappen, j|
^tenminste wat ik ervan weet. 1
Er wordt in 't bos een feest gegeven; i
de feestzaal is al haast gereed.
Da&r is het, waar die berkebooompjes 1
op zilverwitte voetjes staan.
Ze willen dansen, want ze hebben
hun nieuwe groene jurken aan.
Hoor, de muziek gaat al beginnen.
Fiet, fiet, fiet, fiet. Een mei-concert, g
gefloten door wel duizend vogels g
omdat het nu echt voorjaar werd.
De kleine anemoontjes fluisteren: 3
Hoe staat mijn mutsje? Staat het goed? g
O, prachtig, lacht het zonnestraaltje, 1
dat elke nieuwe gast begroet. g
Kom mee, wij gaan er ook naar binnen: 1
de vogels fluiten; 't bos is groen. g
En als je 't hoort moet je wel zingen, g
nog blijer dan de vogels doen. g
MIES BOUHÜYS.J
llllUlillllllllllilllllllllllllllllilllllllllllllllf
„Mijn broers en zusters",
dacht hij, „die zwarte wolk
kruimelvisjes moet weten
wat voor een geweldenaar
van een broer of ze hebben".
„Tjoep", met een keurig
sprongetje dook hij terug
in zijn sloot, vlak langs de
kop van Patser, de grote.
„Heer Patser, ik heb het
bereikt!", zong de kleine
Patser. „Ik ben Patser!"
Stomverbaasd keek de oude
snoek hem na. „Kom eens
even terug jij", comman
deerde hij. „Dadelijk", riep
de kleine Patser, „eerst
moet ik het geweldige
nieuws aan mijn familie
vertellen".
Hij was zo opgewonden dat
hij de stemmen van zijn
broers en zusters haast niet
eens hoorde. „Hé, hallo!",
riepen ze.
De kleine Patser begon on
middellijk met zijn verhaal:
„Ik ben Patser", hijgde hij
buiten adem. „Ik kan alles,
uit het water, in het water".
Zijn kop deed pijn van het
lawaai dat hem opeens te
gemoet kwam. Alle driedui
zend broers en zusjes barst
ten in lachen uit. „Heb je
dan geen ogen?", riep er
een.
En toen zag hij het. Toen
pas zag de kleine patser dat
ze allemaal waren als hij:
„Ik, meneer Patser", ant
woordde een brutaal stem
metje, „ik zei U gedag om
dat ik ook Patser heet".
De vinnen van de geweldige
snoek schoten boos omhoog.
„Wie heeft het gewaagd om
zo'n wurm, zo'n stip, zo'n
kruimelvisje naar een snoek
als ik ben te noemen?"
„Hijzelf hijzelf riep
de wolk kikkervisjes in
koor. „Hij heet helemaal
geen Patser. Hij noemt zich
alleen maar zo".
„En waarom dan wel?",
vroeg de snoek en zijn ogen
sneden als messen door het
water.
„Omdat ik begon het
kleine kikkervisje, maar hij
durfde niet verder en trok
zich achter zijn broertjes en
zusjes terug.
„Hij zegt aat hij net zo'n
geweldige patser zal wor
den als U bent", zei één
van de zusjes, „hij zegt dat
hij de baas wordt in de
sloot".
De snoek kon van kwaad
heid haast geen woorden
vinden; met een ruk van
zijn staart en vinnen schoot
hij weg, maar voor hij in de
modder dook hoorden de
kikkervisjes hem nog mom
pelen: „wij zien elkaar nog,
ding kruimel vis
„Laten we maar gauw weg
gaan", trilden de broertjes
en zusjes, maar het kleine
kikkervisje maakte zich los
uit de wolk, waarmee hij
tot nu toe gezwommen had.
„O, nee", zei hij. „Nu is
mijn tijd gekomen. Nu moet
ik nadenken hoe ik een pat
ser word. Ik moet alleen
zijn. Gaan jullie maar".
