Eerste deel in het Nederlands van de roman „Dokter Zjivago C DEFOE: 300 jaar geleden geboren Ontwikkeling der Amerikaanse kunst „Gedichten": ook poëzie in de vertaling van Charles Timmer D Hij schreef meer dan alleen Robinson Crusoë Een tentoonstelling, die twee eeuwen omspant H ZATERDAG V FEBRUARI 1959 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 9 V WERK VAN BORIS PASTERNAK Het is geen gemakkelijke taak, iets steekhoudends te zeggen over een boek dat men nog maar voor de helft gelezen heeft, en een dichter te beoordelen naar een fragmentarische bloemlezing die men dan nog enkel in vertaling kent. Doch daar het hier Boris Pasternak betreft, van wiens geruchtmakende roman „Dokter Zjivago" thans het eerste gedeelte in de Nederlandse taal verschenen is, en van wie on geveer gelijktijdig een bundel „Gedichten" uitkwam die werk bevat van 1917-1956 volgen hier toch een paar voorlopige opmerkingen, waarbij we echter nadrukkelijk aantekenen dat we ons eindoordeel opschorten tot het werk volledig verschenen zal zijn. Boris Leonidowitsj Pasternak werd In 1890 in Moskou geboren uit een kunstzinnige familie: zijn vader was een bekend kunstschilder, o.a. be vriend met Tolstoï en Rilke, en zijn moeder een hoogbegaafd pianiste. Hij schijnt van beide iets te hebben geërfd: zijn werk getuigt van een vaak schilderachtige visie, en heeft sen grote muzikaliteit. (Hij heeft zelfs enige tijd muziek gestudeerd onder Skrjabin). Verder studeerde hij rechten en filosofie. Afgezien van enkele reizen, o.a. in 1935 naar Parijs, heeft hij het grootste ge deelte van zijn leven in en nabij zijn geboortestad Moskou doorgebracht Hij schreef vele bundels gedichten, enkele verhalen, een autobiografie, en werkte tien jaar lang aan de tweedelige roman „Dokter Zjiva go". Zijn gedichten hadden hem Letterkundige kroniek door HANS WARREN reeds lang doen opvallen als een uitzonderlijk talent, en zoals thans overbekend, is vooral de in Rusland verboden roman „Dokter Zjivago" aanleiding geweest hem de Nobel prijs voor literatuur te verlenen, welke onderscheiding hij, na een verheugde aanvaarding, opeens af- {^"ï^en^die h^ wees. loslaat om ze later weer bij de ge- boek leest al9 een gewoon boek, daarbij vergetend dat juist deze volkomen individuële, vrije en kri tische toon, in het huidige Rusland iets unieks is en van grote moed gteuigd. Anderzijds kan 't de on bevangen lezer verbazen (nog maals, voor zover dit eerste deel betreft) dat een staat zó beducht is voor kritiek dat het een werk als dit als een groot gevaar be schouwt, en verbiedt. (Al sedert 1936 is het werk van Pasternak in de Sowjet-Unie niet meer herdrukt en de aanvankelijke permissie, na Stalins dood, om „Dokter Zjivago" ook in Rusland te laten verscnij- nèh, werd weer ingetrokken). it eerste deel bestrijkt een tijd- vak van het begin van eeuw tot aan het begin van de Russische revolutie. Pasternak heeft dus het verhaal laten beginnen in de tijd waarin hij zelf bewust begon te worden; door romanfiguren ongeveer de eigen leeftijd te geven, verleent men licht een toets van authenticiteit aan een werk, en inderdaad is Zjiva go aan het begin van het boek nog een kind, en zal de groei van de hele in menig opzicht overeenkomst ver tonen met Pasternaks eigen innerlij ke ontwikkeling. Pasternaks werkwijze doet aan een mozaïek denken (en een enkele maal dringt de vergelijking met „droog zand" zich wel eens op, met name in 't begin van de roman en ook in som mige gedichten). Hij werkt met tal loze kleurige fragmenten, die hij aan- en in elkander past, en met zeer vele Evenals de meeste belangstellen den tasten wij in het duister aangaande deze gang van za ken. Zoals meestal in politieke ver wikkelingen, kent vrijwel niemand precies de waarheid en de drijfsveren en we kunnen U