ZELANDICA
PILOOT STORM ontvoerd in de sfratosieer
f
Van en voor de boekenplank
GENIET RUSTIG VAN EEN BORREL
TE PAARD IR HET VOETSPOOR
VAR DOR QUICH0TTE
Waar zijn onze schepen?
Noodlanding
én de winternacht
10
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
MAANDAG 23 MAART 1959
Dichter verzamelde 132
briljante schaakpartijen
(Van onze schaakredacteur)
De uitgeverij Knaur (Miinchen-Zil-
rich) geeft bekende verzamelingen,
handboeken enz. uit op het gebied
van spel, kunst e.d. Thans is in deze
serie verschenen Knaurs Schachbuch,
van de hand van Martin Beheim
Schwarzbach 5,65). Deze schrijver
is ook bekend als dichter en roman
cier. Onder meer vertaalde hij Mit
chells „Gejaagd door de wind" in het
Duits. Voorts publiceerde hij essays
over Novalis en de apostel Paulus.
Zeer bekend is zijn schelmenroman
„Die diebischen Freuden des Herrn
von BisswangeHaschezeck", waar
in hij alles wat officieel en deftig is
op de hak neemt (Rororo, no. 47).
Men kan zich van deze artiest voor
stellen hoe hij het schaken behandelt.
Hij heeft 132 briljante partijen uit de
schaakgeschiedenis verzameld, de ori
gineelste en interessantste. Zij zijn
niet geordend volgens de opening of
het jaartal maar gerubriceerd in:
mataanval. positiepartij, strijd op de
andere vleugel, triomf der verdedi
ging, kunst van het eindspèl, hand
gemeen en vreedzaam slot. Daar het
geen leerboek is bevat het een mini
maal commentaar. Aan het slot wijdt
hij een gedenkrede op de overwon
nene, waarin zijn alibi's en wroegin
gen worden gepresenteerd. De groot
ste troost voor hem is dat zijn over
winnaar hem warm dankbaar is voor
het mogelijk maken van de slot com
binatie. Glücksberg moet daar in 1935
zeer ontroerd door geweest zijn toen
hij met wit nadat zijn tegenstan
der vier officieren had geofferd als
volgt van Najdorf verloor (bl. 48).
1. d4, f5; 2. c4, Pf6; 3. Pc3, e6; 4.
Pf3, 45; 5. e3. c6; 6. Ld3, Ld6; 7. 0-0,
0-0; 8. Pe2 Pbd7; 9. Pg5, Lh2:j; 10.
Khl, Pg4; 11. f4, De8; 12. g3, Dh5;
13. Kg2, Lgll; 14. Pgl:, Dh2f; 15.
Kf3, e5; 16. de5, Pde5:t; 17. fe5,
Pe5:f; 18. Kf4, Pg6f; 19. Kf3, f4!; 20.
ef4:, Lg4f; 21. Kg4:, Pe5f; 22. fe5:,
h5 mat.
„Vragen van jongeren"
Rose Hacker, een in Engeland zeer be
kende raadgeefster in jeugdproblemen
heeft een gezond boekje voor de jon
geren geschreven. Een groot deel van
haar leven heeft ze besteed aan het
welzijn van de opgroeiende jeugd en
ook is zij jaren betrokken geweest bij
de huwelijksvoorlichting in haar land.
In het boekje „Vragen van jongeren"
geeft ze blijk van de ervaring, die zij
heeft opgedaan. Objectief, op een een
voudige en vertrouwelijke toon maar
zonder prekerig te worden geeft ze
antwoord op vragen die het gezinsle
ven, het ontdekken van de andere
sekse, verloving enz. betreffen. Het is
een zeer lezenswaardig boekje, dat
werd uitgegeven bij Uitgeverij „De
Toorts" te Haarlem.
Wandelen, Schaken, Draven
in „Ken Uw Sport"
In de zo langzamerhand bekende se
rie „Ken uw Sport" van de uitgeve
rij J. F. Duwaer en Zonen te Am
sterdam verschenen weer drie boek
jes. Stuk voor stuk zijn de uitgaven
in deze serie zeer instructief. Zo ook
het. boekje „Schaken", waarin de
spelregels en de grondbeginselen
van het schaakspel duidelijk uitéén
zijn gezet. Vooral de toelichting van
de gebruikelijke notatie is voor de
lezer belangrijk, want hierdoor
wordt hij in staat gesteld partijen,
die bijvoorbeeld in de dagbladen
worden gepubliceerd, na te spelen
en aldus zijn eerste kennis, dankzij
dit boekje verworven, uit te breiden.
