Tweehonderdvierentachtig stukken vuurden op Vlissingen MARIRE-EERHEDER ORDER DUITS VUUR IR GAT VAR WESTKAPELLE VRIJDAG 23 JANUARI 1959 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 9 phoons in totaal 804 aanvals- vluchten tegen geschutsopstel- lingen en radar-installaties. Ondertussen voer de marine bij nacht uit om de kust van Wal cheren te inspecteren. Daarbij vond zij de vijand bij voortduring Op zijn qui-vive. Bij Westkapelle bijvoorbeeld werd het voornaam ste strand met vier grote zoek lichten bewaakt. Op de vieren twintigste oktober faalde daar door een bijzonder stoutmoedige verkenningstocht: de zoeklichten aan beide zijden van het gat bij len, zoeklichten en lichte wapens te werken. Weer zagen de man nen kans te ontsnappen, doch de volgende nacht probeerden ze het opnieuw. Dit keer dreven zij met de sloep inderdaad door het gat naar binnen, zover zelfs, dat zij de sigaretten van de Duitsers bij de bunkers zagen gloeien en hun ingehouden stemmen hoorden. Die nacht konden zij vóór dat ontdekking volgde met een derde gelukte ontsnap ping allerlei onder-water obstakels inspecteren, welis waar niet met grote precies heid, maar toch voldoende om een bijdrage te leveren tot de waardevolle verzame ling van inlichtingen, waar aan gestaag verder werd ge werkt. Zelfs de ontijdig afge broken verkenningstochten leverden inlichtingen op over de vloedomstandïgheden, voornamelijk in het gat. Bij hoog water liep er in het gat een stroom van ongeveer acht knopen, hetgeen een aanzienlijk probleem zou op leveren voor de mannen aan het roer van de aanvalssche- pen, indien zij er door zou den varen. Op die manier hoopte men de vijand in de rug aan te vallen. veel moeilijker. Er waren te veel „bazen De problemen, die bij „Infa tuate I" de aanval op Vlissin gen, kwamen kijken, waren eenvoudiger en konden worden teruggebracht tot een voorstel, dat óf raak óf er naast zou zijn. Men besloot, indien bij de eerste aanval zou blijken, dat Vlissingen niet te nemen zou zijn, dat dan de hoofdmacht van de invasievloot onmiddel lijk koers zou zetten naar Oostende om „Infatuate II" te ondersteunen. Maar in géén geval zouden beide aanvallen afhankelijk zijn van elkaar. Accurate inlichtingen over Vlis singen en zijn verdediging waren moeilijk te verkrijgen. Er waren straten, die kanalen waren ge worden van een niet te voorspel len diepte, waarschijnlijk om en bij de meter. Vijandelijke steun punten met inbegrip van het hoofdkwartier waren eilandjes geworden en daardoor gemakke lijker te verdedigen. Maar het voornaamste probleem was: waar kon men het beste landen? Aan de oostkant van de stad, richting Ritthem, was dat onmogelijk, want het water stond aan de bin nenkant van de dijk en een door gang was er hier niet. Uiteindelijk werd een klein strand gekozen, zuidoostelijk van de bin nenstad, dat daartoe rechtstreeks toegang gaf op een punt ten wes ten van de belangrijkste haven. Dit strand nu kreeg de codenaam „Uncle". Het was een lastige plaats, half ingesloten door een stenen dam aan de westkant. Er waren golf brekers en daartussen rijen palen, die het naderen voor kleine vaar-v De verwoeste gebouwen rond de haven van Breslcens dienden als decor bij de voorbereidingen van de beslissende slag. tuigen moeilijk maakten. En na tuurlijk was het onmogelijk om onder de oppervlakte te kijken naar al die dodelijke werktuigen, die men ook al op het strand van Normandië had ontmoet. Tenslot te werd het geheel onder vuur ge houden door Duitse lichte en zwa re machinegeweren en mortie ren...... Alle kénmerken van „Uncle" wer den zorgvuldig bestudeerd aan de hand van luchtfoto's door de man nen, die de eerste aanval zouden ondernemen. Het succes of hèt fa len van de operatie, zo wisten ze, zou van hen afhangen. Het was niet de eerste keer, dat zij een dergelijke opdracht kregen te ver vullen. Gepoogd moest worden voet aan land te zetten, terwijl de vijand nog versuft was van het bombardement, dat aan de lan ding vooraf zou gaan. Er moest gevochten worden met vaart en zekerheid. Geknoei en fouten, zelfs maar één minuut, zouden neerkomen op zelfmoord, zouden ook het einde van „Infatuate" be tekenen De voornaamste Duitse troepen macht op Walcheren bestond uit de Zeventigste Divisie, bekend on der allerlei namen: