Puzzel-rubriek Tekko Taks duikt in het verleden Kroesje wilde ieis van de wijde wereld zien „E Hei eerste.... ZATERDAG 21 FEBRUARI 1959 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 11 ■u dit", mei moeder Maart je Schaap, dit is nu de wereld." Ze stond in de open staldeur en aan weerskanten stonden haar twee kinderen, Kroes je en Krulletjeallebei stralend witallebei één dag oud, Eerst sagen Kroes en Krulletje niets, want het schelle zonlicht verblindde hun ogen. Maar dat was gauw over en precies tegelijk mekkerden me: „oooo,,,!" „En kom nu maar mee" zei moeder Maartje, „dan mal ik je de hele wereld laten zien" Ze liep op een draf- je het erf over en het hekje door dat de boer voor haar openhield. „Alsjeblieft", zei ze toen ze in het groene weiland stonden, „iaat zeggen jullie ervan?'' Kroesje en Krulletje mek kerden nog eens ,,00000" en renden toen op hoge pootjes de wereld in om te zien hoe grpot die wel was. Nou, hij was zeker honderd lamme tjes-sprongen breed en lang. Moeder Maartje sprong niet mee, maar keek met trotse ogen naar de geweldige sprongen en huppeltjes, die haar twee kinderen maak* ten. Kroesje was het eer ste bij haar terug. „En?", vroeg moeder Maartje. „Fijn!", zei Kroesje, „echt fijn, mam. Maar waar gaat hij nou verder?" „Verder? Wat bedoel je, kind?", vroeg moeder Maar tje verschrikt. „Nou, de wereld natuurlijk. Waar gaat de wereld ver der?" Moeder Maartje was opeens heel ernstig. „Beloof me dat je me dat nooit meer vragen zult, Kroesje. Dit is onze wereld. En liet is maar beter dat, je gelooft dat er verder niets bestaat." „O, het bestdat dus wel", mekkerde Kroesje eigen- Wijs, „Ik wil er nooit meer over S horen, kind. Vergeet liet!", blaatte moeder Maartje. „Kom Kroesje, kom mee springen", riep Krulletje die nu ook een keer de wereld in de rondte was geweest. Kroesje sprong moe weg, maar zijn sprongen waren niet zo vrolijk en niet zo groot meer als bij de eerste ronde. Kroesje dacht na. over de pest van de wereld en om dat hij nog maar zo klein was, geloofde hij natuurlijk dat de rest veel mooier was dan het stukje wereld, waarin hij springen mocht. Telkens stond hij even stil en keek met grote ogen naar het hekje, want hij had al begrepen dat daar de andere wereld begon. Zijn moeder merkte het wel en het maakte haar ver schrikkelijk ongerust. Geen oog hield ze van Kroesje af. Maar ja, in de loop van de dag kwamen er nog meer sehapemoeders met hun nieuwe kinderen in het wei- land en daar moest ze na tuurlijk wel eens een praat je mee maken of de kinde ren bewonderen. Kroesje al kende en verder rondom weiland, net zo groot en net zo groen als waar zijn moeder was, „Maar ja", zei Kroesje, „misschien ïs het gras daar wel mooier en wie weet ge beuren daar heel andere din gen dan bij ons." Hij zocht naar een helcje om erin te komen, maar dat was er niet, Wel een klein glimmend zwart paadje was er tussen het erf en het wei land. „Dan neem ik. dat paadje maar", zei Kroesje en hij huppelde het heilinkje af dat naar het paadje toe liep, nam een sprong en kwam midden op het paad- je terecht. Nou, op het paadje is ei genlijk het woord niet, het was meer erin. Kroesje ver dween in dat glimmende ZWart dat over zijn kopje en om zijn mooie krulletjes spoelde, „Grrr..,. grp„„, Er O zo gauw... zo gauw, zo gauw, 5 gauwer dan je denken kon, ging de zomer en de zon, gingen de maanden na eikaar, ging het hele lange jaar; gauwer dan je denken kon, o, zo gauw, zo gauw, zo gauw, kwam de winter en de kou. Grijze