VOOR 1959 MODESILHOUETTEN Eerste „foundation" stamt uit de elfde eeuw VRLJDAG 6 MAART 1959 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 19 BIJ EEN HONDERDJARIG JUBILEUM Van ijzeren harnas tot nylon „niemendalletje" (Van een medewerkster.) De eerste bustehouder verscheen in de damesmode- omstreeks 1904, zo ongeveer tussen de Spoorweg staking en de Schoolwet van dr. Abraham Kuyper in. Wat zouden de ontelbare jaartallen, die we op school moesten leren, ons helder zijn bijgebleven, als de leermees ters er af en toe zo'n scheutje mode hadden bijgedaan Die scheutjes modegeschiedenis hebben we puur, buiten de wereld historie om, te genieten gekregen van de directie van de Koninklijke Manufactuur Industrie M. J. van de Waal en Co. N.V. te Amster dam, nu honderd jaar geleden op gericht. Het bedrijf viert vandaag en mor gen een grootscheeps jubileum; een jubileum, waaraan \vi' dus de hernieuwde kennismaking te dan ken hebben met de crinolines uit het oprichtingsjaar. Maar me vrouw C. Asmus, die voor ons in de geschiedenis is gdoken, is ver der teruggegaan dan tot 1859. Ze heeft bij de Grieken geneusd, wier dichters reeds de schone gordels der vrouwen bezongen, zelf,s bij de Egyptenaren. wier vrouwen haar figuur „corrigeerden" met lange, om de taille gesnoerde vochtige windsels. Poppen van zeer moderne make lij," maar aangepast aan de voor lopers van onze step-in en gaines, die ze moesten dragen, archief stukken en nagemaakte oude cor- setten, en een levende, moderne mannequin hebben de geschiede nis voor ons in beeld gebracht. Dat Dirk m in het jaar 1018 Godfried van Lotharingen bij Vlaardingen versloeg, hebben we in oude schoolboeken moe ten opzoeken en morgen zullen we het weer" vergeten zijn. Maar dat op een tekening van 1043 voor het eerst een corset is gesignaleerd, vergeten we ons leven niet meer. Het is een nijpend-nauw corset, en de man die het draagt, is dui delijk een karikatuur, spottend met zijn „foundation". In de twaafde en dertiende eeuw begint men eerst goed. of liever slecht, met het insnoeren van het vrouwenlichaam. Men is het eeu wen lang blijven doen. Eeuwen lang moet het grote meisjesideaal zijn geweest, dat haar toekomsti ge beminde haar taille met zijn twee handen zou kunnen omvat ten. Zij leed er pijn voor, zij hon gerde er voor. En klinkt het niet merkwaardig, dat in de tijd van de godsdienst oorlogen, bloedbaden, beeldenstor men, zo in de zestiende eeuw, Ca- tharina de Medici haar hofdames beval, een taille van 33 centime ter te handhaven? De gemiddelde mens moet toen wel wat geringer van postuur zijn geweest dan die in onze tijd, maar die 38 centime ter taillewijdte maken toch wel benauwd als we weten, dat zelfs de zéér slanke mannequin van 1959 nooit beneden de rijf tig een- timeter komt! Catharina, de Franse koningin moeder, ontwierp zelf het martel werktuig, dat de tailles tot de ge- eiste minieme omvang moest te rugbrengen. Er werd hout in ver werkt, en metaal, en daarover heen werd een tweede corset ge dragen, dat helemaal van ijzer was. Omstreeks 1640 (we hadden Wil lem II als stadhouder) werden rijk geborduurde corsetten over het overkleed heen gedragen. In 1750 (we zijn nu al aan Willem IV) draagt men het corset weer onder het kleed. Het heeft een zeer smalle taille (nog steeds), is van voren met hout, van achteren met walvisbalijnen versterkt. Van boven reikt het tot a3n de buste, V die erdoor wordt opgeduwd (de bustehouder bestond immers nog niet), onder de taille is het zeer kort. „Correctie" van het figuur is daar niet nodig vanwege de vele, rijkelijk geplooide rokken. De jubilerende firma doet haar intrede in de tijd van de crino line, de wijd naar onderen uit lopende koker, waarop de rok ken rusten en die gemaakt is van ijzeren banden, overtrok ken met een soort visnet. Er onder wordt een zeven/achtste linnen pantalon met strookjes gedragen. Boven de heup is het motto nog altijd: insnoeren! En zelfs kleine kinderen deden, hoewel iets minder grondig, aan het insnoeren mee. De crinoline verdwijnt van het modetoneel, misschien omdat men iets nieuws wil, misschien ook omdat