„Dakkamer en Agterplaas" een
bundel van Jan Sebastian Rabie
Derde film in reeks over
inpoldering Zuiderzee
Opvolging Van Beinum
moeilijke kwestie
ZATERDAG 25 APRIL 1959
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
13
j?cpubiih|v,r^rrcich
NOVELLEN IN HET AFRIKAANS
Oorspronkelijk en gevarieerd
talent van een rasschrijver
WIJ HEBBEN IN deze rubriek nog niet vaak de gelegenheid
gehad, aandacht te vragen voor de Zuid-afrikaanse letteren,
en het is daarom verheugend om eens een uitstekende Zuid-afri
kaanse novellenbundel toegezonden te krygen. We hopen dat dit het
begin kan zijn van een kleine uitbreiding in ons programma, waarin
naast de Nederlandse en Vlaamse literatuur de literatuur in het Afri
kaans noodgedwongen toch wel erg het stiefkind was. Het Afrikaans
is een taal die na een ogenblik oefenen zeer vlot te lezen valt. Een
woordenboek heeft men er meestal niet bij nodig, ook al zyn er
vele woorden en betekenissen die het Nederlands niet kent. Vreemde
talen, ook niet-Europese, verrykten het idioom, en om b.v- het met
afgrijslijk Engels doorspekte straattaaltje te begrypen, dat, de
jochies in „Jaffie leer" gebruiken dient men wel enig begrip van
Engels te hebben, maar dan laat het zich in schrift best ontcijferen,
ook al zou het rappe gesproken woord U beslist voor driekwart ont
gaan.
Het Afrikaans is in hoofdzaak
voortgekomen uit de taal van de
zeventiende eeuwse Hollandse ko
lonisten, en het heeft een sterk
dialectische inslag behouden (ook
dit maakt de taal voor wie Zeeuws
kent, gemakkelijker verstaanbaar)
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN
Mede onder de invloed van
„krompratende" vreemdelingen
■onderging het Afrikaans een grote
morfologische vereenvoudiging,
maar het bleef toch een zuiver-
germaanse taal. Nog in de vorige
eeuw werd het Afrikaans in de li
teratuur eigenlijk alleen maar ge
bruikt tot vermaak (zoals veelal
het dialect in een overigens „Hoog-
hollands" wérk), maar sinds het
Afrikaans tot volwaardige cultuur
taal is verheven en als zodanig ook
volledig erkend werd (dat was in
1918) is deze literatuur haar aar
zelingen ontwassen en inderdaad
ook „volwaardig" geworden.
Wie nog nimmer moderne Afri
kaanse poëzie of proza gelezen
heeft, zal zich de ogen uitwrijven.
Want dit is geen primitief gesta
mel in een of ander koddig koe
terwaals, zoals zo velen nog ver
onderstellen. maar een volkomen
rijpe literatuur in een taal die
weliswaar eenvoudiger van syn
taxis is dan hot Nederlands, maar
die daarom niet minder mogelijk
heden biedt tot een lenig, spring
levend gebruik, vaak zó verras
send direct en kernachtig van zeg
ging, dat men soms lange volzin
nen nodig heeft om korte schil
derachtige wendingen in het Ne
derlands te „vertalen".
Dakkamer en agterplaats" is de
tweede novellenbundel van Jan
Sebastian Rabie, een prozaïst
van de jongere generatie. Hij werd in
1920 te George, in de Kaapprovincie
geboren en behaalde aan de univer
siteit van Stellenbosch de graden
B.A. en M.A. In 1948 kwam hij naar
Europa (voornamelijk naar Parijs)
waar hij allerlei beroepen uitoefende
om aun de kost te komen. Wat Rabie
tegenwoordig doet, weten we niet,
maar dat doet er ook weinig toe, zo
lang hij boeken als deze voortreffe
lijke novellenbundel publiceert. Want
de twaalf verhalen zijn een prachtige
staalkaart van zijn kunnen, buiten
gewoon gevarieerd, of dit nu de
u/furefe
cavalcade
DE DOCUMENTAIRE Glasvan
Bert Haanstra is uitgezocht voor
vertoning in de vliegtuigen van
de Franse luchtvaartmaatschappij
„Conxpagnie de transports ariens in
ter continentaux". „Taiorama" noemt
de maatschappij deze vorm van film
vertoning, die uiteraard bedoeld is
als attractie voor de passagiers.
