3 Industriële vormgeving: ook van groot belang voor consument Over de verzorging van uw uiterlijk en van uw man ~Oan ozóuh) VRUDAG 17 APRIL 1959 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 1 Voor koele dagen is deze zomerkle ding bedoeld. Links een Italiaanse ja pon van lichte, grofgeweven wollen stof, bestaande uit 'n mouwloze jurk (met iets verlaagde taille) en een jakje met korte mouwen. Rechts een sportief en jeugdig kostuum uit het klassieke zomermateriaal wit linnen, gecombineerd met een blauw-wit ge nopte blouse met een grote das. Die das moetzoals de tekening toont, „buitenboord" hangen wanneer het jasje wordt aangetrokken! Goede voorbeelden op voorjaarsbeurs (Van een medewerkster) Stelt U zich eens voor, dat morgen een nieuwe huiskamerlamp wilt gaan kopen. Hebt U al lang die kap-met-franje in uw ge dachten, die U bij moeder thuis altijd zo knus gevonden hebt? Kiest U een nuchtere plafonier? Of voelt U misschien voor een metalen armatuur, die zich alle kanten laat opdraaien en die U krijgen kunt in vele kleuren? Wat ook uw keuze is: als klant, op zoek naar een lichtpunt in uw kamer, hoeft U er niet bij stU te staan, hoe al die duizenden soorten lampen in de wereld geko men zijn. Al die lampen van de drukst-bewerkte, vol ornamentiek, tot en met de simpelste, koelste witte bol, zijn door Iemand bedacht. Ze zijn getekend, een fabrikant heeft bestudeerd of de tekening praktisch was uit te voeren en wat de lamp zou moeten gaan kosteq. Hij heeft moeten bepalen of zijn prodnkt aftrek zou vinden, dus: of het produkt aan zijn doel beantwoordde. Hij had, kortom, te maken met de vormgeving van zijn prodnkt. dieuzer ontwerpen (die er bij ve len als koek ingaan, omdat ze met alle geweld modern willen zijn!), waarbij het modieuze de kwaliteit en de duurzaamheid zou kunnen overwoekeren. Die vormgeving, niet alleen van uw huiskamerlamp, maar van honderd en-één industriële produkten, is een zaak van internationaal belang. Ze is in de eerste plaats een zaak voor de industrie-zelf om zich intensief mee bezig te houden. Daarom is het geen wonder, dat het Instituut voor Indus triële Vormgeving, gevestigd in Am sterdam, met een tentoonstelling uit komt op de Voorjaarsbeurs voor Technische Goederen die tot en met 24 april in Utrecht wordt gehouden; een beurs, die bepaald niet op de consument is afgestemd. Uit het voorbeeld met de huiskamer lamp begrijpt U, waarom wij de zaak van de industriële vormgeving toch als consument van belang achten: met vele produkten, die in het brein van een fabrikant en in het atelier van een ontwerper hun vorm heb ben gevonden, krijgen we immers da gelijks te maken. Als consument hebben we belang bij een goed produkt; een lamp, een kachel, een stoel, die aan hun doel beantwoorden en die we bo vendien mooi kunnen vinden. We hebben belang bij een produkt, dat op een economische manier is gefabriceerd, dat dus van goede kwaliteit is en niet duurder dan nodig. We hebben er belang bij, dat voor oude, overleefde vormen, nieuwe in de plaats komen. Maar evenveel belang hebben we erbij, dat we niet worden meegesleurd in een maalstroom van steeds mo- Nevedo, Rokin 118, Amsterdam En tenslotte hebben we dan ook nog belang bij de wetenschap, dat steeds meer industriëlen zich ernstig en za kelijk met de vormgeving van hun produkten gaan bezighouden. Het lijkt niet onmogelijk, dat het vak van industrieel ontwerper een deel van de jeugd goede toekomstmogelijkheden zal gaan bieden. Eén van de taken van het Instituut voor Industriële Vormgeving (dat in alle „beschaafde" landen broers en zusters heeft) is, te bemiddelen tus sen fabrikanten en ontwerpers. Zo'n ontwerper moet