de dames met dit gevaarte wel erg grote stoelen nodig heb ben... Maar de „tournure", met een sterk geaccentueerde derrière, lijkt ons nauwelijks een verbete ring. Want ook dan geven de da mesbladen nog dit advies aan moeders, die haar dochter helpen kleden: „Leg de jongedame op haar buik op de grond, zet één voet op haar rug, en trek de veter stevig aan..." Kinderen van twaalf, dertien jaar werd op die manier de vrijheid, zo niet de adem benomen. En kostte het aan- en uittrekken veel moeite, welnu, dan hielden zij het benau wend harnas 's nachts maar aan. Het jubilerende bedrijf levert nu foundation, die het lichaam steunt, en het verfraait al naar de mode het wil. In 1900 deed men dat laatste ook, maar van steunen was geen sprake. Er werden van de vrouw offers voor het schoon heidsideaal geëist, die wij nu ver ontwaardigd zouden afwijzen, al hebben we er nóg wel wat voor over. De nieuwe lijn, de „Droit Devant" (anno 1900) eiste niet minder dan een gymnastische toer van de draagster. De voorkant van het corsetlijfje werd onder de taille wat langer en drukte met baleinen en ijzeren sluiting zo doeltreffend, dat de draagster vanzelf het bovenli chaam naar voren knikte en haar buik onnatuurlijk inhield, de hen- pen naar achteren drukte. De S-bocht, die zo- in het lichaam kwam, werd bij het zitvlak nog wat geaccentueerd met een kus sentje Maar het dameshemd, lang leve de vooruitgang, verloor eindelijk zijn mouwen. Daarna is er goed goed schot in de mode gekomen. Geen eeuwen lang gehandhaafde schoonheids idealen meer; binnen tien jaar (nu: binnen twee seizoenen!) kon er al van alles gebeuren. Na het jaar 1904 (de eerste bustehouder, zeer primitief naar onze begrip pen) bracht vooral de tijd van de Eerste Wereldoorlog revoluties mee in de mode. De vrouw begon voor haar zelfstandigheid te vech ten, ze wilde dezelfde rechten als de man. Het ging erop lijken dat ze hetzelfde uiterlijk wilde ook: buste, taille, heupen werden onder lange, lijzige, maar in ieder geval niet-knellende, corsetten wegge moffeld. Men begon de kwalitei ten te ontdekken van elastiek, eerst alleen gebruikt voor inzet- sels, nu het belangrijkste mate riaal voor een groot deel van onze „foundation". De moderne vrouw wil even graag als haar overgrootmoeder mooi en modieus zijn. Maar ze wil zich ook kunnen bewegen. „Maar", zegt mevrouw Asmns van de jubilerende Koninklijke Manufactuur Industrie erbij, „misschien komen hier in het jaar 2059 wel vrouwen bijeen, die ver baasd naar onze, nü'hypermoder ne gaines en torsolettes kijken, en die dan uitroepen: Hoe liebbeu ze die dingen ooit kunnen dra gen!" - Drie modellen uit bekende Franse modehuizen vindt U hiernaast sa mengevoegd tot een charmant drieluikje" waaruit de voor jaarszon ons tegemoet lijkt te stralen.... De ontwerpers zijn Mangum, Carven en Dessès, en zij kozen drie verschalende voor- jaarsmaterialen om vorm te ge ven aan hun ideeën betreffende de lentemode. „Gloriette", het deixc-pièces van Manguin (geheel links), is ge maakt uit een weefsel van lange katoenen vezelsbedrukt met een streepjesdessin in beige en wit. Carven maakte een cocktailman tel (midden) van in lichtpaars en roze bedrukte taftzijde en gaf deze zwierige jas met de wijde mouwen de naam ,jLautrec". Jean Dessès tenslotte maakte een ontwerp dat nog enigszins doet denken aan de empire-lijn (rechts), en voerde het uit in zwart-witte tweed. Het resultaat is een uiterst eenvoudige vaandel- japon met een minimum aan gar nering; een jurkje waarvan voor al de werkende vrouw veel plezier zal kunnen hebben. VOORZITTER TEXTIELJAARBEURS ,Mode verspreidt zich steeds sneller" Aan de vooravond van de dertien de te.vtieljaarbeurs die als onderdeel van de aanstaande voorjaarsbeurs in Utrecht wordt gehouden, heeft de voorzitter van de stichting Nederland se Textieljaarbeurs, de heer J. C. Bottenheim, tijdens een te Utrecht ge houden persconferentie gewezen op taak en functie V3n dit evenement. Sprekende over de functie van de tex- tieljaarbeurs zei de heer Bottenheim, dat deze beurs of een deelneming daaraan gezien moet worden als een onderdeel van