WINTERZITTING ZEELANDS STATEN Statenleden wisten voor elke „oplossing een probleem...." Na vier keer vergaderensubsidie voor het Wit-Gele Kruis COMMISSIE VAN BIJSTAND ONTWIKKELING ZEELAND (SCHOORVOETEND) INGESTELD VARIATIES OP HET THEMA MUZIEKSCHOLEN" DINSDAG 13 JANUARI 1959 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT „PROVINCIALE STATEN, DIE OP alles ja- en-amen zeggen zijn niet bevorderlijk voor een gezonde democratie", zei gistermorgen de com missaris der koningin in zijn nieuwjaarsrede tot de Zeeuwse Staten. En dat lieten mevrouw en de heren zich geen tweemaal zeggen, want on middellijk daarop begonnen zij allerlei kritische dingen te spuien over diverse voorstellen van het college, waardoor de debatten wat meer kleur kregen dan anders. Dat belooft wat voor vandaag, als de provinciale begroting aan de orde komt Neen, er werd gisteren heus niet overal „ja-en- amen" op gezegd, hetgeen tevens tot gevolg had, dat de voorzitter de vergadering enige ma len moest schorsen, teneinde het college gele genheid te geven zich nader te beraden. Doch de zó fraaie Statenzaal heeft helaas géén accom modatie voor een dergelijk overleg, zodat het college zich dan maar terugtrok in de gardero be, waar het beraadslaagde tussen de hoogmo gende jassen en hoeden. Overigens beweerden gisteren boze tongen niet aan de perstafel, maar aan die van de Statenleden - dat 't college met opzet op dit garderobe-beraad aanstuurde: het was daar heel wat warmer dan in de Staten zaal. In elk geval kwamen na elke schorsing he ren gedeputeerden zichtbaar opgewarmd ïn dé Statenzaal terug! Gelukkig was er één lid van het college, dat de Statenleden ook wat warmte gunde en hij zorgde daarom voor een attractief vuurwerk. Bij de discussies namelijk over de in stelling van een Statencommissie-„ontwikkeling Zeeland" vroeg deze Gedeputeerde plotseling schorsing van de beraadslagingen op een mo ment, waarop al lang en breed vaststond, dat het voorstel een ruime meerderheid zou halen. De Gedeputeerde vergeleek de Statenleden met advocaten, die naar de zegswijze wil voor „elke oplossing wel een probleem weten Daarom wilde hij eerst, gehoord de vele bezwa ren, overleg met zijn niede-G.S.-leden over de vraag of men het voorstel nog wel zou handha ven. Waarop het college naar de garderobe wan delde, de Statenleden in opperste verbazing ach terlatend Een mooi stukje vuurwerk was dat, inderdaad! Want vrijwel onmiddellijk keerde het college terug uit de hoeden en jassen, waarop mr. Van der Weel hij was de Gedeputeerde, die schor sing had gevraagd vriendelijk en minzaam als altijd verklaarde, dat het „voorstel gehand haafd bleef". Slechts vijf moedige Statenleden durfden toen nog tegen te stemmen De Instelling van deze „ontwlkkellngs"-comirdssIe en de subsidieverlening aan de Dienst Geestelijke Volksgezondheid van het Wit-Gele Kruis waren aanleiding tot de interessantste discussies van deze dag. Het debat over de instelling van deze Statencommissie van bijstand werd geopend door Jhr. mr. T. A. J. W. Schorer (p.v.d.a.) die een uitvoerige uiteenzetting gaf van de voorgeschiedenis en daaraan enkele staatsrechtelijke beschou wingen vastknoopte. Daarbij bleek, dat dit Statenlid zeer gereser veerd tegenover deze commissie stond, een reserve welke naar later kwam vast, te staan ook door anderen werd gedeeld. Uiteindelijk ver klaarde zich bij de stemming behalve de heer Schorer ook de gehele V.V.D.