Puzzel-rubriek
Tekko Taks duikt in het verleden
De sneeuwklokjes waren
toch de mooiste bloemen
HET STOELTJE
<^ctlenó
20
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 14 MAART 1959
\A/at zou dat toch betekenen*", vroegen de spreeu-
fff wen, die telkens nieuwsgierig naar binnen loer
den in de grote bloemkas. ,Jteinas blancos" staat er op
een bordje in die bak met aarde daar. „Wat die woor
den betekenen kan ik je ook niet zeggen", kraste een
oude kraai, die ook eens een kijkje kwam nemen, „maar
dat bordje staat er omdat daar bollen zijn geplant die
die vreemde naam hebben. Reinas blancos, nou, ik ben
benieuwd wat daar uit zal komen". Het was nog hele
maal winter geweest toen hij dat zei en de spreeuwen
moesten hun ongeduld heel lang bewaren. Maar op een
morgen in Januari had er eentje op de eerste groene
punten gewezen die omhoog kwamen uit de bak. Ja
hoor, daar kwamen de reinas blancos boven de aarde
uitkijken. Toen in februari de zon kwam, ging het
opeens veel sneller en op de dag dat een vroeg zwaluw
tje tussen de spreeuwen neerstreek, kon je al heel
duidelijk zien dat het bloemen met sterke lange stélen
zouden worden. „Dag", zei 't zwaluwtje, „ik ben terug".
mensen naar mij kijken
zei een derde. ,Jn drommen
zullen ze stilstaan voor het
raam waarachter ik zal
staan te pronkenglim
lachte een vierde en ze
wiegde van verrukking over
zichzelf op haar stengel.
„Het zal heus wel allemaal
waar zijn", knikten de
sneeuwklokjes tegen elk
aar. „Daar zijn wij hele-
ge stemmen van de tulpen
achter hen in de kas, lach
ten schel. „Hihl, jaja... dat
zul je eens zien hoe de men
sen op die schriele sneeuw
klokjes zitten te wachten!"
De sneeuwklokjes zeiden
maar niets meer en lieten
zich voorzichtig afknippen
en in bosjes binden. Maar
ze gingen nog niet meteen
mee met de kweker. Nee,
die stapte eerste zijn kas
binnen. „Aha", zei hij toen
hij de tulpen zag, „die kun
nen tegelijk mee".
En zo gebeurde het dat de
trotse witte koninginnen
samen met de sneeuwklok
jes in één mand naar de
bloemenveiling gingen. On
derweg deden de koningin
nen natuurlijk niets anders
dan fluisteren en kwebbe
len over de drommen men
sen die misschien wel zou
den vechten om maar aan
één zo'n prachtige witte
tulp te komen. En natuur
lijk konden ze het niet laten
klokjes zijn, geloof ik altijd
pas echt dat het voorjaar
is!"
De witte koninginnen tril
den, maar de kleine sneeuw
klokjes tilden hun kopjes
hoger op. En zo ging het
door. Telkens stapte er ie
mand binnen en ging hele
maal blij met zijn kleine
boeketje naar huis. De laat
ste sneeuwklokjes zwaaiden
brutaal met hun blaadjes
naar de witte koninginnen
die er nog altijd net zo
stonden. O, ja; ze werden
wel gekocht.
Ze gingen zelfs naar een
groot feest, waar ook een
prins en prinses kwamen.
Maar er waren daar zo»
veel bloemen dat niemand
op die witte tulpen lette.
Wél zei er iemand tegen
de prinses: „O, Hoogheid,
wat heeft U daar een aller
liefst bosje sneeuwklokjes
„Dag... dag", zeiden de
spreeuwen vlug, want ze
hadden eigenlijk alleen
maar ogen voor die won
derlijke bloemen met hun
mooie naam. „Waar kijken
jullie toch zo naar?", vroeg
het zwaluwtje. „Naar de
reinas blancas", zei er een.
„Zo... zo", zei het zwaluw
tje, „ik wist niet dat jullie
ook al Spaans spraken".
„Spaans", vroegen de
spreeuwen als uit één bek
je, „is dat een Spaanse
naam? En hoe weet jij dat,
zwaluwtje?"
„Omdat ik net uit Spanje
kom. Ik ken mijn talen,
hoor. En reinas blancas be
tekent: witte koninginnen".
„Koninginnen, alsjeblieft...
witte koninginnen. Hoor je
dat?", riepen de spreeuwen.