„Wandelen" lijkt zo op het oog een
bijzonder simpele sport, maar wie
het boekje, dat over deze sport ver
scheen in de serie „Ken uw Sport"
leest, bemerkt toch, dat het zó sim
pel niet is Het boekje vertelt 't een
en ander over 't doel van deze sport,
de wandeltechniek, pas, stijl en tem
po, over kleding, schoeisel en voe
ding, over wandelsport en verkeer,
over verschillende tochten en geeft
bovendien met duidelijke tekenin
gen geïllustreerd een opsomming
van verschillende E.H.B.O.-wetens-
waardigheden, die in de wandelsport
te pas kunnen komen
„Draven" is een 'sport, die ook in
Nederland meer en meer bekendheid
ver\yerft. Daarvoor zorgen vooral de
banen Duindigt, Mereveld, Gronin
gen, Hilversum en Alkmaar. Het is
beslist geen algemeen bekende sport
en daarom heeft deze uitgave in
„Ken uw Sport" beslist zijn nut, ook
al is het wellicht niet „uw sport".
Na lezing van dit boekje is men in
de draafsport beslist geen vreemde
meer en weet men bovendien, hoe de
toto van deze sport in elkaar zit. Dit
interessante boekje werd geschreven
door Gerard van Maarseveen.
(Advertentie)
Zigeuners
Er hangt een waas van geheimzinnig
heid rond de zigeuners, die aan de
zelfkant van onze maatschappij le
ven. Door velen worden zo verguisd,
door anderen geïdealiseerd. Ze hebben
een drang naar vrijheid, maar ook zij
zijn gebonden aan regels en regle
menten. Daarover vertelt dr. E. M.
Gajary Kuhinka in het boek „Zigeu
ners". Degelijk zonder te romantise
ren, beschrijft hij de levensomstan
digheden van dit zwervende volk. Hij
gaat de oorsprong van de Zigeuners
na, vertelt over allerlei gebruiken bij
geboorte en huwelijk en gaat nader
in op het religieuze leven van deze
mensen. Uitvoerig verhaalt hij ook
over hun muziek, zang en poëzie. Het
gelukte de schrijver die een langduri
ge tocht met zigeuners heeft meege
maakt in dit boeiende en overzichte
lijke relaas aan te tonen dat ook zij
„diepgevoelende en intens levende
mensen met eigen cultuur en eigen
historie zijn". Het boek, waarin fraaie
foto's zijn opgenomen, verscheen bij
Uitgevers Wyt te Rotterdam.
Uit de lappenkist
Een prettige serie boekjes voor de
jongere kinderen, speciaal voor meis
jes is /JJit de lappenkist" (De eerste
lapjes, Nog meer lapjes en De laatste
lapjes) door Greet Konings. Elk lap
je, dat kinderen van een klas mee
brengen voor het maken van een lap-
pedeken is aanleiding tot een leuk
en vlot verhaal. De verhaaltjes bieden
net zoveel variaties als de soort lap
pen, die de moeders hun kinderen
meegeven. Deze bonte schakering
werd opgevrolijkt door fantasierijke
tekeningen van Heieen van Dijk. De
boekjes, die keurig zijn verzorgd,
werden uitgegeven door J. F. Duwaer
Zonen te Amsterdam.
REIS VAN 13 STUDENTEN
(Van een speciale
verslaggever)
Nederlandse studenten
gaan in Spanje ge
schiedenis maken. Niet
per muilezel, maar wel
;e paard zullen dertien
Nederlandse studenten,
begeleid door een Ma-
drileense professor en
cineast de komende
maand door 't Spaan
se La Mancha, het be
faamde land van Don
Quichotte, trekken. Za
terdagavond vertrok
ken de dertien acht
dames en vijf heren
tussen 20 en 25 jaar
per trein uit Amster
dam. De 26ste zullen
de gezadelde paarden,
gehuurd bij een mane
ge in Madrid gereed
staan in Ciudad Real,
hoofdstad van de ge
lijknamige provincie,
120 km ten zuiden van
Madrid.