een bijzonder veelzij dig mens zijn. Hij moet niet alleen zoals wij, leken, ons hem nog te vaak voorstellen begiftigd zijn met ar tistiek gevoel. Hij moet de technische mogelijkheden leren kennen van de fabriek, waarvoor hij ontwerpt, hij moet zich een nauwkeurige voorstel ling eigen maken van wat het artikel, dat hij gaat ontwerpen, moet „pres teren" (en dat kan een strijkijzer zijn, zowel als een tractor), hij moet economisch inzicht hebben. Hij moet dus bepaald niet alleen iets kunnen maken dat mooi van vorm of van kleur is, maar iets dat bovendien nog in de praktijk te produceren en te ge bruiken is ook. De huiskamerlamp, waarmee we be gonnen, is een mooi voorbeeld van de problemen, die alleen al met de vorm geving van een produkt kunnen sa menhangen. Er is een tijd geweest, dat onze elektrische lichtbronnen om huld werden met een overdaad aan versieringen. U kent ze: de kappen met franje, met strikken, met goud draad, de namaakkaarsen met na- maakvet, waarin de fitting schuil ging, de houten armaturen vol „ge beeldhouwde" bloemen en krullen. In 1915 was er al een Engelsman, die betoogde, dat al die ornamentiek „verdacht" aandeed. In de twintiger jaren deed de, zuiver functionele, gla zen bol, koel en nuchter, zijn intrede. Hij werd wel aanvaard voor verlich ting van badkamers en keukens, maar verder niet. Na de oorlog, is het publiek om nieuwe vormen gaan vragen en er zijn talloze .nieuwe vormen" in de winkels verschenen. Maar er wordt nog altijd druk over gediscussieerd, of die vormen nu ook mooi zijn, en of ze wel overeenko men met het doel, de functie van de lamp. Er is een keuze in modellen zoals misschien wel nooit tevoren, maar veel „moderne" vormen doen al even onecht aan als de strikken en namaakkaarsen van voorheen In deze overdaad van nog-gangba- re, nieuwe en alweer-nieuwere vormen moet iedereen, die zich een goede verlichting wil kopen, kiezen naar eigen smaak. De één vraag van zijn lamp alleen maar licht, de ander vooral gezelligheid, de meeste mensen willen licht en gezelligheid. De één wil 'n lamp voor-het leven, de ander denkt er alleen aan dat de lamp „modern" moet zijn. De man, die de lamp maakt, moet met al die wensen zien rekening te houden, zonder zijn eigen ideeën te verloochenen en zonder failliet te gaan. Het resultaat van al zijn over leg: een produkt, een vorm. Dat er aan de totstandkoming van die vorm zoveel aandacht wordt geschonken, is nodig met het oog op de stijgende behoeften, ook met het oog op toene mende concurrentie. Dat zijn de be langen van de industrie. Maar tenslotte is het de consument, die van de resultaten kan profiteren. Dat is de reden, waarom wij blij zijn met de duizend vierkante meter op de Voorjaarsbeurs, gevuld met voor beelden van goede industriële vorm geving. zakdoeken Om nooit te vergeten 0n«efse aelxumde swi$e,\se gehuwde vrouw ,werken wit financiële noodhaak De Engelse „Daily Herald" heeft een enquête gehouden over het buitenshuis werken van getrouwde vrouwen, en ver rassende antwoorden gekregen. Van de tien ondervraagde „werkende vrouwen" waren er acht, die alleen buitenshuis werkten om de touwtjes aan elkaar te kunnen knopen. Eén werkte eveneens uit financiële noodzaak, maar zei, dat ze ook zonder die noodzaak zou willen blijven werken. En één was er slechts, die helemaal zonder financiële noodzaak, dus uit vrije, verkiezing werkte. Maar nu het vreemde. Zeven van de tien n i e t -werkende vrouwen, die werden ondervraagd, zeiden dat ze graag weer een baan buitenshuis zouden hebben, zodra de kinderen groot genoeg zouden zijn! Bijna alle huisvrouwen zonder baan buitenshuis zeiden, dat ze natuurlijk zouden gaan werken als