Griekse reder J. C. Carras laat in Amsterdam sprookjesjacht bouwen Voortgezette expansie verwacht in Centraal Economisch Plan 1959 DE DOEKKMK VRUDAG 6 MAART 1959 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT GELD MAAKT NIET GELUKKIGMAAR Slechts het fijnste van het fijnste was voor dit pronkjuweel goed genoeg Geld maakt niet gelukkig- Maar het is wel gemakkelijk om sprookjeswensen in vervul ling te laten gaan. De in Lon den woonachtige Griekse scheepseigenaar-multimiljo nair J. C. Carras levert er ons in Amsterdam het bewijs van. Hij laat daar bij de N.V. Amsterdamse Scheeps werf G. de Vries Lentsch een droom van een jacht bouwen. Een driemastschoener, met 840 m2 zeiloppervlak zonder de bijzeilen, en twee diesel motoren met een vermogen van 590 P.K elk. Hoewel de mensen bij De Vries Lentsch die 't weten kunnen, weigeren de prijs te noemen, menen we te weten, dat het plezier- schip tenminste twee mil joen, maar misschien wel meer dan drie miljoen gulden zal moeten kosten. Deze maand zal de stapelloop geschieden, en in juni zal het juweeltje aan de eigenaar worden overgedragen- Daar mee zal de werf dan het grootste en duurste zeiljacht afleveren, dat ooit in ons land op stapel werd gezet en te vens het grootste zeiljacht, dat waar ter wereld de laat ste dertig jaar werd gebouwd. Dat aan de inrichting van het jacht van de Griekse reder J. C. Carras alle denkbare zorg ten laste wordt gelegd, is duidelijk. Hoever die zorg strekt kan misschien worden afgeleid uit de prijs, die de drie miljoen gulden zal benaderen. Dat dit een immens groot bedrag is voor een jacht, moge afgeleid wor den uit het feit, dat de bouwprijs van een kustvaarder, die tweemaal zoveel laadvermogen heeft als dit jacht, ongeveer anderhalf miljoen gulden, bedraagt. Oktober 1957 werd de kiel voor dit stalen jacht gelegd, waarvoor de Londense scheepsarchitect Robert Clark het ontwerp had gemaakt. Misschien vijf jachtwerven over de gehele wereld zouden in staat zijn geweest deze opdracht uit te voe- ren. De grote nieuwe loods bij De Vries Lentsch, waar kort tevoren een paar mijnenvegers op stapel hadden gestaan, bood precies de ruimte, die voor de bouw in stellin gen nodig was. Bijna negen meter boven de begane grond wandelt men nu over 't teakhouten scheeps dek, dat een lengte heeft van 52 meter en een breedte van bijna 8% meter. Al heerst aan boord van het jacht nog de bedrijvige wirwar van mensen, die schijnbaar doelloos aan draad jes en leidingen zitten te peuteren of een stuk van de witte en aalglad de scheepshuid zitten te bewerken tot de verf splinters ervan afspatten, toch laat zich al gemakkelijk ra den, hoe dit jacht er straks uit zal zien. Het zal behalve aan de eigenaar en zijn vrouw, slaapplaats biedèn aan zeven gasten, voor wie drie twee- Sersoonshutten en één eenpersoons- ut compleet met toilet en douche gelegenheid en met meubilair van esdoornhout worden ingericht. Voorts is er. meer naar voren, slaapplaats voor acht officieren-be- Het reeds blinkend wit geschilderde jacht in de bouwstelling. manningsleden en twaalf matrozen: drie dubbele en twee enkele hutten met tezamen twee douchecellen voor de officieren, een gezamenlijk verblijf voor de matrozen met één douchecel en een eigen messroom. Luxueus De elgenaarsverblijven worden uiter aard het méést luxueus ingericht. Aan de slaapkamer van 8.50 bij 3.75 nieter, waarin onder andere twee wit-geschilderde bedden bene vens een toilettafel met randver- lichting