dagen, haast geen licht. Binnen blijven, deuren dicht. Niet meer spelen in het gras waar het pas nog zomer was. Niet meer kijken...? Móet je kijken wie daar buiten in het gras, staat te pronken en te prijken alsof 't weer zomer was. Als een klein wit watten vlokje zwaait daar in het groen een'klokje over 't gras en lege paden, 't zingt heel zacht, niet te verstaan, maar je kunt het toch wel raden: 't Voorjaar komt er alweer aan! MIES BOUHUYS. WvVWV\\^NAAAWVVW^WVVVV%V>AAA\<VV En zo kreeg Kroesje zijn kans; toen de boer het hek je opendeed om moeder Bet- je met haar dochter Betje Twee door te laten, schoot Kroesje het weiland uit. De boer merkte het nietmoe der Betje had alleen maar ogen voor Betje Tioee en moeder Maartje werd net aangesproken door moeder Mietje die haar kinderen kwam laten zien. Alleen de kleine Betje Twee keek even verbaasd om toen dat vlugge lammetje langs haar heenschoót. Kroesje huppelde het erf over op zoek naar de rest van de wereld. Het viel te gen. Er was alleen het erf, het huis en de stal, dje zit een lam in de sloot", gromde een varken, „hier, hier is het." Ja, werkelijk, met veel ge spartel dook Kroesje uit 't water op. Zijn pootjes krab belden angstig naar grond en dat vond hij gelukkig, vlak naast mevrouw Knor, <jie piet haar twaalf kinde ren in de modder zat. Toen Kroesje het water uit zijp krulletjes had geschud vroeg hij bibberend: „waar is mijn weiland?" Mevrouw Knor haalde haar grote neus op. „Dat weet ik niet, kind. Het kan overal zijn. Dit is het varkenswei land." „Oo", zei Kroesje enkel en verbaasd keek hij naar liaar twaalf blote kinderen. „Dit is een slecht stuk van de wereld", dacht hij, „hier hebben ze niet eens krulle tjes". Hij dwaalde maar wat rond, had eigenlijk al lang genoeg van ail es, maar wou dat nog niet bekennen, Net toen bij eindelijk wat was opgedroogd begon bet te regenen. „Een dak.,., ik wil onder een dak!" mek kerde hij, Opeens merkte hij dat hij onder een dak zat, want naast hem pleusde de regen door, maar hij zelf zat droog, „Dit is het "goeie deel van de wereld!", riep hij, „hier krijg je wat je vraagt!" „O, ja?", vroeg een grote stem en meteen }iep het dal? boven hem weg. „Blijf hier, dak!", schreeuwde Kroesje. „Ik heet geep dak, ik heet Bles", gei' het dak en het draafde klepperend weg. Kroesje was nu echt ö'nge- lukkig, maar nog altijd gaf hij de moed niet op. Hij zocjit net go lang tot hij weer een hekje naar het erf vond. En wat zou nou beter ge weest zijn dap zo gauw hij kon nap,r zjjn weiland terug te gaan. Maar nee, Hij liep een deur van het huis in. Hij dacht dat het de stal deur was, maar dagr leek het helemaal niet op, Er stonden veel dingen op houten poten en naast een groot zwart glimmend ding met éép oog vak Vl«F gag Kroesje een grote mand. „Dit is het goeie deel!", riep Kroesje, want; hij zag op eens drie diertjes even groot en even Wit als hijzelf heer* lijk warm opgerold in die mand liggen. Hij kroop er gauw bij in, gl maakten de diertjes wel rare geluiden en al roken „Hé, het regent...... m'n was!" Flop tijd binnenkomt!" Flop rent met een schikt geweldig. Hij heeft pog geen arm voi wasgoed door, de tuin naar tien minuten geleden de was te dro- de deur van de keuken. De regen gen gehangen in een heerlijk voor- klettert om hem heen op de grond, jaarszonnetje en nuis het plot- En op het wasgoed. Het gaat har- VERgCHRIKKELIJK. Flop verliest zijn evenwicht en valt languit de keuken in. Zijn was is gelukkig b?n- nen, zullen jullie met een zucht