VENTRIS ontcijferde code die ondergang der yp Mycenen voorspelde BIG BEN HONDERD JAAR In klei werd dreigende jnvasie vermeld (in) der verdwenen VRIJDAG 27 MAART 1959 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT II Een vromv uit 1300 voor Christus. Zij behoort tot een stoet, die op weg is om offeranden te brengen. Een detail van een wandschildering in blauw en rood in een paleis te Ti- ryns. /^vp een septembermorgen verleden jaar kwam een personenauto nabij Hat field in botsing met een vrachtwagen, waarbij Mi chael Ventris het leven ver loor. Hij was waarschijnlijk de meest opmerkelijke jonge geleerde van deze generatie. Van beroep was hij architect maar in zijn vrije tijd zat hij in zijn woning te Hampstead gebogen over een van de grootste archeologische raad sels aller tijden. Een raadsel, waarop hij ten slotte het ant woord wist. Hij ontcijferde het schrift van een verdwe nen volk, de Mycenen, die 4000 jaar geleden in Grieken land leefden. Gedurende meer dan zeventien jaar eerst als schooljongen, la ter als navigator in de R.A.F. en ten slotte in de vrije tijd, die zijn werk als architect hem liet tob. door Felix Barker de Michael Ventris over de beteke nis van de inscripties van de klei tabletten, die in de aarde van de Peloponnesus waren gevonden. Hij gebruikte de methoden, die werden benut voor het ontcijferen van vijandelijke codes in de oorlog; hij wisselde zijn ervaringen uit met geleerden over de gehele we reld; hij bracht uren geconcen treerd door om allerlei combinaties en mogelijkheden te proberen. En toen op een zekere dag, nu drie jaar geleden, was de puzzel, die de archeologen voor meer dan vijftig jaar had beziggehouden, plotseling opgelost. De betekenis van de ka rakters was ontdekt. Michael was in staat de kleitabletten te lezen. Het is grotendeels te danken aan de vertalingen van deze rustige en bescheiden geleerde, dat we nu in staat zijn de geschiedenis van de Mycenen te vertellen. Om ons de Grieken uit het. Myceen- so tijdperk to kunnen voorstellen moeten we de beelden verbannen, die ons bekend zijn van de klas- sieke Grieken, met hun Parthenon in Athene, hun Olympische Spelen, hun kunst en filosofie. We moeten 500 tot 1000 jaar meer teruggaan, terug naar de donkere eeuwen van de Griekse beschaving, voor de tijd, dat do geschiedenis werd ge boekstaafd. De enige overlevering uit die periode zijn kleitabletten, die Ventris voor ons verstaanbaar heeft gemaakt. Het Griekenland van 1500 voor Christus was een feodaal land, dat geregeerd werd door opperhoof den en koningen, die op de heuvels versterkingen lieten bouwen en op de rotsen vestingen stichtten wel ke over de schaars bebouwde vel den en olijfbosjes uitkeken. Mycene Van deze plaatsen is My cene een van de best bewaarde herinneringen aan het volk, dat in de vergetel heid werd gedompeld. Het ligt op 900 voet hoogte en wordt beschermd door hoge bergen, die voor een natuur lijke dekking in de rug zorg den. Het was het versterkte paleis van de Griekse leiders uit het Heldentijdperk, waar van Homerus heeft geschre ven. Tiryns in de Argolisvallei is een tweede overblijfsel. Het was de ze tel van de machtige Hercules. Een bekende Myceense stad is ook Sparta, waar de beeldschone Hele na woonde, die door Paris werd ge schaakt, wat aanleiding gaf tot dc Trojaanse oorlog. Door de Leeuwenpoort de oud ste monumentale beelden in Euro pa marcheerde koning Aga memnon op weg naar zijn vloot, die hem naar Troje moest brengen. Sinds 1876 heeft dit zondoorstoofde land met zijn schaarse bomen lang zamerhand zijn geheimen prijsge- geven aan de onvermoeide archeo logen. In dat jaar immers begon