-fractie tegen het voorstel, zodat het met 82 tegen 5 stemmen werd aanvaard. De commissie van bijstand uit de Staten die mèt het college zou moe ten, „denken en werken aan de op lossing van de vele en veelzijdige pro blemen waarvoor Ged. Staten zich geplaatst zien'.' zou in de plaats ko men van een bestaande, tot dusver slechts incidenteel opgetreden con tactcommissie-Deltaplan. „Deze com missie heeft vrijwel niet gefunc tioneerd en ik geloof zelfs, dat wij haar niet gewild hebben. Zij is dus in' de praktijk een euvel gebleken, maar toch willen G.S. haar nu in een andere vorm continueren" aldus de heer Schorer. Deze spreker meende, dat deze nooit tot leven gekomen contactcommissie heus wel zou kun nen fungeren als het orgaan, dat Ged. Staten zich als „commissie van bijstand wensen". Een kleine wijzi ging van het reglement zou daartoe voldoende zijn. De heer Schorer was bovendien niet gerust over het karakter van deze nieuwe commissie van bijstand, om dat hij het gevaar niet denkbeeldig achtte, dat zowel de Staten als het college er ongewild bevoegdheden aan zuilen delegeren. Een werkelijke bij standscommissie zoals bijvoor beeld Noord-Holland die heeft heeft slechts tot taak te oordelen over concrete concept-besluiten van het college. Hier echter is men ge komen met een wat de heer Scho rer noemde „oeverloze taakstel ling". Deze nieuwe instelling kan een „praatcommissie" worden, terwijl bo- De heer B. A. Hesselïnk (v.v.d.) vroeg zich eveneens af, of deze nieuwe commissie, waarin de „ontwikkelings-clitc van de Sta ten" zitting moet nemen, niet tot gevolg zal hebben, dat aan de openbaarheid schade wordt ge daan. Maar bovendien: is een der gelijke commissie wel voldoende? Veel beter zou immers een instel ling zijn, waarin deskundigen bui ten de Staten zitting nemen, met de „industriële promotor" die G. S. in de toekomst willen aanstel- len, als- middelpunt. Want het gaat tenslotte om industrievesti ging en dat bereikt men uitslui tend door relaties. De heer D. Kodde (s.p.g.) was al evenmin geestdriftig over het voor stel van Ged. Staten en sprak van een „zwevende commissie". Als het college met de Staten wil overleg- fen, wóArom belegt het dan geen uitengewone zitting? Het provin ciaal bestuur wordt immers uitge oefend door de Staten De C.H.-woordvoerder, burgemeester A. H. S. Stemerding, schudde het hoofd over het beleid van het colle ge. „Na de ramp hebben wij een com missie gevraagd, toen evenwei voel den gedeputeerden er niets voor, een jaar daarna kwam een contactcom missie, die nu weer opgeheven moet worden om plaats te maken voor een commissie van bijstand. In 1954, in 1956 en in 1958 iedere keer een an dere houding De heer Stemerding vroeg zich af of het wel nodig was die contactcom missie op te heffen. Zal het met de nieuwe wel zoveel beter gaan „Ik ben in dit opzicht maar somber ge stemd" zei deze spreker. Hij vestig de de nadruk op liet belang van de openbaarheid van al de door de com missie te behandelen zaken. Waarna hij even op een zijpaadje ging door te wijzen op bekendmaking van het Kreekrakplan door prof. De Quay In de Staten van Noord-Brabant „Dóór wordt op de trom geroerd, meneer de voorzitter, en óók wij heb ben dat nodig!" Namens de AR.-fractie sprak de heer P. Meliefste en ook hij gewaagde van twijfel. Twijfel over de vraag of hier geen delegatie van bevoegdheden zou optreden en of de openbaarheid wel nagestreefd zou worden. Maar bovendien ging hij niet akkoord met een samenstelling van uitsluitend „deskundigen uit de Staten". Men dient rekening te houden met de po litieke werkelijkheid, verklaarde hij. De laatste spreker tenslotte was de heer P. V, M. Vercauteren, de fractie voorzitter van de K.VJP., die overi gens over het onderwerp zelf niet veel zei, maar de vraag stelde of het gewenst zou zijn eens een speciale zitting te beleggen over de ontwik keling van Zeeland. Deze vraag had enige discussie tot gevolg, omdat van andere zijde wera betoogd, dat de algemene begrotingsbeschouwin- Mr. A. J. van der Weel ...vuurwerk... gen tot een dergelijk debat gelegei neid gaven, waarop