Het initiatief is uitge
gaan van de zoon van
de docente Spaans
aan de universiteit,
Raphael Luque. Hij is
als geboren Spanjaard
bijzonder geïnteres
seerd in de legendari
sche Don Quichotte
van de avontuurlijke
17e eeuwse schrijver
Miguel de Cervantes.
De studenten willen on
geveer 250 kilometer
van de weg afleggen,
die Don Quichotte ge
gaan moet zijn en dan
contact zoeken met de
bevolking van de streek
om na te gaan wat er
nog aan herinneringen
aan Don Quichotte en
zijn trouwe knecht
Sancho Panza is blij
ven voortleven en ver
volgens vergelijkingen
maken met het boek
van Azorin die per
muilezel eenmaal de
tocht gereconstueerd
heeft.
Dit alles maakt dat het
veel meer is dan een
toeristisch evenement,
ook al omdat de orga
nisatie werd verzorgd
door het Spaanse in
stituut voor studies
van La Mancha. Als
wetenschappelijk lei
der gaat mee professor
Francisco Hernandez
Pancheco, hoogleraar
in de historische foto
grafie aan de universi
teit van Madrid en uit
stekend kenner van de
schepping van De Cer
vantes.
Aegis 19 60 m. n.o. Mobile.
Abida 19 60 m. n.o. Sombrero.
Aagtedijlc 19 te L. Marques.
Aagtekerk 19 180 m. n,o. Mombasa,
Aalsdijk 19 te Port Said.,
Aardijk 19 te Penang.
Aldabi p. 20 Ouessant.
Alioth 19 125 m. o.z.o. Salvador.
Almdijk 21 te Port Everglades.
Ameland 19 50 m. n. San Lorenzo.
Amerskerk 19 v. Las Palmas.
Amstelkroon 19 te Vizagapatnam.
Andijk 19 240 m. n. Bermuda's.
Arkeldijk 20 te Halifax.
Arnedijk 20 v. Antwerpen n. Houston.
Asmidiske 19 800 m. z.z.o. Kp. Race.
Axeldijk 21 te Montevideo.
Arendsdijk 19 90 m. o.z.o. Key West.
Arendskerk 19 te Bremen.
Caltex Utrecht 19 365 m. z z.w. Socotra.
Caltex Arnhem 19 100 m. n. Algiers.
Caltex Delft 19 35 m. n. Malta.
Caltex Eindhoven p. 20 Ras Fartak n. Ras
Tama.
Caltex Leiden 19 245 m. n.o. Socotra.
Caltex Rotterdam 19 85 m. w.n.w. Kreta.
Cartago 19 te New York.
Colytto 25 te Vancouver verw.
Daphuis 21 te Genua.
Delfshaven 19 180 m. w.t.z. Ouessant.
Dinteldijk 19 te Bremen.
Duivendijk 19 230 m. n.o. Fayal.
Duivendrecht 19 25 m. z.o, Takoradi.
Edison 19 te Esbjerg.
Eenhoorn 19 60 m. n.n.o. Kp, St.-Vlncent.
Glessenkerk 21. te Aden.
Groote Beer 19 te Halifax.
Groote Kerk 20 te Antwerpen.
Hera 19 330 m. w.t.z. Kp. Finisterre.
Hoogkerk 20 v. Suez.
Jacob Verolme 18 n. Chanaral.
Japara (K.R.L.) 20 Rotterdam.
Jason 19 n. Kingston Ja.
Java 16 Houston.
Korovina 18 v. Thameshaven n. Swansea.
Kabylla 18 Thameshaven.
Kellia p. 19 Panamakanaal.
Kenia 21 te Trinidad.
Kennemerland 19 dw. v. Kaap Finisterre
Kermla 21 te Curacao.
Kinderdijk 16 Veracruz.
Kopionella 19 800 m. w. Conokry.
Tégen 1961 wil de bondsregering de 63
kampen, waarin nog ongeveer 13.000 van
de 220.000 niet-Duitse vluchtelingen wo
nen, hebben opgeheven, zo heeft de West-
duitse minister voor de vluchtelingen
Overlaender bekendgemaakt. Er zullen
voor hen ongeveer 3000 woningen moe
ten worden gebouwd, waarvan de bonds
republiek het grootste gedeelte zal be
talen.
f Advertentie
X* RAADSEL XVXXXXJO
i
EEN LEPELTJE IJ
EEN LEPELTJE, MAAR...