het financieel noodzakelijk zou zijn. Maar zij zou den dat voor hun kinderen bijzonder onaangenaam vinden. De huismoeders mét een baan waren het er algemeen wel over eens, dat er afschuwelijke conflicten ontstaan als één van de kinderen ziek wordt en de moeder moet kiezen tussen het verplegen van de zieke en het voldoen aan haar maatschappelijke verplichtingen. Eén werkende vrouw met een ldnd van drieëneenhalf en een volledige baan, verklaarde dat zij nooit spijt had gehad van haar besluit om weer te gaan werken. Zij zei dat haar kind er zelfstandiger door was gewor den, en dat „moeders, die haar kinderen verwaarlozen ter wille van haar baan, ook slechte moeders zouden zijn, als ze de hele dag thuis waren". „Niemand heeft het recht, een vrouw te veroordelen tot alleen huishoudelijk werk, als dat tegen haar wezen en belangstelling indruist", zei een werkende getrouwde vrouw. Maar een echtge noot vond: „Een vrouw hoort thuis. Zij moet zorgen voor het huis, voor de kinderen en voor mij". De volgorde, die deze echtgenoot in zijn opsomming gebruikte, getuigt in ieder geval van enige bescheidenheid Ook de Spaanse zomermode past zich aan bij de huidige (na- tuurlijke) Europese tendenzen; dat bewijzen deze foto's, ge- nomen tijdens een in Madrid gehouden modeshow. Links staat een jeugdige jurk afgebeeld van lichtbeige zijde met een wijd- uitstaande rok. Strik en ceintuur zijn van dezelfde stof ge- v Rechts een jeugdig pakje (met korte rok en loshangend jasje) van witte piqué, bedrukt met. rode rozen. Ook in de Spaanse S mode is het rozemotïef dus blijkbaar op dit ogenblik gewild. (Van onze redactrice) De verzorging van het vrouwe lijk schoon mag ,fio oud als de wereld" zijn: ze is in de loop der eeuwen wel ingrijpend van karakter veranderd! „Schoonheidsverzorging" bestond enkele duizenden jaren geleden voornamelijk uit het, met behulp van vele kunstmid- deltjes, nadruk leggen op bepaalde vrouwelijke charmes; het was enke le eeuwen geleden in Europa bijvoor beeld een noodzakelijk hulpmiddel om het schromelijk tekort aan liclia- i melijke hygiëne te verdoezelen; pas i in onze tijd is de vrouw het begrip „schoonheidsverzorging" op zijn juis te waarde en bedoeling gaan schat ten, namelijk als een aangelegenheid die niet alleen een verfraaiing van het uiterlijk beoogt, maar daarnaast en dit in de eerste plaats een gezonde basis voor deze verfraaiing. i »aren op de toilettafel van de yy Romeinse vrouw, zo'n tiveedui- zend jaar geleden, blanketsel en rouge (om bleker dan wel blozen- der te schijnen), as en safraan (om de ogen te omlijnen), moesjes (om schoonheids fouten te camoufleren hoogst belangrijke attributen: de vrouw van 1959 weet dat de moderne versies van al deze make-up artike len haar weinig of niets zullen baten wanneer zij niet zorgt voor een ge zonde huid die alleen maar kan gedijen bij de gratie van een zo goed mogelijke in- en uitwendige li cit aamsconditie. Met die wetenschap, én met de steun van vele deskundig samengestelde kosmetische preparaten heeft de vrouw tegenwoordig redelijke kan sen op succes in de strijd tegen de tand des tijds"men vergeve ons deze, in dit verband nogal onflatteu ze formulering! Er worden ook steeds meer boe ken geschreven over de gehei men van 't. aantrekkelijk zijn en blijven", zoals een Amerikaans schrijfster het zo aardig heeft ge noemd. Zojuist is de lectuur over dit onderwerp weer uitgebreid met een schoonheidstrilogie(aangevuld met „een zeer nuttige verrassing voor het sterke geslacht"geschre ven door de Deense schoonheidsspe cialiste Olga Golbaek, in Nederland se vertaling uitgebracht door Forum Boekerij te Den Haag. De serie be staat uit drie