„Waar zijn ze dan konin
gin van?", vroeg opeens
een hoog stemmetje. Een
klein sneeuwklokje, net uit
haar knopje, vroeg het ver
legen, „Ilc denk van het
voorjaar. Ja, natuurlijk, dat
is het. Die bloemen daar
worden de koninginnen van
het voorjaar
Met nog meer aandacht ke
ken de spreeuwen nu elke
dag door het raam van de
kas naar binnen. „Pas nu
toch op, pas toch op", zei
den de sneeuwklokjes
want er waren er nu veel
meer jullie lopen óns bij
na onder de voet alleen
voor die koninginnen".
Maar toen op een morgen
de eerste koningin haar
prachtige witte hoofd optil
de, toen rekten toch ook de
sneeuwklokjes zich uit om
haar te bewonderen. Het
was de mooiste tulp die ooit
een mens gezien had; en
niet alleen die ene, maar
allemaal waren ze verblin
dend wit en koninklijk. De
spreeuwen waren er zó van
onder de indruk dat ze be
sloten een lied te zingen
voor de koninginnen.
Ze hadden het nog maar net
ingezet toen de witte tul
pen verveeld met hun hal
zen begonnen te draaien.
„Wat een lawaai! Wat een
afgrijselijk lawaai. Kan dat
niet ophouden?", vroegen
ze uit de hoogte.
De spreeeuwen schrokken
zo erg van die harde koude
stemmen dat ze in een gro
te zwarte wolk opstegen en
verdwenen. De vorstelijke
stengels trilden van schrik
bij dat plotselinge geluid.
„Wat is dat nu weer?", gil
den ze, „wij zijn vast op
het verkeerde deel van de
wereld uit de grond geko
men. In plaats dat we als
koninginnen worden ont
vangen, wordt er gekrijst
en worden wij. aan het
schrikken gemaakt".
„O, nee, majesteiten", rie
pen de sneeuwklokjes met
hun lieve stemmetjes, „de
spreeuwen vonden U juist
zó mooi en ze hebben zó
lang op U gewacht dat ze
een welkomstlied zongen.
Nee, U bent beslist niet op
het verkeerde stuk van de
wereld. Dat hoeft U mis!"
„Wat hoor Ik dfiar?" De
oudste tulpenkoningin rit
selde van kwaadheid met
haar groene bladeren.
„Durft een sneeuwklokje
een mondje open te doen
waar koninginnen bij zijn
Verschrikt keken de
sneeuxoklokjes elkaar aan.
Zó boos en zó uit de hoogte
had nog nooit iemand tegen
hen gepraat. Ze hielden ook
verder maar hun mondjes
en luisterden wat de ko-
elkaar te vertellen hadden.
„Och, och, wat ben ik
mooi", zei de ene. „Och en
ik, wat ben ik koninklijk",
fluisterde een ander. ,jüet
tranen in de ogen zullen de
maal niets bij. We hadden
net zo goed niet uit do
grond kunnen komen". Ze
lieten hun kopjes wat han
gen en het wit en groen
van hun blaadjes en bloem
pjes leek opeens minder
mooi. Toen kwam de kwe
ker. „Kijk, kijk", zei hij,
„die sneeuwklokjes moeten
gauw worden geplukt en
naar de stad, want anders
zijn ze niet mooi meer. En
alle mensen zitten er nog
wel naar uit te kijken.
Toen de sneeuwklokjes dat
hoorden kregen ze weer een
beetje moed en fleurden
wat op. Maar dat duurde
niet lang, want de venijni-
om nog een heleboel onaar
dige dingen over de sneeuw
klokjes te zeggen,
Op de veiling gingen ze nog
niet uit elkaar. Een bloe-
menman kocht én de tulpen
en de sneeuwklokjes. En in
zijn winkel kwamen ze ook
nog samen in één etalage.
„Ting..." zei de winkelbel
toen ze er nog maar net
stonden. „Wat zie ik, me
neer?", vroeg een oude da
me, „heeft U daar echte
sneeuwklokjes staan?"
„Helemaal echt van de kou
de grond", zei de bloemen-
man. „Heerlijk!" riep de
mevrouw, „als er sneeuw-
op wo mantel!"
,JHhi", lachten hele zachte
stemmetjes, die de mensen
niet konden verstaan. Maar
het was ook niet voor de
mensen bedoeld, maar voor
een bos witte tulpen die
verlegen hun hoofden opzij
draaiden.
MIES BOUHUYS
Grote kerels droegen hijgend een
zwaar blok graniet het huisje van
Flop binnen. Flop stond er tevre
den bij te kijken. „Mooi" zei hij
„Nu kan ik aan mijn meesterwerk
beginnen". De mannen zetten het
blok voorzichtig op de grond en
verdwenen na vriendelijk bedankt
te hebben voor de fooi, die Flop
hen met een breed gebaar over
handigde.
