TIBET, een land van monniken DE KERKEN—ri e. d. maatsc Echtpaar Vroegrijk kreeg in vier jaar vier tweelingen... Moderne kerk moést een andere vorm krijgen Weinig gegadigden voor dienstweigering VRUDAG 10 APRIL 1959 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 13 De beroemde Engelse voetballer Billy Wright van Wolverhampton Wande rers, die zondag j.l. vader is gewor den, hetgeen hem meer dan ooit in de belangstelling heeft geplaatst, zal zaterdag a.s. aanvoerder zijn van het Engelse team, dat op Wembley tegen Schotla7id gaat spelen. Het zal de honderdste maal zijn, dat Billy in een interland aanvoerder is van het Engelse elftal. Geen wonder dan ook, dat, door al die bijzonderheden ge lokt, tientallen jongens om Billy's handtekening bedélden, toen hij het terrein te Stamford Bridge in Londen opkioam om daar voor zaterdag te gaan trainen. Volgens recente berichten uit het Himalaya-gebcrgte hebben de Chinese commn- nisten bommen geworpen op twee van de grote kloosters bij de stad Lhasa. Deze zijn de Drepung Gompo en de Sera Gompo. Indien zij deze kloosters hebben vermeld, dan zal dit enigszins te ver gelijken zijn met de vernie tiging van de grote Alexan- drijnse bibliotheek, die eens zo belangrijk was in de eeuwenoude stad Alexan- drië aan de monding van de Nijl. Want Drepung en Se ra zijn twee van de belang rijkste centra van het Tibe taanse boeddhisme. In Drepung werd ons ver teld dat er ongeveer 10.000 monniken woonden, in Sera, naar schatting 8.000. Er is een derde groot klooster aan de rand van Lhasa, Ganden Gompo Ganden betekent „vrolijk". Lowell Thomas, bekend wereldreiziger, en waar schijnlijk een van de bes te kenners van Tibet, maakte in 1949 met zijn zoon Lowell jr., een reis van 400 km over het „Dak van de wereld". Zij waren de zevende en achtste Amerikaanse staatsburgers die ooit toestemming kregen Ti bet te bezoeken. Vader en zoon bezochten de hoofdstad Lhasa en wer den door de Dalai Lama ontvangen. Hiernaast volgt een beschrijving van land en volk van Lowell Thomas sr. Het totaal aantal monniken van deze drie bedraagt on geveer 25.000 en de burger bevolking van Lhasa, de hoofdstad van de Dalai La ma, telt eveneens ruim 25.000 zielen. Indien Drepung en Sera door de roden zijn vernie tigd, dan staat dit gelijk aan de vernietiging van 2 steden. Drepung, bijvoor beeld, is een uitgestrekte bijenkorf van gebouwen die alle aan de voet van een berg zijn samengehoopt. Op de daken van deze gebou wen zijn tientallen toren tjes en torens, bekleed met goud. En elk klooster is een schatkamer van heilige boe ken en beelden en met blad goud bedekte voorwerpen. Volgens de hoofd-abten van Sera en Drepung zijn er in Tibet meer dan een kwart miljoen monniken of lama's. Als regel zal een zoon van elk gezin in een klooster gaan. De jongens doen dit om verschillende redenen. Het is reeds eeuwen gebrui kelijk dat minstens een zoon zich geheel aan de godsdienst wijdt. Bovendien is het voor een jongen van lage afkomst een gelegen heid om een belangrijk per soon in Tibet te worden. We vragen ons ook af hoe het staat met dat ongeloof lijke gebouw, de Potala, Pa leis van God, dat het gehele beeld van Lhasa beheerst. Dit gebouw is een van de wereldwonderen. Van zijn basis tot zijn gou den dom is het bijna zo hoog als het Empire State Building. Een merkwaardi ge omstandigheid van dit reusachtige gebouw van duizend kamers, is dat er geen staal bij de bouw ge bruikt is. Gedurende de win termaanden woont de Dalai Lama in een appartement dichtbij de top van de Pota la. In de zomermaanden neemt hij zijn intrek in een paleis in de buitenwijken van Lhasa, Norbu Lingka genaamd, in een park met populieren. Volgens de be richten is ook dit palcis on