Beieren heeft hijzonder veel last
van de nazi-
Bredanaar werkt al jaren „in
de schaduw van de angst"
ft
Van en voor de boekenplank
VRIJHEREN VAN HET WOUD
KONGO-GEDICHT IN BEELDEN
DINSDAG 5 MEI 1959
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
EXPLOSIEVEN ONSCHADELIJK MAKEN
Bommen worden niet onschuldig
als ze lang liggen
(Van een speciale verslaggever)
..Dat hij zélf nog niet uit elkaar ls gesprongen, al was het alleen maar
van. de zenuwen, dat verbaast me altijd weer opnieuw", zei ons een
insider toen het gesprek kwam op de man die hier te lande de leiding
heeft bij het onschadelijk maken van oude bommen en granaten. En
hij voegde eraan toe: „Een pracht kerel, die nu al jaren achtereen zijn
leven in de waagschaal stelt om levens van anderen voor een catastrofe
te behoeden".
Officieel wordt deze „kerel" aangeduid als de plaatsvervangend com
mandant van de Hulpverleningsdienst, en de burgerlijke stand noteerde
hem als A. H. Drent, geboren 12 april 1920 te Venlo. Hij is dus een
Limburger zoon van een oud-directeur van de rijkskweekschool voor
onderwijzers (essen) te Roermond gelukkig getrouwd met een aller
vriendelijkste vrouw, en vader van drie kinderen: een dochter (Erica)
van 12, een zoon (Kees) van 10 en een zoon (Maarten) van 1 jaar.
Dezer dagen zaten we tegenover
hem in zijn woning aan de Bur
gemeester Serrarenslaan te Breda.
Het bleek een lange, schrale fi
guur te zijn, met zwart gekruld
haar, en donkere ogen in een wat
bleek gezicht; een sportieve ver
schijning.
„U demonteert dus allerlei ge
vaarlijk oorlogsmateriaal en wan
neer denkt U daarmee op te hou
den?" vroegen we maar meteen,
gedachtig aan de recente publika-
ties over onrust in Enschede, toen
daar een Amerikaanse en een En
gelse bom, van 250 kilo elk, moes
ten worden opgeruimd.
„Dat weet ik helaas niet", ant
woordde hij openhartig, „maar
ik besef heel goed, dat je er
toch ééns een punt achter moet
zetten. Tot nu toe is alles goed
met me gegaan, doch je weet
natuurlijk nooit, hoe lang dat
nog duurt. Ieder karwei, dat wij
hebben op te knappen, houdt een
zeker risico in".
In spanning
„En wat zegt uw vrouw ervan?"
„Al is ze er volmaakt van over
tuigd, dat ik mijn vak beheers,
toch vindt ze het beslist niet pret
tig. Vaker nog dan ik leeft ze in
spanning. Dat begint al als de te
lefoon hier gaat. De gang van za
ken is n.l. aldus, dat wanneer er
ergens een bom is ontdekt, men
ter plaatse de politie inlicht. De
ze geeft zoiets door aan het bu
reau Bescherming Bevolking op
het Spui in Den Haag en van dit
bureau uit word ik telefonisch
gewaarschuwd. Nou, dan zeg ik
tegen m'n vrouw dat ik even ga
kijken, stap in de auto, en rijd
erheen. Zij weet evenwel heel
goed, dat hot lang niet altijd bij
kijken kan blijven. Ik heb wel het
nodige personeel, maar als de
chef aan de kant blijft staan
wordt er al gauw gedacht dat hij
bang is. En dan zou je je mensen
alleen maar van streek maken.
Dit nu kunnen we juist niet heb
ben. Is het werk eenmaal achter
de rug, dan bel ik steevast m'n
huis op om ze te vertellen dat
het weer gebeurd is. Want hier
door raakt ook m'n vrouw meteen
haar spanning kwijt".
„Er is wel geen bom, granaat of
mijn meer te vinden, waarvan ik
zeggen moet dat ik hem niet ken.
