STATENZITTING THANS GESLOTEN
Westerscheldebekken is zaak van
Zeeland en Brabant
Gevolg veertarievenminder personenvervoer
THANS BELANGSTELLING VAN DIVERSE
KANTEN VOOR HET SLOEPLAN
VERKLARING OVER „HULSTER
REDE" VAN IR. DIKÖTTER
DONDERDAG 15 JANUARI 1959 PROVINCIALE ZEEUW8E COURANT
HOE WAS HET MOGELIJK, DAT de commis
saris der koningin van Noord-Brabant, profes
sor De Quay, vorige maand het Itreekrakplan
lanceerde en daarbij de indruk wekte, dat het
provinciaal bestuur van Zeeland geheel buiten
deze zaak stond? Gistermorgen heeft Zeelands
commissaris, jhr. mr. A. F. C. de Casembroot,
in de Staten van Zeeland deze aangelegenheid
nader uit de doeken gedaan. Begin augustus had
professor De Quay in een bespreking tussen
beide colleges van Gedeputeerden medegedeeld
voornemens te zijn de Staten van zijn gewest
in te lichten over het Kreekrakplan, welk voor
nemen professor De Quay later nog eens schrif
telijk bevestigde. De mededelingen, die hij later
in de Staten deed, waren evenwel uitvoeriger
dan aanvankelijk in het voornemen lag, maar
bovendien repte Brabants commissaris er met
geen woord van, dat over dit Kreekrak-project
samenwerking en overeenstemming bestond tus
sen de beide provinciale besturen. Daardoor
werd althans de schijn gewekt, dat 't hier om 'n
éénzijdige actie van Noord-Brabant ging, waar
mee dus Zeeland niets te maken zou hebben.
Van Zeeuwse zijde is Brabants provinciaal be
stuur daarop geattendeerd en daarbij is open
hartig medegedeeld, dat deze gang van zaken
werd betreurd. Deze mededeling nu wekte „bij:
de Brabantse vrienden" zoals jhr. De Casem
broot het formuleerde ontsteltènis. Want het
was geenszins hun bedoeling geweest om te
doen alsof Zeeland hier buiten stond. „Maar in
de Brabantse Staten was zo vaak medegedeeld,
dat over dit alles samenwerking en overleg met
Zeeland bestond, dat het als vanzelfsprekend
werd beschouwd ditmaal eens. niet de aandacht
daarop te vestigen", aldus Zeelands commissa
ris, die vervolgens vaststelde, dat Brabants pro
vinciaal bestuur geheel te goeder trouw had
gehandeld.
De heer De Casembroot verzekerde, dat de betrekkingen met het provin
ciaal bestuur van Noord-Brabant bijzonder goed waren. Beide provincies
trekken één lijn, waarbij uitdrukkelijk is vastgesteld, dat in de ontwik
keling van het Westerscheldebekken het Sloeplan de grootste prioriteit
heeft. Er is daarvoor immers reeds een gegadigde, namelijk de Konink
lijke Maatschappij „De Schelde", die dringend gebrek heeft aan de hier
gelegen terreinen. Bovendien is men het verst met de voorbereidingen voor
dit plan: men is thans druk bezig met de bouw van een groot model in
het openluchtlaboratorium in „De Voorst", zo verklaarde Zeelands com-
Gedeputeerde Van der Weel, die na
de commissaris sprak, Avees er nog
op dat niet alleen „De Schelde" ge
gadigde is, maar dat er voor het
Sloeplan ook belangstelling bestaat
bij andere belangrijke bedrijven. Hij
A'erklaarde, dat een commissie ovei
de beheersvorm van het Zuid-Sloe
waarin ook de burgemeesters van
Middelburg, Vlissingen, alsmede de
directeuren van E.T.I. en Haven van
Vlissingen zitting hebben tot de
conclusie Avas gekomen, dat een
naamloze vennootschap liier niet de
juiste beheersvorm4zal zijn. Gezien
ook de grote bedragen, Avelke hier
nodig worden geacht, zal in samen
werking met rijksinstanties Avorden
nagegaan hoe deze zaak moet Avor-
den behandeld. Aan diverse depar
tementen is in dit verband om me
dewerking verzocht.
De commissaris had tevoren nog
even aangestipt, dat er ook sa
menwerking bestaat met het
provinciaal bestüur van Zuid-
Holland, welke echter minder in-
Waterleiding en luxe.
