John Foster Dulles is als het ware
„opgegroeid in de diplomatie"
N.V.V. wil eerst gevolgen van
bestedingsbeperking opheffen
KLANKBORD
RAADSEL VAN „VERDWENEN"
A. H. DOORNIK OPGELOST
DONDERDAG 16 APRIL 1959
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
8
Geen verantwoordelijkheid voor
een vrijere loonvorming
De waarnemend voorzitter van het Nederlands Verbond van Vakverenigin
gen, de heer D. Roemers, heeft op het gisteren in Den Haag gehouden
congres van de Algemene Nederlandse Metaalbedrijfsbond meegedeeld dat
het N.V.V. bereid is om allerlei redenen in de loop van 1960 een huurverho
ging met compensatie te aanvaarden mits in 1959 de gevolgen van de
bestedingsbeperking voor de werknemers zouden worden opgeheven en de
regering maatregelen zou nemen tot effeetieve verlaging van de bouwkos
ten. Voor zover de heer Roemers kan nagaan bestaat daarover geen enkel
meningsverschil met de K.A.B. en het C.N.V.
Wel bestaat verschil van mening,
zo ging de heer Roemers verder,
over de te volgen richtlijnen in de
loonpolitiek. Nadrukkelijk ver
klaarde de heer Roemers: de wens
van het N.V.V. houdt niet in dat
alle lonen op een bepaalde datum
met een bepaald percentage wor
den verhoogd. Het N.V.V. wil die
verhoging in de loop van het jaar
invoeren om de schok in het eco
nomisch bestel geleidelijk te kun
nen opvangen.
De stelling van de confessionele bon
den als zouden „loonronden maken
dat de mensen zich rijk rekenen maa
dat hun reële positie nauwelijks vei'
een aanzienlijke reserve. Van de toe
passing der spelregels bij die loon
politiek is niet veel terechtgekomen.
Erkend moet worden dat de objec
tieve omstandigheden voor de gedif
ferentieerde loonpolitiek toen niet
gunstig waren.
Het is niet zo, aldus de heer Roemers
verder onder meer, dat het tot dus
verre toegepaste loonsysteem voor
het N.V.V. een heilig beginsel is. Het
N.V.V. is bepaald niet blind voor de
gebreken die aan het tegenwoordige
systeem kleven. Het is er echter zelf
ook nog niet in geslaagd een systeem
te vinden dat beter hanteerbaar is.
Het N.V.V. kiest nog steeds voor de
betert'" is TOlgens de heer Roemers ^lidS'ïtéit He" hëltt"ïï"gee"n* be
aan de hand van de cijfers met vol
te houden: sedert 1953 zijn de lonen
met 45 pet. en de prijzen met 13 pet.
gestegen.
Spreker constateerde dat er „geluk
kig overeenstemming bestaat tussen
de 3 vakcentralen ten aanzien van de
verwerking van de huurbijslag in col
lectieve arbeidsovereenkomsten er
loonregelingen. De economische om
standigheden laten dit thans toe en
dus dient het te geschieden".
Vervolgens ging hij uitvoerig in op
het verschil ter zake van de „vrije
re loonvorming". Uitgang en doel
blijft aldus de heer Roemers
„eerst wanneer alle gevolgen dei-
bestedingsbeperking voor alle
werknemers zijn opgeheven, staan
„Voor het N.V.V. is van belang opvoe
ring van de welvaart, volledige werk
gelegenheid en sociaal rechtvaardige
verdeling. Wanneer de doeleinden met
andere middelen beter worden bereikt
dan met het huidige systeem, zullen
wij ons tegen die andere middelen ze
ker niet verzetten".
Wat is de redelijkheid van de norm
dat loonsverhoging in geen geval mag
leiden tot prijsverhoging? Daarmede
zouden de exportbedrijven een bevoor
deelde positie krijgen. Het economi
sche resultaat van een onderneming
wordt echter niet alleen en dikwijls
zelfs niet in de eerste plaats bepaald
door de produktiviteit, maar door de
afzetmogelijkheden, en daar heeft de
individuele werknemer nauwelijks in
vloed op.
