PAGIM
Modevoorjaar zonder „vuurwerk"
WETENSCHAP
V'
mm
Siemens STOFZUIGER
STANDARD SLEDE Vst 201
VRIJDAG 30 JANUARI 1959
PROVINCIALi
ZEEUWSE COURANT
GERUSTSTELLEND EN WELLICHT TÓCH TELEURSTELLEND
(Van onze redactrice)
Wanneer wij over enkele seizoenen,
wellicht reeds over enkele maanden,
terugzien in de Parijse voorjaars-
modeweek-1959, dan zullen we de
ze 'modeweek vermoedelijk karak
teriseren als „het modevoorjaar
zonder vuurwerk". Want deze zo
veelste manifestatie van de groten
der Parijse couture schijnt geen
verrassingen te brengen tenzij
er op het laatste nippertje nog op
zienbare creaties in het licht der
openbaarheid zouden komen! Maar
dat ligt. beslist niet in de lijn der
verwachtingen.
„Modevoorjaar zolder vuurwerk":
want alle taille-, boezem- en heuplij-
nen zijn op de natuurlijke plaats te
ruggebracht en vormen tezamen een
silhouet dat weliswaar door vele
vrouwen met gejuich zal worden be
groet, maar dat daarnaast toch een
bepaalde teleurstelling inhoudt voor
degenen die waarlijk diepe interesse
voor het verschijnsel „mode" heb
ben. Het woordje „mode" houdt nu
eenmaal altijd een belofte in van ver
rassingen, van soms bizarre maar al
tijd bewondering wekkende ideeën,
van een knap en geraffineerd spelen
met de mogelijkheden die zowel het
materiaal als het vrouwelijk figuur de
ontwerper bieden
Wel, men heeft in Parijs ditmaal
voor geen enkele verrassing willen
zorgen. Insiders beweren met klem,
dat een en ander ten nauwste sa
menhangt met de recente politieke
ontwikkelingen in Frankrijk waar
door de „haute couture" zich tot
een' bepaalde versobering in haar
uitingen heeft laten dwingen.
Maar er zijn wel vaker perioden
geweest waarin de Franse modê-
kurist zich tot aanpassing aan be
paalde tijdsomstandigheden ge
noopt zag, zonder daarbij echter
het vermogen tot het brengen van
originele vondsten te verliezen!
Tijdens Jaarbeurs:
Veel huishoudelijke
voorlichting
De Jaarbeurs heeft naast haar zake
lijke opzet een ontmoetingspunt te
zijn tussen industrie en handel in
de loop der jaren ook een voorlich
tende taak gekregen.
Tijdens de a.s. voorjaarsbeurs voor
gebruiksgoederen, die van 9 tot en
met 14 maart wordt, gehouden, zullen
in een speciaal ingericht centrum
voor de huisvrouw een gezellige
lokaliteit op het Croeselaanterrein
zeven landelijke instellingen op voor-
lichtingsgebied, die zich tot doel stel
len de taak van de huisvrouw te ver
lichten, aanwezig zijn.
In deze voor de huisvrouwen gereser
veerde club zullen zij de jaarbeursbe
zoeksters ontvangen en hen gaarne
van advies dienen onder het motto:
„tijd-, geld- en energiebesparing in
het huishouden". In een aparte zaal
kan men daar luisteren naar cause
rieën over onderwerpen die iedere
huisvrouw interesseren. Hiervoor is
een aantrekkelijk en gevarieerd .pro
gramma opgesteld, waaraan tevens
demonstraties zijn verbonden.
In het centrum voor de huisvrouw
zullen de volgende instituten aanwe
zig zijn: de huishoudelijke voorlich
ting van de vereniging van exploi
tanten van elektriciteitsbedrijven in
Nederland, de stichting „commissie
voor huirhoudelijke voorlichting ten
flattelande, de stichting voorlich-
ingsbureau voor de voeding, het ge-
zins-begrotings-instituut en het na
tionaal bureau bevordering hygiëni
sche gewoonten.