Nog even probeerden de an
deren om nera over te halen
bij hen te blijven, maar ze
waren zelf te bang om nog
langer in de buurt van die
verschrikkelijke snoek te
blijven en golfden nog dich
terbij elkaar dan anders
weg.
Het kleine kikkervïsje, dat
zichzelf Patser noemde zat
nu helemaal alleen achter
een rietstengeltje en dacht
na. Hij dacht aan hele ge
wichtige dingen, tenminste
hij dacht dat het gewichtig
was.
,JEoe sou het komen dat de
zon in de sloot schijnt en
niet nat wordt t", dacht hij
en „waarom is water over
dag groen en 's nachts
zwart?"
Hij verbeelde zich dat hij
van al dat denken met de
minuut geleerder werd en
dat zijn kop groeide van
zoveel wijze gedachten. Na
drie dagen denken schuurde
hij met die kop tegen het
gen werd hij wakker en
merkte hij dat hij zijn
staart verloren was. „Zie je,
zie je", juichte hij weer,
„nu ben ik al zo geleerd als
een professor. Ik verlies ge
woon dingen die een ander
nooit zou verliezen.- Heeft
Patser ooit een vin of een
staart verloren van het den
ken? Nee, hij heeft ze nog
allemaal. Dat betekent dat
ik geleerder ben dan Pat
ser. Ik ben Patser".
En toen kwam er een ge
weldige gedachte in zijn
kleine dikke kopje; een ge
dachte waar hij zelf eigen
lijk van schrok. „Ik moet
uit het water gaan", dacht
hij. „ik moet zelf gaan on
derzoeken waarom de zon
niet nat wordt als hij door
de sloot glijdt, waarom de
j ging nog niet meteen,
want zelfs hij begreep dat
het een heel ongewone ge
dachte voor een vis was om
uit het water te willen.
Maar toch deed hij het en
toen hij één keer op de
kant zat en merkte dat het
kon, toen was de wereld
hem niet groot genoeg om
zijn geleerdheid uit te
schreeuwen.
„Ik ben Patser, ik kan al
les, kop dik denken, pootjes
krijgen, staart verliezen, uit
het water, in het water".
Hij zong het als een liedje,
bovenop een pol aarde aan
de waterkant. Hij had da
genlang door kunnen zin-
kikkertjes met vier pootjes
en een bol kopje. Allemaal
kikkertjes die in en uit het
water konden springen en
kwaken konden als hij.
Maar nog voor hij dat alle
maal bedacht had, had hij
zijn vier pootjes al inge
trokken voor een geweldige
sprong.
Weg zijn, weg; naar een
donker riethoekje waar nie
mand zou kunnen zien hoe
hij zich schaamde. Een
week lang bleef hij daar en
toen hij op de achtste dag
te voorschijn kwam was hij
een klein bedeesd kikkertje
dat voorzichtig langs de
kantjes zwom, dat nooit een
grote mond opzette en dat
eerbiedig opzij ging als me
neer Patser, de grote snoek,
gedachte.
weer een nieuwe
voorbij kwam.
MIES BOUHUYS.
\S
Flop had een uitvinding ge
daan. Hij had alles van te
voren netjes op papier ge
tekend en nn ging hij net
Jilan uitvoeren. „Ik ga een
ijne douche maken", zei
hij. „Een douche voor war
me dagen Achter zijn
huisje had hij vier stevige
palen in de grond geslagen
en daartussen spande hij
een groot stuk plastic. „Het
werkt prachtig", zei Flop,
toen het begon te regenen
en het zeil alle regendrup
pels opving.
„Nu heb ik een gratis was
plaats". De regen was opge
houden en do zon kwam
weer hoog aan de hemel.
Het was ontzettend warm
en Flop had behoefte aan
wat frissigheid. Hela, wat
gaat hij daar nou doen
Met een hooivork prikt hij
een paar gaatjes in hel
plastic.