Ik weet precies bijvoorbeeld,
waar de ontstekeningsapparatuur
zit bij een Amerikaanse bom,- een
Ingelse bom of een Duitse bom.
in ik ken ook de diverse typen
van ontstekingsinrichtingen. Die
hebben allemaal een bepaald
nummer.
Aan de hand van zo'n nummer
weet je dus, hoe je te werk moet
gaan bij liet demonteren. Het be-
Daar gaat de heer Drent weer,
zoals hij al zo vaak zijn woning
verlaat om een gevaarlijk klusje
op te knappen. ,Jk voel heel goed,
dat ik er ééns mee ophouden moet,
maar dan...f"
roerde is echter, dat je altijd eerst
de bom open moet maken om er
achter te Komen, waarom de ont
steking bij het afwerpen weiger
de. Daarom tast je, ondanks al je
kennis, toch nog vaak in het duis
ter. Hetgeen fataal kan zijn."
Drie problemen
We hebben altijd weer met drie
Sroblemen te maken", aldus de
eer Drent. 1. Het opsporen van
een bom, daar men dikwijls al
leen maar bij benadering kan
aangeven waar nog een vergeten
bom moet liggen. 2. Het uitgra
ven of blootleggen, wat de groot
ste voorzichtigheid eist. 3. Nauw
keurig bekijken, hoe we de de
montage moeten verrichten."
De heer Drent heeft twee cate
gorieën medewerkers: de ruimers,
dat zijn mensen, die al een zekere
opleiding voor dit werk genoten
hadden toen hij ze tot zijn be
schikking kreeg, en een speciale
ploeg, die hij persoonlijk héle
maal opleidde. De ruimers mo
gen zich bezighouden met alle
soorten projectielen, behalve met
bommen.
Voor de bommen ls die speciale
ploeg bestemd. Ze zetelt In Nij
megen, terwijl de ruimers van
projectielen opereren vanuit
Tilburg (voor West-Brabant en
Zeeland), Venlo (Oost-Brabant
en Limburg) en Arnhem (voor
de rest van het land).
Als we hem vragen wat voor ka
rakters het meest geschikt zijn
voor zulk werk antwoordt hij on
middellijk: „Ik moet vooral geen
onverschilligen hebben. Ik kan al
leen met mensen werken, die ook
eens „neen" durven zeggen, m.a.w.
die openlijk durven verklaren:
„Ik ken dat projectiel of die ont
steker niet". Mensen dus, die hun
verstand gebruiken. Geen lef
schoppers!"
Wanneer we willen weten, hoe
veel bommen hij nu al heeft op
geruimd, .moet Drent het ant
woord schuldig blijven. Hij strijkt
eens langs zijn kin, peinst diep en
zegt zonder enige pathos: „Ik
1 weet het op geen stukken na. In
elk geval duizenden.
Mijn topdag was honderd bom
men demonteren in één etmaal.
Die lagen allemaal op een afwerp-
terrein van de Luftwaffe op de
Rozendaalse heide, bij Velp, in
Gelderland. Voor zover de Duit
sers bij hun luchtaanvallen op En
geland er niet in slaagden hun
bommen daar kwijt te raken,
brachten zij ze mee terug tot be
doeld terrein.
Vlak na de bevrijding viel er voor
ons geweldig veel te doen. Iedere
dag was er weer wat anders. Wat
er alleen al uit de Rotterdamse
havens is gehaald! Bommen, mij
nen, torpedo's, een- en tweeper-
soonsduikbootjes, soms bar ge
vaarlijk! Als mijn vrouw na eni
ge tijd het woord „Rotterdam"
maar hoorde in een telefoonge
sprek begon ze te rillen. Hier,
kijkt U maar in dit boek. Daar
noteerde ik destijds de dagelijk
se werkzaamheden in. Langza
merhand werd dat minder, of
schoon we verleden jaar toch ook
nog meer dan 200 bommen, die
over ons hele land verspreid la
gen, onschadelijk hebben gemaakt.