WAT IS een ÉCHT
KOFFIE'LEPELTJE?
(Oplossing volgt morgen in dit blad)
^XXX)CXXXXX»iXX*XXXXXX
1128. Als een steen viel de
Horzel omlaag door de stra
tosfeer, doch als een komeet
3tortte het Zorinschïp zich
echter hem aan. Met grim
mige gezichten hielden de
twee piraten in de stuur-
koepel de blik op het kleine
toestel gevestigd, dat hun
dreigde te ontsnappen. „Dat
ding komt precies overeen
met het telebeeld, dat ons
van Valeron doorgegeven is
en dus is het vermoedelijk
de machine van die beruchte
piloot Storm. Nou, als het
ons gelukt die knaap in te
rekenen, dan kunnen we op
een vorstelijke beloning re
kenen van Zorin", riep een
hunner uit. ,.Maar we heb
ben boven dit gedeelte van
het noordelijk halfrond im
mers wel vaker aardse
vliegtuigen van datzelfde
type als de Horzel waargenomen?" meende de
ander. „Zeker, zeker", kreeg hij ongeduldig
ten antwoord, „maar nooit op deze enorme
hoogten. Daar zijn die dingen niet op ge
bouwd. De Horzel wel." Het plotselinge neer
suizen van,die grote hoogte, plus de zonder
linge capriolen die Arend het toestel liet ma
ken, bleken teveel voor de arme Sandra. Zij
verloor het bewustzijn...
Kosicia 20 te Schiedam.
Kreeft 19 te Kerkeness.
Kryptos 20 dw. Singapore.
Karakorurft 19 60 m. n.o. v. Bona.
Laagkerk 20 v. Aden nè Karachi.
Laarderkerk 20 te I-Iamburg.
Labotas 19 90 m. o. Gibraltar.
Lekkerkerk 19 te Port Said.
Le Maire 20 v. Mombasa n. Singapore.
Leto 20 v. Takoradi n. Freetown.
Lissekerk 21 v. Koeweit n. R'dam.
LutterkeTk 20 te Londen.
Meiiskerk 21 te Muscat.
Molenkerk 20 te Dakar
Montferland 21 te Montevideo.
Muiderkerk 20 te Hamburg.
Meerkerk 19 v. Maesawah.
Mississippi Lloyd 20 v. Philadelphia n.
Marseille.
Maas Lloyd 20 v. Singapore n, Pt.
Swettenham.
Naess Lion 19 580 m. z.z.n. Flores.
Naess Tiger 19 320 m. z.t.n. Bermuda's.
Nestor 20 te Philadelphia.
Oostkerk p. 20 Straat Messina n. P. Said.
Oranje 21 v. TJ. Priok n. Singapore.
Ossendrecht 19 275 m. w-z.w. Land's End.
Ouwerkerk 19 te Durban.
Pendrecht p. 20 Gibraltar n. Casablanca.
Perna 19 55 m. o. Muscat.
Pergo 19 te IJmulden.
Polydorus 20 te Rotterdam.
Pr. der Nederlanden 19 270 m. n.o.
Barbados.
Randfontein 20 te Bremen.
Reza Sjah the Great 19 28 m. o. Kaap
Bon.
Ridderkerk 21 te Genua.
Rijnkerk 19 te Port Said.
Ruys 19 v. Bayang Point.
Samarlnda 19 v. Balboa.
Sarpedon 19 v. New York n. Curacao.
Schelpwijk 25 te Yokkaicbi verw.
Schie 20 v. Chalkis n. Amsterdam.
Schiedijk 19 380 m. n.n.w. Flores.
Sloterdijk 20 te New York.
Stad Arnhem 20 te Teneriffe.
Stad Schiedam 19 130 m. w. Trondhelm.
Statue of Liberty 19 te Philadelphia.
Statendam 20 v. Manilla n. Hongkong.
Stanvac Talang Akar 19 te Sungel Ferong.
Sumatra 21 te Bremen.
Stad Leiden 19 60 m. n.w. Messina.
Telamon 20 te Georgetown.
Tegelberg 19 v. Okinawa n. Hongkong.
Tjiluwah 19 te Singapore.
Tibia 20 v. Paranagua n. Curacao.
Theobaldius 19 60 m. o. Curacao.
Tallsse 20 v. Suez.
Thelidamus 20 te Caracasbaai.
Utrecht p. 20 Gibraltar n. R'dam.