niet vertellen of Pas ternak zich inderdaad geheel vrijwil lig terugtrok toen hij merkte dat zijn werk niet enkel geprezen werd om de literaire merites (dat er dus politiek in het spel was) of dat er dwang op hem werd uitgeoefend toen deze bekroning aanleiding werd tot politieke verwikkelingen en harts tochten of om nog andere redenen. Hoe dit ook zij: „Dokter Zjivago" moet hier op zijn literaire waarden beoordeeld worden en niet op zijn po litieke of zijn eventueel geëngageerd zijn. We laten dus verder het duiste re politieke spel voor wat het is, om ons enkel met de roman als kunst werk bezig te houden. Dan valt toch inderdaad allereerst op dat dit boek de uiting is van een vrij mens, niet de uiting van een mens levend en passend in een totalitaire staat. Dit is voor ons, mensen nit een democratisch land, zó vanzelfsprekend, dat menigeen die dit eerste deel begint te lezen en dan mogelijk direct de felste aanvallen op het Sowjet-regiem verwacht, „niets merkt" en het ullurele cavalcade DE „FEDERATION internationale den jeunesses musicales" heeft even als vorig jaar een compositiewed- strijd uitgeschreven, waar Neder landse componisten onder de 35 jaar aan kunnen deelnemen. De belcroon- i werken zullen worden gepubli ceerd. De composities mogen reeds gespeeld zijn. HET OPERABALLET en het Ballet der Lage Landen zullen vermoedelijk per 1 september een fusie aangaan. De plannen daartoe zijn reeds verge vorderd. Vast staat, dat de artistieke leiding zal komen te berusten bij Ma- scha ter Weeme, de leidster van het Ballet der Lage Landen en Johan Verdoner, directeur van het Opera ballet. De taak van beide ensembles wordt overgenomen door de Stich ting Amsterdams Ballet". WIM SONNEVELD zal op 25 febru ari voor de B.B.C.-televisie een show verzorgen, met o.a. Ellen Vogel, Johnny Jordaan, Marianne Hilarides en Conny Stuart, zodat de Britten dan een uitgesproken Nederlands programa te zien zullen krijgen. Een maand later zal Sonneveld een een- mansshow voor de Britse televisie verzorgen. HET ENIGE toneelstukdat de No belprijs-winnaar "William Faulkner heeft geschreven Requiem for a Nun", zal in de loop van dit jaar door Darryl F. Zanuck Productions worden verfilmd. In Londens West end had het stuk bijzonder veel suc ces. beurtenlsseb té betrekken, soms nog weer onder een andere naam. Zo be gint zich langzamerhand het patroon duidelijker af te tekenen, en dat is vaak groots. Door deze speciale werk wijze (vele personen in vele situaties) krijgt men reeds in dit eerste deel, dat toch nog geen 300 blijdzijds be slaat, de indruk van Sen zéér uitvoe rige, zeer rijke roman. Prachtig zijn vaak de poëtische evocaties van lief de en natuur, als miniaturen gevat in het geheel. Wanneer het binnenkort te verwach ten tweede deel verschenen zal zijn zullen we de inhoud hier nader be spreken. Naar onze smaak komt dit eerste deel vrij traag op gang; het duurde geruime tijd eer onze belang stelling echt gewekt werd, maar naarmate we verder lazen, raakten we meèr en meer geboeid. Moeilijk is het ook, een opinie te geven over Pasternaks „Gedich ten" Charles B. Timmer vertaal de er een 25-tal, uit allerlei perioden gekozen, zodat men zich enigermate een indruk kan vormen van zijn ont wikkeling. Pasternaks poëzie, vooral zijn oudere, is tamelijk duister, vaak chaotisch zelfs, en zulke poëzie ver talen is geen gemakkelijke opgave, terwijl het bovendien haast ondoen lijk is uit die vertalingen de kwaliteit van de originelen op te maken. Naar mate Pasternak ouder werd, wordt zijn poëzie algemeen verstaanbaar. We moeten bekennen dat uit deze vertalingen slechts zelden de vonk haar ons over sloeg, en dat stellen we zeker niet op rekening van Timmer, want we hadden dezelfde moeilijkhe den met Franse en Engelse vertalin gen van zijn