Het N.V.V. heeft in 1955 de gediffe
rentieerde loonpolitiek aanvaard met
Geen lust
Slot van pag. 1
opdracht heeft gegeven door te zoe
ken in een milieu waar men niet ver
zot is op het spelen van een eerste
viool in het politiek orkest.
Toch zit aan die weigeringen wel
een teleurstellend kantje. Men
kan bijvoorbeeld nu al zeggen,
dat de nieuwe minister van econo
mische zaken niet de man zal zijn,
die prof. de Quay daarvoor het meest
geschikt achtte. Die beste man en
ook enkele na hem hebben het af
laten weten.
Zo zal het ook wel met de bezet
ting van enkele andere ministeries
gaan.
Dat is jammer, maar is het eigenlijk
niet altijd zo geweest, dat er wel be
tere ministers in Nederland rondlie
pen dan bepaalde zittende ministers,
maar dat die beteren, om bepaal
de redenen hetzij van politieke,
hetzij van andere aard niet voor
dat. ambt in aanmerking konden of
wilden komen?
Wanneer de vraag bevestigend moet
worden beantwoord, dun rest alleen
de conclusie, dat prof. de Quay er
niet in slaagde dit oude euvel te ver
helpen en dat dusalles bij het
oude blijft
hoefte aan nieuwe achtergebleven
groepen te laten ontstaan.
Het N.V. is er zich van bewust dat
verdeeldheid tussen de vakcentralen
in de huidige fase van de Nederland
se maatschappelijke ontwikkeling
zeer ongewenst is.
Indien de-nieuwe regering tot een
vrijere loonpolitiek zou besluiten,
zal het N.V.V. van de in dat raam
gegeven mogelijkheden ten volle
gebruik maken. Het zal daarbij
speciaal aandacht schenken aan
de groepen die bij een vrijere
loonvorming naar het inzicht van
het N.V.V. tussen de wielen drei
gen te geraken. Het N.V.V. is niet
bereid de verantwoordelijkheid
voor een vrijere loonvorming te
aanvaarden. Het blijft bij voort
during zoeken naar een construc
tief compromis tussen de vak
centralen. Dat compromis behoort
helaas, naar het schijnt, tot de
onmogelijkheden.
In het slot van zijn rede zei de heer
Roemers dat het N.V.V. zich er zeer
wel van is bewust, dat verdeeldheid
tussen de vakcentralen in de huidige
fase van de Nederlandse maatschap
pelijke ontwikkeling zeer ongewenst
is. „Het kan echter geen verantwoor
delijkheid dragen of delen voor een
nieuw experiment op de basis die tot
dusver door K.A.R. en C.N.V. is aan
gegeven".
TEGELIJK MET SCHMIDT GEARRESTEERD
Hij vertoeft reeds een jaar
in ons land.
De heer A. H. Doornik, gewezen as
sistent resident van Meester Cornelis,
een voorstad van Djakarta en sedert
de soevereiniteitsoverdracht ambte
naar bij het departement van binnen
landse zaken van de republiek Indo
nesië, die tegelijk met kapitein
Schmidt werd gearresteerd en naar
scheen „zoek geraakt", vertoeft reeds
een jaar in Nederland De aankomst
van de heer Doornik is nooit gemeld,
men heeft hem niet openbaar verwel
komd en zijn aanwezigheid is zelfs
praktisch onopgemerkt gebleven, be.
halve uiteraard door een kleine kring
van familieleden.
De heer Doornik werd bij zijn
aankomst op Schiphol wel offici
eel ontvangen, echter op een wijze,
die verzekerde, dat hij het door de
regering gewenste stilzwijgen niet
zou verbreken. Nu de heer
Schmidt, inderdaad dus de laatste
der slachtoffers, eveneens in Ne
derland vertoeft, schijnt voor die
zwijgplicht weinig reden meer te
bestaan.
De heer Doornik werd na de souve-
reiniteitsoverdracht „overgedaan"
aan de republiek. In tegenstelling tot
de meeste Nederlandse ambtenaren
scheen de heer Doornik zich zeer
thuis te gevoelen in Indonesische
dienst. Niet alleen zijn sympathie
voor land en volk zal daarin een rol
hebben gespeeld, maar ook een zeker
fanatiek idealisme, dat het hem
blijkbaar onmogelijk maakte de In.
donesische realiteit scherp te zien en
te beoordelen.
