STATENZITTING THANS GESLOTEN Westerscheldebekken is zaak van Zeeland en Brabant Gevolg veertarievenminder personenvervoer THANS BELANGSTELLING VAN DIVERSE KANTEN VOOR HET SLOEPLAN VERKLARING OVER „HULSTER REDE" VAN IR. DIKÖTTER DONDERDAG 15 JANUARI 1959 PROVINCIALE ZEEUW8E COURANT HOE WAS HET MOGELIJK, DAT de commis saris der koningin van Noord-Brabant, profes sor De Quay, vorige maand het Itreekrakplan lanceerde en daarbij de indruk wekte, dat het provinciaal bestuur van Zeeland geheel buiten deze zaak stond? Gistermorgen heeft Zeelands commissaris, jhr. mr. A. F. C. de Casembroot, in de Staten van Zeeland deze aangelegenheid nader uit de doeken gedaan. Begin augustus had professor De Quay in een bespreking tussen beide colleges van Gedeputeerden medegedeeld voornemens te zijn de Staten van zijn gewest in te lichten over het Kreekrakplan, welk voor nemen professor De Quay later nog eens schrif telijk bevestigde. De mededelingen, die hij later in de Staten deed, waren evenwel uitvoeriger dan aanvankelijk in het voornemen lag, maar bovendien repte Brabants commissaris er met geen woord van, dat over dit Kreekrak-project samenwerking en overeenstemming bestond tus sen de beide provinciale besturen. Daardoor werd althans de schijn gewekt, dat 't hier om 'n éénzijdige actie van Noord-Brabant ging, waar mee dus Zeeland niets te maken zou hebben. Van Zeeuwse zijde is Brabants provinciaal be stuur daarop geattendeerd en daarbij is open hartig medegedeeld, dat deze gang van zaken werd betreurd. Deze mededeling nu wekte „bij: de Brabantse vrienden" zoals jhr. De Casem broot het formuleerde ontsteltènis. Want het was geenszins hun bedoeling geweest om te doen alsof Zeeland hier buiten stond. „Maar in de Brabantse Staten was zo vaak medegedeeld, dat over dit alles samenwerking en overleg met Zeeland bestond, dat het als vanzelfsprekend werd beschouwd ditmaal eens. niet de aandacht daarop te vestigen", aldus Zeelands commissa ris, die vervolgens vaststelde, dat Brabants pro vinciaal bestuur geheel te goeder trouw had gehandeld. De heer De Casembroot verzekerde, dat de betrekkingen met het provin ciaal bestuur van Noord-Brabant bijzonder goed waren. Beide provincies trekken één lijn, waarbij uitdrukkelijk is vastgesteld, dat in de ontwik keling van het Westerscheldebekken het Sloeplan de grootste prioriteit heeft. Er is daarvoor immers reeds een gegadigde, namelijk de Konink lijke Maatschappij „De Schelde", die dringend gebrek heeft aan de hier gelegen terreinen. Bovendien is men het verst met de voorbereidingen voor dit plan: men is thans druk bezig met de bouw van een groot model in het openluchtlaboratorium in „De Voorst", zo verklaarde Zeelands com- Gedeputeerde Van der Weel, die na de commissaris sprak, Avees er nog op dat niet alleen „De Schelde" ge gadigde is, maar dat er voor het Sloeplan ook belangstelling bestaat bij andere belangrijke bedrijven. Hij A'erklaarde, dat een commissie ovei de beheersvorm van het Zuid-Sloe waarin ook de burgemeesters van Middelburg, Vlissingen, alsmede de directeuren van E.T.I. en Haven van Vlissingen zitting hebben tot de conclusie Avas gekomen, dat een naamloze vennootschap liier niet de juiste beheersvorm4zal zijn. Gezien ook de grote bedragen, Avelke hier nodig worden geacht, zal in samen werking met rijksinstanties Avorden nagegaan hoe deze zaak moet Avor- den behandeld. Aan diverse depar tementen is in dit verband om me dewerking verzocht. De commissaris had tevoren nog even aangestipt, dat er ook sa menwerking bestaat met het provinciaal bestüur van Zuid- Holland, welke echter minder in- Waterleiding en luxe. De commissaris der koningin is gis teren ingegaan op enkele opmerkin