boekjes, in frisgekleurd kunstleer gebonden, en mevrouw Golbaek richt zich in deze trilogie niet uitsluitend tot de volwassen vrouw. Haar eerste boekje heet na melijk ,,'t Leven begint met zeven tien" en bevat een hele reeks wen ken en waarschuwingen voor die meisjes, die gisteren nog kinderen waren en er vandaag plotseling zo nodig als „dames" moeten uitzien. Ongetwijfeld nuttige lectuur voor die vrouwelijke wezentjes „tussen ser vet en tafellaken", die zich maar zel den met smaak en discretie weten te kappen e?i op te maken, en voor wie bovendien het gevaar lang niet denk Q iCt OZOMil Het is verbazingwekkend hoeveel interessante dingen wij voortdu rend in de prul Iemand deponeren. Zo trof ik laatst in een bij uitstek mannelijke rubriek van een groot tijdschrift een citaat aan, dat waard is door elke vrouw met een béétje ge voel van verantwoordelijkheid bestu deerd te worden. Wie deze beschouwing op zijn gewe ten heeft zal ik U pas achteraf ver klappen: anders bestaat er grote kans dat U zegt: Nou ja, dié... Maar wat hebben wij daarmee te maken? En dat zou jammer zijn van het waardevolle advies. Hier hebt U het in verkorte vorm: Een echtgenote behoort volledige kennis te heben van de finan ciën en van alle verzekeringen van haar gezin. Zij moet weten, wie de ad vocaat en wie de notaris der familie is, en waar het testament, akten en andere belangrijke stukken geborgen zijn. Zij moet weten waar spaarbank- ^edc&ieie 3or$ trouwens ook het geval in de beide andere deeltjes „Zó blijven wij jong" en „Schoonheid kent geen leeftijd", waarin de schrijfster zich met dui zendeneen schoonheidswenken richt tot de volwassen vrouw. Ook voor deze boekjes geldt het predi kaat „nuttige lectuur" al zal iede re verstandige vrouw ongetwijfeld raadgevingen inzake vermagering of oogverzoring eerst even toetsen aan het oordeel van haar huis- of oogarts. Overigens blijkt uit deze werkjes nog weer eens, dat schoon heidsverzorging niet overdreven duur hoeft te zijn, maar wél eventjes tijd kost! En die nuttige verrassing voor het sterke geslacht"? Dat is een boekje,.qua formaat en uit voering passend bij de eerste drie, maar geschreven door een man (Jör- gen Max Jörgensen) en het heet ,JDoe het kalm an man(en leef lan ger!)" U raadt het al; het gaat ivéér over die heren der schepping die zich veel te druk maken in een enerve rende werkkring, daardoor vroeg oud zijn, niet zelden aan de zogenaamde „managerziekte" gaan lijden en door dit alles voor vrouw en kinderen ver loren zijn. De vrouw van zo'n man zal, wanneer ze dit boekje leest, mis schien het benauwde gevoel krijgen dat ze géén man, maar nóg een (groot Jkind erbij heeft... Daar staat tegenover dat er in onze jachtige tijd boekjes en de gegevens over de bank rekeningen liggen, on waar de safe is. Zij moet ook weten welke aandelen en obligaties de familie bezit. Zij dient niet alleen de namen van deze fondsen te kennen, maar ook de reden waar om juist déze fondsen zijn gekocht. De vrouw behoort de bankier, respec tievelijk de effectencommissionair van de familie te kennen niet alleen, omdat zij deelgenoot in de zaken van het gezin is, maar ook opdat zij, in dien zij plotseling eens alleen komt te staan, weet, tot wie zij zich moet richten voor advies. Het is een tragische ironie, dat het dikwijls voorkomt, dat een man zijn leven lang hard werkt om zijn gezin financieel te beschermen, maar er niet voor zorgt, dat zijn vrouw met zijn beleggingsplan voldoende op de hoog te is om die bescherming te kunnen handhaven... Allereerst behoort de vrouw een fi nanciële adviseur te hebben tot wie zij zich in vertrouwen kan wenden. En ook moet zij weten aan welke