Het was. daarom vreemd dat Doornik
eind 1953 tegelijk of ongeveer gelijk
tijdig met Schmidt werd gearresteerd
op vermoeden van deelname aan ac
tiviteiten tegen de Indonesische staat
en haar regering gericht.
De heer Doornik verdween in de ge
vangenis en daarmee tevens in het
halfduister: de belangstelling concen
treerde zich op de beide hoofdfiguren
in het proces, Jungschlagcr en
Schmidt. Voorzover wij weten is
Doornik slechts gedurende een korte
periode tegen het eind van het pro
ces tegen Schmidt als getuige opge
treden.
KIND. Ongeveer 40 brandweerlieden
die van ladders, houwelen en zuur
stofapparaten voorzien waren, hebben
in de voorstad Huddinge in een die
pe put vergeefs gezocht naar een
kind.
Een jongetje van 5 jaar was zijn
ouders komen vertellen dat zijn
vriendje in de put verdronken was.
De ouders waarschuwden de politie
en een grote reddingsactie werd be
gonnen. De put werd drooggelegd en
schoon gemaakt door het reddings-
legertje, maar niemand werd gevon
den. Toen bekende het jongetje van
vijf eindelijk dat^-,hij zijn ouders had
voorgelogen.
KV7D Kinderrechter mevrouw A. E.
Brierley in Rochdale (Engeland)
vroeg aan een 13-jarige jongen wat
hij wilde worden. „Een gangster",
kwam vlot het antwoord.
De rechter vroeg aan de jongen of hij
wist wat een gangster was.
De jongen keek spottend en ant
woordde: „Ja, het is een man die
verkeerd doet. Maar er zit geld in."
De jongen stond voor de kinderrech
ter 'op beschuldiging van diefstal.
Bijvoorbeeld had hij de zak van een
meisje gerold.
De burgemeester van West-Berlijn.
Willy Brandt, heeft hedenmorgen in
gezelschap van de Westduitse am
bassadeur in ons land, dr. J. Löns,
een bezoelc gebracht aan de Utrecht
se technische voorjaarsbeurs. De be
langstelling van de Berlijnse burge
meester ging met name uit naar de
presentatie van een twaalftal West-
berlijnse industrieën op de jaarbeurs.
Daarbij bleek dat Doornik werd ver
dacht van wapenleveranties ten be
hoeve van verzetsgroepen. Daarna
verdween hij weer achter de tralies,
om blijkbaar plotseling na om-
steeks vier jaar en vier maanden op
sluiting te worden vrijgelaten en
naar Nederland te vertrekken, waar
hij opnieuw in hetlialfduïster, zij het
dan gelukkig niet achter de tralies,
verdween.
Het ïaadsel van deze zoekgeraak
te Nederlander is dus opgelost
Het is niet geheel duidelijk waar
om hij reeds meer dan een jaar
in een soort semi-isolement is ge
houdenzelfs in aanmerking
nemend dat de regering niet zonder
foede reden vreesde voor mogelij-
e onbesuisdheden van de zijde van
deze voormalige ambtenaar.
Bij een blok nieuwbouw in Wiesba
den hebben de architecten de wonin
gen niet alleen laten voorzien van
een nummerdoch ook nog van een
dier of bloem, met het nummer tot
een aardig gevelsteentje verwerkt.
Behalve de decoratieve kant van het
geheel heeft deze methode ook nog
een praktische: kinderen onthouden
gemakkelijker een bloem of een dier
dan een cijfer.
Frans vlooteskader
bezoekt Rotterdam
Van 27 april tot 1 mei zullen rijf es-
corteurs van het Franse lichte vloot
eskader onder opperbevel van vice-
admiraal M. H. J. Douguet een be
zoek aan Netderland brengen.
Het „lichte eskader", dat zijn basis
in Brest heeft, werd in het begin van
1958 samengesteld en bestaat uit 7
escorteurs. Twee lichte eskadersche
pen zullen in Brest blijven tijdens het
bezoek van de vlooteenheid aan Ne
derland.