Van Waerwijk 21 te Hongkong.
Vivipara 21 te Punta Cardon.
Waal p. 20 Malta n. Rotterdam.
Westland 21 te Las Palmas.
Wonogiri 20 v. Colombo n. Penang.
Zaankerk 21 te Antwerpén.
Eén van de meest gevaarlijke vijanden van onze
zeeweringen zijn de oever- en dijkvallen. Wij
hebben hiervan in de geschiedenis van Zeeland
talrijke voorbeelden.
De zuidkust van Schouwen bijvoorbeeld, de ge
kartelde rand van Noord-Bevelands noordkust,
de dijk van de Wilhelminapolder enz. Vroe
ger sprak men van grondbrexem of grondbrake,
een woord dat men nog in Braakman terugvindt.
Met de Wilhelminapolder zijn we al in het recente
verleden. Aan de. kust van de Oostwatering van
Walcheren (Vrouwenpolder) doen zich in de laat
ste jaren nog steeds oevervallen voor, zo bijvoor-
- beeld nog op 10 februari 1959.
Over het verschijnsel van de oever- en dijkvallen i£ al veel geschre
ven, en misschien evenveel malen elkaar nageschreven. Een wezen
lijke bijdrage tot de oplossing van het probleem van het ontstaan
van deze vallen heeft de Techn. Ambt. I van de Rijkswaterstaat,
M. H. Wilderom, gegeven voor het eerst in 1952. Goed kennner van
de historische geografie van Zeeland ging hij na waarom vallen op
bepaalde oevergedeelten in Zeeland voorkomen en op andere ge
deelten in 't geheel niet, hoewel in verscheiden gevallen de stroom-
geul daar ook dicht langs de kust loopt. Het bleek hem nu, dat de
vallen in hoofdzaak voorkomen langs die gedeelten van de oever,
welke vroeger door oude zeearmen of geulen doorkruist werden.
In het julinummer van O.T.A.R. 1952 heeft hij dit aan de hand van
talrijke kaartjes nagegaan in een artikel dat om zijn belang ook
in het maandblad „De Zeeuwsche polder" is overgenomen. Wilderom
heeft zijn theorie, maar een theorie opgebouwd op een groot feiten
materiaal, nogmaals uiteengezet in een helder gesteld artikel in het
Polytechnisch tijdschrift van 14 februari 1957.
Het leek namelijk of de uitvoering van de Deltawerken de verdere
bestudering van deze problemen alleen maar van documentaire
waarde zou doen zijn. Bij nader inzien, aldus Wilderom, blijkt
echter, dat juist nu, bijzonderheden hieromtrent van belang kunnen
zijn. Niet alleen omdat als gevolg van de uitvoering van verschil
lende onderdelen van de Deltawerken een verandering van het
stroombeeld kan ontstaan, maar ook omdat het nog altijd een
kwart eeuw zal duren eer de zeearmen afgesloten zullen zijn. Men
zal in deze 25 jaar wellicht nog extra op zijn hoede moeten zijn
voor de stroomaanval in de onderhavige gebieden. Een belangrijk
verschilpunt met de vroegere opvattingen is ook de constatering
dat de vallen niet in het diluvium, maar in hoofdzaak in de alluviale
zandlagen .voorkomen. Langs de oevers van de oude kerngebieden
zijn nooit vallen wel afschuivingen geconstateerd, terwijl zoals
gezegd alle opgetreden vallen in Zeeland zijn voorgekomen langs die
gedeelten van oevers welke vroeger door oude zeearmen of geulen
doorkruist werden of aan de rand van deze geulgebieden. Niet alleen
dat de vroegere geulen één van de grootste oorzaken van de oever-
en dijkvallen vormen, zij betekenen tevens, ter plaatse waar zij de
zeeweringen kruisen, even zovele zwakke schakels in ons dijken-
stelsel.
Er zijn wel bezwaren gerezen tegen de opvattingen van Wilderom,
maar zij tasten zijn hoofdstelling niet aan, integendeel. In het nr.
van 1 augustus 1957 van het Polytechnisch tijdschrift kreeg hij
gelegenheid zich te verweren over het gebruik van de begrippen
diluvium en alluvium, tegenwoordig een min of meer verouderde
terminologie. Hij heeft hiervan dankbaar gebruik gemaakt zijn
opvatting aan te vullen. Een bezwaar lijkt ons zijn opvatting als
zouden de inpolderingen begonnen zijn sinds de 10e eeuw. Op grond
van nieuwere gegevens is dit te vroeg.