In de ruim veertig jaar van haar be
staan heeft de Utrechtse jaarbeurs
nog nooit zoveel geboden voor de
huisvrouw als op de a.s. voorjaars
beurs voor gebruiksgoederen het ge
val zal zijn.
Waren de huishoudelijke goederen
tot nu toe grotendeels in de jaar
beursgebouwen op het Vredenburg
tentoongesteld, nu zullen ook or het
Croeselaanterrein, dat bij elke voor
jaarsbeurs een overwegend technisch
aanzien had. in een reeks moderne
expositiehallen artikelen die voor
hu'shoudelijk gebruik van belang zijn
getoond worden.
Opvallend is ditmaal ook, dat de
ideeën van de vooraanstaande ontwer
pers in zovele opzicht'èn overeenko
men. Daar is in de eerste plaats de
algemene tendens tot het terugkeren
naar een zo natuurlijk mogelijke lijn,
met een roklengte die men weer „nor
maal" kannoemen. Maar daarnaast
zijn er veel details die men in de di
verse collecties in nagenoeg gelijke
vorm terugvindt. Dat zijn bijvoor-
beeld de op de rug sluitende overblou-
ses, de met abstracte figuren be
drukte stoffen,, de vaak helle kleuren
die (blijkens de namen) aan het sub
tropische landschap zijn ontleend, de
steeds terugkerende neiging om met
vaak brede ceintuurs te werken. Dit
laatste zou men natuurlijk een over
blijfsel van „het empire-tijdperk"
kunnen noemen. En niet te vergeten
de nauwsluitende tot de enkel rei
kende diner-japon die ons onwillekeu
rig altijd aan Mariene Dietrich doen
denken...
„Een probleemloze mode", zo zal ver
moedelijk de slotconclusie over het
Parijse voorjaarsmodefestival-1959
kunnen luiden. Enerzijds is het na
tuurlijk een rustig idee dat de vrouw
zich een tijdlang niet zal behoeven te
bekommeren om een taillelijn die in
de afgelopen seizoenen grilliger spron
gen heeft gemaakt dan 'n jong veulen
in het voorjaar. Anderszijds voelt de
ware mode-minnaar zich vermoede
lijk toch diep in het hart teleurge
steld, omdat hij ondanks de perio
diek terugkerende kritiek op „die on
berekenbare Parijse ontwerpers"
tóch altijd iets extravagants, zij het
dan misschien ook volkomen on
draagbaars, van diezelfde ontwerpers
verwacht. Temeer omdat de praktijk
wel heeft bewezen dat met vakkennis
en goede materialen zelfs de meest
bizarre en op het eerste gezicht on
draagbare modelijn kan worden ge
transformeerd tot een modieus sil
houet voor „de gewone vrouw!"
Wat vraagt de klant?
„Weet U wat uw klanten vragen?"
In het vakblad „Het Levensmiddelen-
bedrijf" stelt de Algemene Neder
landse Kruideniersbond deze vraag.
Als de meest doeltreffende methode
om iets aan de weet te komen om
trent datgene, waarnaar de voorkeur
van de klanten uitgaat, wordt ge
noemd het werken met vragenformu
lieren, een soort enquête dus. Dat
zou vijf tot zes keer per jaar moe
ten gebeuren. Het onderzoek zou
twee doelen hebben: men moet de
klant de indruk geven, dat hij mede-
bepaalt wat er in de winkel wordt
verkocht, én men moet de antwoor
den gebruiken om er een zekere
richtlijn aan te ontlenen voor de sa
menstelling van het assortiment. Dit
laatste houdt, dunkt ons, in, dat de
klant inderdaad een stem heeft in
de keuze van het assortiment, en
dus niet alleen „de indruk krijgt" die
stem te kunnen doen horen.
Wij hebben nog nooit een dergelijk
vragenlijstje van een kruidenier ge
zien, maar het lijkt ons wel doel-»
treffend. Een winkelier kan nu een
maal niet alle (ontelbare) nieuwe
produkten, die gefabriceerd worden,
in zijn assortiment opnemen. Iedere
winkelier wil natuurlijk een zo ruim
mogelijke keuze bieden aan zijn klan
ten, maar hij moet zich soms beper
ken. Een geregeld contact met de
klanten over het „waarom" van hun
keuze kan winkelier en consument
ten goede komen.
