„Keer terug naar het A-B-C r- HET EI en u Eindelijk stemrecht voor Zwitserse vrouw? ROEPT MEN IN AMERIKA....^ VRIJDAG 23 JANUARI 1959 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 11 (Van een medewerkster.) Weinig levensmiddelen krijgen bij bederf zulk een kwalijke geur en aanblik als een ei. Voor veel mensen is één bedorven ei genoeg om hun voor weken alle lust tot eieren eten te ontnemen. En veel mensen zijn er ook, die bij het zien van zo'n ake lig geval woedend uitroepen, dat het „ook geen wonder is", omdat eieren, zo uit de winkel, „minsteüs drie we ken oud" zouden zijn. „Is dat nu wel zo?" dachten wij, en we hebben ons eens laten voorlichten door de heer C. Hofman te Schiedam, een der grote eierleveranciers in het land. Het resultaat van die voorlich ting: Alleen in het aller-ongunstigste geval, als de eieren een paar dagen op de veiling of markt hebben moe ten wachten, als U toevallig de laat ste van de zending koopt bij uw leverancier en als U zelf de eieren nog een week laat liggen, kan het gebeuren dat er drie weken zijn ver lopen tussen het leggen en het con sumeren van het ei! Maar meestal, is die tijd veel korter! „Rijd me maar achterna, donderdag ochtend", zei de heer Hofman, „dan kunt U zien welke weg het ei aflegt tussen producent en consument". Zo gezegd, zo gedaan. Eerst pools hoogte nemen in Barneveld, waar iedere donderdagochtend van 9 tot 11 uur markt wordt gehouden en ander half miljoen eieren rechtstreeks dooi de kippenhouders verhandeld worden.- Van alle kanten kwamen de boeren en boertjes hun waren aan de man brengen. Sommigen kwamen met een autootje, anderen met paard-en-wa- gen, en met een handkar of een kruiwagen en er waren zelfs bij, die aan een fiets voldoende hadden om hun produktie te transporteren. Maar in één opzicht deden ze alle- maal hetzelfde: handjeklappen met de groothandelaren," die natuurlijk altijd liever f 14.20 dan f 14.45 de honderd betalen, of f 14.50 inplaats van f 14.75. En in de praktijk nog wat minder. Nu moet men niet denken, dat al die kippenhouders ook model- bedrijven hebben. Neen, zo is het helaas niet. Het aantal eieren, dat in deze streek door de exploitan ten van hoenderparken aan de markt wordt gebracht, is naar verhouding gering. Veel meer zijn het kleine boertjes, die er „zo maar" vijftig, of honderd, of tweehonderd, of duizend kippen op na houden, zonder zich veel te bekommeren om allerlei maatre gelen, die onze hoenderparken zo'n uitstekende reputatie hebben bezorgd. Integendeel, vaak gebeu ren er dingen, die de goede naam van het Nederlandse ei soms ernstig schaden. Zij wassen namelijk maar al te graag hun eieren. „Daartégen hebben we jaren gevoch ten", zei men ons later op de veiling in Harderwijk. „Maar het helpt alle maal zo weinig. We hebben het wel meegemaakt, dat enkele uren voor de komst van de verzamelaar, die in opdracht van de veiling de eieren bij de boeren gaat ophalen, deze boe ren vier of vijf teilen met zeepsop of sodawater klaar hadden staan, die tot de rand waren gevuld met eieren, om er de mest en de modder af te weken. Want een vuil ei brengt dik wijls minder op dan een schoon ei. Het vervelende is, dat je op de vei ling niet zien kunt of een ei gewas sen is. Pas na een dag of vijf komt de aap uit de mouw. Doch in die tussentijd zijn de eie ren al lang in de Randstad Hol land of in het buitenland gearri veerd. En daar maakt men dan kennis 'met eieren, die soms niet geschikt meer zijn voor de con sumptie. Immers: elk ei, dat ge legd wordt, is bedekt met een vochtig laagje, dat weldra op droogt en conserverend werkt. Het sluit de poreuze schaal van de buitenlucht af. Verwijdert men dit laagje nu, door het ei te was sen, dan hebben de bacteriën vrij toegang en is