HET BEKENDE BOEK „Nils Hol-
gerssons wonderbaarlijke reis", dat
Selma Lagerlöf schreef om de
Zweedse kinderen een kleurrijker be
schrijving van hun land te geven dan
schoolboeken deden, zal verfilmd wor
den. Een Zweedse filmmaatschappij
is een jaar geleden in het geheim
met dit. project begonnen.
DE UITVOERINGEN van het mid
deleeuwse spel Elckerlycdoor de
Nederlandse Comedie in het Prinsen
hof te Delft zijn voor het. komende
Holland Festival vastgesteld op 18,
19, ZO, 25, 26 en 27 juni.
HET INTERNATIONAAL Cultureel
Gentrum te Amsterdam houdt begin
mei een concours voor jonge cabare
tiers /tot 27 jaar), die een program
ma van vijf tot tien minuten moeten
brengen. Het moet bestaan uit een
gezor gen cabaretliedje en voordracht.
In de jury zitten 'o.a. Hetty Blok,
Mary Dresselhuys, Wim lbo en Gov
Lemaire.
..eigen" stukken, de autobiografische
verhalen, dan wel de „inleving" in
anderen betreft.
Het is heerlijk, warm-menselijk
werk, gloeiend van levenslust en
-liefde; het heeft iets van een oer
kracht in zich en het is toch ook
onmeedogend van scherp, soms
vernietigend intellect. De positie
ve instelling van deze auteur, die
toch werkelijk de zwarte zijden
van het leven wel kent, steekt bui
tengewoon gunstig af bij het me
rendeel van het werk van zijn ge
neratiegenoten.
Jan Sebastian Rabie is een rasschrij
ver. Of hij nu simpelweg (in „Dak
kamer") zijn Parijse mansarde van
zeshoog beschrijft met de kleuren
van elke dag, dan wel ,,'n Ander
Kitaar" een beklemmende sfeer van
onheil en natuurkrachten oproept,
steeds weet hij te overtuigen en te
boeien.
Zijn verhalen, die chronologisch ge
plaatst zijn en lopen van 1947 tot en
met 1957, vallen in twee hoofdgroe
pen uiteen: de typisch Zuid-afrikaan
se en de min.of-meer autobiografi
sche Europese, waarbij dan vooral de
sfeer van het Parijse artiestenmilieu
sterk is, als in het genoemde „Dak
kamer", „Kind" en „Bou".
Ook bevat deze bundel een reisherin
nering aan Spanje, Arriba Espana",
dat verre boven het genre reisverha
len uitgaat, en een fascinerend ver
slag van een klimtocht in het hoog
gebergte dat, hoewel fictie, toch wel
sterk op persoonlijke ervaringen ge
baseerd moet zijn.
Het mooist van al zi.jn mogelijk de
Zuid-afrikaanse verhalen, waarvan
,,'n Ander Kitaar" wel de kroon
spant, doch ook „Doodgeld", „Die
bed" en de novellen die zich met het
kleurlingennrobleem bezig houden,
.,Wït on Swart" en „Jaffie leer" (ont
roerende ontled'ngen van een k'nder-
zielï zijn zeer krachtig, kleurrijk en
eelit.
-Tan Sebastian Rabie is 'n oorspronke
lijk talent en wij bevelen de leetnnr
van dit in een zeer geslaagde omslag
van de Kaapstadse sclrlderes Mar-
jorie Wallace gestoken boek dan ook
van harte juin.