Weer „ontmoeting" van
Amerikaan met Russen
in luchtcorridor
Een Amerikaans transporttoestel
van het type C-130 is woensdag op
grote hoogte door de luchtcorridor
naa rWest-Beriijn gevlogen en on
derweg boven Oost-Duitsland door
twee Russische jagers benaderd. De
jagers waren tot op bijna 200 meter
van het toestel gekomen, hadden toen
een zwenking gemaakt en waren de
Amerikanen op enige afstand blijven
volgen. Hun optreden was echter niet
hinderlijk geweest. Volgens de Ame
rikaanse ambassade in West-Berlijn
is er geen reden voor een protest.
Aanvankelijk had de ambassade in
de veronderstelling verkeerd dat er
geen Russische jagers waren komen
opdagen, maar later herriep men de
mededeling dat de C-130 op zijn
hoogtevlucht alleen was gebleven.
In de afgelopen vier weken hebben
Russische jagers twee keer Ameri
kaanse vliegtuigen, die boven 10.000
voet (ongeveer 3000 meter) in de
corridor vlogen, lastig gevallen.
VOORGESCHIEDENIS VAN EEN MINISTERSCHAP
Zijn benoeming was Eisenhowers
eerste regeringsmededeling
JOHN FOSTER DULLES, wiens af
treden door president Eisenhower
der Verenigde Staten bekend werd
gemaakt, is als het ware „opgegroeid
in de diplomatie". Hij werd op 25
februari 1888 in Washington geboren
en wel in het huis van zijn groot
vader van moeders zijdé, John Wat
son Foster, die in 1892 en 1898 on
der-president Benjamin Harrison
Amerikaans minister van buiten
landse zaken was. Dulles* vader, Al
len Macy Dulles, die predikant in de
Presbyteriaanse kerlt was, wilde dat
zijn zoon ook het geestelijk ambt zou
kiezen. Maar onder invloed van zijn
grootvader koos Dulles als studie
vakken internationaal reeht en di
plomatie.
Op Op 19-jarige leeftijd maakte John
Foster Dulles voor het eerst kennis
met de praktijk van de diplomatie.
Zijn grootvader nam hem toen mee
naar de tweede vredesconferdhtie in
De nHaag (1907) waarop de inter
nationale rechtsregels werden vast
gesteld die de oorlogvoering moesten
humaniseren cn beperken. Het jaar
daarop deed hij zijn kandidaatsexa
men aan de universiteit van Prince
ton, waar hij sterk onder invloed
kwam van de toenmalige rector-
magnificus, Woodrow Wilson. Diens
visie, dat de internationale rechtsre
gels en verhoudingen gebaseerd moe
ten zijn op christelijke principes en
democratische methodes, boeide de
jonge Dulles in hoge mate. Dulles
studeerde voorts nog internationaal
recht aan de Sorbonne te Parijs en
aan de George Washington-universi-
teit te Washington.
Advocaat
In 1911 trad hij in dienst aan het
internationaal bekende advocaten
kantoor Sullivan en Cromwell dat in
New York is gevestigd. Hier specia
liseerde hij zich in buitenlandse
kwesties en werd tenslotte een van
de belangrijkste vennoten van de fir
ma.
In de Eerste Wereldoorlog werd Dul
les, die voor actieve dienst was afge
keurd wegens zijn slechte ogen, be
noemd tot kapitein met de opdracht
de economische afdeling van de mili
taire inlichtingendienst van de gene
rale staf te leiden. Latei
vertegenwoordiger van de ge
l staf van het leger op het minister
van handel. Hij zwaaide af in de
rang van majoor.
In 1919 woonde liij als speciale ad
viseur van Woodrow Wilson, 'toen
president der Verenigde Staten, de
vredesconferentie te Parijs bij. Hij
was de voornaamste Amerikaanse
woordvoerder in de commissie voor
herstelbetalingen en werd later lid
van de economische Hoge Raad.
Na zijn terugkeer ging hij weer
in de advocatuur en verwierf zich
een reputatie als een van de be
langrijkste Amerikaanse advoca
ten op het gebied van het vennoot
schapsrecht. In 1937 bezocht hij in
Genève een conferentie onder aus
piciën van de Volkenbond en in
Oxford een conferentie van kerk
leiders. beide over het onderwerp
„Vreedzame uitwisseling". Hij
keerde naar de Verenigde Staten
terug met de overtuiging dat de
landen van het westen het begrip
van hun geestelijke roeping, dat op
de achtergrond was geraakt, op
nieuw tot het centrum van hun
denken moesten maken.