Boussac-shows in Zeeland
Italiaanse modewereld
kan tevreden zijn
Florence, als „centrum van de Itali
aanse mode", kan tevreden zijn met
de belangstelling die het buitenland
deze maand heeft getoond voor de
presentatie van de voorjaars- en zo
mercollecties die in het Palazzo Pitti
werden getoond.
De meest optimistische verwachtin
gen werden verre overtroffen. Niet
minder dan veertien landen zonden
500 inkopers naar de l?de presenta
tie van de Italiaanse haute couture.
In 1951 waren het maar 200 inkopers.
Er is tot dusver ingekocht voor een
waarde van 80.000.000 lire maar men
verwacht dat het totaalbedrag in ju
ni, tegen het einde van het seizoen,
ongeveer twee miljard lire zal bedra
gen.
Radio- in elke prijs
kiasse beter!
31 ju tiog.niet
3o lavuj „mevvouw
ïfet verschil in rangen en standen
werd tot ver in onze moderne tijd
nog aangeduid in de aanspreektitels
voor wouwen. Toen men van het
standverschil tussen mevrouwen en
juffrouwen gelukkig genoeg kreeg,
ging men alle getrouwde vrouwen
„mevrouw" noemen en alle onge-
trouwden„juffrouw".
-Maar wist U, dat die woorden aan
vankelijk hoegenaamd geen verband
hielden met de burgerlijke status van
de vrouw? Vrouwen uit de „betere
standen", getrouwd of ongetrouwd,
hebben in de Middeleeuwen Joncfrou
geheten; wie niet in maatschappelijk
aanzien stond, werd met „vrouw"
aangesproken, of alleen met de voor
naam. Later kwam het woord juf
frouw daar als aanspreek bij,
maar men moest een bi - orlijk
„goed huwelijk" hebben gedaan om
ervoor in aanmerking te komen. De
De voorjaarscollecties van de beken- aanspreektitel mevrouw heeft eeu-
de Franse katoenfabrikant Bonssac
zullen ook dit jaar in Zeeland te zien
zijn. In de volgende Zeeuwse plaatsen
worden de Boussac-modellen (door
Franse mannequins) getoond: Oost
burg 16 februari; Hulst 17 februari;
Terneuzen 18 en Goes 19 februari en
in Zierikzeè op 6 maart. De shows
worden georganiseerd in samenwer
king met plaatselijke modemagazij
nen.
wenlang een soort eerbetoon inge
houden en was aanvankelijk gere
serveerd voor de adel.
Maar in de vorige eeuw begonnen de
vrouwen waarom, dat weten we
niet iets vernederends te zien in
het ge-juffrouw én moesten zé alle
maal mevrouwen worden.®En wie
zich nederig voelde, vroeg aan
iemand die haar met „mevrouw"
aansprak of hij maar „gewoon juf
frouw" wilde zeggeneen aan
spreektitel, die een paar honderd jaar
geleden als bijzonder deftig gold.
qejelsckapsspeUetje
voor vrouwen
V..
Oolc de Parijse hoedenmakers^ hebben hun collecties den volke
getoond. Deze fotocombinatie geeft een aardig doorsnee-beeld
van de nieuwe hoedenmode voor lente en zomer 1959 zoals ze
in .de Lichtstad is gelanceerd:
Linksboven: „Monocle" van Ramon de Morquez, een hoedje
met een wat mannelijke lijn, gemaakt van kastanjebruin stro
en afgewerkt .met kant; rechtsboven: ,J?ïlle de l'aireven
eens een creatie van.De Morquez, een grote blokvormige hoed
van wit Zioitsers stro.
Linksonder (nogmaals van dezelfde ontwerperhet hoofd
deksel ,JLa Peri", een hoedje van Florentijns stro met bloem
motieven, omgeven door een voilerechtsonder: tenslotte een
breedgerande hoed van Jean Patou, die het gezicht vrijlaat
Het materiaal is zwarte tule, versierd met blauw- en gröen-
fluwelèn strikken.