gen van ir. Horstmann over de Wa- terleid ingmaatschappi j Zeeu wsch- Vlaanderen, welke o.a. te luxe bouAv- werken zou hebben doen uitvoeren. De heer De Casembroot deelde mede, zeer onlangs de directeur van het rijksbureau voor drinkwatervoorzie ning te hebben gesproken, die heixi tensief is dan die met Noord- Brabant. Nadrukkelijk herhaal de de commissaris nogmaals het door hem reeds eerder gefor muleerde standpunt van Zeeland tegenover de Randstad: „Wij passen ervoor om uitsluitend op drieërlei levenbeschouwelijke grondslagen een speeltuin te zijn voor onze buren. Ook wij wil len ons aandeel in de industriële ontwikkeling van Nederland!" Gedeputeerde mr. A. J. van der Weel beantwoordde na de korte rede van de commissaris het merendeel van de opmerkingen, die de Statenleden de vorige dag hadden gemaakt tij dens de algemene beschouwingen. En de overigens zo minzame heer Van der Weel schroomde daarbij niet op zijn speciale manier links en rechts enkele rake tikken uit te delen. Dank zij het gebruik van een vrien delijke beeldspraak hadden ook dit maal deze „Van-der-Weel-tikken" een vertraagde werking, maar gloeiden ook flink na Hij verweet met na me mr. Schlingemann ongemotiveer de kritiek. De vorige dag was het college van V.V.D.-zijde „vermoeidheid" verwe ten, het élan van het college zou na melijk gedoofd zijn. „Nu het college naar een nieuwe vorm zoekt om de Staten zoveel als maar mogelijk is in het beleid te betrekken, zegt men ons: gij zijt vermoeid, aldus mali cieus onze bedoelingen miskennend", zei mr. Van der Weel enigszins ver ontwaardigd. „Wanneer wij voorts trachten de problemen, welke Zee land bezighouden in deze tijd, in t e juiste proporties te zien, dan noemt mr. dr. A. J. J. Mes ...geen luxe... had verzekerd, dat zoAvel de water toren in Terneuzen als die in Oost burg een groter kubieke meter-in houd moest hebben dan „normale" torens. Dit hield verband met de kwa liteit van het water; Het fraaie uiter lijk van deze torens, het „jasje" zoals de .commissaris het noemde, beteken de op de totale bouwkosten slechts een klein onderdeel. Mr. dr. A. J. J. Mes, commissaris van deze waterleidingmaatschappij na mens het provinciaal bestuur, zette uiteen dat het spaarbekken wel dege lijk nodig was. De heer Horstmann had namelijk gevraagd of de aanleg daarvan wel noodzakelijk moest wor den geacht. De heer Mes verklaarde, dat de waterbehoefte voor huishou delijk gebruik in Zeeuwsch-Vlaande- ren op 5,2 miljoen kubieke meter per jaar was geschat, terwijl het water wingebied slechts 3 3% miljoen ku bieke meter levert. Hier moet dus iets gedaan worden. Gelet op alle omstandigheden waarmee deze wa terleidingmaatschappij heeft te ma ken achtte de heer Mes ook de tarie ven niet .te hoog, men dat alweer een teken van ver moeidheid?" De Gedeputeerde kon slechts constateren, dat de „ver moeidheid van het college" alleen was vastgesteld uit het enkele feit, „dat wij het niet altijd met -U eens kunnen zijn". „Ons élan is niet gedoofd en ver moeid zijn Ave evenmin" verzekerde de heer Van der Weel. „Wanneer we de kaart van West-Europa bekijken en Ave zien Avelke plaats de Wester- sehelde daarop inneemt, dan hebben wij een gevoel van trots ómdat Avij het bestuur mogen voeren over het gebied rond deze Schelde. Gedepu teerde Staten zijn bezield door de grote taak, die aan Zeelands provin ciaal pestuur Avordt gesteld.. Wij zijn niet defaitistisch, ook niet na de verAvijteu, die gisteren tot ons. zijn gericht". De problemen van Zeeland,, die .ir. Horstmann de vorige dag in een uit voerige rede had samengevat, waren niet nieuw voor hèt college, zo be toogde mr. Van der Weel. „Wij wor den er namelijk van dag tot dag mee