zeg gen. MIS, de was is inderdaad bin- seling gaan regenen. Flop rent de tuin in naar de was lijnen toe. Roetsj, rats-rits gritst Flop de was van de lijnen. „Pie knij pers kunnen wel blijven hangen", denkt Flop, als m'n was maar op. der regenen. Flop ga,at harder lopen. De (\mv staat open. Flop heeft grote haast. Hij let niet meer goed op. „Au!" roept Flop plotseling,, want hij stoot zijn tenen aan de drempel van de keukendeur. Het gevolg'? pen, maar drijft midden in de met water gevulde wastobbe die daar nog stond. Flop kan wel huilen van nijd. „Nou kan ik weer helemaal opnieuw be ginnen. Nou had ik hem wel buiten kunnen laten hangen ook!" ze heel anders dan lammer tjes. Het teas er heerlijk! „Hier blijf ik altijd!", riep Kroesje, en die drie ande ren worden vast nog wel vriendelijkerMaar net toen hij in mon slapen hoor- de hij een afschuwelijk ge grom vlak boven mijn kop je, Een geweldige open bek met verschrikkelijke tanden bewoog voor zijn ogen heen en weer, „Mek,.,, mek", huilde Kroesje en hij deed zijn ogen maar dicht, want hij begreep dat hij nu toch echt in een verkeerd gtulï van de wereld zat en dat het waarschijnlijk met hem zou zijn afgelopen, Het grommen hield op. Kroesje durfde nog steeds njet te kijken, maar hij voelde dat een grote ruwe tong hein even aanraakte. Hï,j kromp jn elkaar. N»! ging het ge beuren Opeeps merkte hij dat hij zweefde. De geweldige bek had hem beetgepakt en droeg hem weg. Maar pijn deed het niet. Herta de hond had hem precieg bij zijn velletje beet. Ze zette hém gewoon buiten de deur. „Je hoort hier niet, niet bij mijn kinderen", wou ze daarmee zeggen. En net op dat ogenblik deed de boer het hekje vap het sehapenland open en liet de moeders met hup lamme tjes erdoor om ?e voor de nacht paar binnen te bren gén, Alle sobapemoeders en hun kinderen stonden stokstijf van schrik toen ze zagen wat er gebeurde. Maar et' gebeurde verder niets. Herta draaide zich om en ging in huis. De boer joeg de moeders en de lammetjes op, ook Kroesje, die op bib- berpootjes naar zijn familie was gedribbeld, Nop, en in de stal kwamen de verhalen. Pat begri'jp je; over paadjes die geen paadjes gijn. over dieren zonder krulletjes en over daken die boyen je weglopen. En natuurlijk over de mon sters die je In hun bek weg dragen. „Je hébt geluk ge had", schuddebolden de ou de schapen, „als Herta ge wild had,,.,." „En ga Je nou morgen weer naar een ander stuk van de wereld zoeken?", vroegen de Ideiue lammetjes aan Kroesje. HJj schudde zijn kopje. „Ik wil er niet meer van horen", zei hij, „Het deugt er niet. Voor mij is er maar één stuk van de wereld dat fijn is en toeval lig wonejf^vil daar." „Mè", knikte» alle schapen- moeders, „mè„„ ZÓ is het," Het zestienjarige meisje Elizabeth Compton, dat een schoonheidswed- Strijd gewonnen heeft, mocht als be loning een reis naar Florence (Italië) maken, Bovendien viel haar de hoge eer te beurt door de beroemde schil der Annigoni die ook portretten maakte van koningin Eliza,bet.h en prinses Margaret vereeuwigd te worden. We zien haar hier met het schilderij gefotografeerd in de studio vim de schilder. Hartelijk dank voor zo'n onmogelijke puzzel. Als niet wat anders heeft stop er dan mee, bah wat een ding. Blijf toch bij het eenvoudige, dan kan iedereen meedoen." Pit is dan één van de reacties, die wij op de puzzel van deze week kregen. Een andere luidt t „Onderstaand gelieve U aan te treffen mijn oplossing van uw interessante puzzel van deze week. Nog meer zo!" Zo zie