Jan Sebastian Rabie: Dakkamer en
Agterplaas verhale 19471957
A. A. Balkema, Kaapstad/Amsterdam
„Meer land om op
le leven"
(Van onze Haagse redactie)
Als derde In een reeks van films
over de inpolderingswerken in
de voormalige Zuiderzee is in
D -,n Haag gepresenteerd de 25-mi-
T.ufen-documentaire: „Meer land-om
op te leven".
Het is een film, gemaakt door N.V.
filmfabriek „Profilti" ïn samenwer
king met het ministerie van verkeer
ën waterstaat. Kwam in vorige films
over dit onderwerp de techniek op
de voorgrond, in „Meer land om op
te leven" heeft men vooral een heeld
willen geven van het betrekken van
het nieuwe land door nieuwe mensen,
van de overgang ook van het oude
naar het nieuwe land.
Men heeft er de nadruk op willen
leggen, dat dit land niet historisch
kon groeien, maar tevoren geheel ver
deeld werd; ingedeeld met een plaats
voor ieder bedrijf, met een vaste
plaats voor bakker en barbier, voor
de leerken, de cafés en de poliklinie
ken. Dat het een land moest worden,
dat sociologisch al op papier stond,
toen de golven er nog boven klotsen.
De makers: scenarioschrijver en
regisseur A. Koolhaas, de camera
mannen J. Burksen, F. Hagenaar
en T. van Maanen, produktieleider
J. Jansen, componist Hugo de.
Groot en geluidsman R. van der
Stijd zijn er goed in geslaagd de
ze wonderlijk snelle groei van het
nieuwe land van niets naar een
volkomen voorbereide volwassen
heid tot uitdrukking te brengen.
Even lijkt het in het begin, of de ma
kers toch nog teveel gegrepen zijn
door de strijd tegen het water en de
overwinning, dat het stukje techniek
in deze film te lang zal worden al
ontkomt men toch nooit aan de ban
van dit gigantische werk. Maar net
op tijd gaat de film over naar het
thema van de bewoning van het nieu
we land, waarin'de geschiedenis van
een bepaald gezin is verweven. Dit
gebeurt in vaak pakkende beelden
met goed camerawerk. De uitstekend
gesproken tekst is sober en daarmee
indringend.
Makers en „distributeur", de rijks
voorlichtingsdienst, zullen ongetwij
feld met deze, ook voor het buiten
land bestemde film succes hebben.
Niet alleen omdat de .inpoldering yan
dé Züidérzeë iets is, dat steeds op-
=In Stuttgart wordt een ten-
stoonstelling gehouden van
Mbeeldhouwers uit Vallauris, zo-
^als Picasso, Madoura en Raty. s
=Hier een beeld van Raty „Man
=met vis" modern én indruk- M
Hwekkend
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Zeldzaam wandtapijt in
Haarlem gerestaureerd
In het Frans Halsmuseum in Haar
lem is dezer dagen een bijzonder
wandtapijt te bezichtigen. Het 3.90 x
10.25' metende geheel wollen tapijt
stelt een levendig middeleeuws lucht-
tafereel voor. Het werd omstreeks
1450 in Doornik geweven. Aan het
einde der 19e eeuw werd dit tapijt
met nog drie andere in repen gesne
den en vastgespijkerd aangetroffen
tussen de ramen van de Long Galery
in Hardwickhouse in Midden-Enge-
land. Hoewel de tapijten, die een
grote historische waarde hebben, in
1901 enigermate en met gebrekkige
middelen werden gerestaureerd,
raakten zij steeds meer in verval.