mr. J. F. Schlingemann van de V.V.D. de op vatting van de meerderheid der Sta ten formuleerde: „Na de algemene beschouwingen kunnen we altijd nog zien of een dergelijke bijzondere zit ting nodig is". Antwoorjl van Ged. Staten. In de middagvergadering kwam na mens het college mr. A. J. van der Weel aan het woord, die in de eerste plaats op de verwijten inging, welke aan het adres van het college waren gericht. „Wij zouden niet altijd de zelfde lijn hebben gevolgd, in '54 niet, in '56 niet en in '58 niet. Och, Jhr. mr. T. A. J. W. Schorer ...delegatie van bevoegdheden... Dior en Fath hebben in diè jaren ook niet altijd dezelfde lijn in hun crea ties gevolgd zei de heer Van der Weel, die aan de handelingen van deze modekoningen het argument meende te mogen ontlenen, dat er van jaar tot laar in de wereld iets verandert en derhalve een nieuwe in stelling vraagt. Welk argument de ze gedeputeerde vervolgens op Zeeuwse situatiès ging toepassen. Mr. Van der Weel zette daarna uit een, dat het college niet alleen be hoefte heeft aan de adviezen van de Werkgroep Deltazaken („die overi gens onschatbare diensten heeft be wezen"), maar ook aan dié van de „managers", die relaties hebben op die gebieden, waar het college die niet heeft. Maar bovendien hebben gedeputeerden in dit tijdsgewricht behoefte aan contact op bestuurlijk gebied met Provinciale Staten, ook wanneer die niet in zitting bijeen zijn. Daarvoor is deze commissie van bijstand nodig Er behoeft geen vrees te bestaan voor vermenging van bevoegdheden tussen Provinciale en Gedeputeerde Staten, meende mr. Van der Weel. Want tenslotte blijft het aan het col lege om uit de ideeën en de adviezen van de commissie concrete voorstel len te scheppen. Aldus kan deze in stelling er toe bijdragen dat er snel ler, beter, georiënteerder voorstellen ter tafel komen. De heer Van der Weel was evenmin bang voor een „praatcommissie", want zei hij alléén datgene dat in ons college tot e.e.n. .zekere -rijpheid is gekomen zal in de commissie komen, zodat daar niet-in het wilde weg zal worden praat". Voorts meende de gedeputeerde, dat de openbaarheid zal worden gediend door de instelling van deze commis sie, want er zal in de openbare zit ting deskundiger kunnen worden ge discussieerd. Tenslotte verklaarde mr. Van der Weel nadrukkelijk, da t_deze „nieuwe commissie géén besluiten zal nemen èn dat ieder lid geheel vrij zal zijn in zijn mening. Hij was bereid een zo evenredig mogelijke samenstel ling, gelet op de zetelverdeling in de Staten, te bevorderen. Bij de replieken voerden alie spre kers van de eerste ronde weer het woord, waarbij bleek dat de heer Schorer niet geheel was gerustge steld. De heer Hesselink verklaarde zich namens zijn fractie r tégen het voorstel. De heer Schorer.' zei nog hetgeen later door de heer Van Oor schot werd bevestigd dat de P.v. d.A.-fractie zich oo het 'standpunt stelde van: „Als gedeputeerden die commissie zo graag willen, dan zuilen we hun die niet onthouden Na het korte vuurwerk van onver wachte schorsing kwam de stem ming: de commissie -werd aanvaard met 82 tegen 5 stemmen (tegen de heren Schorer, Heering, Horstmann, Hesseling en Schlingemann). Terneuzen komt nogmaals aan de orde. Met 22 tegen 15 stemmen besloten de Staten gisteren de subsidie aan de Zeeuwse Muziekschool met vijf duizend gulden te verhogen, zodat deze instelling nu jaarlijks dertig duizend gulden uit de provinciale kas zal ontvangen. Uit de stemmenver houding blijkt, dat dit niet van harte ging. Met name de heer A. H. S. Stemerdingen hij sprak namens de gehele C.H.