het verkoopbeleid. Om de consument tot kopen te bewe gen dient men, volgens hem, het ele ment mode niet uit het oog te ver liezen. De mode, zo zei hij, beperkt zich niet meer uitsluitend tot de da meskleding. Door de grotere rol die de mode gaat spelen zal de markt, naar zijn mening, sneller worden. Men zal, volgens de heer Botten heim, moeten trachten de consu ment het begrip van een snellere aanschaffing bij te brengen. Zo moet het, volgens hem. mogelijk zijn dat de in een bepaald jaar verkochte textiel of kleding tech nisch nog niet versleten is, maar dat men het toch als een nood zaak voelt om nieuwe aan te schaffen. Het stijgende welvaarts peil in Nederland, dat, volgens de heer Bottenheim, niet meer zo licht als vroeger in gevaar kan worden gebracht, maakt deze hou ding van de industrie ook volko- men verantwoord. Hij acht een grondige analyse van de mogelijkheden noodzakelijk, waar-, bij men rekening moet houden met het welvaartspeil en leeftijd van de te benaderen groep, alsmede de so ciologische omstandigheden terwijl voorts de mentaliteit een grote rol speelt. De heer Bottenheim noemde het een veel voorkomend verschijnsel, dat men zijn garderobe aanpast aan de eisen van een vakantie aan de Mid dellandse zee. Dé moderne wijze van kamperen en de daarvoor noodzake lijke uitrusting, de combinatie daar bij met hét toegenomen .aantal auto's maakt, volgens hem, dat er ook een snellere uitwisseling van smaak ont staat. Het element mode verspreidt zich sneller, ook al door de snellere berichtgeving ook visueel van pers, radio en televisie. Men hoort en ziet steeds meer van hetgeen het buitonland brengt. Men dient dit, volgens de heer Bot tenheim, in gunstige zin op te vatten, en iets te doen tegen de vaak nog aanwezige instelling van het Neder landse publiek, dat het buitenlandse produkt beter zou zijn. Over de Euromarkt zei de heer Bot tenheim, dat Nederland als klein land nog zal moeten wennen aan de idee van de relativiteit van de afstan den, ook al zijn er natuurlijk histo rische beperkingen en geografische grenzen, waardoor een Fransman niet hetzelfde koopt als de Duitser. De heer Bottenheim wees vervolgens op de belangrijke taak ran de export chef, waarvoor in ons land eigenlijk geen opleiding is. In dit verband vroeg hij zich af of het niet nuttig zou zijn, wanneer aan dit probleem van opleiding voor een zo belangrijke taak, in do boezem van de textielindu strie niet de nodige aandacht zou kunnen worden besteed. Gestreepte flanellen stof in ma- 'ineblauw heeft men in het mo- lehuis Dior gebruikt voor dit in ille opzichten „draagbare" en semble dat „Boulevard" ge noemd werd. Het is een kos tuum dat niet alleen op de Pa- rijse, maar ook op de Zeeuwse boulevards met succes zou kun nen worden gedragen! Het mo dieuze detail wordt gevormd door de liggende afstaande kraag. Over modieuze details gespro ken: behalve met zo'n in de breedte getrokken halslijn bent U dit voorjaar óók modieus wanneer uw garderobe een van de volgende kenmerken ver toont: Wijd afstaande kragen, soms bol, ook op de mantels; kanten fichu's, grote witte kra gen en manchetten; een bloem in het knoopsgat van uw tail leur; brede ceintuur in de taille; chiffon en organdie blouses; 'n bijpassend jasje bij uw japon. Ook bent U „in de mode" met een japon in chemisier-stijl, met lichtgewicht boeden die bijna randloos en vrij omvangrijk van bol zijn, dan wel een grote platte rand hebben, en (bij avond) in een avondjapon die langer is dan in voorgaande seizoenen. Een bizarre creatie is bovenstaande avondmantel van violette shantung die als een wijd uitstaande bloemkelk over een kokernauwe japon heen- valt. Het evenwicht wordt hersteld door de hoog oplopende neklijn en de grote zakken. (Modél Manguin). Van Engelse origine zijn de beide model len hieronder: links een geklede japon van Worth uit Londen, bestaande uit een geborduurd grijs zijden lijfje met rok en jakje van zwarte moirée. Rechts een zijden avondmantel van Mattli uit Londen, te dragen bij een geplooide avondjapon van witte jersey.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 11