je maar weer hoe tegenstrijdig de meningen van de mensen kun nen zijn. En zie dan maar het iedereen naar de zin te makon, dat is ook niet gemakkelijk. De een wil graag een moeilijke puzzel, de ander heeft liever een minder ingewikkelde. We hebben nu alle weken nog eenvoudige opgaven gehad, en daarom was zo'n ander soort puzzel wel weer eens leuk. Tenminste zo dachten wij erover,-Die ene inzender blijkbaar niet* zichzelf mopperend Ie onmenselijke toe- 28. §yer standen in het Romeinse Rijk en achteloos wuivend naar de voorbijgangers die hém met ontzag groetten, liep Tekko de stad in! „He wat is dat voor een oploop op dat plein?" schrok onze vfiend uit zijn gepeins op. „Zeker een verkeersonge luk!" Met de ellebogen drong hij '<4ich dooi' de me nigte naar voren en bleef toen plotseling stokstijf staan. Hoorde hij dat goed. „Wie biedt? Wie biedt?" Schreeuwde een als Romein gekledp kerel vanaf een platform, terwijl hij de bi ceps van een in de ketenen geslagen man met ontblc, bovenlijf toonde. „Een echte slavenmarkt verwonderde zich Tekko en laaiend van drift schreeuwde hij opeens verontwaardigd: „Dat is laag! Dat is beestachtig! Laat die men sen ogenblikkelijk vrij! Leven we hier in een vrij land, ja of nee?" „Bemoei U er, niet mee Taksius!" reageerde direct een onbehouwen dikzak die naast Tekko stond. „Heb ik soms geen reclit meer om slaven te kopen? Ik, die mijn bezit eerlijk bijeen geplunderd heb in de aan onze keiler onderworpen gebieden!" Nieuwe opgave voor het a.s. week einde: Horizontaal: 1 drassig land; 6 veeg- werktuig; 11. bedwelming; 12 overge bleven; 14 uitroep; 15 Romeins kei zer; 16 onbegroeide; 17 deel van een mast; 19 ben horizontaal uitgestrekt; 21 muziekinstrument; 22 stekelig zoogdier; 23 dwingeland; 25 stenen berg; 26 ijl, teer; 28 de Strand jutter" (bek. boek); 30 meisjesnaam; 31 dfïjfijzer; 33 brutale kinderen; 34 boom; 35 meisjesnaam; 36 het ruw gebruiken van kraoht; 40 sok; 44 hulde; 45 wiel; 47 ijzerhoudende grond; 48 wild zwijn; 49 gewicht v. d. emballage; 50 ligt op het Zuidel. schiereiland van Celebes; 51 ssjük; 54 insoctendodend stof; 55 element, a fly.; 56 gebed; 58 en; 61 hoge akker; 1-62 zuiveren, pnsclnddigeu: 64 verko per: 66 groep volgens aanzien; 69 Deftige versterking'"van „doch". Verticaal. Burgerlijk Wetboek; 2 grote rivier in Nederland; voorte ken; 4 vóór; 5 vrijer; 6 grote beker; 7 onze stammoeder; S in eigen per soon; 9 hulde; 10 naar mijn mening; 11 cilindervormig toestel dat voor beweging dient; 13 bevalligheid; 14 meisjesnaam; 18 stad in Drente; 20 geel gekleqrde; 21 wie voor iemand instaat; 24 klip; 27 voorstelling; 29 afnemer; 3? lidmaat; 33 Bond v. Ne- derl. Architecten; 36 trant; 37 on dervind; 38 ouderloos kind; 39 koe; 41 metaal; 42 gelijk; 43 drietal; 45 woédend; 46 droevige; 52 meisjes naam; 53 jongensnaam; 56 stang (i. d. mond van paarden); 57 boom; 59 Nederlands; 60 enzovoort; 63 hoge akker; 65 tussenwerpsel. Alje inzendingen moeten uiterlijk woensdagavond in het bezit zijn van de P, Z. Ct., Walstraat 58 te Vlis- singen onder vermelding van het woord „Puzzelrubriek." De winnaars werden: De heer C, Kuyper, Haneweg 3 te Ouwerkerk 5—; mevrouw" E. A, VisseiwWoudstra, Nadorstweg 32 te Middelburg f 2,50; do heer C. A. van Wijngaarden, Badhuisstraat 45 té Vlissingen 2,50; niêVFPUW J. Ris- seeuw—Rosendaal, Bruggendijk 6 te Zuidzande 2,50; en mevrouw B. Me- rison-^Dingemanse, Beatrixlaan 14 te Goes 2,50. De oplossing was:

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 7