De commissaris der koningin is gis
teren ingegaan op enkele opmerkin
gen van ir. Horstmann over de Wa-
terleid ingmaatschappi j Zeeu wsch-
Vlaanderen, welke o.a. te luxe bouAv-
werken zou hebben doen uitvoeren.
De heer De Casembroot deelde mede,
zeer onlangs de directeur van het
rijksbureau voor drinkwatervoorzie
ning te hebben gesproken, die heixi
tensief is dan die met Noord-
Brabant. Nadrukkelijk herhaal
de de commissaris nogmaals het
door hem reeds eerder gefor
muleerde standpunt van Zeeland
tegenover de Randstad: „Wij
passen ervoor om uitsluitend
op drieërlei levenbeschouwelijke
grondslagen een speeltuin te zijn
voor onze buren. Ook wij wil
len ons aandeel in de industriële
ontwikkeling van Nederland!"
Gedeputeerde mr. A. J. van der Weel
beantwoordde na de korte rede van
de commissaris het merendeel van
de opmerkingen, die de Statenleden
de vorige dag hadden gemaakt tij
dens de algemene beschouwingen. En
de overigens zo minzame heer Van
der Weel schroomde daarbij niet op
zijn speciale manier links en rechts
enkele rake tikken uit te delen.
Dank zij het gebruik van een vrien
delijke beeldspraak hadden ook dit
maal deze „Van-der-Weel-tikken" een
vertraagde werking, maar gloeiden
ook flink na Hij verweet met na
me mr. Schlingemann ongemotiveer
de kritiek.
De vorige dag was het college van
V.V.D.-zijde „vermoeidheid" verwe
ten, het élan van het college zou na
melijk gedoofd zijn. „Nu het college
naar een nieuwe vorm zoekt om de
Staten zoveel als maar mogelijk is
in het beleid te betrekken, zegt men
ons: gij zijt vermoeid, aldus mali
cieus onze bedoelingen miskennend",
zei mr. Van der Weel enigszins ver
ontwaardigd. „Wanneer wij voorts
trachten de problemen, welke Zee
land bezighouden in deze tijd, in t e
juiste proporties te zien, dan noemt
mr. dr. A. J. J. Mes
...geen luxe...
had verzekerd, dat zoAvel de water
toren in Terneuzen als die in Oost
burg een groter kubieke meter-in
houd moest hebben dan „normale"
torens. Dit hield verband met de kwa
liteit van het water; Het fraaie uiter
lijk van deze torens, het „jasje" zoals
de .commissaris het noemde, beteken
de op de totale bouwkosten slechts
een klein onderdeel.
Mr. dr. A. J. J. Mes, commissaris van
deze waterleidingmaatschappij na
mens het provinciaal bestuur, zette
uiteen dat het spaarbekken wel dege
lijk nodig was. De heer Horstmann
had namelijk gevraagd of de aanleg
daarvan wel noodzakelijk moest wor
den geacht. De heer Mes verklaarde,
dat de waterbehoefte voor huishou
delijk gebruik in Zeeuwsch-Vlaande-
ren op 5,2 miljoen kubieke meter per
jaar was geschat, terwijl het water
wingebied slechts 3 3% miljoen ku
bieke meter levert. Hier moet dus
iets gedaan worden. Gelet op alle
omstandigheden waarmee deze wa
terleidingmaatschappij heeft te ma
ken achtte de heer Mes ook de tarie
ven niet .te hoog,
men dat alweer een teken van ver
moeidheid?" De Gedeputeerde kon
slechts constateren, dat de „ver
moeidheid van het college" alleen
was vastgesteld uit het enkele feit,
„dat wij het niet altijd met -U eens
kunnen zijn".
„Ons élan is niet gedoofd en ver
moeid zijn Ave evenmin" verzekerde
de heer Van der Weel. „Wanneer we
de kaart van West-Europa bekijken
en Ave zien Avelke plaats de Wester-
sehelde daarop inneemt, dan hebben
wij een gevoel van trots ómdat Avij
het bestuur mogen voeren over het
gebied rond deze Schelde. Gedepu
teerde Staten zijn bezield door de
grote taak, die aan Zeelands provin
ciaal pestuur Avordt gesteld..
Wij zijn niet defaitistisch, ook niet
na de verAvijteu, die gisteren tot ons.
zijn gericht".
De problemen van Zeeland,, die .ir.