de Duit se onderzoeker Schliemann, na zijn opzienbarende ontdekkingen 'in Troje, ook in de aarde van Mycene te graven. En zijn geluk liet hem niet in de steek. Met zestig losse werklieden en in gezelschap van zijn Griekse vrouw Sophia, begon hij op korte afstand van de Leeuwenpoort met zijn op gravingen. Al spoedig stootten ze op gebeeldhouwde grafstenen en een stenen altaar. Gouden ring a korte tijd bereikten ze een stevige rotsforma tie, maar tegelijkertijd ont dekten ze in het gesteente verticale schachten, die naar grotere diepten voerden. Zorgvuldig werd de aarde van vele eeuwen weggeschept en daaronder zag Sophia iets schitteren in de julizon. Het was een gouden ring. Voor Schlieman was dit het teken, dat nog grotere schatten zouden kunnen worden ontdekt. Hij ont sloeg zijn zestig werklui en alleen met Sophia lag hij dagenlang op zijn knieën de grond voorzichtig weg te scheppen. Op 21 voet bene den het oppervlak deden zij hun ontdekking: een grafcirkel, waarin de lichamen lagen van elf mannen, zes vrouwen en twee kinderen. De gezichten van de mannen droe gen gouden maskers, op hun borst waren gouden platen bevestigd. Een van de vrouwen droeg een gouden diadeem om het hoofd en de kinderen waren gewikkeld in lakens van grouddraad geweven. Dit moest het „Gouden Mycene" zijn van Homerus. En toen Schlie mann een van de mooiste maskers optilde kwam hij tot een overwel digende, zij het wat haastige con clusie. „Ik heb het gelaat van Agamemnon aanschouwd", tele grafeerde hij de Griekse koning. Tot twee jaar geleden toen de Griekse regering verdere opgra vingen in Mycene verbood, had het land al heel wat schatten opgele verd. In 1955 voegde professor Alan Wace, die zijn leven aan de My ceense opgravingen heeft gewijd, meer inlichtingen toe aan onze kennis over dit volk. Op een heu velrug buiten de massieve muren legde hij de ruïnes bloot van een huis, dat kennelijk bewoond was geweest door een welvaren burger. Het was er een uit een flink aantal privé-woningen en het vertelde pro fessor Wace, dat in tegenstelling tot de middeleeuwse steden, de Mycenen de gewoonte hadden bui ten de beschermende muren van de citadel te leven. Slechts personen van koninklijke bloede of hoge ambtenaren was de eer gegund in de acropolis zelf te verblijven. Kleitabletten HOE belangrijk ook de opgra vingen waren, de geschreven overleveringen waren nodig om diverse witte plekken in onze kennis omtrent de Mycenen aan te vullen. En daarvoor was aan de kleitabletten die Ventris ontcijfer de, de voornaamste rol toebedeeld. Deze tabletten, waarvan er honder den zijn gevonden in Mycene en ook op Kreta, zijn bijna alle docu menten, die door de klerken van de koninklijke huishouding werden bijgehouden. Met een scherpe punt werden de rechthoekige tabletten van zachte, grijze klei beschreven en daarna in een archief opgebor gen, zoals dat gebeurt met zaken brieven. Door pachtcontracten, die in Pylos werden gevonden, krijgen we een indruk van de feodale ge meenschap, die door een koning werd geregeerd, bijgestaan door een militaire figuur, de aanvoerder van het leger. Deze twee leiders kregen automa tisch een gedeelte van het land, evenals trouwens de priesters en priesteressen van de verschillende godsdienstige secten. Uit een van de tabletten blijkt, dat deze con cessie aan de kerk een onenigheid veroorzaakte met de bevolking, wat overigens ook in deze tijden nog wel voorkomt. De rest van het land werd. verdeeld onder het volk, maar het is niet duidelijk of de ge meenschap het land ook in bezit had op grond van een collectieve, democratische basis. Uit de veelheid van beroepen kun nen we een