Puzzel-rubriek DE AVONTUREN VAN FLIP EN FLOP Tekko Taks duikt in het verleden Pjoiter de Beer wilde zo graag GROEN 0/oo4twill ZATERDAG 7 FEBRUARI 1959 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Als Pjotterde trilde' beer, koning was", zei de wilde beer Pjotter tegen zichzelf, „nou, dan zou Mj het wel weten". Wat zou je dan weten vroeg een nieuwsgierig vogeltje boven Pjotteris hoofd. De ogen van Pjotter begonnen te glinsteren. Hij was nooit zo erg vriende lijk, zeker niet tegen nieuwsgierige vogeltjes, maar dit keer bromde hij o; zo zacht en vriéndelijk. „Als Pjotter de beer, koning was", zei hij„dan hoefde er geen één dier meer te sjouwen of te slepen. Dm kreeg iedereen te eten waf, hij of zij het allerlekkerste vond. En zo maar, zonder er iets voor te doen. Bovendien hoefde niemand meer bang te zijn voor grote dieren of jagerswant ik ben zo sterk als tien grote dieren en tien grote jagers tegelijk. Ja, vogeltje, als Pjotter maar koning was!" Het vogeltje-had met open sna vel gehiisterd. Nee maaiv dat was nog eens iets an ders dan de leeuw, die streng regeerde en toekeek of iedereen wél zijn werk deed! „Als Pjotter koning was..", floot het vogeltje met glin sterende ogen en rrrtsjjj... weg was het al naar zijn vriendjes in de bodem en op de grond. „Als Pjotter koning was..,", floten even later alle vogels. „Als Pjot ter koning was...", fluister den de hazen, konijnen en egels die ook hard moesten werken om aan de kost te komen. „Als Pjotter ko ning was..." dachten de vossen, de wilde zwijnen en de herten. „Stel je voor!" Toen iedereen erover praat te hoe heerlijk het zou zijn als Pjotter koning was, gingen ze in optocht naar de leeuw. „Majesteit", rie pen ze, „als Pjotter, de wil de beer koning wasStil te..." brulde de leeuw, „Pjotter is geen koning. Ik ben de koning. Aan het werk allemaal!" „Majesteit", riepen de die ren, „als Pjotter koning is hoeven we niet meer te werken". -De leeuw brulde opnieuw, maar nu van het lachen. „O, domme dieren", riep hij, „en hoe zou Je dan aan je eten moeten komen en hoe zou je weten of er geen gevaar dreigde?". ,fDat is het juist, den de dieren, die den omdat de leeuw hen dom had genoemd. Pjotter zorgt voor ons. We krijgen allemaal te eten wat we het lekkerste vinden en hij jaagt de grote dieren en de jagers wel voor ons weg". „Onzin", bromde de leeuw, /lachten jullie met je dom me domme hersens..." „Maar toen hij weer dom zei, kon hij niet uitpraten want de brutaalste dieren begonnen opeens te roepen: „Pjotter! Wij willen Pjot ter de beer als kpning!" En al heel gauw riep ieder dier, groot of klein dat mee. De leeuw werd eerst wit om zijn snorren; toen knikte hij. „Goed..." zei hij, „heel goed. Kiezen jullie Pjotter maar". Hij stond op van zijn troon en met langza me stappen verdween hij tussen de bomen van het bos. Nog geen twee minu ten later zat Pjotter de beer op zijn troon en liet zich door de dieven de kroon op het hoofd zetten. „Goed zo!" knikte hij toen liij helemaal koning was, „en nu stilte!" Alle vrien delijkheid was uit zijn ge weldige kop verdwenen, zijn ogen lachten niet meer «n zijn grote berenklauw beuk te op de leuning van zijn troon. Midden in het feest lied hielden de dieren op en staarden hem aan. „Ziezo", bromde Pjotter", en nu aan bet werk! Honing, er moet honing komen! Reusachtig veel honing! En wie hier niet voor donker terug is met honing zal ik weten te vinden en vermorzelen mét mijn klauwen". „Maar majesteit..." floot nieuwsgierig vogeltje boven hem, „U zei toch, dat we nooit meer hoefden te wer ken en alleen zouden eten wat we lekker vonden? „Dat is ook zo", gromde Pjotter; „maar