Horstmann de vorige dag in een uit
voerige rede had samengevat, waren
niet nieuw voor hèt college, zo be
toogde mr. Van der Weel. „Wij wor
den er namelijk van dag tot dag mee
geconfronteerd én daarom voelen wij
er ook niets voor om er een afzonder
lijke vergadering van de Staten aan
te Avijden. Heeft de heer Horstmann
zich wel gerealiseerd, wat in de af
gelopen jaren door Gedeputeerden is;
Op één punt gaf de heer Van der
Weel toe, dat het college in gebre-
Vissers naar Colijnsplaat.
=g De heer M. J. van Poelje deel-
de gisteren namens G. S. in de
H Staten mede, dat het rapport f
over de verplaatsing van de i
M Veerse visserij thans is aange-
boden aan de commissie ex
H irtikel 5 Deltawet (schadnver- i
sj voedingen). Naar zijn oordeel I
ziet het er naar uit, dat Co-
H lïjnsplaat gekozen zal Avorden
als toekomstige thuishaven
voor deze vissers.
iliiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
De werkgelegenheid
in Zeeland.
C. Philïpse
...werkgelegenheid...
Gedeputeerde C. Philïpse heeft giste
ren in de Zeeuwse Staten een uit
voerig en gedegen overzicht gegeven
van de werkgelegenheidssituatie in
Zeeland. Hij verzekerde dat er in
Zeeland voldoende aanvullende werk-
objecten waren. Mochten de kosten
daarvan het .daarvoor beschikbaar
gestelde miljoen te bóven gaan,, dan
zal met Dén Haag Avorden overlegd
ovér meer steun. De heerPhilipsè
deelde mede,; dat vermoedelijk dit
jaar mét steun van de rijkswater
staat in" het kader van de Averkge-
'legenheidsobjecten éen begin zal wor
den gemaakt met de aanleg van de
aarden baan voor de nieuwe weg
Nièuwland—Souburg—Vlissingen.
ke was gebleven:-/ten aanzien van
de publiciteit. „Wij zullen óp dit
gebied andere wegen moeten op
gaan, wij zullen meer in. het pu
bliek moetén brengen,, wét tot
.dusver, binnenskamers bleef".
Sprekende over Sloeplan en kanaal
zone stelde de heer Van der Weel
nadrukkelijk; dat mén deze zaken
slechts mocht zien als onderdelen
van „dé. ontwikkeling van het Wes
terscheldebekken. Wij moéten deze
zaak öp 'een niveau brengen, waar
door samenwerking óf zo nodig con
currentie mogelijk is met dé plannen
van Zuid-Holland. Nu zijn we nog
zover niet. Daartoe zullen wij de
hulp nodig hebben van een industrie
promotor, doch wij zullen ook van
andere zijde hulp niet kunnen ont
beren".
In verband met dit laatste verzeker
de de heer Van der Weel, dat reeds
dé goede iveg Avas ingeslagen. „Met
de directeur-generaal van de Rijks-
AVatfirstéat zijn de gezamenlijke plan
nen van Zeeland en Noord-Brabant
pbsproken «n besloten is toén om de
ontwikkeling- van het Westerschelde-
beliken als gehèel aan het rijk voor
te leggen"-
De Gedeputeerde zette uiteen, dat
het project thans in studie is bij
de beide proAinciale besturen, die
Avanneer zij de .plannen defini
tief klaar hebben - terug zullen
gaan naar de directèpr-generaal
A'an de Rijkswaterstaat^óm hém te
vragen of dan op volledige mede
werking kan worden gerekend, en
of het rijk dan zijn ménsen aaöI
afvaardigen opdat men gezamen
lijk tót een project komt, dat kan
samenwerken, maar zo nodig ook
kan concurreren met de plannen
van Rotterdam.
De' heer Van der Weel, herinnerde
aan, dat destijds mr. H. van Riel
had opgemerkt, dat men er niet al
leen komt met een plan, maar dat
veel meer nodig is. „Inderdaad, hier
gaat het zeker niet alleen om het
eenzijdige probleem van industriali
satie", aldus de Gedeputeerde. „In
dustrialisatie gaat immers met aller
lei aridére factoren samen en ook
daarop moet onze aandacht geves
tigd zijn, opdat dé leefbaarheid van
Zeeland zal worden vergroot".
En mét éen blikop de heer Kodde
zei de heer Van der Weel glimla
chend: „Men zou kunnen zeggen, me
neer Kodde, laten we beginnen met
het bouwen van bioscopen en caba
rets -
Over een aantal andere punten ver
klaarde mr. Van der Weel het vol
gende
Vaste oeververbinding. De minister
van verkeer en waterstaat zal het
college binnen niet al te lange tijd
over deze zaak ontvangen.