zo'n ei veel minder lang houdbaar. „Hoe oud is een ei op z'n hoogst, als de stedeling het krijgt opgediend?" wilden we weten. Het antwoord op die vraag Is een verhaal op zichzelf: „De verzamelaar van de veiling gaat elke dag de boeren af. Vandaag neemt hij deze route, morgen gene. In een week heeft hij het hele rayon fehad. Elke dag brengt hij zo'n 80 100.000 eieren ter veiling! Deze worden dagelijks gewogen en grof gesorteerd, d.w.z. op breuk en op be smeurde schalen (uitval 2% 3 pet). Is het dan donderdag, dan wordt de „oogst van de volle week", die ligt tussen een half en een heel mil joen, geveild. Dat betekent derhalve, dat de eieren die donderdagavond werden aange voerd, deze dag niet meer verkocht konden worden. Deze moeten wach ten tot de volgende donderdag. Een zevende van de totale weekaanvoer is dus zeven of acht dagen oud als ze worden geveild. De eieren, die vrijdag worden opgehaald, zijn zes of zeven dagen oud als de grossier ze afdrukt; die van zaterdag vijf of zes dagen etc. Dat kan nu eenmaal niet anders. Doch de koopman, die ze donderdagsochtends op de veiling koopt, heeft ze 's avonds nog thuis. Wanneer nu een winkelier een partij eieren van zijn grossier ontvangen heeft, moeten daar, zoals uit voren staande blijkt, soms eieren bij zijn, die al een dag of negen oud zijn. Laat hij zich maar eenmaal per week bevoorraden, dan zijn die eie ren, die hij pas aan het eind van de volgende week verkoopt, al weer 15 of 16 dagen oad. En wanneer moeder de vroiiw voor een week tegelijk In slaat, loopt zij de kans. dat haar laatste eieren zelfs drie weken oud zijn. Maar zo staan de zaken uiter aard alleen !n het ongunstigste ge val". Als laatste land in de westelijke wereld met grote en oude democra tische tradities zal Zwit serland op 31 januari en 1 februari stemmen over de waag, of ook aan vrouwen het stemrecht verleend dient te wor den. Tot nu toe hadden de kiezers van het eed genootschap steeds weer stelling genomen tegen actieve deelname aan de politiek door het vrou welijk deel van de be volking. De voorgenomen ver nieuwing komt neer op een wijziging van de bondsgrondwet en kan daarom alleen worden doorgevoerd, als zij niet alleen de meerderheid van stemmen krijgt maar ook de meerderheid van de 22 afzonderlijke kantons. Tot nu toe werd de kwestie alleen in kan tonaal verband gesteld 25 maal hebben de stemgerechtigde mannen hun levensgezellinnen de verlening van kantonale of communale rechten geweigerd. Vier proef- stemmingen onder de vrouwen hebben steeds weer een aanzienlijke meerderheid ten gunste van de vernieuwing op geleverd. Het jaar 1958 bracht de burgeressen van Riehen (Basel- Land), Luzern en Basel- stad het recht van poli tieke medezeggenschap in gemeentelijke aange legenheden. Mevrouw Trudi SpatSchweizer uit Riehen werd hét eer ste vrouwelijke raadslid van Zwitserland. Politieke waarnemers in Bern geloven, dat ook ditmaal weer de eedge- nootschappelijko kiezers tegen de deelname van vrouwen aan politieke beslissingen znllen stem men. Onder de vrouwen zelf heerst, anders dan in Engeland rond de eeuwwisseling, geen geestdrift voor de nieu we rechten, die zij deel achtig zullen woraen. In Luzern werd zelfs een internationale belangen gemeenschap gesticht met uitsluitend vrouwe lijke leden, die zich ten doel heeft gesteld tegen het vrouwenkies recht stelling- te nemen. Meer dan honderd jaar geleden werd in de grondwet van de Zwit serse bondsstaat de grondregel opgesteld „Alle Zwitsers zijn voor de wet gelijk". Uitgeslo ten van het recht om te stemmen en aan verkie zingen deel te nemen waren tot nu toe slechts geesteszieken, misdadi gers die bij rechterlijke uitspraak hun burger rechten verloren hadden en de vrouwen De initiatiefnemer van