-fractie had bezwa ren. „De school is te duur" zei hij, „de leerkrachten voor bepaalde instru menten moeten uit Breda, Zeist, Am sterdam en Rotterdam komen". Het geen spreker niet nodig vond. Dan maar geen onderwijs op instrumen ten als hobo, fagot Bovendien kon het rijk wel eens wat meer bij dragen dan vijfduizend gulden per jaar De heer B. A. Hesselink vond 25.000 gulden per jaar het uiterste bedrag dat de provincie voor de mu ziekschool ter beschikking kon stel len. Waarna ook de heer P. Meliefste (a.r.) verklaarde tegen het voorstel te zijn. Het zag er naar uit, dat geen enkel Statenlid iets goeds over dit voorstel zou zeggen, doch de heer' Schorer (p.v.d.a.) bleek deze eenzijdigheid te willen doorbreken: „Ik geloof, dat we er dankbaar voor moeten zijn, dat deze school een succes is, al moeten We oppassen, dat zij ons niet boven het hoofd groeit". Wanneer start Stichting Cultuurspreiding? Er is gisteren in de Staten het jaar lijkse aebat gehouden over de verde ling van de culturele gelden, waarbij ditmaal aan de orde kwam de vraag of de op te richten Stichting Cultuur spreiding Zeeland nog dit jaar ïn werking zal treden. Met name de heer A. A. Schuit (p.v.d.a.) infor meerde hiernaar. Gedeputeerde Mes deelde mede, dat deze maand nog een vergadering met belanghebbenden zal worden gehou den. Op één na zijn alle organisaties akkoord gegaan met deze nieuwe stichting. Een heeft echter gemeend een eigen voorstel te moeten indie nen. (Wij menen te weten, dat het hier o.m de Z.V.U. gaat..re<L)-Niette=. min had mr. Mes hoop tot overeen stemming te komen. Mocht dit niet lukken, dan zullen Gedeputeerden zich beraden over de vraag, hoe de rijkssubsidie, die tot dusver met een bepaalde bestemming werd verleend en in de toekomst aan de nieuwe Stichting zal moeten komen, zal moeten worden verleend. Aan de discussie over het culturele werk werd voorts deelgenomen door de heer Hesselink, die met name kri tiek uitoefende op de formulering van een advies aan Ged. Staten, uitge bracht door de Stichting Zeeland. De algemene tendens van dit stuk, dat er in Zeeland een onvoldoend cultu reel verzorgingspeil zou bestaan, achtte deze spreker hinderlijk. Voorts spraken over dit onderwerp nog de heren Stemerding. Ruymbeke en Kodde. De laatste wenste met 'zijn fractiegenoten geacht te worden te gen het bewuste voorstel te zijn. Deze spreker wees er eveneens óp, Subsidie-aanvragen worden kritischer bekeken VOOR DE vierde en laatste maal is het voorstel van Ged. Staten om aan de dienst Geestelijke Volksgezondheid van het Wit-Gele Kruis subsidie te verlenen in de vergadering van Provinciale Staten behandeld. En dit maal werd liet aanvaard. Het kwam voor het eerst aan de orde in de zomerzitting toen het werd aangehouden omdat de Statenleden over meer cïjfermaterieel wensten te beschikken. In de daarop volgende zit ting werd dit materiaal verstrekt, maar naar het oordeel der Staten in onvoldoende mate, waarna bij de opening van de winterzitting begin de cember j.I. nog meer cijfers op tafel kwamen. Nog waren de Staten niet tevreden, waarna besloten werd de financiële afdeling van de Griffie alle stukken nog eens grondig te laten beoordelen. Het rapport van deze afdeling was nu verschenen, waaruit bleek dat de boekhouding van de dienst Geestelijke Volksgezondheid wél klopte, maar dat die van de provinciale bond niet zonder vergissingen was. De Staten besloten nu aan de dienst Geestelijke Volksgezondheid voor 1957 14.500 te verlenen en voor 1958 en volgende jaren van 16.000 tot wederopzegging, met dien verstande dat niet meer wordt uitgekeerd dan het exploitatietekort en dat het Wit-Gele Kruis zelf 2500 per jaar zal bijdragen. Bij de discussies over dit onderwerp stelde de heer A. J. Kaland (c.h.) vast, dat door dit onderzoek toch wel heel andere cijfers voor de dag zijn gekomen dan aanvankelijk werden verstrekt. De balans van de pronvin- ciale bond „Het Wit-Gele Kruis", door de financiële