verzen. In tegendeel, het fijkt ons dat Timmers vertaling zeer goed te noemen is, het is althans Ne derlandse poëzie geworden, de hoog ste lof die men een vertaler toe zwaaien kan. We noemen „Uit Bij geloof", „In het bos", „Zo is het be gin", „O, had 'k vermoed", „Hamlet" en bovenal als 't schoonste en ontroe rendste „Een Winternacht", maar troffen ook verzen aan als „Schrei niet' 'en „De Vleugel likt" die we ronduit slecht vinden, althansin vertaling. (Onbegrijpelijk hoe de taal fout „des werelds" in „Mijn schoon heid" kon blijven staan!) De tekst geeft links het Russisch, rechts het Nederlandse. We schrijven tot slot een der kortere verzen over, het uit 1956 daterende HAMLET De zaal werd stil. En ik betrad de planken. Ik draal nog even leunend aan de deur En ik vang op In verre echoklanken Wat in mijn levensloop met mij gebeurt. Op mij richt zich het duister, altegader En duizenden binocles draaien aan. Indien het mogelijk is, abba, Vader, Laat deze beker ditmaal langs mij gaan. Ik hoef mij niet voor deze rol te schamen Be heb jouw eigenzinnig oogmerk lief. Maar wat nu gaat, dat is een ander drama, En liever zag ik dat je mij onthief. Maar de vijf acten volgen vaste regel En onafwendbaar eindigt ieder ding. Ik ben alleen. En alles wordt gehuichel. Het leven leven is geen wandeling. Boris Pasternak: Dokter Zjivago. eerste deel; vert. Nico Scheepmaker, A. W. Bruna en Zoon, Utrecht. Pasternak: Gedichten, vertaald en ingeleid door Charles B. Timmer. G. A. van Oorschot, Amsterdam. (Van een onzer redacteuren) In het oude hart van Londen schonk 300 jaar geleden de vrouw van slager Foe het leven aan een zoon. De vrome vader gaf de nieuwgeborene de oud-testamenti- sche naam Daniël. Hij koesterde de hoop deze zoon eens als prediker op de kansel te zien. Maar zoals het wel meer gaat met warmgekoester- de wensen, ook deze ging niet in vervulling. Daniël werd kousenma ker, later fabrikant van dakpannen ging tweemaal failliet en maakte kennis met schandpaal en gevang... Toch werd dezelfde Daniel Defoe wereldberoemd. Op 60-jarige leef tijd schreef hij „Het leven en de vreemde wonderbaarlijke avontu ren van Robinson Crusoë". Het boek, in zijn soort destijds een we reldprimeur, kwam op 25 april 1719 van de pers en werd vrijwel direct populair. Reeds binnen het jaar waren acht herdrukken nodig. De eerste Nederlandse vertaling was er al in 1720. Sindsdien werd het verhaal in bijkans alle talen ter wereld gedrukt en is er nauwelijks iemand te vinden, die niet in hoge mate werd geboeid door Robinsons avonturen op het eenzame oceaan eiland. Daniel Defoe had een merkwaardig I leven achter de rug voor hij, dank zij het avontuur van de Schotse zee- j man Alexander Selkirk, kwam tot! het beschrijven van de belevenissen; Deze foto laat zien hoe de Amerikaanse president Eisen- heiver (links) tijdens een plechtigheid in het Witte Huis te Washington de gouden me daille van de Nationale Geo grafische Vereniging van de V.S. heeft uitgereikt aan de Britse poolvorser Sir Vivian Fuchs. Sir Vivian kreeg ook de Hubbard-medaille van ge noemde vereniging, van welke medaille in totaal tot heden nog slechts 17 exemplaren wa- ren uitgereikt. Hij kreeg de medaille voor ,yzijn briljante leiderschap van de zuidpool- i expeditie van het Britse geme- nebest en voor zijn buitenge wone bijdragen tot de geogra fische kennis van het zuidpool- gelden zich de politieke en godsdien stige twisten van het Engeland in de tweede helft van de zeventiende eeuw. Het feit dat zijn vader als Dissenter teen lid was van de Engelse kerk ield de deur van de universiteit voor de zeer intelligente Daniel gesloten. In de handel mislukte hij, al deed hij tijdens zijn reizen door Europa erva ringen op, die hem later goed van pas kwamen. Geheim agent Daniel werd tenslotte