geconfronteerd én daarom voelen wij er ook niets voor om er een afzonder lijke vergadering van de Staten aan te Avijden. Heeft de heer Horstmann zich wel gerealiseerd, wat in de af gelopen jaren door Gedeputeerden is; Op één punt gaf de heer Van der Weel toe, dat het college in gebre- Vissers naar Colijnsplaat. =g De heer M. J. van Poelje deel- de gisteren namens G. S. in de H Staten mede, dat het rapport f over de verplaatsing van de i M Veerse visserij thans is aange- boden aan de commissie ex H irtikel 5 Deltawet (schadnver- i sj voedingen). Naar zijn oordeel I ziet het er naar uit, dat Co- H lïjnsplaat gekozen zal Avorden als toekomstige thuishaven voor deze vissers. iliiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii De werkgelegenheid in Zeeland. C. Philïpse ...werkgelegenheid... Gedeputeerde C. Philïpse heeft giste ren in de Zeeuwse Staten een uit voerig en gedegen overzicht gegeven van de werkgelegenheidssituatie in Zeeland. Hij verzekerde dat er in Zeeland voldoende aanvullende werk- objecten waren. Mochten de kosten daarvan het .daarvoor beschikbaar gestelde miljoen te bóven gaan,, dan zal met Dén Haag Avorden overlegd ovér meer steun. De heerPhilipsè deelde mede,; dat vermoedelijk dit jaar mét steun van de rijkswater staat in" het kader van de Averkge- 'legenheidsobjecten éen begin zal wor den gemaakt met de aanleg van de aarden baan voor de nieuwe weg Nièuwland—Souburg—Vlissingen. ke was gebleven:-/ten aanzien van de publiciteit. „Wij zullen óp dit gebied andere wegen moeten op gaan, wij zullen meer in. het pu bliek moetén brengen,, wét tot .dusver, binnenskamers bleef". Sprekende over Sloeplan en kanaal zone stelde de heer Van der Weel nadrukkelijk; dat mén deze zaken slechts mocht zien als onderdelen van „dé. ontwikkeling van het Wes terscheldebekken. Wij moéten deze zaak öp 'een niveau brengen, waar door samenwerking óf zo nodig con currentie mogelijk is met dé plannen van Zuid-Holland. Nu zijn we nog zover niet. Daartoe zullen wij de hulp nodig hebben van een industrie promotor, doch wij zullen ook van andere zijde hulp niet kunnen ont beren". In verband met dit laatste verzeker de de heer Van der Weel, dat reeds dé goede iveg Avas ingeslagen. „Met de directeur-generaal van de Rijks- AVatfirstéat zijn de gezamenlijke plan nen van Zeeland en Noord-Brabant pbsproken «n besloten is toén om de ontwikkeling- van het Westerschelde- beliken als gehèel aan het rijk voor te leggen"- De Gedeputeerde zette uiteen, dat het project thans in studie is bij de beide proAinciale besturen, die Avanneer zij de .plannen defini tief klaar hebben - terug zullen gaan naar de directèpr-generaal A'an de Rijkswaterstaat^óm hém te vragen of dan op volledige mede werking kan worden gerekend, en of het rijk dan zijn ménsen aaöI afvaardigen opdat men gezamen lijk tót een project komt, dat kan samenwerken, maar zo nodig ook kan concurreren met de plannen van Rotterdam. De' heer Van der Weel, herinnerde aan, dat destijds mr. H. van Riel had opgemerkt, dat men er niet al leen komt met een plan, maar dat veel meer nodig is. „Inderdaad, hier gaat het zeker niet alleen om het eenzijdige probleem van industriali satie", aldus de Gedeputeerde. „In dustrialisatie gaat immers met aller lei aridére factoren samen en ook daarop moet onze aandacht geves tigd zijn, opdat dé leefbaarheid van Zeeland zal worden vergroot". En mét éen blikop de heer Kodde zei de heer Van der Weel glimla chend: „Men zou kunnen zeggen, me neer Kodde, laten we beginnen met het bouwen van bioscopen en caba rets - Over een aantal andere punten ver klaarde mr. Van der Weel het vol gende Vaste oeververbinding. De minister van verkeer en waterstaat zal het