FKUILLIiTÜN
LAWRENCE EARL
Ze sloot de deur. Haar gezicht was
nog steeds verontrust. Haar bewogin
gen waren afgetrokken geweest, bijna
automatisch. Dahl bleef zwijgen.
„Ik kan het niet geloven", zei Alison.
„Ik kan het niet geloven, dat een van
hen zo iets zou kunnen doen". Maar
ze praatte in zichzelf, een gewoonte,
ontstaan door het leven in de een
zaamheid. waarin niemand van hen
ontsnapt was.
„Wat voor iets?"
„O", zei ze, zich weer bewust van
Dahls aanwezigheid.
Haar ogen vestigden zich nu op hem,
alsof ze in onbekende verten getuurd
hadden en na een ogenblik ontstond
er een besluit in haar ogen en met
het besluit een zekere opluchting.
„Een zeer ernstig iets. Iemand heeft
van ons voedsel gestolen. Er zijn drie
repen chocolade verdwenen".
„Nee!" riep Dahl uit, het niet willen
de geloven. Niets kon hem meer ge
schokt hebben, want voedsel was hun
kostbaarste bezit, door allen gelijk
opgedeeld en voor allen even noodza-
kefijk. Voedsel hield de verhongering
weg, die als een geduldige gier boven
hen hing. Het was ondenkbaar dat
een van hen de anderen ook maar
voor het geringste zou bestelen, waai
de grens tussen leven en dood zo
scherp gesteld was.
Hij zei: „Heb je de repen geteld? Je
hebt ze toch niet gebruikt en het verT
geten?"
Zij schudde vlug het hoofd. .,Ik wil
de..." begon ze. „Ik hen bang..."
Hij herinnerde zich haar aanvanke
lijke aarzeling om de ontdekking me
de te delen.
Hij zei, zonder wrevel: „Natuurlijk
kun je niet weten dat Ik het niet was".
„Natuurlijk was jij het niet, Lin
coln".
Haar stem, een bemoedigende, over
tuigde klank.
„Hoe kun je daar zo zeker van zijn?"
De hoeken van haar mond trokken
een beetje omhoog. Ze schudde haar
hoofd en de twee koperkleurige vlech
ten op haar schouders.
„Daar ken ik je goed genoeg voor".
„Dat betwijfel ik", zei hij nogal nors.
Er vormde zich echter een glimlach
die hij niet probeerde tc onderdruk
ken.
Greatorex kwam binnen met een bijl
in zijn hand en hij keek een beetje in
het rond.
„Er is iets dat buitengewoon lekker
ruikt, dochter", zei Greatorex. „Ik
ben nog nooit zo moe geweest!"
„Je moest je beurten van het hout
hakkeii gedurende een tijdje over
slaan", stelde Dahl voor. „Niemand
zou het. erg vinden".
aan het zieke hart van Greatorex.
Dit was echter iets wat Greatorex
uit trots ol' koppigheid, of misschien
beide niet wilde bespreken of zelfs
toegeven.
Dahl kon zich niet weerhouden te
gissen. Zou Greatorex de schuldige
zijn?
„Onzin!" zei Greatorex. „Het doet me
goed. Een beetje eerlijk werk heeft
nog nooit iemand kwaad gedaan. En
bovendien, elke man heeft er recht
op om nu en dan een beetje moe te
zijn".
„Jij bent de baas", zei Dahl, niet op
zijn gemak.
Prowse kwam binnen, terug van het
sneeuw van zijn kleren. Prowse scheen
steeds magerder te worden; dat wer
den ze allemaal, maar Prowse kon
het gewichtsverlies het slechtste ver
dragen. Onder zijn baard leken zijn
wangen hol, waar ze vroeger vlak ge
weest waren en zijn bril leek nu te
groot en te zwaar voor hem.
„Helemaal niet!" zei hij gemelijk.
„Zelfs geen smerig konijn! Kan
iemand me vertellen waarom ik altijd
degene ben die pech heeft?" Hij vro
lijkte plotseling op. snuffelend, zoals
Dahl en Greatorex vóór hem gedaan
hadden.