„Ziezo", 'zei Flop, „Ik zal maar
beginnen er een beetje vorm aan
te bijtelen". Hij pakte de bijtel
en zijn hamer en begon te werken.
De stukken graniet vlogen hem
om de oren en binnen geen tijd
lag de vloer bezaaid met steen.
Maar Flop vorderde al aardig.
Een uur later had het lompe blok
al enige vorm, al kon een buiten
staander nog niets herkennen.
Flop werkte onafgebroken door.
Het geluid van zijn harde slagen
dreunde door het hele huis. Uren
was hij bezig en het stuk graniet
werd steeds kleiner.
Tegen het eind van de dag werd
het plotseling stil. Flop zat op de
grond met een klein figuurtje in
zijn hand. Om hem heen lagen
duizenden stukken graniet. „Tja,
het is niet geworden, wat ik me
er van had voorgesteld", mompel
de Flop, „maar dit is toch ook wel
een leuk poppetje om op de
schoorsteen te zetten".
43. Hoewel Foxius natuur
lijk wel beter wist, ant-
woorde hij heel beleefd:
„Heb dank, edele Plinius.
Nimmer zal ik de moed ver
geten, waarmede gij U mij
nentwege in het gevaar
nebt gestort. Het lijkt me
qu echter geschikter om
mijn weg verder alleen te
vervolgen, opdat gij U met
de meeste spoed naar Uw
kwartier kunt begeven, al
waar gij Uw commandant
van het gebeurde op de
hoogte dient te stellen!" En
op deze listige opzet van
Foxius liep de soldaat dank
baar In. Niet zodra was de
oog halfversufte krijger in
Ie richting van zijn kwar
tier verdwenen of met grote
haastige passen beende
vriend Foxlus naar de heu
vel waar hij Tekko heenge-
atuurd had. De soldaat die het tegen onze
heide vrienden op zo'n hardhandige wijze had
moeten afleggen, rende even later opgewonden
het wachtlokaal binnen en sloeg alarm: „Om
hangen en afmarcheren!" besliste de comman
dant. „Die Taksius moet gevonden worden.
Het gaat om de veiligheid van de Staat!"
Ik zat op mijn stoeltje,
ik zat wat en zong.
Zo maar een liedje
van dingedongdong.
Kom mee, zong mijn liedje,
mijn stoeltje deed krik.
Toen kregen we vleugels,
mijn stoeltje en ik.
Zover als de sterren,
zover als de maan
zijn ik en m'n stoeltje
samen gegaan.
Zolang ik bleef zingen
van dingedongdong,
bleven we vliegen.
Zolang ik maar zong
Maar hoog bij de sterren
vergat ik de wijs.
Krik, zei mijn stoeltje
en uit was de reis.
Nu heeft het weer pootjes,
geen vleugeltjes meer.
Maar morgen, maar morgen
dan vliegen we weer.
Mies Bouhuys.
Met rasse schreden naderen we nu
1 april, wat U natuurlijk niets zegt.
Maar als we U zeggen, dat we in de
eerste week van april de einduitslag
zullen maken, dan zal dat ook U toch
wel nieuwsgierig maken. Nog even
geduld dus!
De winnaars van deze week zijn:
De heer J. A. v. d. Linde „Pomona"
te Kapelle"/ 5,de heer I de Smit,
Hoeve „Ruimzicht", Henricuspolder
H 10 te Oostburg 2,50; de heer A.
Rottier, Oude Haven 40 te Zlerlkzee
2,50; de heer T. J. van Duyn,
Schuitvaartgracht 173 te Vlissingen
2,50 en mejuffrouw C. S. Verbeek,
Noordweg 203 te Sint-Laurens 2,50.
De oplossing was:
nnnaa- saraas
aassasGHPitana
saciQQQaaao - tan
aaQ G an Q ass
saaa aaraaa naata
aan et ann n acta
aa saannana tas
tamtsassa asnana
QBQQQ BDQSa
Maatregelen tegen journalist
in Turkije
Het Turks© blad „Ulu" mag een
maand lang niet verschijnen en de
verantwoordelijke redakteur, Ulku
Arman, is veroordeeld tot 16 maanden
gevangenisstraf en 4000 Turkse pon
den boete, wegens het publiceren van
een artikel waarin de regering wordt
gekritiseerd.
Het artikel was een vertaling van
een in de Indianapolis Star versche
nen artikel van de hand van Eugene
Pullian.
De advocaat van Arman zal hoger be
roep tegen het vonnis aantekenen.