afdeling van de Griffie opgesteld, ziet er immers an ders uit dan die, welke het accoun tantsbureau van de vereniging had opgesteld. De heer Kaland meende, dat deze gang van zaken duidelijk maakte, dat voorzichtigheid bij de subsidiëring van overheidsgelden ge boden is. Overigens ging zijn fractie nu wel akkoord met het voorstel. De heer D. Kodde (s.g.p.) sprak van een geschokt vertrouwen" en vond de gang van zaken hoogst be denkelijk. „Het is moeilijk om par lementaire woorden te vinden, die uitdrukking geven aan wat ik over deze zaak denk" zei hij. Hij ver klaarde het beter te vinden het eindresultaat van het onderzoek dat nog niet geheel is geëindigd af te wachten. De heer A. J. Berenpas (p.v.d.a.) wees er op, dat de kritische opmer kingen in de Staten over deze zaak rechtvaardig zijn gebleken. Overigens kon hij zich nu wel met het voorstel verenigen. De heer P. Heerïng (v.v d.) sloot zich bij de heer Kaland aan: „De geproduceerde cijfers leken ner gens naar. Het college heeft hier een lesje gekregen!" De heer J. M. A. C. van Dongen (k. v.p.): tenslotte, die ook voorzitter is van dé provinciale bond het .Wit-Gele Kruis, wilde niet ingaan op het rap port van de eerste afdeling, waarover overigens naar zijn mening nog wel wat te zeggen zou zijn, maar wel wees hij er op, dat het rijk de boekhouding wel heeft goedgekeurd. Deze kwes tie van de boekhouding maakt onder werp van beraad uit in éigen kring, zo zei hij. Gedeputeerde Schout was kort In zijn antwoord. Hij zocht het niet in ver ontschuldigingen, maar gaf eerlijk, kort en bondig toe: „De Staten heb ben getoond dat we met subsidie zaken voorzichtig moeten zijn. Het college heeft er lering uit getrokken en in de toekomst zulen alle subsidie aanvragen financieel-kritisch beke ken worden". De heer Schout stelde evenwel nog nadrukkelijk, dat de za ken van de Dienst Geestelijke Volks gezondheid, waarvoor dus subsidie werd gevraagd, wél in orde waren, niet echter die van de. algemene ver eniging. Met de stem van de S.G.P. tegen werd het voorstel tenslotte aanvaard. Later kwam deze zaak nogmaals om de hoek kijken, namelijk bij een voorstel van Ged. Staten-om afwij- A. J. Kaland ^..voorzichtig met subsidies... A. H. S. Stemerding ...geen hobo... dat de rijkssubsidie laag is en vroeg zich af of hier het argument, dat Zeeland geen gelden ontvangt voor een orkest, mogelijk kan helpen. De heer H. Flikweert verklaarde dat de S.G.P.-fractie tégen het voorstel was en mr. J. F. G. Schlingemann (v.v.d.) dat hij vóór was, waarna gedeputeerde mr. Mes voor de ver dediging zorgde. Daarbij bracht hij in het openbaar dank aan directeur en administrateur van de school, die deze instelling op zulk een uitstekend peil hebben gebracht. Hij wilde dit nadrukkelijk naar voren brengen, omdat „ik de in druk wil vermijden, dat hier niet het juiste beleid zou zijn ge voerd". Spreker verklaarde bin nenkort met de staatssecretaris van onderwijs, kunsten en weten schappen te zullen spreken over de mogelijkheid van een verhoog de rijkssubsidie, hoewel hij daar van geen hoge verwachtingen had. Mr. Mes meende dit dus in tegen stelling tot burgemeester Stemerding - dat het van groot belang was, dat ook in Zeeland les kon worden ge nomen op wat sommige Statenleden de „niet-normale instrumenten" had den genoemd, daarbij doelend op ho- bo, fagot, enz. Tot „normale" instru menten zouden dan piano, harmo nium, viool en orgel gerekend moe ten worden De gedeputeerde wees er op, dat een .