beroepsjour- nallst. In die tijd was het ge woonte, dat personen met een vaardige pen in dienst traden van personen, groepen of zelfs regerings functionarissen. Dit om hen in ge schriften te verdedigen of te helpen grotere invloed te krijgen dan wel carrière te maken. Zo diende Defoe als politiek pamflettist de liberale Whigs en later zelfs als „geheim agent" koning-stadhouder Willem de Derde. Aanzienlijken in Engeland hadden de Hollandse stadhouder, getrouwd met Mary, oudste dochter van de hertog van York, uitgenodigd het protes tantse volksdeel van Engeland in bescherming te nemen tegen de ka tholieke regering. In 1688 landde Wil lem de Derde met zijn troepen in de baai van Torbay. Het leger onder be vel van James Churchill (de latere hertog van Marlborough) sloot zich bij hem aan. En ook Daniel Defoe, Deze Engelse houtsneden uit de achttiende eeuw illustreer den vrij primitiefdoch zeer aansprekend een der bewerkin gen van Defoes Robinson-ver- haal. Het eerste brengt de schipbreuk in beeld. Op het an dere prentje ziet ge Robinson geholpen door Vrijdag in strijd gewikkeld met een groep kan nibalen, die juist op het punt staat een gevangen blanke (geheel linkste roosteren Een der weinig bekende afbeel dingen van Daniël Defoe. in Willem de man ziend, die vrijheid van godsdienst kon brengen, stelde zich in zijn dienst. Hij deed dat ook met de pen en schreef in 1701 het satirische gedicht „The trueborn Englishman", waarin hij de vooroor delen tegen een buitenlands vorst be streed. Dit bezorgde Daniel zelfs een koninklijke onderscheiding. Rozen Hoewel goed bedoeld bracht een volgend beroemd geworden pamflet hem weer ongeluk. Daarin raadde hij de regering (Wil lem de Derde was al overleden) aan de Dissenters tot heil van de staat (Van een bijzondere medewerker) Het spreekt vanzelf dat de kunstgeschiedenis in de Verenigde Staten de geschiedenis van het land weerspiegelt. Het knappe maar fantasieloze handwerk van die allereerste schilders, het daarop volgend tastend streven naar creatieve uitingen, het onvermoeid zoeken naar en het uiteindelijk bereiken van een natlo- onale beleving in de kunst dit alles ging hand in hand met de groei van het nieuwe land. En juist deze wisselwerking van krachten van de grote bewegingen in het buitenland met de eigen opvattingen en doelstellingen van de Amerikaanse kunstenaars maakt vooral de evolutie der schilderkunst in de Verenigde Sta ten zo ongelooflijk interessant. Hiervan werden wij ons wederom bewust op de tentoonstelling, die onder de titel „Veertien Amerikaanse Meesters Schilderijen van de Koloniale Tijd tot Heden" in het Metropolitan Museum in New York gehouden wordt. Deze kunstwerken omspannen twee eeuwen en aan de hand van ongeveer tweehonderd schilder stukken. Een van de charmantste verzamelingen op de tentoonstelling zijn de schilderijen van John Singeleton Copley. Deze belangrijkste portret schilder uit de Koloniale Tijd en misschien wel de grootste die de Verenigde Staten hebben voortgebracht is de man van het Portrait d'apparaat, de Rococco-stijl, die een persoon weergeeft in zijn dagelijkse omgeving. Copley wist met buitengewoon succes de karakteris tieke uitdrukking en gebaren van zijn model te treffen en beeldde hem uit met warmte en in felle kleuren. Een andere schilder uit die tijd, wiens wer ken grote bewondering hebben geoogst, is Gilbert Stuart, die aan het nageslacht het best bekend is door zijn portretten van Ge orge Washington. Het is dan ook een feit dat men zich van de eerste president alleen dank zij de werken van Stuart een visueel beeld kan vormen. Zijn portretten worden gekenmerkt door een zekere gereserveerd, volkomen rust van zijn model en een ver waarlozing van details en achtergrond. et portret bleef tot in het begin van de negentiende