de spijsverte ringsmoeilijkheden-divisie, de wit- te-brood-divisie de maagzweer-di visieMaar om haar nu af te schrijven als een troep sukkels zou een ernstige vergissing zijn. De vermoedelijke aanwezigheid van vijandelijke maagzweren ver leidde de aanvallers dan ook niet tot verkeerde voorstellingen. Het ging hier om garnizoenstroepen, die op gezette tijden hun maaltij den kregen en hun dieet al thans, tot op de dag van de aan val. Hun leeftijd de meeste mannen waren de veertig gepas seerd was voor lieu geen be zwaar, want zij begrepen welk een belangrijke rol zij hadden te vervullen op Walcheren en dat zou hun wel eens een grote A'ast- beradenheïd kunnen geven. Zon der de minste twijfel wisten zij, dat zij de laatste barrière vorm den tussen de geallieerden en de overwinning. En tenslotte: het waren troepen met ervaring! Behalve die Zeventigste Divisie was er nog artillerie en lucht-- machtpersoneel, dat laatste om de radarstations te bedienen. De to tale sterkte van de vijand werd geschat op 8000 tot 10.000 man. Op zee konden de Duitsers vijf tien „E-boten" en tien „R-boten", alsmede een zestigtal vaartuigen van allerlei typen gebruiken. On der bepaalde omstandigheden zou men daar de aanvaller nog zeker overlast mee kunnen veroorzaken. Zo stonden dus de zaken er voor, de nacht van de eenendertigste oktober. De aanval kon beginnen! Vlissings landingsstrand kreeg de codenaam „Uncle" VIII DE VOORBEREIDINGEN voor de operaties „Infatuate 1" en „Infatuate II" werden beëindigd tegen middernacht van de eenendertigste oktober. Alles wat men over Walcheren te weten was gekomen, was zorgvuldig verzameld, getaxeerd en bewerkt. De R.A.F. had haar werk tenminste zo goed gedaan als men van haar mocht verwachten, schepen, wapens en mannen, alles was gereed. Besloten werd, dat „Infatuate I" (de aanval op Vlissingen) vóór daglicht zou beginnen. Twee honderdvierentachtig stukken geschut, van middel tot super- zwaar, zonden deze boodschap gierend door de nacht. Van verrassing was dus geen sprake. Een afschuwelijk artillerie vuur maakte deze nacht tot een verschrikking en deed het silhouet van Vlissingen oplichten. De grote kranen leken daarbij op geteisterde bomen in een versteend bos „Infatuate I" zou starten zonder dat op vliegweer zou worden ge let, zonder ook rekening te hou den met „Infatuate II" (de aan val op Westkapelle van Oostende uit). De mogelijkheden voor deze laatste operatie lagen tussen de eerste en de vierde navember en tussen de veertiende en de zeven tiende. De noodzakelijkheid de operatie zo spoedig mogelijk te beginnen was bijzonder dwin gend. Zelfs de eerste data waren eigenlijk al te laat. Op de eenen dertigste oktober was het weerbe richt slecht en was het niet te verwachten, dat ondersteuning uit de lucht mogelijk was, even min als verkenningen door vlieg tuigen, die de kanonniers van het (eveneens ingeschakelde) slag schip „Warspite", alsmede die van de „Erebus" en „Roberts", zouden kunnen helpen. Niettemin werd besloten, dat ook „Infatuate Iï" zou uitvaren. De uiteindelijke beslissing over de aanval werd overgelaten aan de bevoegdheid van de maritieme en militaire bevelhebbers aan boord. Middernacht, de eenendertigste oktober, waren alle mannen en Voertuigen geladen en wachtte «•en indrukwekkende slagorde van schepen op het commando tot uit varen. HOE WAS DE SITUATIE op dat moment op Walche ren? De verdediging van het eiland was formidabel, de sterkste ter wereld in haar soort. De zeedijken waren met bunkers bezet en in Vlis singen waren zelfs de man gaten in de straten versterkt. De Duitsers hadden de na tuurlijke mogelijkheden van het eiland volledig uitgebuit, niet alleen om een aanval te weerstaan, maar ook om de monding van de Wester- schelde te verdedigen. De be langrijkste defensie was ge concentreerd op de vooruit stekende punt van het eiland bij Westkapelle en zij be stond uit ongeveer dertig kustverdedjgings- en veld- batterijen, die opereerden met geschut, variërend van 75 mm tot 220 mm. Zij wer den aangevuld door een nauwgezet ontworpen net werk van kleinere bunkers, bewapend met licht lucht doel en anti-tankgeschut. Voorts waren de stranden belegd met mijnen, terwijl de toegangswegen over wa ter bezaaid waren met elk type onderwater vernieti