O wee, als de wetenschap misbruikt
wordt, als een gezelschapsspelle
tje. Vooral de psychologie is een
onderwerp geworden van veel gesol:
als iemand vertelt dat hij graag
langs de waterkant loopt, kunnen
negen van de tien mensen hem ver
klaren wat dit „betekent". Vrouwen
schijnen een bijzondere behoefte te
hebben aan dat soort verklaringen.
Inide Woman's Mirror vonden we er
weer een duidelijk voorbeeld van, en
van die voorbeeïden wemelt het blad,
gewoonlijk omdat de begerigheid
naar geheime achtergronden de En
gelsen nog hoger schijnt te zitten
dan bewoners van andere landen.
Onlangs liet hét blad een amateur-
psychologe aan het woord, die
er rond voor v/itkwam dat ze
maar een amateur'was, maar die des
ondanks bijna een pagina volschreef
over wat zij, als amateur dan, mèen-
de op te maken uit de voorkeur voor
bepaalde soorten kleding. Donzige,
harige vestjes omhullen vrouwen die
vertroeteld willen worden, zo heet het
in dit psychogegoochél. Vrouwen met,
nanw-aansluitende jumpers zijn uit-
dage.nd-vrouwelijk, de vrouw in het
nette, maar saaie mantelpak is van
het „raalt-me-niet-aan"-type, een
beetje bang voor mannen. Enzovoort,
enzovoort.
4/af zegt U; liggen diè verklarin-
yy gen wel erg voor de hand? Dat
doen ze ook. De schrijfster laat
eerst duidelijk uitkomen, dat ze maar
een beetje liefhebbert in de psycho
logie, daarna geeft ze met grote zelf-
Engelse meisjes, die bij de B.B.C.-
televisie-omroepster willen worden,
schijnen steeds minder kans te hebben
te worden aangenomen. Zij klagen dat de
T-V- een volkomen „mannenwereld',ls.
Ook de vrouwen- en kinderprogramma's
zouden er voornamelijk doèr mannen
worden samengesteld en gepresenteerd.
De vrouwelijke omroepsters die er nog
zijn', hebben na zes uur 's avonds nog
maar zelden dienst. De oorzaak zou zijn,
menen sommigen, dat de meeste kij
kers toch nog altijd vinden, dat een
vrouw thuis hoort, en dus niet In een
T.V.-studio.
(Advertentie)
Avondje-uit? Vergeet baby-sit niet!
We blijven maar een half uurtje", zeiden de kennissen. „We zijn naar
de bios geweest en we hebben de baby-sit tot tien uur".
Maar het halve uurtje werd ruim anderhalf uur. Met een beetje
medelijden dachten wij aan de baby-sit
Wie een oppas voor zijn kinderen vindt, heeft wel degelijk plichten tegen
over die „werknemer" in losse dienst. En met die plichten nemen veel
ouders, die een avondje uitgaan, het niet al te nauw; de verhalen van tal
rijke baby-sittende scholieren en studenten hebben er ons beschamend
van overtuigd
Och, liet is wel begrijpelijk dat mensen, die eindelijk eens een avond samen
kunnen uitgaan, die avond maar het liefst de tijd vergeten. Maar netjes
tegenover de babysit is het natuurlijk niet.
Aan de hand van de wensen, gehoord.uit het gilde der kinderoppassers,
hebben wc een paar geheugensteuntjes genoteerd voor wie de kin
deren een avond aan hen toevertrouwt. Dat de oppas behoorlijk
betaald moet worden, spreekt natuurlijk vanzelf. Voor veel studenten is
het niet zomaar een bijverdienste, maar een bijdrage van betekenis in de
studiekosten. Maar met betalen bent U er niet.
Probeer het zo te regelen met uw oppas, dat die al vóór de uitgaansavond
een middagje op bezoek komt, zodat de kinderen hem of haar een beetje
kennen.