Ontwikkelingskernen. Hierover is
van het ministerie van economi
sche zaken nog niets naders ge
hoord. Men moet evenwel niet ver
geten, dat naast deze kernen het
Sloeplan en de kanaalzone tot pro
blemen van eerste orde des lands
zijn verklaard.
Elektrificatie en Avaterleidingaanleg.
Op Walcheren zal in 1959 en 1960
de elektrificatie voltooid worden
in het kader van de Herverkave
ling. Uit de provinciale middelen
zal dit 160.000 vergen. Ook de
Avaterleiding zal tot stand komen,
hetgeen de provincie ca. 61.500
zal kosten.
Gasbedrijf. Het lekverlies van het
Gasbedrijf Midden-Zeeland is a
zienlijk teruggelopen. In Vlissin
gen bedraagt dit thans .16
in Goes 12
Bouwvolume. Men moet voorzichtig
zijn met de beschuldiging dat
Zeeland hier opzettelijk wordt
achteruitgesteld. De formule, die
wordt gebruikt is evenwel ongun
stig voor .Zeeland. Wanneer "bij
voorbeeld in' deze formule meer
betekenis Averd gegeven aan de
bouwcapaciteit, of aan het aantal
krotwoningen en noodwoningen,
dan zou er een veel gunstiger
bouwvolume uit de bus zijn geko
men. Wij hadden op duizend avo-
nïngen gehoopt, omdat minder
praktisch onmogelijk te verdelen
zijn. De verdeling van 650 die we
nu kregen, is een onmogelijke
taak.
De heer Van dei- Weel eindigde zijn
rede met de verzekering, dat het col
lege eensgezind en vol geloof en ver
trouwen ten aanzien van Zeelands
toekomst de provincialebelangen zal
blijven dienen.
REPLIEKEN.
Bij de replieken kon de heer'Van der
Weel niet nalaten zich opnieuw tegen
zijn tegenstander van de vórige Üag
mr. Sehlingemann te keren.
De heer Schlingemann had namelijk
enkele van zijn uitlatingen een na
dere interpretatie gegeven, teneinde
ér op te wijzen, dat hij zeker niet
onwelwillend tegenover het .college
stond. „Alles wat gisteren is gezegd,
is blijkbaar nu weer teruggenomen"
merkte daarop mr. Van der Weel op,
„wij moesten het allemaal dus maar
met een korreltje zout nemen". De
Leden commissie van
bijstand benoemd.
De Staten benoemden gisteren tot lid
van de maandag ingestelde com
missie van bijstand „ontwikkeling
Zeeland": jhr. mr. T. A. J. W. Scho-
rer, de heer P. V. M. Vercauteren, de
heer A. H. S. Stemerding, de heer J.
van den Bos, ir. C. A. L. Horstmann
en de heer H. Flikweert.
Allen aanvaardden hun benoeming,
waarbij de héér Schorer er aan her
innerde, dat deze commissie niet be
antwoordt aan datgene wat hij zich
van een „commissie van bijstand"
voorstelt. Hoéwei hij dus geen hoog
gestemde verwachtingen van deze
nieuwe instelling heeft, wilde hij wel
het lidmaatschap van dit wat
spreker noemde „schaduwkabi
net" aanvaarden, in de hoop „in zijn
verwachtingen bedrogen te worden..."
Gedeputeerde voelde in dit verband
meer voor een zoutloos dieet.
„Nu hebben we de indruk gekre
gen alsof een jeugdige bezoeker
van Artis met een stokje een
leeuw zit te porren. Maar als die
leeuw dan begint te brullen, dan
roept hetZo heb ik het niet be
doeld
Öok met Gedeputeerde Schout kreeg
mr. Schlingemann het aan de stok.
Hij had medegedeéld te zullen be
danken als lid van het algemeen be
stuur van dé Stichting Zeeland, om
dat in het algemeen bestuur van de
stichting geen agrariër werd be-
nóemd. De heer Schout verklaarde,
dat moeite was gedaan om een
agrariër te benoemen, hetgeen aan
vankelijk was gelukt, doch de ber
trokkene had later bedankt. „Maar
hét Is jammer, dat de heer Schlinge
mann verdwijnt uit het algemeen be-
stuur" zei de Gedeputeerde, „hoewel
het praktisch niet veel zal uitma
ken. Want als we met hem een da
tum afspraken om te vergaderen,
kwam hij toch niet
Waarop mr. Schlingemahn Adnnig re
pliceerde: „Dan hebt U nu de weg
vrij voor een goede agrariër
Overigens werden bij de replieken
vrijwel uitsluitend politieke zaken
aangesneden, waarbij met name de
héér Van Oorschot (p.v.d.a.) zich
met vuur weerde, op de vóet gevolgd
door burgemeester Stemerding (c.h.)
en de heer Meliefste (a.r.).