eeuw de belangrijkste rich ting waarin de schilderkunst zich stylis- tisch van het neoklassieke formalisme tot de uitbeelding van gemoedsaandoeningen ontwik kelde, zoals we bijvoorbeeld in de werken van Eastman Johnson zien. Vooral in zijn „Two Men" bereikte hij een psychologische inleving, die de Amerikaanse portretkunst tot nieuwe hoogte verhief. Realisme ziet men in de werken van Georges Inness, een kunstenaar die hoofdzakelijk auto didact was en wiens eerste werken zoals Peace and Plenty, een allegorische voorstelling van het einde van de Burgeroorlog de schil derstukken van anonieme kunstenaars van de zogenaamde Hudson River School volgden; la ter was hij een baanbreker van het lyrisch impressionisme. Een andere realist was Thomas Eakins die ronduit alles zoals hij het zag op het linnen overbracht. Een van zijn bewonde renswaardige werken is het naargeestige portret van zijn vrouw met een hond. In de laatste decennia van de 19de eeuw ge raakte een aantal Amerikaanse kunstenaars onder invloed van de Impressionisten en van de Japanse prenten tekenaars: James McNeill Whistler met zijn verrukkelijk koele harmonie van kleuren en volmaakte indeling van het vlak; John Singer Sargent, wiens gracieuze en levendige stijl hem tot de meest gezochte por trettist van zijn tijd maakte, zowel hier als in Europa; Mary Cassatt door velen de groot ste Amerikaanse kunstenares van alle tijden genoemd die moeders en kinderen met gro te warmte en innigheid schilderde en Childe Hassam met zijn frisse en opgetogen stijl, die meer dan enig ander kunstenaar de geest van het Impressionisme naar de Verenigde Staten heeft gebracht. Genoemde kunstenaars zijn op fraaie wijze op deze tentoonstelling verte genwoordigd. In het begin van de 20ste eeuw kwamen de kunstenaars in opstand tegen de matte esthetische levensbeschouwing van de Im pressionisten, eerst door de acht Amerikaanse schilders in hun tentoonstelling in 1908 en ver volgens door de deelnemers aan de New York Armory Show in 1913. Een van de kunstenaars die met laatst genoem de show een belangrijk aandeel heeft gehad aan de introductie van de moderne kunst in de Verenigde Staten was Walt Kuhn. Een an dere belangrijke kunstenaar uit die tijd was John Steuart Curry, die onder de naam The American Scene een schildersschool vestigde. Dichter bij het heden staat de in 1953 overle den John Marin, de meest originele en conse quente kunstenaar in Amerika. Hij is hier door dertig werken vertegenwoordigd, vanaf zijn vroege explosieve „stadsgezichten" van New York tot zijn latere land- en zeeschilderstukken van de staat Maine. Hij maakte bij voorkeur waterverven en gebruikte daarbij een oorspron kelijke staccato stijl. Ook twee hedendaagse schilders behoren tot de 14 meesters in Metropolitan: Georgia O'Keeffe, die algemeen wordt beschouwd als de grootste levende schilderes; haar beheerste vormgeving en zuivere proporties hebben grote invloed uit geoefend op de toegepaste vormgeving en zelfs op de architectuur en Edward Hopper, de „deken" van de levende Amerikaanse artiesten, nier onderwerpen de Amerikaanse stad en de vrije natuur vormen, weergegeven in al hun schoonheid en lelijkheid. uit te roeien. Daar Defoe zelf tot de Dissenters behoorde, was het stuk duidelijk ironisch bedoeld, maar zo fel geschreven, dat zelfs zijn mede standers erdoor in verwarring raak ten. Als straf zette men hem in Lon den drie dagen aan de schandpaal. De man was echter al zo populair, dat de menigte hem niet sarde, maar zijn schandpaal met rozen versierde... Overmoedig geworden, schrijft Da niel dan een loflied op de schandpaal, welk stuk poëzie door de Londenaars op straat grif werd verkocht, hetgeen hem voor achttien maanden in de cel doet belanden... Defoe's geestkracht brak er niet door. Want van 