langs door de communis ten gebombardeerd. Het paleis bevat behalve de appartementen van de Dalai Lama de met gouden koe pels bedekte tomben van enkele zijner voorgangers, grote zalen, met fluweel beklede kantoren en vele kamers die volgens de volksmond gevuld zijn met schatten. Evenals alle bergvolken zijn de Tibetanen zeer op hun vrijheid gesteld. Wat ras betreft zijn zij niet verwant aan de Chinezen, noch is er overeenkomst in de twee talen. Eens wisten de Tibe tanen zelfs een groot deel van China te veroveren. Het is niet te verwonderen dat zij tegen hnn rode over winnaars in opstand zijn gekomen. De stadsuitbreiding van Den Haag heeft tot gevolg, dat in de nieuwe wijken vele kerken worden ge bouwd. Het volgende is een inlei dend fragment van een artikel, dat A. H. Wegerif in de Haagsche Courant heeft gewijd aan een in het Gemeentemuseum op initiatief van de dr. H. P. Berlage Stichting ingerichte tentoonstelling van kerken voor Den Haag of rand gemeenten. De kerken, aldus de schrijver, worden anders gebruikt dan vroeger. De verspreiding van de bevolking over grote opper vlakten brengt mee, dat niet aan enkele grote, doch aan vele klei nere kerken behoefte bestaat. Vervolgens wordt het aantal gro ter, door liet toenemen van het aantal kerkgenootschappen. De kostbaarheid van het bouwen noopt tot versobering. Ook het achterwege laten van torens, die oorspronkelijk ten opzichte van de ritus, een symbolische beteke nis hadden, leidt tot een sobere gestalte. Stedebouwkundig waren torens belangrijk, niet alleen om van verre de aandacht op de kerk te vestigen, ook om de betekenis van de stad of van de stadswijk te ac centueren, redenen waarom stede lijke overheden dikwijls de bouw of de voltooiing van torens finan cieel steunden. De bebouwing in de omgeving van kerken is in vele gevallen zo hoog en opdringend, dat het niet langer mogelijk is torens te bouwen, die zo hoog zijn, dat zij van verre boven de bebou wing zichtbaar zijn. Bij de meeste nieuwe kerken moe ten wij het dus zonder torens stel len. Een vervanging van de toren, die oorsjpronkelijk als regel ook de luidklokken bevatte, wordt ge vonden in de klokkestoelen, die thans ook bij de Haagse kerken in vele gevallen voorkomen. Soms zijn zij aantrekkelijk in het bouw complex opgenomen, soms zijn zij opdringerig van vorm en plaats. Het gebruik van gewapend beton leidt gemakkelijk tot het toepas sen van hoge bouwsels van expres sieve vorm, een materiaal echter, weinig edel van structuur, dat niet uitmunt door een fraaie kleur en op de duur zelfs nog minder aantrekkelijk van kleur zal wor den. VERANDERD GEBRUIK Het gebruik van het kerkgebouw is, zeer ten voordele van het ker kelijk leven, in de loop der jaren aanmerkelijk gewijzigd. Was voorheen de kerk de ruimte voor het bezoeken, waarvan men zich twee- of driemaal per week kon opmaken, thans zijn de eigen lijke kerkzalen omgeven door ve lerlei voor de ontwikkeling van het godsdienstig leven nodige ruimten, die tot een boeiend sa menspel kunnen leiden en die da gelijks worden gebruikt. De achteruitgang van hot aantal godsdienstigen heeft ertoe geleid de middelen te zoeken om de mens méér dan eenmaal per week ge durende uur te doen weten, dat hij lid is van een godsdien stige gemeenschap. Dc kerkruim te zelve onderging de invloed van die wens, doch méér nog bevor derde de gelegenheid om buiten de kerkzaal tezamen te komen, de versterking van de band tussen de mens en de kerk waarvan hij deel uitmaakt. Ook waar in Den Haag helaas wijkgebouwen ontbreken - tot schade van het sociale, gees telijke en culturele leven - zijn de ruimten óm de kerkzaal met de plezierige atmosfeer erin, aanmer kelijk versterkend voor het gods dienstige