de grondwetwijziging waar over thans de mannen moeten stemmen zei „De tijd is gekomen, in een vrij volk gemeen schappelijke problemen gemeenschappelijk op te lossen, gemeenschappe lijk lasten te dragen in gemeen schappelijke^ ver antwoording". Naar goede Zwitserse trant en traditie worden politieke en staatsrech telijke vernieuwingen slechts trapsgewijze in gevoerd. Men begint nu dus eerst met de gelijk stelling van de vrouw in de bond. Het artikel waarover gestemd zal worden artikel 74 van de grondwet zegt na melijk duidelijk: „In aangelegenheden van een kanton of een gemeente wordt de stem- en kies gerechtigdheid naar do rechten ter plaatse be oordeeld. Do invoering van het vrouwenstem- en kiesrecht wordt aan de kantons overgelaten". Ouders van Britse kinderen door opvoeders gealarmeerd Terwijl nieuwe onderwijsmethoden langzaam veld winnen in de scholen, gaan er ook stemmen op van mensen, die menen dat de kinderen alleen maar de dupe worden van dwaze experimenten. Zo zal het wel altijd geweest zijn en altijd blijven. Bijzonder heftig klinken wel de protesten van twee Britse opvoeders, J. C. Daniels en Hunter Diack. Zij richten hun kritiek vooral op de leesles, alarmeren de ouders met de vraag of hun kinderen eigenlijk wel leren lezen op school, en pleiten voor de terugkeer naar het eenvoudige A-B-C. Wat is er dan mis aan het huidige lees-onderwijs? De bedoeling van één der nieuwe in vole landen toegepaste metho den is, dat het kind niet begint niet het leren van letters, maar met liet leren van hele woorden. Elk woord is in beeld gebracht, er worden beelden gekozen die in de belangstellings sfeer van het kind liggen. In het leesboek staat dus een tekening van een trein ol' een vliegtuig, met het woord eronder. De Amerikaanse geleerden, die de methode al vóór de oorlog ontwier pen, gingen er o.m. van uit, dat ook de volwassen lezer de woorden niet letter voor letter spelt, maar ze als complete „woordbeelden" in zich op neemt. Het is hetzelfde principe, waarop sommige schriftelijke cur sussen in vreemde talen (voor vol wassenen) zijn opgebouwd. En de samenstellers van die cux-sussen be roepen zich juist op het eenvoudige, kinderlijke van hun methode. „Zoals een kind leert praten", zeggen zij. „dus niet in letters, maar in woor den die het van de ouders overneemt, zo kan de volwassene ook vreemde talen leren". Tegen dat uitgangspunt wordt wel eens geprotesteerd door men sen, die zeggen: „Het klinkt mooi, maar een volwassene is ten slotte geen kind!" De twee Britten maken de zaak nog ingewikkelder door, na onder zoekingen bij kinderen, kort en krachtig te verklaren, dat liet leren van woorden in plaats van het A-B-C juist bij de jeugd al lerdroevigste resultaten oplevert. Dat willen zij bewijzen met een hele serie voorbeelden. Ten eerste welcte het hun verontwaardiging, dat de on derwijzers en onderwijzeressen, die de niéuwe methode toepasten, veel te gauw tevreden waren. Als de kinde ren een bepaald woord maar herken den, b.v. dooi'dat het langer was dan de woorden eromheen, was het die onderwijzers al goed, zeiden zij. In de tweede plaats bleek hun, dat kinderen, die een bepaald woord wel herkenden, het daarom nog niet fout loos konden schrijven. Dat op sommige scholen de kinderen Advertentie l Rokin 118, Amsterdam 9 Een Duitse fabrikant brengt piep kleine waslJjntjes in de handel met zes plastic wasknijpertjes; bestemd voor wie uit logeren gaat bi) vrienden of in een hotel en 's avonds even een nylonblouse of een stukje ondergoed wil wassen. pas op hun zevende jaar leei'den le zen, ómdat zij er als zesjarige niet „rijp" voor zouden zijn, was hun eveneens een doorn in het oog. Voor ouders, die hun ongex-ust- heid delen, hebben de twee Brit ten een boek