tamelijk ingewikkelde maatschappij onderscheiden: ze varieerden van badknechten tot bronssmeden, van herders tot tim merlieden en van vuurmakers tot slaven van de priesteres. Ondergang E ter, dat de kleitabletten voortdurend spreken over een dreigende ondergang van het volk. De Mycenen, zo weten we nu, wer den weggevaagd door een onbeken de vijand ongeveer 1100 voor Christus en de militaire voorberei dingen, waarvan de tabletten ge wag maken, tonen aan, dat het volk gebukt ging onder de last van een totale mobilisatie, zoals profes sor L. K. Palmer uit Oxford dit heeft gekarakteriseerd. De wapen fabrieken hadden druk werk. We lezen bijvoorbeeld over een toewij zing van brons aan 300 smeden in 23 verschillende plaatsen, een hoe veelheid voldoende om 500.000 speerpunten te maken. En een ander tablet uit de konink lijke archieven van koning Nes tor te Pylos draagt tot titel: „Hoe de wachters de kust bewaken". Het bevat een volledige opgave van militaire eenheden, hun officieren en het deel van de kust, dat zij had den te bewaken. Er waren zelfs verbindingsofficieren, die contact onderhielden tussen de kustverde diging en het hoofdkwartier van de koning. Er is een merkwaardige parallel, dat het deel van de kust. waar 3000 jaar geleden de mannen van ko ning Nestor de wacht betrokken, door de Duitsers in de laatste we reldoorlog werd beschouwd als het punt, waar zij de invasie konden verwachten. Het was een kleine misrekening, want de werkelijke aanval gebeurde op de westkust van Fiankrijk. Gebakken AAN het feit, dat de Mycenen er niet in slaagden hun land tegen de geheimzinnige aan vallers te verdedigen, danken we nu het bestaan van de kleitablet ten. De brand, die het paleis van koning Nestor verwoestte, ontwik kelde zoveel hitte, dat de kleitablet ten werden gebakken en op deze wijze bewaard bleven. Dank zij de opgravingen van de Amerikaanse archaeoloog, prof. Carl Blegen, is Pylos als een van de merkwaardig ste steden uit Mycene te voorschijn gekomen. In de ruïnes van het pa leis van Nestor werd twee jaar ge. leden zelfs een badkamer gevonden compleet met een bad van terra cotta, een opstapje en een afvoer voor het water. In dezelfde badka mer moet, volgens Homerus, Tele- machus. de zoon van Odysseus, een bad hebben genomen tóen hij een bezoek bracht aan Pylos op zoek naar zijn verdwenen vader. Vol gens Homerus werd Telemachus gewassen en gewreven met olie door prinses Polycaste, de jongste dochter van de koning. En, zo kan men zich afvra gen, als er een bad was in Pylos, waarom dan ook niet in Sparta? En waarom zou Helena, de vrouw van Mela- nus niet een zelfde hoffelijk gebaar hebben gemaakt te genover de knappe Paris van Troje? Als we dan ook de bloedige tienjarige strijd in herinnering roepen, die op hun romance is gevolgd, dan is het vrij duidelijk, waarom onze badkamers een stevige knip op de deur hebben. (Copyright P.Z.C.-A.B.C.-pers) venals de Grieken uit de klassieke tijd vereerden de Mycenen Zeus, Athene en vele andere goden, van wie men later aannam, dat ze op de berg Olympus leefden. Het meest opzienbarende is ech- Londens beroemde baken, de hoge klokketoren van de parlements gebouwen, die aan miljoenen mensen over de gehele wereld bekend is als de Big Ben, viert deze 'zomer zijn 100ste verjaardag. De klok begon op 31 mei 1859 de tijd aan te geven, maar pas elf dagen daarna begon zij ook de uren te slaan. In juni zal een tentoon stelling worden gehouden om de 100ste verjaardag te vieren. De lclok heet niet Big Ben, dat is feitelijk de naam van een der tien en een halve ton wegende klok, die de laagtste tonen produ ceert bij het klokkespel. Er waren 