ïobo-leerling van de school naa'r het Amsterdams con servatorium was gegaan en thans als leraar aan de school optrad. Nakorte replieken werd tot stem ming overgegaan. Resultaat2215. {Tegen: de heren Kaland, Flikweert, Kodde, Van Eeten, Meliefste, Koster, v. Waai, Wisse, IJssel, De Putter, Heeren, Koster, Horstmann, v. d. Peïjl en Hesselink). Onmiddellijk daarop werd aan de tweede ronde begonnen van het mu ziekschooldebat: het voorstel van Ged. Staten afwijzend te beschikken op een verzoek van de Terneuzense muziekschool een subsidie van 1000 voor het jaar 1959. Over 1958 was nog een dergelijk bedrag verleend, waarbij echter was medegedeeld dat dit voor het laatst zou zijn omdat men nu eenmaal had gekozen voor het systeem van de Zeeuwse Muziek school, waaraan overigens de ge meente Terneuzen in de aanvang wél had medegewerkt. Met name de Zeeuwsvlaamse Statenleden van di verse fracties (ir. Horstmann, de he ren De Putter en Koster) bepleitten alsnog subsidieverlening aan de Ter neuzense school, daarbij uitvoerig de belangen en voordelen van deze in stelling schetsend. Mevrouw E. J. van den Broeckede Man en de heer De Putter verklaarden, dat er over leg zou zijn tussen de Terneuzense school en de Zeeuwse Muziekschool over samenwerking. Waarom het voorstel niet opgeschort totdat dit overleg zou zijn geëindigd? Gedeputeerde Mes, die vice-voorzit- ter van de Zeeuwse Muziekschool is, verklaarde evenwel verbaasd van een dergelijk overleg niets te weten. Bij nadere informatie bleek evenwel, dat het hier ging om een zeer onlangs telefonisch gedaan verzoek van de heer Versprille, secretaris van de Terneuzense muziekschool, aan de heer H. G. Stam, directeur van de Zeeuwse school om het overleg te be ginnen. De heer Mes verschafte nog enkele cijfers over de bezetting van de leerkrachten aan beide scholen, waarbij bleek dat in Terneuzen met een vrij groot percentage onbevoeg den wordt gewerkt. Tenslotte werd besloten het voorstel aan te houden tot de zomerzitting. Dan zal het re sultaat van het overleg tussen beide scholen bekend kunnen zijn. ...kritisch bekijken... zend te beschikken op een subsidie verzoek van „Hedenesse" te Cadzand. Namens vrijwel alle fracties werd met grote overtuiging er voor gepleit om Hedenesse tóch sudbsidie te geven, b.v. tot een maximum van 1000, zoals de Stichting Zeeland had gead viseerd. De heer Van Dongen was daar ook voor te vinden, maar hij betoogde, dat een subsidie-uitkering wel onmogelijk zou zijn wanneer de eerste afdeling van dè Griffie de boekhouding van „Hedenesse zou controleren, zoals bij het Wit-Gele Kruis was gedaan. Hoewel er stemmen op gingen om „Hedenesse" toch maar 1000,te geven, werd daarna op voorstel van Ged. Staten dat zich tijdens een korte schorsing over deze zaak be raadde besloten voor 1959 maxi maal 1000,te verlenen, echter op dezelfde voorwaarden als die aan de dienst Geestelijke Volksgezondheid van het Wit-Gele Kruis waren ge steld. Tmmers, alle subsidie-aanvra gen zuilen nu op dezelfde kritische wijze worden bekeken en men wil niet- de indruk vestigen, dat het pro- vineiaal bestuur met twee maten zou meten. Studiefonds en Kamers van Koophandel. Gedeputeerde Staten hadden dezer dagen aan Provinciale Staten schriftelijk medegedeeld dat over het Zeeuwse Studiefonds met de Kamers van Koophandel overleg wordt gepleegd over medewerking van het bedrijfsleven aan dit fonds. „Niet waar" zei gisteren Statenlid Schlingemann, „de secretarissen van de beide Kamers weten van: niets. Hoe zit dat?" „Wel waar" zei gedeputeerde Mes. „In het Studiefonds heben twee leden van de beide Kamers zitting en zij hebben toegezegd deze aangelegen heid in de Kamers ter sprake te brengen. Wij wachten dus tot zij resultaten hebben bereikt". En hij noemde de beide heren met name. Na deze korte gedachtenwisseling be sloten de Staten de subsidie aan het fonds te brengen van 10.000 op 15.000. Mogelijk, dat nu ook de Kamers van Koophandel deze zaak zullen bespreken.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1959 | | pagina 7