Die kwamen allemaal nog voor
de dag door de veelvuldige bou
werij en allerlei ontginnings-
arbeid."
In de kelder
„Weet U wat zo merkwaardig is
Als er weer eens een verhaal in
de kranten staat, zoals onlangs
over die evacuatie van een deel
van Enschede, dan komen er on
middellijk uit tal van andere
plaatsen meldingen binnen over
bommenvondsten.
Soms zijn het gevallen, waar
van men zich afvraagt, of de
mensen nu helemaal stapel zijn.
„Er ligt er al dertien jaar een
bij me in de kelder", zegt men
soms heel gemoedelijk. „Hij
moet nou maar eens weg". Als
of het een poes is
Opnieuw vragen we de heer Drent
nu. hoe lang hij nog met dit werk
wil doorgaan? En hij merkt aar
zelend op: „Ik kan natuurlijk
best tegen mijn baas zeggen dat
ik er geen zin meer in heb. Maar
dat betekent: ontslag. Wat moet
ik dan? Trouwens, dit werk moet
gebeuren. Als ik het niet doe,
moeten anderen het doen."
„Maar U doet het nu al zo lang..."
„Ik voel wel waar U heen wilt",
aldus de heer Drent. „De kruik
gaat net zo lang te water tot hij
barst", denkt U. Dat is ook zo.
'k M&g er daarom inderdaad niet
te lang meer mee doorgaan. Waar
is echter de man die zegt: „Het
is nu welletjes. Deze kerel kan
bij mij komen werken"?"
Ik ben technisch onderlegd. En ik
heb ook feeling voor de handel,
zoals een test onlangs nog heeft
uitgewezen. Maar geen bureau-
baan, alstublieft
Nog slechts achttien
g Sedert 1947 is de dienst In |g
H Nederland, die zich belast 3
met het opruimen van ex-
H plosieven van vierhonderd
m tot achttien man Ingekrom- m
pen. Twintig van deze des- n
kundigen zijn In de na-oor-
logse jaren om het leven
3 gekomen bij hun doodsge- 3
vaarlijke arbeid.
H Onder de praktische leiding ji
van de heer Drent te Breda
is nu nog een kleine ploeg
H regelmatig aan de arbeid.
In een interview met een n
onzer verslaggevers vertelt
H de heer Drent van zijn werk ff
„in de schaduw van de ff
3 angst". 3
nüiiniiiiinnmniiimmiiiiiiiiniTiiinniiiiiiiiiiiiimiiiiiiiinniDiRniiiiiiiiïr
Niet voor 1 september 1960
opvolger voor Van Beinism
Het bestuur van de Nederlandse Or
keststichting tot beheer van het Con
certgebouworkest heeft medegedeeld,
dat mede gezien het feit, dat voor
't seizoen 1959/*60 de dirigenten reeds
geëngageerd waren besloten is
geen opvolger van Eduard van Bel-
num te benoemen voor het aanstaan
de seizoen.
De nodige maatregelen worden thans
getroffen teneinde de concerten wel
ke in het komende seizoen onder lei
ding van Eduard van Beinum zouden
hebben gestaan, te kunnen doen
doorgaan. Het bestuur zal zich ver
volgens nader beraden over het
vraagstuk van de benoeming van een
nieuwe vaste dirigent, die zijn func
tie dus ln ieder geval niet voor 1
september 1960 zal aanvaarden.
Ir, A. J. Engel voorzitter
werkgeversverbond
Het algemeen bestuur van het Ver
bond van Nederlandse Werkgevers
heeft in een speciale vergadering be
sloten de heer ir. A. J. Engel, tot
dusver vice-voorzitter, tot voorzitter
van het verbond te benoemen.