16 paarden voor nodig om deze klok van de gieterij in Whitechapel door Londen naar zijn plaats van bestemming te trekken. De Londenaren doopten haar al spoedig Big Ben, naar Sir Benjamin Hall, de eerste commissaris voor pu blieke werken, die in het parlement verantwoordelijk was voor de installatie. De herdenkingstentoonstelling zal worden gehouden in de Jewelltoren van Westminster, een van de laatste overgebleven gedeelten van het oude paleis van Westminster. De gehele zomer zal de klokketoren door schijnwerpers worden verlicht. jjf||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||löllinfllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllflllM^^^ Italiaanse leraar tijdens les opgepakt: naar gesticht Terwijl hij voor de klas Franse les stond te geven is een leraar aan een middelbare school in het Italiaanse stadje Santa Vittoria in Matenano dinsdag door twee ziekenbroeders in een dwangbuis gestopt en naar een tehuis voor geesteszieken gebracht. De leraar vroeg wat er aan de hand was, maar kreeg geen bescheid. De directeur van het gesticht heeft ge zegd dat hij op orders van de politie had gehandeld, en wilde verder al leen zeggen dat de leraar twee tot vier weken in observatie zal worden gehouden. De leerlingen van de weggevoerde leraar hebben zich daar niet bij neer- gelegd. Redenerend dat hun leraar heel normaal schijnt geloven ze dat er iets anders achter deze geschiede nis steekt. Daarom zullen ze de school niet bezoeken zolang hun le raar in het gesticht wordt vastge houden. Nieuwe leden in werkgroep voor Europese verkiezingen De „werkgroep voor de Europese verkiezingen" van het Europees par lement is maandag onder voorzitter-' schap van Fernand Dehousse in Brussel bijeen geweest. Tot lid van de groep werden benoemd de Fran sen Faure en Legendre. Maurice Faure vervangt René Pleven. Legendre bestudeert op het ogen blik de interpretatie, die gegeven moet worden aan de artikelen van de Europese verdragen, waarin voorzien wordt in directe en algemene verkie zingen van de leden van het Euro pees parlement. De groep hield zich in Brussel bezig met de samenstelling van het aldus gekozen parlement en de wijze van stemming. De volgende vergadering van de groep zal op 8 april in Straatsburg worden gehouden. Geldomzet tuinbouwveilingen in 1958 sterk gedaald De omzet in geld van de Nederlandse tuinbouwveilingen was in 1958 onge veer 25 miljoen gulden minder dan in 1957 namelijk 542.800.000. Deze da ling was voornamelijk het gevolg van de veel grotere fruitoogst, die aanzien, lijk lagere prijzen met zich bracht, dan de gedeeltelijke misoogst van '57. Zeeland bevond zich in 1957 daarbij in een zeer gunstige positie. Bij de gro te oogst van 1958 zetten de Zeeuwse veilingen elf miljoen gulden minder om, de Noordhollandse veilingen vijf miljoen gulden en de Utrechtse veilin gen vier miljoen gulden minder. De veilingomzetten aan nieuwe aardappe len daalden bij een grotere aanvoer met drie miljoen gulden. De situatie bij 't hard fruit, aldus het jaarverslag van het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen, is niet bijzonder gunstig geweest. Bij het zachte fruit echter werd een belangrijk grotere produktie geconstateerd bij vrij sterk ge daalde gemiddelde doch over het algemeen nog lonende prijzen. In een vallei bij de Italiaanse plaat* Asti is een skelet van elf meter lengte gevonden, dat waarschijnlijk een Ich thyosaurus behorend tot een prehlsto rlseh zeereptielensoort is. Het werd in versteende vorm gevonden bij opgravin gen onder leiding van afgevaardigden van het museum van Turijn.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 7