dat gold al leen voor mezelf. Ik ben de koning. Ik mag zeggen wat er gebeurt. En wie het an ders wil..." Hij stond drei gend op en voor het eerst zagen de dieren wat een geweldenaar of hij wel was. Groter en sterker dan ieder- ze waren op zoek naar die ren, die ze wilden temmen en voor veel geld aan het circus wilden verkopen. Maar alle onderdanen van Pjotter waren net weer op een honingtocht ver weg en daarom vonden de jagers niet één dier. En toen za gen ze Pjotter op zijn berg je zitten. „Een pronkstuk", fluisterden ze, „zo'n beer heeft nog nooit iemand ge- Tk heb door twee glazen deuren die opengaan naar een balkon gezien hoe de winterzon een wonder liet gebeuren. Het begon met helemaal niets. Een gewone kale tuin. Behalve wat zwart en wat bruin geen kleuren, helemaal niets. Maar ik stond achter die deuren. Ik keek naar die tuin daar. En toen- toen zag ik het wonder gebeuren. Ik ontdekte het wonder van groen. 1 Ik weet nog niet wat.het zal worden: I een tulp of een hyacinth, 1 of enkel maar een groen sprietje 1 dat bewegen zal in de wind. 1 Zo kort als mijn kortste vinger 1 stak het omhoog uit de grond. 1 Ik had wel kunnen zingen 1 alleen al omdat het daar stond. J iliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuJsiiiiiiiiiiiiiiiiiöiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifT zien! Die moeten we heb ben!" Het was helemaal niet moeilijk om Pjotter te van gen, want hij was zó dik dat hij nog niet eens op een sukkeldrafje lopen kon. Bovendien kon zijn gewel dige lichaam niet eens tus sen twee boomstammen door. Dé jagers hadden hem zó. Aan een zware ketting dre ven ze hem voor zich uit. „Afgelopen... Het is met me afgelopen", suisde het iü de dikke kop van Pjotter. „O, wat ben ik begonnen? Had ik me maar nooit tot ko ning laten kronen". Opeens hoorde hij geritsel in de struiken; de jagers achter hem sloegen schreeuwend op de vlucht. „Een leeuw! Een leeuw!" hoorde Pjotter ze roepen en tegelijk merkte hij dat ze zijn ketting hadden losge laten. hebt geluk gehad, Pjot ter", zei een zwate stem. Vóór Pjotter stond de oude koning leeuw, die zich al die tijd van Pjotters rege ring had schuilgehouden. „Genade, koning" smeekte de beer en hij liet zich op zijn knieën vallen en stak zijn twee geboeide beren klauwen omhoog. „Ik wil geen koning meer zijn. Neemt U alstublieft de kroon". „Alles goed en wel", bromde de leeuw, „maar eei-st zul je de zaak hier in het bos rechtzetten. Een een! Stuk voor stuk slopen ze weg en voor het don ker werd kwamen ze terug met de honing die Pjotter besteld had. Een berg, een berg honing lag er voor zijn troon. Pjotter, de koning zat al lang niet meer op die troon.' Gulzig had hij er zich af la ten glijden en zich bijna be graven in de honingberg. Hij at en at; drie dagen lang at' hij door Toen was de berg afgegraven en moesten de dieren er op nieuw op uit. Veel verder weg moesten ze nu gaan, want in het bos was geen likje honing meer over. Gro- tochten moesten ze gaan ondernemen om hun koning aan zijn honing te helpen. Zelf kwamen ze haast niet meer aan eten toe en zo mager als lattén sleepten ze zioh voort. De enige die dilc werd was Pjotter. Hij werd zo dilc als nog nooit een beer geweest is. Hij zat op zijn honingberg en at maar; geen poot verzette hij meer. En toen kwamen de jagers; jaar lang zorg jij dat ieder een te eten heeft. En niet zo maar te eten. Nee, het lekkerste wat hij hebben wil. En bovendien houd je de wacht en vecht je met de grote dieren en de ja gers als dat nodig is." „Graag koning, heel graag" huilde Pjotter met tranen in zijn ogen en hij begon meteen. En toen de dieren uitgeput