samengesteld, waar mee nxen kan nagaan, of de kin deren boven de gemiddelde lees prestatie van hun leeftijd uitko men ol eronder blijven. Voor kin deren, die het gemiddelde niet be reiken, schreven zij leesboekjes, die het tekort zouden kunnen op heffen. Nu kan kritiek op een nieuwe, door de voorstandei's misschien te veel verheerlijkte methode bijzonder heil zaam werken; ze kan een rem zijn op een te groot enthousiasme. Maar ih dit geval lijkt het ons toe, dat de Engelse ouders bepaald te heftig, en vooral: te eenzijdig, worden ge alarmeerd door de heren Daniels en Diack. Zij gaan er wel vanuit, dat een kind van acht of tien jaar een bepaalde, „gemiddelde" leesprestatie moet kunnen leveren, maar wie be paalt dan wel dat gemiddelde? Het is heel goed denkbaar, dat een modern-georiënteerd pedagoog op dat punt een volkomen afwijkende mening heeft. Dc twee verontwaardigde Britten hebben echter, voor zover ons be kend, geen uitgangspunten of bepaal de ideële principes gepubliceerd voor het gehele, veelomvattende onder wijs. Het foutloos spellen en schrij ven schijnt hen het meest aan het hart to liggen. Hun kritiek wordt ook in andere landen, ook in ons land wel gehoord. Ze doet echter eenzijdig aan, lijkt ons, voor wie de vernieuwende gedachten in het on derwijs ais één geheel probeert te zien en niet blind is voor de vooruit gang, die op vele scholen sinds de oorlog is geboekt. Londense mode „British look" De Londense mode-ontwerpers en de Britse vrouwen hebben genoeg van de door Parijs voorgeschreven wetten. Men vindt dat Parijs in te snelle opeenvolging nieuwe lijnen voorschrijft, zodat confectiefabri- kanten en koopsters het niet meer bij knnnen honden. In nog geen tvvee Jaar tljds kwamen de Parijse mode-ontwerpers met de ligne sac, ligne haut, hgne trapeze ligne empire, baby doll, ballonrok en de Britse vrouw houdt niet van dé overdreven „looks" en „lignes", aldus moppert men in kringen van modé-experts té Londen. Zonder derhalve té wachten wat er uit de Parijsè modebus zal treden hebben de Britse ontwerpers reeds besloten wat de Britse vrouw dit voorjaar en de zomer zal dragen, en dat zal dan zijn de „British look." Deze lijn zal gekarakteriseerd wor den door zacht afgeronde schouders, rechte maar niet te strenge taille ring, hoeden die groot maar nimmer overweldigend zijn en rokken die minstens een inch (2,5 cm) onder de knie reiken. De Britse revolte strekt zich zelfs tot de kleuren uit. Deze zullen ge ïnspireerd zijn op fruit: citroen- en grapefruit-geel. sinaasappel-oranje, tangerine, rode appel en pruimen- paars of -groen. Marine-blauw met accenten van wit zal eveneens en vogue zijn, omdat het de blanke Blitse vrouwen goed staat. U zoekt naar een uit gaans japonnetje, dat niet al te zeer aan de halfjaar lijkse modegrillen onderhevig is? Wellicht vormt dit Engelse modelle tje dan voor U een uitgangspunt. Het is gemaakt uit veredelde katoen, bedrukt met een bloemmotief in rook- grijs en zwarthet lijfje heeft een boothals die op de rug lager is uitge sneden dan aan de voorzijde. De rok is gevoerd niet versteviginsma- teriaal" en de ontwerper heeft als garnering op deze rok nog een grote roos bevestigd. Die roos kunt ge rust weglaten en wat de roklengte betreft: die lijkt ons heel acceptabel, onverschillig wat Parijs ons binnen enkele dagen ten aanzien van deze lengte gaat voorschrijven MM VrttfVl luwAer werken /n de Verenigde Staten begint het denkbeeld dat de vrouw grote in vloed kan hébben op de prestaties van haar man, steeds meer veld te winnen en er zijn reeds commerciële acties die in hoofdzaak op de vrou wen worden gericht. Het doel is, de hsren der schepping aan te moedigen tot grotere prestaties. Dat komt dan het bedrijf waar zo'n aangewakkerd