Je staat toch toel even vreemd
te kijken, als je vriendje, met
wie je aldoor zo prettig speelt,
opeens alles vergeet voor een
doodgewoon schoteltje melk....
Advertentie
die goeie ouwe
BLANKENHEYM
(met de baard)
heeft de sleutel van de gezelligheid
VJ
Weergave van huidige
toestand wordt voor
nageslacht bewaard
I „Vrijheren van het Wond", een uit
gave van Ad. Donker te Rotterdam,
is samengesteld door de Weten-
schappelijke Internationale Stich
ting te Brussel onder erevoorzitter
schap van Leopold m, van wie een
voorwoord In facsimile aan het werk
is toegevoegd. Het boek is uitgege
ven als begeleiding van de samen
stelling van de gelijknamige film,
die werd opgenomen in een der ex
clusieve, nog ongerepte wildernissen
van de Kongo.
Doel: nu de beschaving zo snel
voortrukt, dat men nauwelijks kan
voorspellen, hoe lang men nog de
uitdrukking „ongerept" kan bezigen,
zowel wat de wildernis betreft, als
de mensen, die deze bewonen, een in
druk vast te leggen van de huidige
toestand om deze voor het nage
slacht te kunnen bewaren. Daaraan
werkten vele geleerden als vakkun-
digen mee en het werk vertoont
daarvan alle tekenen. De samenhang
van de onderdelen heeft er echter in
geen enkel opzicht onder geleden, in
tegendeel is hier iets bereikt, dat
méér dan een gewone indruk maakt
op de beschouwer en de lezer. Zeer
bijzonder werkt de moderne uitvoe
ring er toe mee een apart cachet aan
dit boek te geven, men ontkomt
moeilijk aan de neiging het geheel te
zien als een „gedicht in beelden".
Men kan deze compositie van kleu
ren en zwart-witdrukken, van uit
slaande en besnoeide bladzijden, van
fantasierijke opmaak en eenvoudige
reproduktie, van details en overzich
ten, van geestelijke aspecten en pure
vormen, van dierenleven en planten-
pracht, van ceremoniën en arbeid om
het bestaan, niet van een afstand
beoordelen, men dient ze te onder
gaan, zich er in te leven als in een
gedicht om te kunnen aanvoelen,
waarom de Inhoud ons juist in deze
vormenrijkdom wordt geboden.
Dit alles brengt ons als in een sfeer
1 geheimzinnigheid, zoals die
hangt om het leven van deze neger
stammen, die zich nog geheel één
voelen met het oerwoud Zeeï bijzon
dere mensen in een unieke wereld.
Wij menen, dat het WJ.S. te Brussel
taak, die het zich had gesteld, op
zeer delicate wijze heeft vervuld en
dat het resultaat geslaagd mag he
ten. Z.
Nog tien oorlogsmisdadigers
wachten op hun berechting
(Van onze correspondent in Bonn)
Dit jaar is het veertig jaar geleden
dat in München een aantal ontevre
den Duitse nationalisten de „Deut
sche Arbeiterpartei" oprichtten.
Adolf Hitler was lid no. 7 van deze
„club", waarvan hij twee-en-een-half
jaar later voorzitter werd. Onder zijn
leiding groeide daaruit de „National-
sozialistische Deutsche Arbeiterpar
tei", de N.S.DA.P. In 1933 werd Hit-
Ier Rijkskanselier. Neurenberg werd
de stad der partijdagen. En terwijl
Berlijn de hoofdstad van het Twaalf-
(duizend)-jarige Rijk was, waren
München en Neurenberg de ideologi
sche broedplaatsen.
Daaraan is het vermoedelijk te dan
ken, dat tot op de huidige dag de
Westduitse deelstaat Beieren meer
last van de nazi-erfenis heeft dan
enige andere streek der Bondsrepu
bliek. In Beieren mislukte de eerste
en slaagde de tweede Hitier-,Putsch'
Vat zou beter kunnen dienen om de
egen tegen te houden dan met vro-
'ijke bloemmotieven bedrukte para
plu's. Op de grote internationale
noemententoonstelling „De Floralie-
en" in Parijs hebben de Parijse pa
raplu-fabrikanten dezer dagen hun
nieuwste modellen getoond, die alle
maal met bloemen zijn bedrukt.