Drie modetips voor teen-agers die
graag haar garderobe versieren met
ertel de kinderen tijdig dat U er een avond niet zult zijn, maar datj een aaVd,ig, modieus (en als het kan
verzekerdheid verklaringen over al
haar sexegenoten, en tenslotte blijkt,
dat ze alleen datgene heeft medege
deeld, wat „men" al sinds jaar en
dag over de verschillende vrouwen
typen te berde brengt. En niemand
mag haar dat laatste verwijten', ze
heeft immers nooit gezegd, dat ze
deskundig was.
De vraag blijft alléén, waarom de
Engelse vrouwen zo verzot zijn op
dit pa,pier-verslindend, niet te stuiten
amusement.
~üan uzouw
C tct OZCtitO
Er is veel voor, maar er is ontegen
zeglijk ook veel tegen. Dit fraaie
dooddoenertje uit een spotstuk
van Charivarius blijkt in het dage
lijks leven op vrijwel alle verschijnse
len toepasselijk. En geen wonder.
Want aangezien ook het allerbeste in
deze wereld niet volmaakt is, geeft
het door een vlekje hier en een krasje
daar grif aanleiding tot kritiek, en
die lijkt dan nog bllhjk ook. Maar het
gevolg is, dat wij zoetjesaan niets
meer overhouden om te waarderen of
aan te prijzen.
Ik moest nieraan denken, toen ik een.
brief ontving van een lezeres, die mij.,,
het een en ander uit de doekjes wilde,
doen naar aanleiding van mijn waar-
derende woorden over het werk van
de U.V.V. Haar aanval is te curieus
en ook te serieus om niet te vermel
den:
„Ongetwijfeld doet deze organisatie,
veel goed werk en in vredestijd be
merkt men bijna niets van de oor
spronkelijke opzet, vrouwen te mobi
liseren ten einde hand- en spandien
sten aan het militaire apparaat te
verlenen.
Uit een brief van de secretaresse van
de U.V.V., dr. W. A. Lub, citeer ik:-
„De oorsprong van de Stichting Lan
delijke U.V.V. is te zoeken in de op
verschillende plaatsen, merendeels on
afhankelijk van elkaar staande vrou-
wengroepen, die in 1938 bijeenkwa- -
men (in de spannende periode van
„München") met de bedoeling hulp
te verlenen waar dat nodig mocht
zijn, uitsluitend op verzoek van de
overheid".
Als ik hier mijn 'briefschrijfster
even in de rede mag vallen
zij spatieert zelf de laatste zes
woorden dan zie ik daarin nu zo
zeer geen zwarigheid. Want „over- -
heid" is nog wel iets anders dan „mi
litair apparaat". En ik kan mij le-
Rietje of oom Jan er dan zal zijn. Vertel uw oppas precies waar hij
of zij de luiers, of de zuigfles, of het lievelingsspeelgoed kan vinden,
of zet. die dingen klaar. Vertel de baby-sit ook de eigenaardigheden van
de kinderen, die voor U misschien helemaal niet bijzonder zijn, maar die
de oppas bepaald moet weten.
En wees vooral ook al betaalt U nog zo goed! gastvrij. Zorg dat
er wat lekkers in huis is, da* thee of koffie klaarstaan, en vergeet niet
Rietje of oom Jan te verzekeren, dat de boekenkast of de kranten ter
beschikking staan.
Als uw oppas zich prettig voelt in uw huis, komt dat tenslotte ook, en
daar gaat het maar om, uw kinderen ten goede.
wat opvallenddetaileen nylon pa
rapluutje waarop de voorletter van
de eigenares (in dit geval haar naam
Yvonne) gestikt is; voorts een win
ters garnituurtje dat gemaakt is uit
wit konijnenbont, en tenslotte een
vuurrode enorme schoudertas waarin
een menigte spulletjes kan worden
weggeborgen. Deze drie snufjes zijn
alle van Franse oorsprong.
vendig voorstellen, dat die overheid,
goedwillende burgers als U en ik, voor -
situaties komen te staan waarbij
„Help vrouw, help man!" een drin
gende noodzaak is die met oorlog
of militaire aangelegenheden niets te
maken heeft.