worden geplaatst, grenst het studeervertrek van de heer Car ras, dat een rubbervloer krijgt, be legd met egaal witte tapijten. In deze hut met zijn perenhouten wan den en mahonie meubelen komen een schrijftafel, boekenkasten, so fa, brandkast en een bureau voor een secretaresse. Daarnevens mag men dan nog weten, dat van deze hut uit ook toegang te krijgen is tot de wijnkelder, die voortdurend op juiste temperatuur zal worden gehouden. Overigens zal de inhoud van dat kel dertje niet de enige mogelijkheid voor de heer Carras zijn om zich even te verfrissen, aangezien hij van zijn slaapkamer uit ook nog in een badkamer kan treden, waar naast twee wastafels en een toilet een lichtblauw bad is geplaatst op mozaiek vloer. Onderdeks vindt men dan verder nog twee kombuizen met achtplaats elektrische fornuizen, benevens een ijskast van 700 liter en een diep vries-installatie van* 3000 liter. Bovendeks is de grote salon, die een eetruimte voor tien personen en een zitruimte omvat. Zowel midscheeps als op het achterdek kan het inmen- se roer worden bediend. De roergan ger midscheeps vindt dekking voor net mogelijke buiswater achter ra- dio-navigatiehut en kaarten kamer, waar vanzelfsprekend moderne na vigatiemiddelen als echo-lood, radio telefonie, radar, e.d. worden gevon den. Het hele schip is airconditio ned en heeft zowel warm als koud, zoet en zout stromend water. Op 't dek krijgen voorts een plaats een raceboot, een motorvaartuig, twee zeiljollen en twee reddingsvlotten. Hoog boven dit alles uit tornen de drie masten: 38 meter boven het dek uitstekend de grote mast, 35 meter boven het dek is de top van de fokkemast, en 87 Vz meter boven het dek die van de bazaanmast. De Egyptisch linnen zeilen van voor* naar achter de kleine en gro te kluiver, de boomfok, het voor mastzei], het schoenerstagzeil, het schoenerzeil, en de bezaan wor den in Engeland vervaardigd. La ter komt er nog een ballonfok bij van dacron, die nagenoeg even groot oppervlak krijgt als alle an dere zeilen tezamen. "Volgetuigd zonder de bijzeilen zal het jacht een snelheid van 13 knopen kunnen lo pen. Maatwerk Waar de bedoeling van zeker de ont werper en scheepsbouwer is, dat er met het jacht gezeild zal worden, hangt onderaan het vaartuig een kiel, waarin 65.000 kg. lood is ver werkt. De bolders op het dek zijn van een zeewaterbestendige koper legering, terwijl veel van de op bouw met aluminium werd afge werkt, waarop het zeewater even min vat zal hebben. Hoewel van ieder jacht haast gezegd kan worden, dat het „custom- built", dus maatwerk is, overeen komstig de wensen van de opdracht gever, geldt dit in wel bijzondere mate voor dit nog naamloze schip van de heer Carras. Het mooiste van het mooiste hout werd erin ver werkt, en niet zelden moest ander materiaal speciaal voor dit jacht worden vervaardigd. Slechts het fijnste van het fijnste was voor dit pronkjuweeltje goed ge noeg, getuige bijvoorbeeld dat er aan het schip een paar schroeven zitten met verstelbare schroefbla den, een snufje, waarvoor de reder alleen al 120 duizend gulden mocht neertellen. Ander snufje is het elek trische waarschuwingssysteem in de radiokamer, dat alarm slaat wanneer vergeten is ergens aan boord een van de 42 patrijspoorten te sluiten. Haast vanzelfsprekend zullen overal telefoons te vinden zijn. Of het de bedoeling van de heer Car ras zal zijn er ooit mee te gaan wedstrijdzeilen? Niemand heeft het ons nog kunnen vertellen. De meeste van