De Röhm-„Putsch" tegen Hitier werd
er neergeslagen. In Beieren liqui
deerden de geallieerden (in Neuren
berg) het nazi-regime met de ophan
ging der top-leiders.
Telkens opnieuw worden de huidige
Christelijk-sodale regeerders onder
leiding van premier dr. Hans Seidl
hardhandig geconfronteerd met Beïe-
rens nazi-verleden. Net heeft een pro
minente rechtsgeleerde, als prof. dr.
Franz Schlegelberger ongetwijfeld is,
een boek over de rationalisering van
de wetgevende arbeid geschreven, net
heeft de Beierse regering dit boek ge
prezen en verklaard dat „iedere ju
rist het behoort te lezen", of iemand
herinnert zich, dat hij op 29 oktober
1941 aan de toenmalige chef der
Rijkskanselarij in Berlijn, dr. Lam-
mers, schreef dat hij ingevolge een
„Führerbefehl" de door een tribunaal
in Kattowitz tot twee-en-een-half ja
ren gevangenisstraf veroordeelde
Jood Markus Luftglass (die eieren
had gehamsterd) ter executie aan de
„Gestapo" had uitgeleverd. En daar
staat dan niet alleen prof. Schlegel
berger, die in 1941 en 1942 vice-
minister van justitie was, maar ook
de Beierse regering in zijn c.q. haar
chemise.
Of dan komt daar in het winter
sportoord Garmisch-Partenkirchen
de gemeenteraad bijeen om uit
vier candidaten een burgemeester
te kiezen. En terwijl er rond 5.000
merendeels buitenlandse gasten in
Garmisch-Partenkirchen vertoeven,
komt dan aan het licht, dat een der
kandidaten. Jakob Scheck. van be
roep thans „koopman" in bedde-
goed (de zaak staat op naam van
mevrouw) de vroegere nazi-burge
meester van het plaatsje is, die
zich de ambtsketen weer wil om
hangen. Scheck was drager van
het gouden partij-insigne en dus,
een der „Alte Kampfer", een der
eerste N.S-D.A.P.-ers, drager ook
van de eredolk der SA.. Nu is
Scheck „partijloos". Zijn kandida
tuur wordt door 344 Garmlsch-
Partenkircheners (25.000 inwoners)
ondertekend.
En zo zou men nog een poosje kun
nen doorgaan. Bijvoorbeeld met te
vertellen, dat in de komende maan
den voor Beierse rechtbanken een
aantal belangrijke processen zullen
worden behandeld tegen de beroeps
moordenaars van het „Derde Rijk",
de S.S.-ers, SA.-ers en de concen
tratiekampbeulen. In Ansbach de
vroegere hout- en ivoorsnijder, deco
ratieschilder en etaleur Kurt Chmie-
lewski (100 moorden in de concentra
tiekampen Mauthausen en Gusen).
In Neurenberg de S.S.-generaal Von
dem Bach-Zelewski, die bij het neer
slaan van de Röhm-„putsch" enige
particuliere wraak-rekeningen veref
fende. (Bach-Zeieweskl gaat er prat
op, dat liij destijds in de strafgevan
genis in Neurenberg Göring het gift
in handen speelde, waarmede hij zich
aan ophanging kon onttrekken).
In totaal wachten in Beieren alleen
al tien nazi-misdadigers op hun iet
wat verlate berechting. Westduits-
lands grootste deelstaat voelt nog da
gelijks, wat het allemaal te danken
heeft aan het onogelijke mannetje,
dat in 1919 zich aanstoot bij de
„Deutsche Arbeiterpartei" in Mün
chen.