KERKNIEUWS
NED. HERV. KERK
Aangenomen naar Ouderkerk aan de
IJsel R. Th. Huizinga te Nieuw-
Beijerland, die bedankte voor Nieuw-
Lekkerland en Waddinxveen, vac. J.
van der Haar. Bedankt voor Amster
dam, vac. G. W. C. Vunderink, dr. G.
Snijders te Haarlem. Bedankt voor
's-Gravenhage (vereniging van vrij
zinnig hervormden) dr. J. Sperna
Weiland te Rotterdam. Bedankt voor
Bergum dr. J. M. Haselaar, laatste
lijk predikant te Djakarta.
GEREF. KERKEN
Beroepen te Harmeien en Onderden-
dam M. J. van Reenen, kand. te
Woubrugge. Beroepen te Siegers-
woude J. Eleveld te Hijum en Fin-
kum. Beroepen te Niezijl L. J. Wolt
huis, kand. te Groningen.
CHRIST. GEREF. KERKEN
Beroepen te Klundert G. de Vries te
Zeist.
OUD GEREF. GEM. IN NED.
Tweetal te Rijssen M. A. Mieras te
Krimpen aan de IJsel en B. Toes te
Kinderdijk.
Nieuwe opgave:
Horizontaal: 1. noodsein; 6. ijverig;
11. opleidingsinstituut v. officieren,
afk.; 14. cowboy-ruiterfeest; 15.
bloem; 16. stadsdeel; 17' voorzetsel;
18. traag; 20. soort bevel; 21. indien;
22. snijapparaat; 24. zak; 26. li
chaamsuitwas; 28. Jongensnaam;
(Noord.-Prov.); 30. handeling; 32.
vochtige; 35. grap die slechts op één
dag van het jaar wordt gem.; 38. bin
nenste; 39. Russ. petroleumhaven; 41.
zangstuk; 43. dunne, smalle, houten
plank; 44. de eerw. heer (Lat. afk.);
45. bont bedrukt katoen; 48. meisjes
naam; 50. pers. voorn.woord; 51 ver
beelding; 53. deel v.e. wiel; 55. Ital.
rivier; 57. edelgas; 59. op bol gelij
kend; 62. tengere, niet brede; 64. jon
gensnaam; 65. medicus; 68. pluk, bos
70. waterbekken; 72. huisdier; 73. tus-
tenweipsel; 75. meisjesnaam; 77.
voederbak; 79. uitroep; 80. vlakte
maat; 81. reeks; 83. r.-k. geestelijke;
85. voorzetsel; 86. teken van emotie;
87. staak.
Verticaal: 1. geur; 2. functioneren;
3. ten bedrage van; 4. kwaadw. actie
tot opschudding; 5. zoon van Loth;
6. door de neus gesproken; 7. rund;
8. soort afbeelding; 9. zoon van Adam
10. zie 86 horizontaal; 11. vogel; 12.
lengtemaat; 13. soort bijl; 19. Mo
hammed. rechter; 23. verlang hevig;
25. schaapkameel; 27. soort schip;
29. heldendicht; 31. meisjesnaam; 33.
langzame; 34. eenjarig rund; 36. zui
ver; 37. puntig voorwerp, soort spij
ker; 39. vuur, verbranding; 40. af
scheidsgroet; 42. tegen-: voorvoegsel;
46. voorwerp om iets in mee te ne
men; 47. veilig; 49. opera van Verdi;
52. ontdekker van bep. stralen; 54.
flink; 58. boom; 58. windinrichting,
afk.; 60. geur afgeven; 61. gekleurde
aarde; 63. vóór anderen; 66. groet;
67. vertrek; 69. met rechtmatige trots
71. geribbeld; 73. verzadigd; 74. eer;
76. tijdperk; 78. dansfeest; 82. zegt
de ezel; 84. element, afk.
Alle inzendingen moeten uiterlijk
woensdagavond a.s. in het bezit zijn
van de Prov. Courant, Walstraat 58
te Vlissingen onder vermelding van
het woord „Puzzelrubriek".
Amerikaanse uitvoer
in januari gedaald
Het Ameriknanse ministerie van han-
del heeft bekendgemaakt dat de uit
voer der Verenigde Staten in januari
opnieuw is gedaald. De waarde van de
uitvoer bedroeg 1.400.400.000 dollar,
of ongeveer acht procent minder dan
in december 1958, toen voor
1.513.600.000 dollar werd uitgevoerd.
In januari 1958 bedroeg de uitvoer
1.504.600.000 dollar. In geheel 1958
was de uitvoer 14 procent kleiner dan
in 1957.
l Uil
On«l«v Val Jéiu vcr
I 7.40 per liter
I ruufri f j«- slijter!! „f
Pollen >'.V. Itoüerrlniii