leven. Wanneer men dus een moderne kerk wil vergelijken met een oudere, doet men goed te aanvaarden, dat de moderne kerk een andere vorm moest krij gen dan de oudere - één dag per week - te gebruiken kerk. Dienstweigering is een bezigheid die maar heel weinig jongelui in teresseert. Tot deze slotsom komt C. Inja in „Militïa Christi", nadat hij enige recente cijfers heeft ge geven over de werkzaamheden van het Vredesbureau. Hij schrijft dat het aantal inlichtingen, door het bureau verstrekt in dïenstweige- ringszaken, in 1958 minder is ge weest dan in 1957. In 1958 schreef men 113 gewetensbezwaarden in; in 1957 waren het 131. Totaal aan tal jongens door het bureau in 1958 geholpen: 171 (in 1957: 203). Een onderzoek naar de oorzaken van deze reële teruggang van het werk van het bureau wijst uit, dat deze teruggang in geheel Neder land is te bespeuren, maar vooral in Groningen en Friesland, in ver gelijking met voorgaande jaren. De achtergrond van de jongens, die in 1958 door het bureau werden bijgestaan is als volgt (de getallen Politiebureau werd bedrijf sapostolaat Een oud huis aan de Noorder- raarkt te Amsterdam, dat dienst heeft gedaan als politiebureau, kunsttandenfabriek en confeetïe- atelier, is tweede paasdag offieieel geopend als bedrijf sapostolaat van de Paters Capncijnen in Amster dam, die al sinds 1950 in de in dustrie werkzaam zijn. Er is nu na pioniersarbeid waarbij vele weerstanden moesten worden overwonnen een eigen centrum met klooster gevormd. Dit kan zowel als tijdelijk toe vluchtsoord voor dakloos geraak te mannen dienen als voor kern vorming en cursussen voor ver loofden en gehuwden. De jonge architect Ted Peters ontwierp het interieur en arbeiders hebben hun vrije tijd besteed aan de inrichting van het centrum. De groei van het bedrijfsapostolaat onder de Amsterdamse arbeiders, van wie een kwart en vlak na de oorlog zelfs de helft aan hangers van het communisme wa ren, is zeer verheugend, vindt het Katholiek Nederlands Persbureau. voor 1957 zijn tussen haakjes aan gegeven): Onkerkelijk 59 (64); Ned. Hervormd: 41 (44)Doopsge zind 24 26); geen kerkgenoot schap bekend 14 (6); Humanist: 6 (4); Remonstrant: 5 (6); Bap tist: 4 (5); Religieus-soc.: 4 (8); Rooms-katholiek 2 (3); Zevende Dags adventist: 2 (3); Jehova's Getuigen: 2 (21); Leger des Heils 2 Rozekruiser: 2 (2); Gere formeerd: 1 (8); Chr. Gereform.: 1 (0); Luthers: 1 (4). Als we de getallen vergelijken, be merken we dat de achteruitgang niet zo groot is als op het eerste gezicht lijkt. In 1958 werden slechts 2 Jehova's Getuigen op de lijst van het bureau ingeschreven. Het aantal beroepen op de Dienst- weigeringswet is vrijwel zeker on der het aantal beroepen van 1957 gebleven, toen er volgens een ver slag van dr. Heering 165 beroepen op ae wet zijn gedaan. Het hooggerechtshof van Kopenhagen heeft het vonnis bekrachtigd tegen de 63-jarige voormalige Deense diplomaat Einar Blechingberg, die tot acht jaar gevangenisstraf was veroordeeld wegens spionage. Hij had geheime documenten, waaronder stukken over de NAVO, aan een agent van een buitenlandse mo gendheid overhandigd. (Van een speciale verslaggever) Langs een stille zandweg in 't Westbrabantse dorpje 't Schijf, een weg vol putten en kuilen, met aan één kant zwaar ge boomte, staat een witgekalkt huis, met blauwe pannen en chocoladekleurige ramen en deuren. In dat huis, op nauwe lijks honderd meter afstand van de Belgische grens, woont de chauffeur in rijksdienst Willem Vroegrijk (39), die op 20 april 1955 trouwde met Annie Gevers (36) en zes dagen la ter met zijn vrouw naar Brits Columbia, in het westen van Canada, vertrok, waar het echtpaar binnen het jaar gezegend werd met de geboorte van een tweeling. Een