college binnen niet al te lange tijd over deze zaak ontvangen. Ontwikkelingskernen. Hierover is van het ministerie van economi sche zaken nog niets naders ge hoord. Men moet evenwel niet ver geten, dat naast deze kernen het Sloeplan en de kanaalzone tot pro blemen van eerste orde des lands zijn verklaard. Elektrificatie en Avaterleidingaanleg. Op Walcheren zal in 1959 en 1960 de elektrificatie voltooid worden in het kader van de Herverkave ling. Uit de provinciale middelen zal dit 160.000 vergen. Ook de Avaterleiding zal tot stand komen, hetgeen de provincie ca. 61.500 zal kosten. Gasbedrijf. Het lekverlies van het Gasbedrijf Midden-Zeeland is a zienlijk teruggelopen. In Vlissin gen bedraagt dit thans .16 in Goes 12 Bouwvolume. Men moet voorzichtig zijn met de beschuldiging dat Zeeland hier opzettelijk wordt achteruitgesteld. De formule, die wordt gebruikt is evenwel ongun stig voor .Zeeland. Wanneer "bij voorbeeld in' deze formule meer betekenis Averd gegeven aan de bouwcapaciteit, of aan het aantal krotwoningen en noodwoningen, dan zou er een veel gunstiger bouwvolume uit de bus zijn geko men. Wij hadden op duizend avo- nïngen gehoopt, omdat minder praktisch onmogelijk te verdelen zijn. De verdeling van 650 die we nu kregen, is een onmogelijke taak. De heer Van dei- Weel eindigde zijn rede met de verzekering, dat het col lege eensgezind en vol geloof en ver trouwen ten aanzien van Zeelands toekomst de provincialebelangen zal blijven dienen. REPLIEKEN. Bij de replieken kon de heer'Van der Weel niet nalaten zich opnieuw tegen zijn tegenstander van de vórige Üag mr. Sehlingemann te keren. De heer Schlingemann had namelijk enkele van zijn uitlatingen een na dere interpretatie gegeven, teneinde ér op te wijzen, dat hij zeker niet onwelwillend tegenover het .college stond. „Alles wat gisteren is gezegd, is blijkbaar nu weer teruggenomen" merkte daarop mr. Van der Weel op, „wij moesten het allemaal dus maar met een korreltje zout nemen". De Leden commissie van bijstand benoemd. De Staten benoemden gisteren tot lid van de maandag ingestelde com missie van bijstand „ontwikkeling Zeeland": jhr. mr. T. A. J. W. Scho- rer, de heer P. V. M. Vercauteren, de heer A. H. S. Stemerding, de heer J. van den Bos, ir. C. A. L. Horstmann en de heer H. Flikweert. Allen aanvaardden hun benoeming, waarbij de héér Schorer er aan her innerde, dat deze commissie niet be antwoordt aan datgene wat hij zich van een „commissie van bijstand" voorstelt. Hoéwei hij dus geen hoog gestemde verwachtingen van deze nieuwe instelling heeft, wilde hij wel het lidmaatschap van dit wat spreker noemde „schaduwkabi net" aanvaarden, in de hoop „in zijn verwachtingen bedrogen te worden..." Gedeputeerde voelde in dit verband meer voor een zoutloos dieet. „Nu hebben we de indruk gekre gen alsof een jeugdige bezoeker van Artis met een stokje een leeuw zit te porren. Maar als die leeuw dan begint te brullen, dan roept hetZo heb ik het niet be doeld Öok met Gedeputeerde Schout kreeg mr. Schlingemann het aan de stok. Hij had medegedeéld te zullen be danken als lid van het algemeen be stuur van dé Stichting Zeeland, om dat in het algemeen bestuur van de stichting geen agrariër werd be- nóemd. De heer Schout verklaarde, dat moeite was gedaan om een agrariër te benoemen, hetgeen aan vankelijk was gelukt, doch de ber trokkene had later bedankt. „Maar hét Is jammer, dat de heer Schlinge mann verdwijnt uit het algemeen be- stuur" zei de Gedeputeerde, „hoewel het praktisch niet veel zal uitma ken. Want als we met hem een da tum afspraken om te vergaderen, kwam hij toch niet Waarop mr. Schlingemahn Adnnig re pliceerde: „Dan hebt U nu de weg vrij voor een goede agrariër Overigens werden bij de replieken vrijwel uitsluitend politieke zaken aangesneden, waarbij met name de héér Van Oorschot (p.v.d.a.) zich met vuur weerde, op de vóet gevolgd door burgemeester Stemerding (c.h.) en de heer Meliefste (a.r.). Beroep op samenwerking. Ir. G. P. M. Dikötter heeft gister middag een korte verklaring afge legd over de befaamde kwestie van de K.V.P.