„Hé Ho, Flop, dat gaat
niet dat plastic Maar
liet was al te laat, zoals
Ïullie op het vierde plaatje
:unt zien. Het plastic
scheurde uit en in een grote
stroom kwam al het water
over Flopje heen. „Bla,
proest brrrrrrrr
blub-blub", protesteerde
Flop. Zó, had hij het niet
8718. De soldaten die op
het bevel van de aanvoer
der direct naar voren ge
stormd waren, liepen bijna
met hun neus tegen de ste
vige ijzeren tralies op. De
reeds zo lang gezochte op
roerkraaiers, die zo dichtbij
schenen, bleken nog net zo
ver buiten hun bereik te
zijn als voorheen. Verder
zelfs nog. Schreeuwde de
officier niet reeds: Verraad!
Terug mannen! Een val
strik!"
Maar het was al te laat,
want terwijl de krijgslieden
zich haastig omkeerden om
terug te hollen, viel met
donderend geweld een twee
de traliehek uit de rotswan
den naar omlaag. Het sys
teem van Foxius had ge
werkt, de krijgslieden zaten
als ratten in de val.
„Stilte!" schreeuwde de edele Foxius boven
het rumoer uit. .Jullie zijn ingesloten! En als
mijn gevangenen geef ik jullie het bevel om
jullie wapens aan mij af te geven!" „Nooit!"
krijste de hoofdman beledigd terug. „Jij bent
de baas niet. Ik ben de aanvoerder en ik be
veel wie en wat er overgegeven
En voorlopig is dat niets!"
Esso Gas flessen bevatten gegarandeerd
13 kg veilig butaangas.
Heus... met Esso bent U beter uit.
Vakkundige voorlichting en
volledige service
door ervaren depothouders.
Maandagochtend 11 mei zal de direc
teur-generaal van de P.T.T. in een
bouwput in het Haringvliet de eerste
serie zomerpostzegels 1959 te koop
aanbieden. Deze symbolische hande
ling vormt de start van de actie zo
merpostzegels, die tot 27 juni zal du
ren. Als eerste verkoopplaats Is een
bouwput gekozen, omdat de zegels,
die ontworpen zijn door Lex Horn,
alle afbeeldingen vertonen van het
deltaplan.
In 1950 was de netto-opbrengst van
de zomerpostzegels ruim 107.178, in
1954 149-820 en ln 1958 218.000.
De gelden worden ieder jaar uitge
keerd aan een groot aantal instellin
gen voor maatschappelijk werk,
volksgezondheid en culturele zorg.
Sinds 1952 wordt 25 procent van het
beschikbare bedrag verdeeld over
de provincies, terwijl het overige
deel wordt bestemd voor landelijke
instellingen.
Het comité voor de zomerpostzegels
helpt ook in „kleine individuele ge-
Advertentie)
instant pudding
38 ct per pakje
KERKNIEUWS
NED. HERV. KERK.
Beroepen te Gameren (toezegging) G.
M. van Dieren te Ede.
GEREF. KERKEN.
Beroepen te Brooks (Alberta, Cana
da) A. van der Ende te Munnekebu-
ren.
BAPTISTENGEMEENTEN.
Beroepen te Den Helder A. H. Ag-
tereek, kandidaat te Amsterdam.
GEREF. GEMEENTEN.
Bedankt voor Aagtekerke K. de Gier
te 's-Gravenhage.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal te Haamstede-Kerkwerve:
ds. D. Slagboom te 's-Gravenzande
en ds. C. van Weele te Leiden.