man werkt, weer ten goede. De heer E. F. Macdonald heeft een „sales incentive"-agentschap op touw gezet, dat. in de Verenigde Staten en daarbuiten Amsterdam icordt met name genoemd al klanten heeft. Hoofdthema van 's heren Macdonalds inspanningen is de stelling dat de druk Welke wordt uitgeoefend op een vrouw, via. haar man veelvoudig ver groot in resultaten wordt omgezet. Voor de Ford-fabrieken heeft Mac donald een uitgebreid wedstrijdpro- gramvia opgezet, met werkelijk waardevolle prijzen reisjes naar Parijs en Bermuda bijvoorbeeld dat afhankelijk was van de verkoop cijfers van de echtgenoten. Op basis van die cijfers kregen de vrouwen eerst eenvoudige, later bij het stijgen van 's mans omzet be langrijker wordende vragen, waar op het antwoord nooit moeilijk was. De prijzen die ze konden winnen werden ook voortdurend fraaier: kin derspeelgoed, naai/machines, strijk ijzers. wasmachines en dergelijke zaken werden als stróqigoed gébruikt bij deze campagne. De mannen? Die kregen alleen het gebruikelijke percentage van de verkochte auto's. Maar Ford was dolblij met het plan van Mac donald. Het heeft, wat de resultaten betreft, andere programma's met stukken geslagen Voor andere ondernemingen ver-° spreidt Macdonald prachtig uitge voerde handleidingen, die recht streeks aan de vrouwen van verte genwoordigers, leidinggevend perso neel en andere sleutelfiguren worden toegezonden: hoe men auto's kun verkopen tijdens spelletjes bridge, hoe men buurvrouw een nieuwe was machine kan aanpraten, hoe men de echtgenoot helpt zijn administratie thuis te doen. Allemaal „speciaal opgesteld voor mevrouw Wees een v.i.p. (very important partner)" voor uw echtge- noot. Bespreek een plan de campagne met hem! roept Macdonald uit. Want 95 procent van de mannen is tevreden met zijn lot en voélt geen behoefte aan betere verdiensten. Heeft een vrouw de sluimerende ener gie opgewekt, dan wil iedere man, al is hij dan tevreden met zijn leven, grote dingen bereiken. „Mannen die eigenlijk niet naar Parijs willen, gaan toch als him vrouwen een reisje, daarheen gewonnen hebben", zegt Macdonald. Walter P. Vip, eeh buiténgeiooon zakenmanmag dan meer voor luie ren voélen dan voor het Caraïbische gebied: als zijn vrouw hem vertelt dat Homer en Susie Soldmore in Ja maica zijn, wil ook hij de deur wél uit. Er schijnt een tijd geweest te zijn, waarin de „elegante wintersportuit rusting" bestond uit een donkerblau we pantalon, een dito mutsje, en een wit windjack. Zo'n uitrusting kleedde de drager ongetwijfeld netjes..., maar ook fantasieloos! Gelukkig hebben de mode-ontwerpers sindsdien hun fan tasie de vrije loop kunnen laten, zo- wel wat materialen als wat modellen betreft. Ook dit seizoen- en het ïointersportseizoen is in volle gang! zijn de oiitwerpers van sport-kledij met vele ideeën voor de ivintersport, voor de dag gekomen. De skipanta lon bestaat natuurlijk nog altijd; maar dat degelifke donkerblauwe (met naar moderne ideeën, bespotte lijk wijde pijpen!) is nu vervangen door een in nylon uitgevoerd ruitje. Anorak of windjack? Aïïes goed en wel, maar dan niet met een band in de taille, doch in modéllen, die non chalant los tot op de heupen reiken. Een mwtsje is nog altijd onmisbaar bij een wintersportuitrusting het kapsel moet óók „après-ski" nog on berispelijk zitten en wat de pull over betreft: die moet beslist voor zien zijn van zo'n hoge kraag, waar door bij werkelijk bijtende koude een groot deel van het gezicht toch be schut is. Wie in de komende dagen nog gaat „wintersporten", bekijke deze modellen: wellicht korrit zij ze ergens in die roitte wereld tegen.,.. Het zijn modellen van respectievelijk Franse en Duitse oorsprong.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 7