-vergadering in Hulst, waar hij enige mededelingen had gedaan over de situatie rond de veertarieven. Men zal zich herinneren, dat deze mededelingen een uitvoerige discussie tot gevolg hadden o.a. met de voor zitters van de beide Kamers van Koophandel over de vraag;, boe de voorgeschiedenis van deze tarieven in werkelijkheid was verlopen. De fractieleider van de P.v.d.A., dé heer L. P. van Oorschot, had deze kwestie dinsdag opnieuw aan de. orde. .gesteld en daarbij kritiek uitgeoefend op de houding van de gedeputeerde. Gedeputeérde Dikötter wees 'er gis termiddag in zijn antwoord, op, dat de mededelingen tijdens, de K.V.P.- vergadering te Hulst dóór hem niet waren gedaan als 'lid van hét collége, doch uitsluitend als lid van .zijn; poli tieke partij. Het ging hier dus niet om de uiting van Ged. Staten, dóch op een persoonlijke visie. Voorts stelde de heer Dikötter na drukkelijk er van Uit te gaandatde in deze aangelegenheid uitgesproken GEDEPUTEERDE M. J. VAN POELJE heeft gistermiddag een aantal cijfers verstrekt over het passagiersvervoer op de veerdiensten over de Westerschelde sinds de imverliingtreding van tie nieuAve tarieA'en. Aan de hand van deze cijfers kan men vaststellen, dat er in de laatste drie maan den van het vorig jaar naar schatting ca. 170.000 passagiers minder zijn vervoerd dan in het overeenkomstige kwartaal van 1957 Dit zijn de cijfers, die de heer Van Poelje gaf: VLISSINGEN—BRESKENS oktober 1957: 125.000, november 1957 december 1957 127.000, 106.000, 1958: 1958: 1958: 103.000, 90.000, 86.000, daling: daling: daling: 22.000 37.000 20.000 KRUININGENPERKPOLDER oktober 1957: 98.000, november 1957: 92.000, december 1957: 83.000, Overigens maakte de heer Van Poel je ten aanzien van deze cijfers een nadrukkelijk voorbehoud: die van 1957 met name berustten niet op nauwkeurige gegevens, doch op schattingen, zodat daarin nogal wat variatie mogelijk Avas. Niettemin mag voorzichtig een daling van het personenvervoer worden geconsta- Ook over het vervoer van auto's ver strekte de Gedeputeerde enkele gege vens. Op VlissingenBreskens waren in oktober 1958 242 personenauto's minder vervoerd dan net jaar daar voor, in november 1958 1489 perso nenauto's minder, terwijl december ongeveer gelijk, bleef. Het aantal ver voerde vrachtauto's daarentegen steeg in oktober en november met respectievelijk 30Q en 400, terwijl in 1958: 1958: 1958: 68.000, 56.000, 58.000, daling: 30.000 daling: 36.000 daling: 25.000 deze categorie december eveneens ge lijk bleef. Op KruiningenPerlipolder was de daling van het aantal perso nenauto's in oktober ca. 1000, in no vember 2700 en in december 240. Ook hier stegen de aantallen vrachtauto's: oktober ca. 2000, no vember ca. 550 en december ca. 1500. NOORDELIJKE VEREN. Vervolgens gin°; de heer Van Poelje in op een aantal vragen, gesteld over de noordelijke veerverbindingen. Hij deelde mede, dat bij ingebruikstelling- van de nieuwe veerhaven op Noord- Beveland die dit jaar zal worden aanbesteed nog geen boten met koplading zullen worden gebruikt. Wel zal met de „Oosterschelde" ge varen kunnen worden, terwijl ook een frequentere dienstregeling dan thans mogelijk is. Zodra de dam door de Grevelingen klaar is (1963/64) zal het ogenblik voor koplading aangebroken zijn. Dit zal echter grote offers van de provincie vragen. De