1704 tot 1713 gaf hij zonder medewerkers „The Re- view", een der eerste Engelse kran ten urt, die de voorloper werd van de later zo beroemde „Spectator". In 1715 nam de Whig-regerïng De foe in dienst. Zijn opdracht, die hij vele jaren vervulde, was een zeer merkwaardige, en in feite weinig eervolle. Hij werd redacteur van een Tory- blad, en schreef er wekelijks een ar tikel in gericht tegen de regering. Het was voor de bewindslieden schijnbaar vernietigend, maar in we zen zo zwak, dat de gehele argumen tatie door en ten voordele van de regerende partij, de Whigs, kon wor den weerlegd. Hetgeen ook de be doeling van Defoe was. Een duister beroep. Robinson Juist weer zonder werk en als 60- jarige vader van zeven kinderen ernstig bezorgd hoe zich een vol doend inkomen te verschaffen, kwam Daniel Defoe het avontuur van de Schot Alexander Selkirk ter ore. Hij reisde spoorslags naar Bristol om de avonturier persoonlijk te interviewen. Selkirk, mastenmaker od de galei j „Vijf havens", kreeg op zee ruzie met j kapitein Stradling om een herbergier ster, waarop beiden verliefd waren. Stradling zette zijn matroos op het onbewoonde eiland Juan Fernandez, 300 mijl uit de kust van Chili, aan land. In verwilderde staat, gehuld in geitevellen, leefde Selkirk daar onge veer vijf jaar tot hij dezer dagen juist 250 jaar geleden werd bevrijd door het Britse schip „Duke". Selkirks verhaal schonk Defoe de stof voor zijn boek, dat direct be roemd werd. Bij het schrijven ervan gaf Defoe zijn eigen fantasie ruim baan, getuige alleen al het feit, dat hij Robinson Crusoë' niet vijf maar wel 25 jaar op het eiland Iaat door brengen. Defoe toont zich in de aan sprekende „Ik-stijl". waardoor de le zer zich met Robinson vereenzelvigt, een meesterlijk verteller en een knap psycholoog. Hij weet zijn verhaal door de eerlijke toon als pure waar heid te verkopen. Daarenboven is het in hoge mate boeiend. .Robinson Crusoë" wordt beschouwd als de eerste werkelijke roman uit de Engelse literatuur. Het geheim, dat het boek nog steeds, zelfs in deze tijd van ruimtevaart, nog uitermate boeit, moet vrij zeker daarin worden gezocht, dat Defoe ons jaloers maakt on Robinson, die als een vorst op zijn e'land leeft en alles wat hem om ringt aan zich dienstbaar maakt. Hij heeft een heel eiland om mee „te spe len". Daniel Defoe werd hernemd en rijk en toch blijven rijn Jon trie levensja ren (bij stferf 21 anr-T 1731) in een vrij onbekende, duistere sfeer. Hij moet zelfs straatarm riin gestorven. zi.jn van Defoe ongeveer 250 boeken en «resebrieten hekend. Hij schreef behalve de Rnhóison tal van romons en novellen. Welk een aennerne'ïik hee'd Defoe's nen wist on bonwen. htpek ook nit riin in 1722 verohenen Hsirhopk v°n een ramnïoo»-". Wi>nrn men verh»T,ffpnr|e besri»riirino-on rind* over de nest. die ronden teirierf- ?s nPfoe een MilfOe'd ,B voornrripHUr fonfos'© aan het woord, want foeu de nest Tonden tr0f. was Defoe een kind van drie .jaar DE ACTEUR, Kir Laurence Oliver is na een afioezinhMd van acht laar teruggekeerd in rrn7ifnnood Vonr het spelen van de hoofdrol in .Snarta- CUs" een film die wor^t opgeno men door Universal International. Oliver won in 191/8 een Oscar voor zijn vertolking van Hamlet. DE HAAGSCHE Comedie zal zater dagavond 1$ februari in de Koninklij ke Schouwburg te Den Haag de pre mière geven van .^Antigone" van Sophocles. Max Croiset voerde de regie. DE NEDERLANDSE cellist Anne Biilsma uit het orkest van de Ne derlandse Opera te Amsterdam heeft samen met de Tsjech Joseph Chuchro en de Zwitser Rama Junker de eer ste plaats bezet hl het tweede inter nationale celloconcours, dat te Japa- la i?r Mexico is gehouden. Ere-voor- zitter van de jury was de beroem- le cellist Pablo Casals.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 5