dit soort luxe jachten krijgen een plaats bij de Italiaanse of Franse Rivièra of daaromtrent, en doen daar dienst als ontvang- centrum voor moderne zakenrela ties. De sfeer is dan prima voor contraeten af te sluiten, die waar lijk miljoenen waard zijn. Enigszins vergelijkbaar met dit prach tige stuk ambachtswerk van scheepsbouwer De Vries Lentsch is de driemastschoener „Creole", van de Griekse reder Niarchos. Ook de ze wordt geregeld langs de Franse en Italiaanse kust gesignaleerd. Zij werd in 1927 gebouwd en is twintig voet (plm. 6% meter) langer dan het nieuwe jacht van de heer Car- Trein te laat?.... station in brand Ruim 3000 treinreizigers hebben woensdag uit verbittering over het feit, dat de treinen van de buurt spoorwegen van Rio de Janeiro steeds vertraging hadden, een sta tionsgebouw en een loods met een aantal rijtuigen in brand gestoken. De politie kon verdere acties van de demonstranten voorkomen. Ver scheidene mensen werden aange houden. Ongeveer <Je helft van Ce recruten van het Oostenrijkse leger wil bij de chauffeurs of autowerkplaatsen ingedeeld worden. Eén op de tien recruten heeft een eigen auto, aldus is uit een speciaal ingesteld onderzoek gebleken. Zelfs al had u de voetbalpool gewonnen dan nog zoudt u zich niet schoner, frisser en beter kunnen scheren dan met water, zeep en Blauwe Gillette. De enige manier om u W^werkelijk goed te scheren. STIJGENDE EXPORT WAARSCHIJNLIJK Geen wijziging in werkloosheid Ten aanzien van de investeringen in vaste bedrijfsactiva lijkt een voort gaande daling in het begin van het jaar en een hervatting van de stij- Beperkte consumptiestijging door prijsdalinggeen loonronde Het Centraal Planbureau heeft het centraal economisch plan 1959 gepubliceerd, waarin de verwachting wordt uitgesproken, dat de expansie die in 1958 aan de dag trad, in 1959 zal kunnen worden voortgezet. De perspectieven voor de buitenlandse con junctuur zijn niet ongunstig en uit dien hoofde lijkt de veron derstelling van een stijgende uitvoer gewettigd. Tevens ligt een verdere vergroting van de produktie van de bouwnijverheid in het verschiet. Deze betreft zowel enige uitbreiding van de wo ningbouw als een stijging van de investeringen door de lagere overheid. Naar verwachting biedt de kapitaalmarkt daarvoor, alsmede voor enige consolidatie van kortlopende gemeentelijke schuld, voldoende ruimte. ging later het meest aannemelijk. Ook vergt de voortzetting der expan sie investeringen in voorraden, doch vermoedelijk reeds in een eerder sta dium. Mede daardoor wordt het over schot van besparingen boven investe ringen in 1959 kleiner dan in 1958. Dit vindt zijn weerspiegeling in een vermindering van het surplus op de lopende rekening van de betalingsba lans, dat in 1959 niettemin nog 1,25 mld gld. zou kunnen bedragen. Op zijn beurt correspondeert daarmede een deviezenvoorraad van ruim 6 mld gulden (5 maanden invoer) op het einde van 1959. De uitkomst voor de betalingsbalans berust tevens op de veronderstelling, dat loonronden in 1959 achterwege blijven. Dienovereenkomstig blijft de geprojecteerde stijging van de consumptie binnen beperkte gren zen. Qua volume is zij echter nog be trekkelijk groot, meer dan 3 pet., hetgeen in verband staat met de ver wachting van prijsdaling (1 pet). Zowel de binnenlandse als de buiten landse markt bieden dus expansiemo gelijkheden. Er resulteert een pro- duktietoeneming met 3,3 pet ten op zichte van 1958. Deze is voldoende voor de opening