In 1939 publiceerde hij zijn eerste
boek, „War", peace and change", een
filosofische analyse van de oorzaken
van de oorlog. In allerlei kerkelijke
en andere commissies die in 1939 in
het leven weiden geroepen om het
uitbreken van de Tweede Wereldoor
log te voorkomen, speelde hij een be
langrijke rol.
Hij was de drijvende kracht achter
liet program van een door de protes
tantse kerken der Ver. Staten opge
richte commissie dat „De zes pila
ren van de vrede" heette. Dit pro
gram was een uitwerking van het
idee dat men tot een wereldorganisa
tie met regeringsbevoegdheid moest
komen. Ook sprak dit program zich
uit voor een nieuwe „orde", waarin
geen plaats meer zou zijn voor ex
ploitatie van koloniale volkeren en
de religieuze en intellectuele vrij
heid van volkeren en individuen zou
zijn gewaarborgd.
Men zegt dat Dulles als adviseur in
zake de buitenlandse politiek bij Tho
mas Dewey toen die in 1944 voor de
Republikeinen kandidaat stond voor
het presidentschap, hem' daartoe
overhaalde zich voorstander te ver
klaren voor een gezamenlijke bui
tenlandse politiek van de twee grote
partijen.
In 1945 ging Dulles op aanwijzing
van president Roosevelt naar de con
ferentie in San Francisco waarop het
Handvest van de Verenigde Naties j
hij werd opgesteld, cn wel als adviseur
van senator Vandenberg.
In 19-18 woonde hij de vergadering
van de 'Wereldraad van Kerken in
Amsterdam bij als voorzitter van de
„commissie voor een rechtvaardige I
en duurzame vrede". Het volgend J
jaar verving hij korte tijd senator
Robert Wagner van New York toen
deze was afgetreden. Bij de verkie-
zingen voor deze zetel moest hij het
afleggen tegen de demoeraat Her-
bert Lehman.
Door Truman in 1951 met de rang
van ambassadeur naar San Francis
co gezonden, trad hij op als de voor
naamste opsteller van het vredes
verdrag met Japan.
In een artikel dat in mei 1952 in
„Life" verscheen sprak Dulles als
zijn mening uit dat men bovenal
moest trachten door vreedzame
maatregelen de inwendige structuur
van het Sowjet-ïmperium uiteen te
doen vallen.
De aanhangers van Eisenhower als
republikeins kandidaat voor het
presidentschap waren het hiermee
eens en Dulles kreeg de opdracht
het programma van de partij in
zake de buitenlandse politiek op
ROEMERS VOOR METAALNIJVERHEID
Het Wereldgebeuren
Afgetreden
P' resident Dwight D. Eisenhower
had tranen in de ogen toen hij
gistermiddag in zijn zomerresi
dentie te Augusta (Georgia) het af-
ueden bekendmaakte van zijn mi
nister van buitenlandse zaken John
Foster Dulles. De verergering van
Dulles' ziekte maakte hem, naar de
president bedrukt meedeelde, on
geschikt voor zijn ambt. Dulles
i die nu lijdt aan kanker zowel in
de buik als in de nek, kan niet lan-
ger met deze zware functie worden
belast. Dulles' persoonlijke opvattin
gen van deze taak droegen tot de
zwaarte ervan in hoge mate bij. Hij
kon weinig aan anderen overlaten.