Totdat het Victoria and Albert Mu
seum in Londen aan de Haarlemse
stichting „Werkplaats, tot herstel
Rn antieke textiel", opdracht gaf
een ervan zijn oude luister te herge-
nieuw boeit, maar ook, omdat hier ven. Na ruim 18.000 uren van moei-
duidelijk wordt gemaakt, dat die bar- zame restauratiearbeid is dit inder-
re grond, al kort nadat zij droog- daad gelukt. Binnenkort zal het ta-
valt, een goed stuk land is en vooral: I pijt teruggaan naar de opdrachtge-
„Meer land om op te levenvers in Engeland.
iiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
De Oostenrijkse P.T.T. geeft
binnenkort tioee herdenkigsze-
gels uit van wel heel verschil
lende strekking: Links een ze
gel ter gelegenheid van de
100ste herdenking van de
sterfdag van aartshertog Jo-
hann van Oostenrijk, de popu
lairste telg uit het Oostenrijk
se keizerlijke geslacht.
Rechts een zegel ter gelegen
heid van het 175-jarïg bestaan
van de Oostenrijkse tabaksin
dustrie. De kleur van de laatst
genoemde zegel is uiteraard
tabaksbruin.:..
Stichting toneelgroep
„Podium" gevormd
Onlangs is de stichting toneelgroep
„Podium" gevormd. In deze stichting
:s opgenomen de gelijknamige to
neelgroep, die reeds een aantal jaren
onder directie van Jo Nobel en de
artistieke leiding van Dirk Verel, in
en buiten N.C.R.V.-ver band en
vaak met goed succes is opgetre
den.
Het doel der stichting is om van de
orotestants-christelijke levensbe
schouwing uit dramatische kunst te
brengen en ter versteviging van de
positie van dit beroepsgezelschap al
om in den lande groepen van belang
stellenden te vormen.
Voorts het activeren van christelijke
auteurs tot het schrijven van voor
eigen.kring geschikte toneelstukken,
die ook dienstbaar kunnen zijn voor
onze amateur-gezelschappen.
In het algemeen bestuur hebben zit
ting de dames L. A. Brouwer-Lever
en Lize Koolstra-van Dam, de heren
J-. Bolderhey, Ad. Borstlap, C. v.
Hoboken, B. Rutgers, J. H. Wark,
benevens de heren H. J. Vermeulen,
Amsterdam, voorzitter; G. den
Hengst, Amersfoort, secretaris; H.
F. v. Runt, Breukelen, penningmees
ter.
Ook in de nieuwe formatie blijven de
hëren Jo Nobel en Dirk Verel resp.
als directeur en artistiek leider hun
medewerking verlenen.
Beroep op een
builenlander 1
(Van een medewerker)
De vraag, die in de laatste ja
ren van het leven van dr.
Eduard van Beinum al herhaalde
lijk de kop heeft opgestoken, is
door zijn onverwachte dood plotse
ling beklemmend geworden: wie
moet hem opvolgen Het is uiter
mate moeilijk hierop een antwoord
te geven. De tijd heeft dat bewezen,
want zelf een periode van een jaar
of vijf waarin men zich heeft kun
nen beraden, heeft niet een aparte
mogelijkheid geschapen, waarnaar
men nu kan grijpen.
Het is een ernstig probleem, waar
mee de mensen op wie de verant
woordelijkheid van hét benoemen
van een opvolger rust, op het ogen
blik zijn geconfronteerd. En zij
zullen een snelle beslissing moeten
nemen, want de belangrijkste instel
ling in ons muziekleven kan niet
zonder een goede, vaste leider. Het
afgelopen concertseizoen, waarin
Van Beinum al vaak verstek moest
laten gaan tengevolge van zijn ge
zondheidstoestand, heeft het orkest
eigenlyk al geen goed gedaan.
Des te dringerder is nu de vraag
Wie?
In de wereld yan de muziek doen
vanzelfsprekend al namen de ronde,
en het meest hoort men die van Ber
nard Haitink, de 30-jarige dirigent
van het Radio Filharmonisch Órkest.