terugkwamen van hun verre honingtocht von den ze hun nestjes gespreid, hun voorraadkastjes eten en hun eigen oude ko ning op zijn troon. Alles is weer goed; de dieren zien er niet meer uit als magere latten; de vogels hebben weer tijd om te zingen. De konijntjes en hazen dan sen én huppelen weer. Iedereen kan. weer lachen. En dat doen zé ook; voor al als ze praten over hun eigen domme hersens geloofden wat Pjotter de beer zei. En verscholen achter de boomstammen luistert dan een magere beer met ket tingen om zijn klauwen naar hun gelach. Even staal hij dan stil en schudt zijn kop over zijn eigen dom heid. Maar dan rinkelen zijn kettingen a! weer en zoekt hij eten voor de vo gels, de konijnen, de vos sen, de herten en de wild zwijnen. Het lékkerste wat er is, want hij heeft vóél goed te maken. Mies Bouhuys De winnaars werden deze week weer: de heer P. Knuist, Rimmelandstraat 6 te Goes 5; de heer J. P. Fiegen, Veersesingel 170, Middelburg ƒ2,50; de heer C. H. van Schelven, Phoenix- straat 7 te Öuwerkerk 2,50; de heer J. A. Risseeuw, Hennequinstraat 16 te Oostburg ƒ2,50 en de heer T. J. van Duyn, Schuitvaartgracht 173 te Vlisshigen 2,50, De oplossing is: Nieuwe opgave: Horizontaal: 1 soort onderwijs, 3 half- (zangstem), 7 oorlogswinst, 9 grote trompet, 11 niet vals; onver mengd, 14 aangeslibd land; 16 klein werpanker, 18 naam v. e. onzer prin sessen, 20 stap, 22 vishaak, 24 lid woord, 25 in bezit nemen, 28 tijdperk, 29 maanstand, afk., 31 duivel, 33 en anderen, 34 houten gebouwtje, 36 le venswijze, 39 vader en moeder, 40 hectare, 42 vrouw van Abraham, 44 hetzelfde, 46 muzieknoot, 48 ingewij de, 51 zie 46, 62 lichaamsdeel, 54 doen verliezen, 56 grote plas zout water 57 sierplant, 59 klap, 60 olie (Latijn), 62 Romeins keizer, 64 lucht i.d. lon gen, 65 verkleed, masker, 67 soort haargroei, 68 element, 69 gevaarte, 70 lidwoord. Er is nu meer sneeuw gevallen. De hele nacht heeft het gesneeuwd. De volgende morgen is Flop direct be gonnen met zijn spél. Na een tijdje heeft hij al een grote sneeuwbal, die hij bijna niét meer voort kan duwen, zó zwaar Is hij. Hijgend stopt Flop, Vlak bij een brievenbus. „Dat is een idee", mompelt Flop en hij gaat snel aan het werk. Meer grote sneeuwbal len moeten gemaakt worden en Flop werkt als een paard. De brievenbus is al voor de helft bekleedt met Na è.en uur werken is het grote kunst werk gereed. Flop staat er trots naar te kijken. „Dat heb je mooi gedaan", klinkt opeens achter hem. Als Flop omkijkt, ziet hij een heer staan met een briefkaart in zijn hand. „Een mooie sneeuwpop", zegt de heer, „maar hier stond toch altijd een brie venbus?" Flop knikt. „Ja meneer, dat is zo.... maar die brievenbus staat er nog steeds, hoor. Kijkt U maar' Flop loopt naar de sneeuwpop veegt een grote mond in de kop en zegt: „Gooit U hier de briefkaart maar in, meneer. In de winter staat hier een sneeuwpop-brievenbus". De heer is ontzettend verbaasd, maar hij vindt het toch een leuk idee. Met een la chend gezicht gooit hij zijn briefkaart in de mond van de sneeuwman en hij knikt tevreden, als hij tegen Flop zegt: „Een sneeuwman, die brieven eet, leuk-" Maar Flop moest toch maar direct de sneeuw verwijderen. En daar ging zijn sneeuwpop. 