gingswapens, dat destijds maar was te vinden. Verder had men te maken met ge vaarlijke zandbanken en stromingen, rijen strand-ob- stakels, prikkeldraad, ver bonden aan explosieven, de palen eveneens vastgemaakt aan ontplofbare voorwerpen, en golfbrekers Achter de dijken was het land bezet met lange palen, verbonden met draden om luchtlandin gen onmogelijk te maken. Er waren mijnenvelden, die de kustbatterijen moesten be schermen tegen aanvallen van land uitZiehier zo ongeveer de voornaamste trekken van Walcheren, de pit van de noot, die moest worden gekraakt vóórdat van de haven van AntWerpfen gebruik kon worden ge maakt. Begin oktober dus was besloten het eiland te doen „zinken". De R.A.F. begon de dijken te bom barderen, waardoor het water de polder instroomde. De drie pun ten, die uiteindelijk als aanvals doelen werden gekozen (West kapelle, Vlissingen en Sloedam), waren juist die, waarop de vijand al zijn krachten had geconcen treerd om aldus van zijn tegen stander een zware tol te kunnen eisen en om hem te beletten ook maar één voet aan wal te zetten. Daardoor leek de raid op West kapelle op zijn minst even roeke loos als die op Dieppe in augus tus 1942. Zodat de marine- en le gerofficieren, die deze aanval moestén ontwerpen, zichmaar weinig illusies, maakten... Verrassing zou dus uitgesloten zijn. En al zou men alles in de hand hebben, succes, data, inde- Westkapelle kregen plotseling een Britse motortorpedoboot in hun stralenbundels te pakken, toen dit vaartuig voorzichtig poogde zich naar binnen te laten drijven. On middellijk kwam de boot onder zwaar vuur te liggen en kon nog net op volle kracht ontsnappen. Twee nachten later stapten de mannen van de motortorpedoboot op enigè afstand van de kust over in een sloep en lieten zich bijna geluidloos met de vloed het gat in drijven. Toch ging het niet ge luidloos genoeg... Want juist, toen zij op het punt stonden aan land te gaan, kreeg de vijand hen in de gaten en begon met signa Het zou nodig zijn te landen vóór half-tij, teneinde de strand- ob stakels te kunnen nemen, maar de landingsvaartuigen waren pas in staat anderhalf uur na laag water de zandbanken te passeren. En tenslotte waren er minstens vijf uren daglicht nodig teneinde het minimale aantal objecten op de dag van de aanval te bereiken. Dit alles leverde verdere beper kingen op bij het uitwerken van het definitieve plan. De mannen, die daarmee waren belast, voelden zich dan ook niet erg gelukkig. Bovendien maakte het aantal mi litaire autoriteiten deze op zich zelf al zo ingewikkelde zaak nog ling, lucht- én artillerie-steuri, dan nog bleef het weer de onzekere factor. Op kaltne dagen in no vember was er meestal mist en op ruwere dagen had men op zee met ernstiger problemen te kam pen dan op een verraderlijke kust... Het succes van de R.A.F.-bom- bardementen was groot. Luite nant-generaal Simonds had ge vraagd om een gat in de Wesfc- kappelse zeedijk van een kleine driehonderd meter, doch de R.A. F. gaf hem een gat van bijna driehonderdvijftig meter bij vloed. Dag en nacht waren de zware bommenwerpers bezig met het bombarderen van dijken en versterkte stellingen en met het verbreden van de gaten. Een daar van was dus ontstaan bij Westka pelle, het tweede lag ten noord westen van Vlissingen (DeNolle), het derde ten oosten van Vlissin gen (Ritthem) en het vierde ten noordwesten van Veere. Ondanks alle aanvallen echter bleef de voornaamste batterij bij Westka pelle intact. Indien men het gat wat meer westelijker zou hebben gemaakt, dan zou deze batterij in zee zijn getuimeld De overstroming van het eiland had van de Duitse stel lingen een reeks van geïsoleer de stellingen gemaakt, waarin men zou moeten vechten zon der hoop op versterking of een kans op terugtrekken. Lucht foto's wezen uit, dat tenminste negen en mogelijk zelfs veer tien batterijen in het westen waren overstroomd en daar door zo goed als zeker waren uitgeschakeld. Niettemin moest niet worden vergeten, dat het aantal, dat nog wél functioneerde, toch nog altijd de moeite waard was. De laatste vier dagen van okto ber maakten Spitfires en Ty- Een van de grote Duitse bunkers op Walcherendie samen een van de sterkste verdedigingsgordels ter wereld vormden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 5