Natuurrampen als de watersnood van
1953, bombardementen als van 1940
op Rotterdam schreeuwen eenvoudig
om alle hulp die te krijgen is en
dan liefst doeltreffend georganiseerd. -
Ik kan mij toch slecht voorstellen dat
de briefschrijfster rustig zou blijven
zitten lezen als er bij haar in de
buurt een huis door bominslag werd
vernield en er nog één kinderleven
onder het puin uit té redden viel. Zij-1
zou toch ook, denk ik zo, desnoods
met haar blote handen aan het gra
ven gaan,..
Maar de briefschrijfster heeft nog
meer puntige pijlen op haar
boog: vergeef mij dit militaire
beeld:
„Op z.g. „ouderdagen" in kazernes
treedt de U.V.V. wel als gastvrouw
op om te laten zien, hoe gezellig en
goed het soldatenleven is, om op deze
manier de ouders van „de jongens" te
verzoenen met de dwang tot opleiding
voor georganiseerde massale geweld
pleging, die men zeer euphemistisch
„dienstplicht" noemt".
Bij deze alinea moest ik even óp adem
komen. Want dit kan toch wel een
béétje nuchterder geformuleerd, dacht
ik. Bij mijn weten heeft de U.V.V. in
mijn omgeving zich nog nooit in ka
zernes laten zien, en mocht dat elders
wél zo zijn, dan lijkt mij dat een to
taal overbodige bezigheid. Er is, vol
gens mij, in de burgersamenleving
nog zoveel te helpen en te bemoede
ren, dat wij de kazernes en allés wat
daarmee samenhangt maar rustig
aan de mannen moeten overlaten. Er
is voor dat „gastvrouw" spelen niet
de minste noodzaak.
Maar dis mijn briefschrijfster ge
lijk heeft met haar volgende be
wering, dat artikel 15 en 16 van
de Statuten der Federatie voor Vrou
welijke Vrijwillige Hulpverlening
(waarbij de U.V.V. is aangesloten)
bepalen, dat de leden haar diensten
aanbieden voor de z.g. burgerlijke
verdediging, dan zou ik zeggen:
Och nee, houdt U zich daar nu maar
liever buiten. De uniformen (uit de
overgangstijd van het Militair Ge-
zag), het marcheren in groepsver
band en al die militaire uiterlijkhe
den meer zijn óók allang afgeschaft.
Dat wilde eenvoudig niet, de Neder
landse vrouw is veel te individualis
tisch en te slecht commandecrbaar
daarvoor.
Die gewraakte artikelen zijn waar-
schijnliik ook nog resten uit die over
gangstijd, en ik maak mij sterk, dat
de meeste U.V.V.-leden, dié bejaarden
kinderen en invaliden bemoederen
volkomen onkundig zijn van het feit,
dat zij krachtens haar statuten even
tueel bij een eventuele oorlog zouden
kunnen ingeschakeld worden bij het
Militaire Apparaat, al ware het in de
achterhoede.
Afgezien van de vraag of er bij een
volgende oorlog met atoomwapens
nog iémand zou overblijven om
iémand anders te helpen, vooral in
een mierenhoop als ons volgepropte
j zou toch nog even de na
druk willen leggen op de laatste let
ter van de gewraakte organisatie.
Zijn alle leden niet vrijwilligers, óók
,n *?et, weigeren van diénsten, die niet
met haar opvattingen stroken? En
moeten wij het bestaan van een der
gelijke organisatie, die zoveel goed
werk zó belangeloos verri ht. zo on
voorwaardelijk afkeuren on grond
van een theoretische mogelijkheid die
ergens in de statuten liet begraven?
Naar ik hoop zullen deskundige U.V.
V.-leden hieromtrent wel zo goed wil
len zijn in het gewee- te komen. Ik
kan voorshands niet anders zeggen
dan dat ik elke vrouwenorganisatie,
die positieve naastenliefde in de Drak-
tijk brengt, van harte blijf waarde
ren, ondanks een misschien negatief
element in haar statuten. Dat is er
altijd nog wel uit te kalen.
SASKIA
Grote zuigkracht f448"
Gering géwicht
Vraag Uw leverancier