jaar later zag de tweede tweeling daar het levenslicht. Weer. een jaar later werd in 't Schijf de derde tweeling geboren. En op 28 januari van dit jaar meldde zich, ook in 't Schijf de vierde tweeling present...! ringen op. Toen hij in 1948 in Ne derland terugkeerde, ging hij meteen praten met de emigratie- dienst, liet zijn papieren in orde maken en stak de Atlantische Oceaan over. In zijn zak had hij een contract met een Canadese boer. Dat werk bij dié boer beviel hem echter niet zo best. Vandaar dat hij na drie maanden al de be nen nam en een baantje aan vaardde bij de Canadese spoorwe gen. Dat ging heel wat beter. In de winter van 1954 kreeg hij drie maanden verlof. Nu spoorde hij kosteloos dwars door Canada en stapte vervolgens maar in het vliegtuig in plaats van op de boot. Des te eerder was hij weer in 1 Schijf. Gauw eens Tijdens dit verlof leerde hij An nie Gevers kennen. En ze werden het erg gauw eens. Voor ze het goed en wel beseften, zaten ze samen als man en vrouw in Cana da. „Ik moest op het laatste ogen blik nog een geweldige kist tim meren, om onze spullen in te transporteren". Het werk bij de spoorwegen werd hervat. Hij was sectie-voorman bij de lijnwerkers, zodat hij, met nog drie of vier arbeiders belast was met het constante onderhoud van een bepaald gedeelte (een sectie) van de spoorbaan. Derhal ve kwam hij te wonen op een sectiepost, zoals alle sectie-voor mannen in Canada op een sectie- post wonen. Maar die posten liggen 18 kilome ter uit elkaar. Voor Vroegrijk was dat niet zo erg. Die trok er elke dag op uit met zijn kornui ten. Zijn vrouw echter bleef moederziel alleen achter. Toen kwam die eerste tweeling. Op 24 december 1955 werden Johnny en Dimphv geboren. En op 16 okto ber 1956 Martin en Nelly, 't Was allemaal erg verrassend en van heinde en ver toonden de Canade zen hnn belangstelling. Zelfs een complete wasmachine kregen ze. Maar moeder de vrouw wist ten slotte geen raad meer... Ook heimwee kwam om de hoek1 gluren. Ze werd overspannen. En ze verlangde steeds sterker naar het Brabantse land. Dat verlan gen werd nog aangewakkerd, doordat Vroegrijk herhaaldelijk werd overgeplaatst. Steeds dieper het eenzame gebied van de Roc- key Mountains in. Want dat Is nu eenmaal de methode bij de Canadese spoor wegen voor mensen, die meer willen gaan verdienen en pro motie wensen te maken. Een huis In mei 1957 nam hij dus zijn ont slag. En met z'n zessen aanvaard den ze de reis naar Nederland. Nu moesten ze echter alles zelf beta len, Dat viel niet mee. „Aan die thuisreis hebben we niets gehad. „Van de westkust naar de oost kust van Canada si het vijf dagen sporen. Doch die vier kinderen namen ons zo in beslag al on ze kinderen zijn fleskinderen dat we amper de kans kregen wat van het landschap te genieten. Daarna met de boot verder. In augustus 1957 arriveerden we weer in 't Schijf". Burgemeester op zoek naar dienstbode Enkele dagen geleden hebben we kennis gemaakt met dit gezin, dat in die paar jaar enorme moei lijkheden moest overwinnen, maar zich op het ogenblik toch beslist niet ongelukkig voelt. „Het is iets heel moois", zei Vroegrijk zonder aarzelen, „maar het kost wel allemaal veel geld. En met een bruto maandloon van f 302, waar je natuurlijk slechts f 240 van in handen krijgt, doe je niet zo veel. Natuurlijk, ik heb ook m'n kinderbijslag, tot voor kort f 129 per maand. Dat is onlangs f 136 geworden. En in april zal het zo ongeveer f 150 zijn. Dit heb je echter hard nodig, want ook hier in het zuiden is het le ven duur. Bovendien kón m'n vrouw liet onmogelijk zonder hulp stellen. Daar heeft zowaar onze bur gemeester voor gezorgd, 't Is heel de dag eten geven en lui ers wassen. Welke dienstbode is op zoiets nog