aanleg van fuiken wordt begroot op 3 a 8.5 miljoen, terwijl bovendien bij „De Val" diverse voorzieningen nodig zijn. Eén schip met koplading komt op 4 a 5 miljoen, terAvijl er tAvee nodig zijn. De exploitatiekos ten daarvan zijn aanzienlijk hoger dan die van de tegenwoordige schepen. Er is aa'el eens als een zeer a'oorlopig cijfer een bedrag van één miljoen per jaar genoemd. De Gedeputeerde verklaarde, dat tegen die tijd het gehele probleem van veren en tarieven, zoAvel op Ooster- als Westerschelde samen vattend bekeken zal Avorden. Over de coördinatie van boot- en bus diensten op Schouwen-Duiveland zei spreker, dat een ontwerp-dienstrege- ling thans gereed is. Ten aanzien van het verdwijnen van de bussen, aan sluiting gevend op de eerste en laat ste boot KatseveerDe Val, ver klaarde de heer Van Poelje, dat de gemiddelde bezetting lager was dan eén passagierOp verzoek van de heer IJssel zal hij de regeling met de „Zandkreek" op het traject Katse veerDe Val nog eens nader bekij ken. Sprekend over de nieuwe boot, de „Beatrix", verklaarde de heer Van Poelje, dat een ander systeem van commando-overbrenging brug-machi- nekamer - thans een' elektrisch schakelsysteem zal worden onder zocht, Overigens, beschouwde spreker M. J. van Poelje -teruggelopen vervoer. de „Beatrix" nog steeds als een „uit stekend schip". Over de A'erliouding met het rijk ver klaarde de heer Van Poelje, dat een Avijziging van het toezicht door het provinciaal bestuur nog steeds het overwegen Avaard wordt geacht. Tot mevrouw Van den Broecke-De Man zei spreker dat de bruggen van de aanleginrichtingen van Vlissingen Breskens worden verbeterd, zodat de helling in het midden wordt onder broken door een vlak stuk. De bouw van extra waohtgelegcnheden vlak bij de boot aan de nieuwe veerhaven te Breskens, waarvoor mevr. Van den Broecke had gepleit ging hem te vér. Wel worden hier goeae abri's gezet. ir. G. P. M. Dikötter •j ...samenwerking... kritiek alleen was ingegeven door de hartgrondige wens het belang van Zeeland te willen dienen. „Want al leen dan kan ik" de opmerkingen van dé heer Van Oorschot aanvaarden. Dan ook zal ik er lering uit trekken". Dé heer Dikötter zinspelend op de meningsverschillen die door de be wuste kwestie in Zeeland waren ont staan deed tenslotte een beroep op samenwerking van al diegenen, die het belang van Zeeland primair stellen. „Die samenwerking en die eenheid waren er in het verleden in het college van Ged. Staten, zij zijn er nog. In dit licht gezien wil ik de kritiek beschouwen en laten doorwer ken", zo besloot de heer Dikötter. Indien nodig lening voor wegen. Gedeputeerde Dikötter heeft gister middag de Staten van Zeeland nog maals de verzekering gegeven, dat de aansluitende Avegen op de Delta- dammen op tijd gereed zullen zijn. Het urgentieschema van de proA-ïn- eïale Avegen in Zeeland A'ergt overi gens een bedrag van 30-40 miljoen. Indien nodig zullen Gedeputeerden niet schromen de Staten voor te stel len daarvoor een lening aan te gaan. VérvÓIgens ging deze spreker nog in op enkele opmerkingen over de P.P. p., welke door de V.V.D.-fractie wa ren gemaakt. De reorganisatie van deze dienst, welke door een commis sie was voorbereid, is inmiddels door Ged. Staten besproken. Het college zal daarover nog met deze voorbe reidingscommissie van gedachten wisselen. Verder toonde deze spreker aan, dat de kritiek op enkele onderdelen van het structuurplan Kanaalzone niet op juiste gegevens berustte. Tenslot te deed hij aan de heer Berenpas nogmaals de toezegging de plaats ;voor" het'.kampeerterrein van de Mid delburgse Jeugdraad met de betrok ken instanties op te nemen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 5