Zelf stippelde hij, in overleg met pre
sident Eisenhower, niet alleen de bui
tenlandse politiek uit, maar boven
dien schreef hij zelf de belangrijke
redevoeringen over onderwerpen van
buitenlands beleid; in eigen persoon
„dirigeerde" hij het talnjke ambte-
I narenkorps van zijn departement en
sis hij reisde met zijn Constellation
Snowdrop deed hij dat vaak als zijn
eigen ambassadeur. Dulles „was" dan
ook de Amerikaanse buitenlandse po
litiek. Dat hij de kunst van het dele
geren niet verstond, heeft menige
Amerikaan tot bittere verwijten ver
leid en ook op Dulles' reislust is nog
al eens kritiek geoefend. Dulles zelf
was het er waarschijnlijk ook maar
half mee eens. Toen hij in 1953 tot
deze hoge functie was geroepen en
onder de indruk was gekomen van
wat er allemaal aan vastzat, zei hij
dat eigenlijk een minister van bui
tenlandse zaken op het Witte Huis,
j bij de president, zou moeten reside
ren, als adviseur, los van allerlei an
dere beslommeringen. Het is een
merkwaardige ontwikkeling dat hij
door zijn tragische ziekte juist tot
deze activiteit zal worden beperkt: hij
zal immers, zoals Eisenhower giste
ren meedeelde, als adviseur aan het
Witte Huis verbonden blijven,
Bij alle kritiek die op Dulles' be
leid werd geleverd, vormde een
grote mate van vertrouwen, zo
wel bij de Democraten als bij de re
geringspartij, de Republikeinen, de
achtergrond. Vooral in het grote con
flict tussen Oost en West wist men,
wat men aan hem had. In zijn jeugd
zag Dulles zich voor het dillemma ge
plaatst of hij net als zijn vader pres
byteriaans dominee dan wel als zijn
grootvader van moeders zijde, mi
nister van buitenlandse zaken John
Watson Foster, diplomaat zou wor
den. Zijn religieuze opvattingen heb
ben ongetwijfeld voor een belangrijk
deel zijn doen en laten bepaald.
Daarbij kwamen zijn grote intelligen
tie en zijn kennis van 't communisme
Als geen ander was hij op de hoogte
met de tactiek van de tegenstander,
niet alleen uit de praktijk maar ook
uit de (in dit geval zeer belangrijke)
theorie. Menige Russische minister
heeft verklaard, onder de indruk te
zijn gekomen van Dulles' kennis van
de communistische leer. Op Dulles'
bureau in het ministerie van buiten
landse zaken lag dan ook naast de
bijbel Stalins boek over de proble
men van het leninisme.
Dulles hoopte dat dé individuele
vrijheid, indien die voorbeeldig
werd gedemonstreerd in de de
mocratische landen op den duur als
vanzelfsprekend een einde aan de
dictaturen zou maken. Als het wes
ten zich op tactische wijze tegenover
het Kremlin en de heersers in de sa
tellietstaten zou stellen, zou er in
Rusland van binnen uit een ontwik
keling kunnen ontstaan naar een re
gime dat met de rest van de wereld
in vrede zou leven. „Ik ben er niet
zeker van", zo heeft hij eens gezegd,
„of het communisme als maatschap
pelijk en economisch verschijnsel zal
verdwijnen. Wel voorzie ik een ont
wikkeling in afwijkende richting van
wat ik het internationale communis
me noem, dat is het soort communis
me dat zijn leerstellingen over de he
le wereld wil verspreiden".
Oorlogen ontstaan naar Dulles'
overtuiging door misrekening.
Vandaar dat hij, als ergens
agressiviteit van de zijde der com
munistische mogendheden dreigde,
„tot aan de rand van de oorlog" wil
de gaan. De tegenpartij moest duide
lijk weten dat de westelijke demo
cratieën onverzettelijk waren en om
haar daarvan te doordringen moeten
naar Dulles' mening berekende risi
co's worden genomen. Hij ziet de
Duitse kwestie als het belangrijkste
aspect van de spanning in Europa.
Daar John Foster Dulles zelf erach
ter stond, is de overgang naar een
meer beweeglijke politiek in deze
kwestie in het westen met veel ver
trouwen ontvangen. Opdat wordt
voorkomen dat deze beweeglijkheid
tot ontsporingen leidt, mag men ho
pen dat Dulles zijn land als adviseur
nog belangrijke diensten kan bewij
zen.
te stellen. De eerste regeringsme
dedeling na Eisenhowers verkie
zing tot president was de benoe
ming van John Foster Dulles tot
minister van buitenlandse zaken,
welke functie hij in januari 1953
aanvaardde.
JOHN FOSTER DULLES
...blijft adviseur...