Beroep op samenwerking.
Ir. G. P. M. Dikötter heeft gister
middag een korte verklaring afge
legd over de befaamde kwestie van
de K.V.P.-vergadering in Hulst, waar
hij enige mededelingen had gedaan
over de situatie rond de veertarieven.
Men zal zich herinneren, dat deze
mededelingen een uitvoerige discussie
tot gevolg hadden o.a. met de voor
zitters van de beide Kamers van
Koophandel over de vraag;, boe de
voorgeschiedenis van deze tarieven
in werkelijkheid was verlopen. De
fractieleider van de P.v.d.A., dé heer
L. P. van Oorschot, had deze kwestie
dinsdag opnieuw aan de. orde. .gesteld
en daarbij kritiek uitgeoefend op de
houding van de gedeputeerde.
Gedeputeérde Dikötter wees 'er gis
termiddag in zijn antwoord, op, dat
de mededelingen tijdens, de K.V.P.-
vergadering te Hulst dóór hem niet
waren gedaan als 'lid van hét collége,
doch uitsluitend als lid van .zijn; poli
tieke partij. Het ging hier dus niet
om de uiting van Ged. Staten, dóch
op een persoonlijke visie.
Voorts stelde de heer Dikötter na
drukkelijk er van Uit te gaandatde
in deze aangelegenheid uitgesproken
GEDEPUTEERDE M. J. VAN POELJE heeft gistermiddag een aantal
cijfers verstrekt over het passagiersvervoer op de veerdiensten over de
Westerschelde sinds de imverliingtreding van tie nieuAve tarieA'en. Aan de
hand van deze cijfers kan men vaststellen, dat er in de laatste drie maan
den van het vorig jaar naar schatting ca. 170.000 passagiers minder zijn
vervoerd dan in het overeenkomstige kwartaal van 1957
Dit zijn de cijfers, die de heer Van Poelje gaf:
VLISSINGEN—BRESKENS
oktober 1957: 125.000,
november 1957
december 1957
127.000,
106.000,
1958:
1958:
1958:
103.000,
90.000,
86.000,
daling:
daling:
daling:
22.000
37.000
20.000
KRUININGENPERKPOLDER
oktober 1957: 98.000,
november 1957: 92.000,
december 1957: 83.000,
Overigens maakte de heer Van Poel
je ten aanzien van deze cijfers een
nadrukkelijk voorbehoud: die van
1957 met name berustten niet op
nauwkeurige gegevens, doch op
schattingen, zodat daarin nogal wat
variatie mogelijk Avas. Niettemin
mag voorzichtig een daling van het
personenvervoer worden geconsta-
Ook over het vervoer van auto's ver
strekte de Gedeputeerde enkele gege
vens. Op VlissingenBreskens waren
in oktober 1958 242 personenauto's
minder vervoerd dan net jaar daar
voor, in november 1958 1489 perso
nenauto's minder, terwijl december
ongeveer gelijk, bleef. Het aantal ver
voerde vrachtauto's daarentegen
steeg in oktober en november met
respectievelijk 30Q en 400, terwijl in
1958:
1958:
1958:
68.000,
56.000,
58.000,
daling: 30.000
daling: 36.000
daling: 25.000
deze categorie december eveneens ge
lijk bleef. Op KruiningenPerlipolder
was de daling van het aantal perso
nenauto's in oktober ca. 1000, in no
vember 2700 en in december 240.
Ook hier stegen de aantallen
vrachtauto's: oktober ca. 2000, no
vember ca. 550 en december ca. 1500.
NOORDELIJKE VEREN.
Vervolgens gin°; de heer Van Poelje
in op een aantal vragen, gesteld over
de noordelijke veerverbindingen. Hij
deelde mede, dat bij ingebruikstelling-
van de nieuwe veerhaven op Noord-
Beveland die dit jaar zal worden
aanbesteed nog geen boten met
koplading zullen worden gebruikt.
Wel zal met de „Oosterschelde" ge
varen kunnen worden, terwijl ook een
frequentere dienstregeling dan thans
mogelijk is.
Zodra de dam door de Grevelingen
klaar is (1963/64) zal het ogenblik
voor koplading aangebroken zijn.