Zijn eerste optreden met het Concert
gebouworkest heeft al direct zijn
naam op de lippen van veie muziek-
groten in de hele wereld gebracht.
Dat gebeurde door zijn plotselinge
vervanging van Van Beinum bij het
Filharmonisch Orkest te Los Angeles
in het begin van 1958. Van Beinum
kon toen door ziekte niet dirigeren.
Ook in het afgelopen seizoen heeft
het Concertgebouworkest nog ge
concerteerd onder Haitink en de
uitvoeringen onder zijn leiding
waren voortreffelijk. Niettemin
staat Haitink nog aan het begin
van zijn ontwikkeling. Het is be-
lesprovxqew m
Onzekerheid over de
situatie per 1 september
de (jftUehnereid
(Van een speciale verslaggever).
In de Nederlandse balletwereld, die per jaar
bijna 'n miljoen gulden gemeenschapsgeld
verslidt, heerst zoveel verwarring, dat wie er
mee geconfronteerd worden aan hun eigen ge
zonde verstand beginnen te twlfelen. Wanneer
we het onder Hans Snoek en Jan Rebel wer
kende Scapino-ballet even buiten beschouwing
laten het vervult zonder rumoer een taak
voor de esthetische ontwikkeling van de
hoofdstedelijke schooljeugd dan telt ons
land op dit ogenblik (nog) drie rijksgesubsidi-
eerde balletgroeperingen, die vanwege
vreemde bokkesprongen de laatste tijd
nogal een „kwalijke" publiciteit hebben
1. het Nederlands Ballat in Den Haag;
2. het Ballet der Lage Landen in Amsterdam en
8. het Ballet van de Nederlandse Opera in
Amsterdam.
Sonai Gaskell is (of moeten we zeggen was?)
de leidster van de Haagse groepering. Ze is
er weggegaan, teruggekomen, weer weggegaan
en weer teruggekomen en heeft nu per 1 sep
tember haar ontslag ingediend. In Parijs pro
beert ze momenteel het geharrewar te verge
ten. zodat het Nederlands Ballet nu al zonder
artistiek leidster zit. Kort na het bericht
over Sonia Gaskells bedanken, werd bekend
dat een aantal prominenten van het Nederlands
Ballet Jaap Flier, Aart Verstegen, Willy de
la Beye, Milly Gramber en René Vincent
hun contract bij deze groepering niet wensten
te verlengen, terwijl ook .de balletmeester, de
Amerikaan Benjamin Harkarvy vanwege
een ruzie met de algemene leider, de heer
Huckryde, die ook zakelijk leider is van het
Amsterdamse Kunstmaand-orkest te ken
nen gaf te willen vertrekken om de leiding
van een nieuwe groepering op zich te nemen.
Om de verwarring in dit kamp nog te
verhogen lieeft een „commissie van dan
sers" van het Nederlands Ballet dezer da
gen tenslotte laten weten, dat de dansers
ruzie hebben met het bestuur over de con
tractuele verhoudingen. De voorzitter van
dit bestuur, de heer P. A. Huett, heeft in
aansluiting hierop de soesah van zich af
geschoven, omdat hem duidelijk geworden
was dat er van organisatorisch beleid geen
sprake kon zijn.
Geen sterveling kan door dit alles vertellen,
lioe het per 1 september met het Nederlands
Ballet gesteld zal zijn, al vindt O. K. en W.
het nog altijd wenselijk, dat de brokken
worden gelijmd.
In Amsterdam was de situatie niet veel be
ter, maar de voorbereidingen voor de oprich
ting. van 'n nieuwe Amsterdamse balletgroep
zijn thans voltooid.
De stichtingsacte is verleden. De instelling zal
heten „Stichting Amsterdams Ballet". Burge
meester en wethouders van Amsterdam hebben
een bestuur benoemd bestaande uit: mr. B. A.
van Schaik, voorzitter; mevrouw Corrie Har
tong, mr. A. Helmann, de heer B. Ram, prof.
dr. F. W. S. van Thienen, mr. W. H. Vroom
en dr. Jos. Wouters.