van het accres der beroepsbevolking in het produktie- proces. In de omvang van de werk loosheid zou dan ook geen verande ring komen. Zelfs zou hij nog enigs zins kunnen dalen. Met de produk- tietoeneming van 3,3 pet. gaat een even grote stijging van het reëele in komen gepaard. Wijzigingen in de ruilvoet worden namelijk niet ver wacht. Per hoofd van de bevolking kan derhalve een vergroting van het reëele inkomen met 2 pet worden bereikt. Incidentele loonstijgingen Wat de ontwikkeling der lonen betreft wordt opgemerkt, dat af gaande op de ervaring in de laat ste jaren de invloed van inciden tele loonstijgingen voor 1959 in eerste aanleg op ruim 2 pet is ge- raamd. Naar schatting komt ruim 1 pet daarvan voor rekening van de incidentele wijzigingen in de collectieve arbeidsovereenkomsten, een voorts 1 pet voor rekening van wijzigingen in de tariefsyste- men, toeslagen, verschuiving van werknemers tussen bedrijfstak ken e.d., daarnaast is afzonderlijk in aanmerking genomen, dat de kinderbijslag- en de ziekenfonds premie in 1959 worden verhoogd (tezamen 0,3 pet). Tenslotte lijkt het aannemelijk, dat de inciden tele mutaties in het loonpeil, wel licht iets aan betekenis winnen door het feit, dat voor 1959 geen loonronde is voorzien. In totaal is de stijging van de loonsom per werknemer voor 1959 dienovereen komstig op 3 pet begroot, een per centage dat de verwachte toene ming can de arbeidsproduktiviteit mei 2 procent reeds met 1 pet overtreft. Verhoging van de arbeidsproduktiviteit Aangezien de vooruitzichten voor de export vrij gunstig blijken, de par ticuliere consumptie aantrekt en de kapitaalmarkt bovendien ruimte biedt voor enige vergroting van de produktie in de bouwnijverheid, re sulteert een totale produktietoene- ming van 3.3 pet ten opzichte van 1958. Daarvan ,piag een gunstige in vloed op de werkgelegenheid worden verwacht. Deze wordt evenwel ge temperd door het feit, dat het trend matige accres van de arbeidsproduk tiviteit in de bedrijvensector als ge heel in 1958 enigszins werd onder broken. Dit bleek vooral in de diens tensector het geval te zijn. Een we derom stijgende produktie leidt daar in eerste instantie dus tot een toene ming van de arbeidsproduktiviteit. Voor de raming van de werkgelegen heid is daarnaast van belang, hoe df- toeneming der bestedingen over de verschillende categorieën is verdeeld. Een uitbreiding van de produktie in de bouwnijverheid heeft op zichzelf beschouwd een grotere invloed op Je werkgelegenheid dan bijvoorbeeld een opvoering van de produktie voor uitvoer. De genoemde factoren in aanmerking nemend, lijkt een accres van de ar beidsproduktiviteit met 2 pet. w aar schijnlijk. Groter emigratiesaldo ming van de arbeidsproduktiviteit ter zijn dan in 1958. Het verschil wordt veroorzaakt door1" de repa triëring uit Indonesië in laatstge noemd jaar. Wordt tevens rekening gehouden met de ervaring dat bij een toenemende werkgelegenheid ook de beroepsbevolking enigszins ster ker aangroeit het natuurlijk ac cres is 47.000 personen dan zou de geregistreerde arbeidsreserve ge lijk blijven ten opzichte van 1958. Gemiddeld resulteert er voor 1959 "Dan en oeet „Slag om Arnhem" duidelijk en boeiend De belangstelling voor Wereldoorlog n blijft voortduren: boeken als Montgomery's Mémoires of als Thomson's „The 85 days" kannen zich verheugen in grote interesse van een uitgebreide lezerskring, ook in Nederland, een interesse, die uiteraard nog groter wordt als het