Gebrek aan voorgangers
De classis Mlddelharnis van de Gere
formeerde Gemeente omvat acht ker
ken, die, nu ds. H. v. Gilst van Mid-
delharnis naar Lisse vertrokken is,
allen vacant zijn. Ds. Van Gilst ver
vulde namelijk zeven consulentschap
pen. De classis Middelharnls heeft
nu besloten zich om hulp te wenden
tot de classis Rotterdam. De classis
Rotterdam omvat zestien gemeenten
en heeft vier predikanten. ïn dit res
sort zijn niet minder dan twaalf va
catures.
vallen". Met het geld van de zomer
postzegels is bijvoorbeeld een rönt-
genapparaat gekocht voor de rheu-
mapatiënten op Texel, zodat deze nu
niet meer in alle jaargetijden met de
boot naar Den Helder hoeven om
bestraald te worden. Het dak van een
buurthuis voor „asfaltjeugd" werd
gerepareerd, met zomerpostzegelgeld
werd een hobbykamer ingericht in
een bejaardentehuis, de vleugel van
een beroepsmusicus \verd gereviseerd
en voor vele gebrekkingen werd een
prothese of een invalidenwagentje
fekocht. Ook dit jaar zal een vierde
eel van de opbrengst van de actie
onder de provincies worden verdeeld.
pre
Voorts zijn bijna dertig steunfondsen
en nationale instellingen op het ge
bied van de volksgezondheid, het
maatschapplijk werk en de cultuur
aangewezen voor een aandeel in de
opbrengst van 1959.
Horizontaal: 2. kleine bak; 7. land
bouwwerktuig; 9. Ned. Emaille-
fabriek, afk.; 10. opbergruimte; 11.
woudkoe; 14. naderbij komen; 17.
tuingereedschap; 18. manier van
doen; 19. onontbeerlijk bij tramver
keer; 21. bewijs van adeldom; 27.
alle twee; 28. kronkelige lagen (v.
delfstoffen); 30. afkorting meisjes
naam; 31. bep. sporeplant; 32. wind
richting, afk.; 33. Trans Europa Ex
press, afk.; 35. in; 36. het kweken.
Verticaal: 1. harde pats; 3. slagvaar
dig; 4. element, ark.; 5. politieke
combinatie v. personen (Z.-Ameri-
ka); 6. zijde; 8. steelt; 10. bep. door
zichtig voorwerp; 12. spottende na
bootsing; 13. meisjesnaam; 15. jon-
fensnaam; 16. bedaar; 20. zeehond;
1. lucht-; voorvoegsel; 22. plaats o.
d. Veluwe; 23. bep. seizoen; 24. be
kend Frans componist; 25. zie 13;
26. klein roofdier; 27. dwarsbalk; 29.
teleurstellend; 34. riviertje bij Dok-
kum.
□000*0000
HQs□□0*00
a* am an - o
a« «O0S«®o
no «000 siaia
o^as^ata s
HH-0HW as
HOOG EN LAAG WATER
10 mei.
nap
nap
nap
nap
uur
meter
uur meter
uur
meter
uur meter
Vlisslngen
3.28
2.13
15.45 2.06
9.49
2.06
22.08 1.99
Terneuzen
3.53
2.27
16.15 2.21
10.18
2.23
22.37 2.15
Hansweert
4.36
2.40
16.55 2.35
10.55
2.36
23.11 2.29
Zierikzee
4.51
1.38
17.09 1.34
10.28
1.70
22.46 1.70
Wemeldinge
5.14
1.64
17.35 1.60
10.46
1.94
23.05 1.94
11 mei.
nap
nap
nap
nap
uur
meter
uur meter
uur
meter
uur meter
Vlisslngen
4.01
2.10
16.18 1.97
10.19
1.96
22.41 1.96
Terneuzen
4.25
2.25
16.46 2.12
10.48
2.12
23.09 2.12
Hansweert
5.06
2.38
17.24 2.27
11.25
2.26
23.43 2.26
Zierikzee
5.21
1.39
17.40 1.28
11.01
1.64
23.21 1.71
Wemeldinge
5.45
1.65
18.06 1.53
11.20
1.87
23.38 1.93