Het bestuur heeft mevrouw Mascha ter Wee-
me aangesteld als artistiek leidster en de heer
Frits Basart als zakelijk leider.
Mevrouw Mascha ter Weerae zal zich laten
assisteren door een balletmeester van interna
tionale reputatie, wiens naam nog nader zal
worden bekendgemaakt.
Het bestuur benoemde tot plaatsvervangend
voorzitter de heer B. Ram, tot secretaris
penningmeester mr. A. Helmann.
be thans bij het „Ballet van de Nederlandse
Opera" en het „Ballet der Lage Landen" geën
gageerde danseressen en dansers zijn, op en
kele uitzonderingen na, door de „Stichting het
Amsterdams Ballet" geëngageerd voor het sei
zoen 19591960.
kend dat hij moet beschikken over
voldoende tijd om zijn werk rus
tig te kunnen voorbereiden.
Maar een faktor, die sterk voor hem
pleit, is zijn persoonlijke instelling,
zijn eenvoud, zijn omgang met de
musici. Evenals van Beinum ziet hij
hen niet als ondergeschikten, maar
als medewerkers en vrienden. En
juist deze sfeer is het geweest, die
het Concertgebouw Orkest onder
Van Beinum's leiding zo groot heeft
gemaakt. Een man, die nog zo jong
is als Haitink, kan nog geheel in de
ze sfeer met het orkest vergroeien.
Het is de vraag of Willem van Otter-
loo, de dirigent van het Residentieor
kest (die men ook wel hoort noemen
als eventuele opvolger van Van Bei
num) deze plooibaarheid nog zal kun
nen opbrengen, nadat hij zich al zo
lang en doelbewust heeft gericht op
de samenwerking met het Residentie
Orkest dat toch in een geheel andere
'geest musiceert.
Die sfeer is het waarschijnlijk ook,
Waardoor de Amerikaan George Szell
sinds enkele jaren dirigent van het
Concertgebouworkest naast Van Bei
num, niet ïn aanmerking zal komen,
hoewel men hem hier en daar een
kans geeft. De meesteri echter menen
dat hij niet geschikt is voor het lei
derschap van het orkest, omdat hij
ook na de paar jaar, dat hij er mee
samenwerkt, nog weinig contact
heeft met de musici. Dat vait ook af
te leiden uit de concerten die onder
zijn leiding tot stand rijn gekomen.
Die waren altijd wel voorbeelden van
muzikale punctualiteit maar ze bruis
ten nooit van levenskracht, ze hadden
nooit de stralende rijkdom, die de
uitvoeringen onder Van Beinum ken
merkten.
In het afgelopen seizoen heeft men
ook enkele keren assistent-dirigent
Jan Brussen kunnen horen als ver
vanger van Van Beinum, maar diens
concerten hebben hoewel er zeer
zeker goede bladzijden in voorkwa
men toch slechts kunnen bewij
zen, dat hij nog lang niet rijp is voor
een zelfstandig leiderschap van een
zo belangrijk ensemble als het Con
certgebouworkest is.
Al deze faktoren moet het bestuur
van de Amsterdamse Concertge
bouwstichting overwegen bij haar
beraad met betrekking tot de be
noeming van een opvolger van
Van Beinum. Voor de concerten
op korte termijn heeft men con
tact gezocht met de Fransman
Jean Fournet. Hij zal als gast-di-
rigent optreden.
En wie weet is dit beroep op een bui
tenlander ook niet een vingerwijzing,
dat men over de grenzen kijkt om de
man te zoeken, die in staat mag wor
den geacht het grote werk, dat Van
Beinum heeft opgebouwd, voort te
zetten.
WILLEM VAN OTTERLOO
...genoemd als opvolger...