onge waagde adviseurs, die na een sterf geval wel eens willen opdoemen, zij geen gehoor moet verlenen. ▼a, nu weet ik al precies wat velen I van U op deze indrukwekkende uiteenzetting willen zeggen: „Hè ja: daar heb ik écht wel behoefte aan om daarvan op de hoogte te we zen. Ik, die elke maand weer blij ben als ik genoeg eindjes overhoud om een knoop te kunnen leggen, en hoogstens een tientje of wat tegelijk op de spaarbank kan brengen. Wie is die grappenmaker naar wie ik zo nodig moet luisteren?" Die grappenmaker is, met uw welne men, niemand minder dan het orgaan van de New Yorkse Effectenbeurs. En zegt U nu alstublieft niet direct: Daar wat heb ik daarmee te maken, leef ik soms in Amerika? Want het gaat hier niet zozeer om bepaalde concrete punten die wij zo zonder meer in Ne derland kunnen overnemen maar om de strekking van het artikel. Dat de zaken op financieel terrein in het rijke Amerika wel iets anders liggen dan bij ons, behoeft natuurlijk geen betoog. Men zal misschien, zoals in de aanhef van dit artikel gebeurt, van ons ook wel kunnen zeggen wat van de huismoeder in de Verenigde Staten als koopster wordt beweerd: „De Amerikaanse huiswouw is de be langrijkste persoon in het Amerikaan- beeldig is dat ze haar nog prille huid j ongetwijfeld mannen te 'vinden zijn ernstig verknoeien door een verkeer- op wie het geschrevene van toepas- de behandeling. Ook aan een ver- sing is en die door het lezen ervan standige voeding wordt in dit boekje tot een rustiger (gezonder) levens- de nodige aandacht besteeddat is j wijze komen. 75 a 80 pet. van het gemiddelde inko men van de familie, maar heeft in de praktijk ook heel wat te zeggen over de aanwending van het overschot... Als koopster van de dingen die wij elke dag gebruiken, kent zij haar za ken terdege". Maar het vervolg zal op ons wel niet van toepassing zijn: „Zij (de vrou wen) bezitten meer dan de helft van de rijkdom der Verenigde Staten en zoals de statistieken der verzeke ring aantonen zij zijn het aan wie meestal de erfenis ten deel valt". Over dit laatste merkwaardige feit zou weer een kolom te vullen zijn, maar daar gaat het hier niet over. De kwestie blijft: of het artikel misschien in grote trekken gelijk heeft, als het besluit, na een uiteen zetting dat geld beheren óók een kunst is die geleerd moet worden. „Veel zou gewonnen zijn indien elke wouw deze dingen reeds zou kunnen leren tijdens haar huwelijk, en dan zonder de gedachte dat zij wellicht eens weduwe zal worden". Indien U nu voor „deze dingen" alleen maar zoudt willen invullen: ..de toe stand en het beheer der geldmiddelen van het gezin" dan geloof ik toch wel dat ook wij ons dit verstandige advies van deze New Yorkse beurs- krant ter harte kunnen nemen. Zelfs met inbegrip van die bankier, die safe en de rest: zijn er ook in ons land nog niet genoeg vrouwen wier man een familiekapitaal beheert En is het niet. zacht gezegd, kortzichtig en onverantwoordelijk om dat beheer maar volledig op de schouders van manlief te schuiven, omdat „een wouw daar toch niets van snapt?" Er kan immers een dag komen, dat zij wel gedwongen wordt alles daarvan te snappen en dat onder de ongun stigste omstandigheden: de begri'jne- lijke ontreddering door een plotseling sterfgeval, de lawine van beschikkin gen die opeens getroffen moeten wor den, de dwangpositie van snel te moe ten handelen en besluiten. Of uw financiën nu bestaan uit een soaarbankboekie. een bedrij'akaoltaal een fam-t->boz!t of cm v":--~k"nng: is het niet verstandig om ons er voor te leren interesseren, ook n! worden wij er misschien nooit toe gedwon gen? SASKLA

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 7