16. Keurig netjes in het ge lid, de helm op het hoofd en schild en zwaard in de gla- hand, marcheerden de -Jiatoren de poort uit. bui ten op straat werden zij luid toegejuicht. Vrouwen wuif den naar hen, terwijl jonge meisjes vanuit de vensters bloemen wierpen naar hun faVoriet, Taksius! Stram klonken de stappen dei- krijgers op de keien van het oude Rome. Tekko mar cheerde dapper voorop. Er was blijkbaar toch niets meer aan te' doen. Iedereen kende hem immers als Tak sius. Het zou wel zo zijn. „En toch meen ilt me te herinneren, dat ik 'n brom fiets bij me had!" mompel de onze vriend. „Ik begrijp 3r niets meer van. Enfin, laat ik me maar geen kop zorgen maken!" Een oorverdovend lawaai verstoorde Tekko's gepeins. De stoet was hét Amphitheatrum Flavium genaderd, dat tot de laatste man be zet was. De bevelhebber reed tot vlak voor de ingang, trok aan de teugels en gaf het teken halt te houden. Verticaal: 1 bloedverwanten, 2 zuur stof, 3 r.-k. godsdienstoefening, 4 voegwoord, 5 zuidzijde, afk., 6 be jaard, 7 verhittingsruimte, 8 kluit, brood, 10 tijdsdelen 12 het oude Per- zië, 13 ploert, 15 ten'- leggen: be schuldigen, 17 deel v. h. hoofd, 19 opbergruimte, 20. bek. Amerikaanse luchtvaart mij., afk., 21 vervoeging v. h. werkw. „staan", 23 hulde, 26 op de sterren betrekking hebbend, 27 achter eJkaar, 30 stad op Sumatra, 32 ontwijken, 34 bewijs van gene genheid, 35 alvorens, 37 Trinitroto luol, 38 -ing: soort knaagdier, 41 hon gerig, begerig, 43 vlaskam, 45 water rijk weiland, 47 hevig, 49 bekende hoge toren, 50 zéér zacht (muziek), 51 mannetjeshond, 53 aan een schuld herinneren, 54 kreun, 55 ongaarne, 56 schoonmaken van ramen, 58 Zeeuws stadje, 61 deel van een uit roep, 63 eveneens, 64 meisjesnaam, 66 zie no. 1 horizontaal, 67 boksers term, afk. de P.Z.C., Walstraat te .Vlissingen Alle Inzendingen moeten uiterlijk woensdagavond in het bezit zijn van onder vermelding van het woord „Puzzelrubriek". Uniforme exameneisen machineschrijren Onder auspiciën van de Algemene Nederlandse Onderwijzers Federatie, het overkoepelende lichaam, waarbij de drie grote Nederlandse onderwij zersbonden zijn aangesloten, zijn de afgelopen maanden besprekingen ge voerd met de besturen van de ver schillende verenigingen en stichtin gen, die op schooi opgeleide kandida ten in het machinescnrijven examine ren. Aangezien het machineschrijven op steeas meer scholen als facultatief of verplicht leervak wordt ingevoerd, werd net wenselijk geacht een lande lijk schoolexamen met uniforme exa meneisen en beoordelingsnormen vast te stellen en 'n landelijk school diploma in te voeren. De bemoeiingen van de A. N. O. F. nebben ertoe geleid, dat elf organisa ties op hot terrein van de type-exa mens zich bereid hebben verklaard zich te verbinden tot algemeen gel dende en uniforme regelingen voor een nationaal schooldiploma. Men verwacht hiervan een aanzien lijke toeneming van het type-onder wijs op de scholen in de komende ja-, reu en een definitieve oplossing van de talrijke problemen, die dpor ver- deelheid op het gebied van de exa mens in de laatste jaren zijn ont staan. (Advertentie) BINNENVERINGBED SCHUIMRUBBERBEO KERKNIEUWS NED. HERV. KERK. Beroepen te Oud-Alblas (toez.) en voor Brandwijk A. Muilwijk kandi te IJmuiden; 'te Lutten aan cie Dedems- vaart (toez.) A. Westra vic. te Ber- liltum (Fr.) Bedankt voor RotterdamCharlois W. Willemse te Hilversum. Aangenomen de benoeming tot vica ris te Den Helder J. Visser kand. te Klazinaveen. NED. PROT. BOND. Benoemd tot voorganger te Laren' Blaricum ds. N. van der Wall, voor ganger vereniging vrijz. hervormden te Middelburg—Goes. GEREF. KERKEN vrijgemaakt) Beroepen te Heerde A. C. Haitsma te Opende-Surhuisterveen. BAPTISTEN GEMEENTEN. Beroepen te Enschede J. Boertjes te Utrecht; te Groningen-Noord J. Bos nia te Arnhem. GEREF. GEMEENTEN. Tweetal te Kapelle aan de Use! M. Heerschap te Borssele en C. A. Wij-, derveld te Paterson (U.S.A.) Beroepen te Hendrik Ido- Ambacht A. Élshout te Utrecht.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 11