gesteld?" IN DE FAMILIE? „Of ik vroeger ook al tweelingen in de familie had Ja, mijn moe der heeft eenmaal een tweeling ter wereld gebracht. Die is helaas overleden. En een zuster van m'n schoonvader had eveneens een tweeling. Maar daar hebben we nooit bij stilgestaan. Wel weet ik, dat wat die dokter in Canada te gen ons zei, toen onze eerste tweeling geboren werd, tot dus ver steeds is uitgekomen. „Als jullie nog meer kinderen krijgen" zo voorspelde hij, „zullen het al tijd tweelingen zijn". We geloof den het maar haü, doch het be wijs is nu toch wel geleverd... Dan vertelt Vroegrijk hoe hij zo in Canada verzeild geraakte. Ais oorlogsvrijwilliger was hij na de bevrijding 28 oktober 1944 naar Indië gegaan, via Engeland, Amerika en Malakka. In Indië deed hij niet zulke prettige erva- 'T IS MOOI, MAAR 'T KOST VEEL Vier jaar laterVan links naar rechts Martha (géb. 1958), Mar tin (1956), Dimphy (1955), Lianne (1959), Johnny (1955), René (1959), Nelly (1956) en Walter (1958), „Eerst twee maanden in bijn m'n schoonmoeder, die eigenlijk al meer dan genoeg inwoning had. Want behalve haar móeder had ze ook nog een broer met diens wouw en twee kinderen bij haar. Vandaar dat we weldra onze in trek namen bij mijn moeder. Weer twee maanden later zorgde de burgemeester ervoor, dat ik een nieuw huis kreeg toegewezen in de gemeente Rucphen, waaronder 't Schijf ressortee'rt. Een huis van f 10.per week. Nu had ik in tussen als O.V.W.'er wel een chauffeursbaantje bij het leger gekregen, doch die huur vond ik toch te hoog. Ik heb daarom m'n broer die thans ook jachtopziener is, en geen kinderen heeft, voor gesteld in dat nieuwe huis te gaan wonen. Dat vond hij goed en nu woon ik hier in het zijne voor f 4.20 per week." Intussen ging de gezinsuitbrei ding bij Vroegrijk door. Op 6 ja nuari 1958 werden Martha en Walher geboren. En op 28 janu ari 1959 Lianne en René. „Hebt U verder nog wat bijzon ders beleefd ïn 't Schijf, toen de derde en de vierde tweeling ge boren werden?" vroegen we aan Vroegrijk. „Neen, helemaal niets. Dat was wel een verschil met Ca nada. Daar kwamen zelfs allerlei heren van grote firma's naar ons toe, met het verzoek, op gepaste wijze via de tweelingen reclame te mogen maken. Ze wilden er goed voor betalen". Met dat al hebben de derde en de vierde tweeling de Nederlandse nationaliteit, terwijl de eerste en de tweede tweeling zowel de Ca nadese als de Nederlandse natio naliteit bezitten. Dat komt, omdat Vroegrijk en zijn vrouw de Ne derlandse nationaliteit nog niet kwijt waren. De in Canada gebo ren kinderen kunnen later zelf kiezen, welke nationaliteit ze wensen te behouden. „Voorlopig kunnen de oudste vier te allen tijde zonder formalitei ten naar Canada terug", zegt Vroegrijk. En misschien gaan we als alle kinderen wat ouder zijn, met de hele familie nog eens naar Canada. Want het is een machtig land. Mijn zuster en een broer van m'n vrouw wonen er trou wens nóg. Doch dan wil ik gaan werken op een fruitbedrijf, waar het niet zo eenzaam is. Ze beta len er goed en voor de jongens en meisjes zie ik daar toch meer toe komst dan in ons eigen land. Parochiële afdeling K.V.P. royeert fractievoorzitter De parociële afdeling van „Het hei lig hart" van de Katholieke Volks partij te Maastricht heeft haar lid, de heer Jos. Ensïnck, voorzitter van de K.V.P .-fractie in de Maastrichtse raad als lid van de afdeling geroy eerd, zulks in verband met het ge beurde bij de wehoudersverkiezm- gen in september van het vorig jaar. Naar wij vernemen heeft de heer En- sin ck overeenkomstig het reglement tegen dit besluit van de afdeling bij het gewestelijk bestuur van de K.V. P. beroep ingesteld.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 13