Even later, terwijl hij naar Alison
staarde, zei Prowse; „In 's hemels
naam. Waarom heeft niemand me
verteld, dat we een vrouw in ons mid
den hadden?"
„Hè?" Greatorex keek beteuterd.
Toen drong het tot hem door wat
Prowse bedoelde. Hij zei: „Alison!"
en zijn stem klonk trots en verge
noegd.
Greatorex is veel meer verouderd dan
een van ons, dacht Dahl. Zijn baard
was bijna helemaal grijs geworden.
In zijn borstelige wenkbrauwen wa
ren de wildgroeiende haren grijs en
lang.
Dahl zei: „Weet éen van jullie wat
voor dag het vandaag is?"
Hij trachtte tijd te winnen, wachtend
tot Alison, de gestolen chocolade zou
opnoemen. De rantsoenering van het
eten was haar domein.
Hij dacht. Zou het Prowse dan zijn?
Hij was er bijna zeker van dat het
Prowse geweest was.
„Wat voor dag?" zei Prowse. „M'n
hemel ik hen niet eens zeker van het
jaar. voor zover ik weet, kan het wel
negentienvierenvijftig zijn".
Hij had zijn ogen niet van Alison af
gehad. „Dat zijn een paar mooie en
kels, meisje".
Ofschoon hij de waarheid van dc op
merking van Prowse niet kon ont
kennen, werd Dahl getroffen door een
ongewoon gevoel van wrevel. Alison
kwam evenwel voor zichzelf op.
„We zijn al een tijdje hier", zei ze
droog. „Ik geloof dat zo langzamer
hand alles wat rokken draagt er aan
trekkelijk voor je uit begint te zien,
Caii. Ik of een leleijke, oude, Indi
aanse vrouw".
Prowse staarde haar verbaasd aan.
Toen begon hij te lachen. Nadat hij
uitgelachen was, zei hij: „Hoe vind
jc dat? Het meisje heel't niet alleen
een geheugen, maar nog gevoel voor
humor ook!" Zijn ogen gleden terug
naar haar benen.
Dahl ging opzettelijk voor hem staan
en benam het uitzicht.
„Wel", zei Greatorex vrijmoedig,
„wat voor dag is het dan vandaag?
Iemands verjaardag? De jouwe, doch
ter?"
„Het is Kerstmis", zei Dahl, terwijl
hij fronsend naar Prowse keek.
Surrey kwam binnen en droeg iets
wat op een cilinder leek en tamelijk
ruw gemaakt was van aluminium
plaat. Hij is naar de Norseman ge-,
weest, dacht Dahl. Hij is daar in de
koude aan het werk geweest.
„Wat is dat?" vroeg Greatorex.
Het daglicht was aan het verdwijnen.
Surrey sloot de deur achter zich, zette
de cilinder neer, trok zijn wanten uit
en wreef zijn handen stevig over
elkaar.
Prowse ging een beetje opzij. Dahl
ging met hem mee en benam hem
nog het uitzicht.
„Het is Kerstmis", zei Dahl nogmaals,
een beetje geërgerd.
De borstelige wenkbrauwen van Grea
torex zweefden hoog op zijn voor
hoofd. „Het is toch niet waar?"
Surrey had zijn overkleren uitgetrok
ken en hing ze nu op aan houten pen
nen. Hij draaide zich naar hen om.
„Wisten jullie dat niet?"
„Niemand heeft er tegen mij een
woord over gerept", zei Dahl, „tot een
paar minuten geleden".
Greatorex begon op zijn vingers te
tellen.
„Oktober... november... december...
Wel, we zijn hier al meer dan drie
maanden!" Zijn stem sloeg over van
verbazing.
„En het lijkt nog maar drie jaar*',
zei Prowse droog.
Al grinnikend schraapte Surrey met
veel ophef zijn keel.
„Ik heb een klein kerstcadeautje voor
je, Alison''. Hij lachte zo breed dat
zijn rose wangen uitpuilden en bijna
zijn ogen bedekten.
Dahls aandacht keerde zich van
Prowse af.
„O", zei Alison met een zacht stem
metje.
Surrey gaf haar de aluminium cilin
der. „Het is niet veel. Het is evenwel
helemaal handwerk".
De cilinder was aan één zijde geslo
ten. Rond de andere zijde bevonden
zich gaten. Alison scheen heen-en-
weer gesinlgerd te worden tussen pret
en verbazing.
(Wordt vervolgd.)