beschreven krijgsbedrijf zich in Nederland afspeelt. In dit verband dient hier melding te worden ge maakt van het werk „De slag om Arnhem", geschreven door generaal- majoor R. E. ürquhart, dat vorig jaar in Engeland en kort daarop ook in een Nederlandse vertaling uit kwam. Deze Nederlandse bewerking ver scheen bij A. W. Sijthoff in Leiden en kreeg een woord vooraf van bur gemeester Ch. G. Matsër. Het is een boek, waarin alle aspecten en ge beurtenissen van de beroemd gewor den slag aan de orde komen en waarin voorts enig inzicht wordt ge geven in de achtergronden, die tot ben geleid. „De Slag om Arnhem" is een voor treffelijk boek, niet alleen omdat het gedetailleerd het verloop van da harde strijd rond de Gelderse hoofd stad weergeeft, maar ook omdat de schrijver er in geslaagd ls zijn re laas boeiend en onderhoudend te vertellén. Mogelijk dat hier ook de medewerking van Wilfred Greatorx een rol heeft gespeeld. In ieder geval is dit, in zijn opzet militair-histo risch werk, een leesbaar boek ge worden en daardoor nóg interessan ter dan men oppervlakkig gezien zou menen. De vertaling is van J. F. en H. L. J. Kliphuis. Uitgeverij Sijt hoff maakte er een goed verzorgde uitgave van, die verlucht is met vele foto's uit de barre dagen uit 1944. Nogmaals: een voortreffelijk boek. Isabelle de Schone Margaret Campbell Barnes geeft in haar werken een uitermate boeiend inzicht in het leven van Britse vorsten. Met „Isabella de Schone" heeft zij een nieuw boek toegevoegd aan haar reeds verschenen koninginneromans. Het is het verhaal van een mooie koninlijke vrouw, de Franse prinses Isabella Ca- pet, die in het huwelijk wordt verbon den met koning Edward H van Enge land en die tenslotte door haar volk- de wolvin wordt genoemd. Deze beschrijving van het van verne dering en leed vervulde liefdeleven van de schone Engelse koningin mag men om het diepe psychologische in zicht, de rake sfeerbeschrijviing en de boeiende schrijftrant tot de beste wer ken van Margaret Campbell Barnes rekenen. „Isabelle de Schone" is een cultuur- serieroman van AD M. C. Stok, Zuid- Hollandsche Uitgevers Maatschappij, Den Haag. Flauwe oom Frans Bij Andries Blitz in Laren verscheen een Nederlandse vertaling van „In diesem Sinn dein Onkel Franz", een berijmde voorlichting inzake het vrouwelijk geslacht door een vrien- leijke oom aan een neefje, dat zich voor het eerst met vrouwelijk schoon gaat bezighouden. Hermann Mostar dichtte het voor zover r en van dichten wil spreken Claus Arnold illustreerde het met aardige teke ningetjes en .Tohan Mühlemans zocht en vond equivalent Nederlands. Het schijnt, dat het boekske in het Duit se taalgebied het heeft gedaan, maar wij vragen ons af of in ons land een dergelijk rijmelarijtje nu wel veel verkocht zal worden. Het is een - ij flauw boekske, waaraan de uitge verij weliswaar een aardig gewaad gaf, maar dat de inhoud zouteloos deed blijyen (Advertentie) dan een werkloosheid van 97.000 personen. Dit cijfer is iets hoger dan dat op het einde van 1958, toen de werkloosheid tot ongeveer 90.000 personen was gedaald. Nu is het niet uitgesloten gezien de onzekerheden in de ramingen met name ten aanzien van de toene ming der beroepsbevolking dat de werkloosheid in 1959 ongeveer 90.000 personen zal blijven bedra gen. Het jaargemiddelde van 1959 zou dan meer aansluiten bij de situatie op het einde van 1958 dan bij het gemiddelde voor 1950.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 5