Dit zal echter grote offers van de
provincie vragen. De aanleg van
fuiken wordt begroot op 3 a 8.5
miljoen, terwijl bovendien bij „De
Val" diverse voorzieningen nodig
zijn. Eén schip met koplading
komt op 4 a 5 miljoen, terAvijl er
tAvee nodig zijn. De exploitatiekos
ten daarvan zijn aanzienlijk hoger
dan die van de tegenwoordige
schepen. Er is aa'el eens als een
zeer a'oorlopig cijfer een bedrag
van één miljoen per jaar genoemd.
De Gedeputeerde verklaarde, dat
tegen die tijd het gehele probleem
van veren en tarieven, zoAvel op
Ooster- als Westerschelde samen
vattend bekeken zal Avorden.
Over de coördinatie van boot- en bus
diensten op Schouwen-Duiveland zei
spreker, dat een ontwerp-dienstrege-
ling thans gereed is. Ten aanzien van
het verdwijnen van de bussen, aan
sluiting gevend op de eerste en laat
ste boot KatseveerDe Val, ver
klaarde de heer Van Poelje, dat de
gemiddelde bezetting lager was dan
eén passagierOp verzoek van de
heer IJssel zal hij de regeling met de
„Zandkreek" op het traject Katse
veerDe Val nog eens nader bekij
ken.
Sprekend over de nieuwe boot, de
„Beatrix", verklaarde de heer Van
Poelje, dat een ander systeem van
commando-overbrenging brug-machi-
nekamer - thans een' elektrisch
schakelsysteem zal worden onder
zocht, Overigens, beschouwde spreker
M. J. van Poelje
-teruggelopen vervoer.
de „Beatrix" nog steeds als een „uit
stekend schip".
Over de A'erliouding met het rijk ver
klaarde de heer Van Poelje, dat een
Avijziging van het toezicht door het
provinciaal bestuur nog steeds het
overwegen Avaard wordt geacht.
Tot mevrouw Van den Broecke-De
Man zei spreker dat de bruggen van
de aanleginrichtingen van Vlissingen
Breskens worden verbeterd, zodat
de helling in het midden wordt onder
broken door een vlak stuk. De bouw
van extra waohtgelegcnheden vlak
bij de boot aan de nieuwe veerhaven
te Breskens, waarvoor mevr. Van den
Broecke had gepleit ging hem te vér.
Wel worden hier goeae abri's gezet.
ir. G. P. M. Dikötter
•j ...samenwerking...
kritiek alleen was ingegeven door de
hartgrondige wens het belang van
Zeeland te willen dienen. „Want al
leen dan kan ik" de opmerkingen van
dé heer Van Oorschot aanvaarden.
Dan ook zal ik er lering uit trekken".
Dé heer Dikötter zinspelend op de
meningsverschillen die door de be
wuste kwestie in Zeeland waren ont
staan deed tenslotte een beroep
op samenwerking van al diegenen,
die het belang van Zeeland primair
stellen. „Die samenwerking en die
eenheid waren er in het verleden in
het college van Ged. Staten, zij zijn
er nog. In dit licht gezien wil ik de
kritiek beschouwen en laten doorwer
ken", zo besloot de heer Dikötter.
Indien nodig lening
voor wegen.
Gedeputeerde Dikötter heeft gister
middag de Staten van Zeeland nog
maals de verzekering gegeven, dat
de aansluitende Avegen op de Delta-
dammen op tijd gereed zullen zijn.
Het urgentieschema van de proA-ïn-
eïale Avegen in Zeeland A'ergt overi
gens een bedrag van 30-40 miljoen.
Indien nodig zullen Gedeputeerden
niet schromen de Staten voor te stel
len daarvoor een lening aan te gaan.
VérvÓIgens ging deze spreker nog in
op enkele opmerkingen over de P.P.
p., welke door de V.V.D.-fractie wa
ren gemaakt. De reorganisatie van
deze dienst, welke door een commis
sie was voorbereid, is inmiddels door
Ged. Staten besproken. Het college
zal daarover nog met deze voorbe
reidingscommissie van gedachten
wisselen.
Verder toonde deze spreker aan, dat
de kritiek op enkele onderdelen van
het structuurplan Kanaalzone niet
op juiste gegevens berustte. Tenslot
te deed hij aan de heer Berenpas
nogmaals de toezegging de plaats
;voor" het'.kampeerterrein van de Mid
delburgse Jeugdraad met de betrok
ken instanties op te nemen.