WINTERZITTING ZEELANDS STATEN
Statenleden wisten voor elke
„oplossing een probleem...."
Na vier keer vergaderensubsidie voor het
Wit-Gele Kruis
COMMISSIE VAN BIJSTAND ONTWIKKELING
ZEELAND (SCHOORVOETEND) INGESTELD
VARIATIES OP HET THEMA
MUZIEKSCHOLEN"
DINSDAG 13 JANUARI 1959
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
„PROVINCIALE STATEN, DIE OP alles ja-
en-amen zeggen zijn niet bevorderlijk voor een
gezonde democratie", zei gistermorgen de com
missaris der koningin in zijn nieuwjaarsrede tot
de Zeeuwse Staten. En dat lieten mevrouw en
de heren zich geen tweemaal zeggen, want on
middellijk daarop begonnen zij allerlei kritische
dingen te spuien over diverse voorstellen van
het college, waardoor de debatten wat meer
kleur kregen dan anders. Dat belooft wat voor
vandaag, als de provinciale begroting aan de
orde komt
Neen, er werd gisteren heus niet overal „ja-en-
amen" op gezegd, hetgeen tevens tot gevolg
had, dat de voorzitter de vergadering enige ma
len moest schorsen, teneinde het college gele
genheid te geven zich nader te beraden. Doch de
zó fraaie Statenzaal heeft helaas géén accom
modatie voor een dergelijk overleg, zodat het
college zich dan maar terugtrok in de gardero
be, waar het beraadslaagde tussen de hoogmo
gende jassen en hoeden. Overigens beweerden
gisteren boze tongen niet aan de perstafel,
maar aan die van de Statenleden - dat 't college
met opzet op dit garderobe-beraad aanstuurde:
het was daar heel wat warmer dan in de Staten
zaal. In elk geval kwamen na elke schorsing he
ren gedeputeerden zichtbaar opgewarmd ïn dé
Statenzaal terug! Gelukkig was er één lid van
het college, dat de Statenleden ook wat warmte
gunde en hij zorgde daarom voor een attractief
vuurwerk. Bij de discussies namelijk over de in
stelling van een Statencommissie-„ontwikkeling
Zeeland" vroeg deze Gedeputeerde plotseling
schorsing van de beraadslagingen op een mo
ment, waarop al lang en breed vaststond, dat
het voorstel een ruime meerderheid zou halen.
De Gedeputeerde vergeleek de Statenleden met
advocaten, die naar de zegswijze wil voor
„elke oplossing wel een probleem weten
Daarom wilde hij eerst, gehoord de vele bezwa
ren, overleg met zijn niede-G.S.-leden over de
vraag of men het voorstel nog wel zou handha
ven. Waarop het college naar de garderobe wan
delde, de Statenleden in opperste verbazing ach
terlatend
Een mooi stukje vuurwerk was dat, inderdaad!
Want vrijwel onmiddellijk keerde het college
terug uit de hoeden en jassen, waarop mr. Van
der Weel hij was de Gedeputeerde, die schor
sing had gevraagd vriendelijk en minzaam
als altijd verklaarde, dat het „voorstel gehand
haafd bleef". Slechts vijf moedige Statenleden
durfden toen nog tegen te stemmen
De Instelling van deze „ontwlkkellngs"-comirdssIe en de subsidieverlening
aan de Dienst Geestelijke Volksgezondheid van het Wit-Gele Kruis waren
aanleiding tot de interessantste discussies van deze dag. Het debat over
de instelling van deze Statencommissie van bijstand werd geopend door
Jhr. mr. T. A. J. W. Schorer (p.v.d.a.) die een uitvoerige uiteenzetting
gaf van de voorgeschiedenis en daaraan enkele staatsrechtelijke beschou
wingen vastknoopte. Daarbij bleek, dat dit Statenlid zeer gereser
veerd tegenover deze commissie stond, een reserve welke naar later
kwam vast, te staan ook door anderen werd gedeeld. Uiteindelijk ver
klaarde zich bij de stemming behalve de heer Schorer ook de gehele
V.V.D.-fractie tegen het voorstel, zodat het met 82 tegen 5 stemmen werd
aanvaard.
De commissie van bijstand uit de
Staten die mèt het college zou moe
ten, „denken en werken aan de op
lossing van de vele en veelzijdige pro
blemen waarvoor Ged. Staten zich
geplaatst zien'.' zou in de plaats ko
men van een bestaande, tot dusver
slechts incidenteel opgetreden con
tactcommissie-Deltaplan. „Deze com
missie heeft vrijwel niet gefunc
tioneerd en ik geloof zelfs, dat wij
haar niet gewild hebben. Zij is dus
in' de praktijk een euvel gebleken,
maar toch willen G.S. haar nu in een
andere vorm continueren" aldus de
heer Schorer. Deze spreker meende,
dat deze nooit tot leven gekomen
contactcommissie heus wel zou kun
nen fungeren als het orgaan, dat
Ged. Staten zich als „commissie van
bijstand wensen". Een kleine wijzi
ging van het reglement zou daartoe
voldoende zijn.
De heer Schorer was bovendien niet
gerust over het karakter van deze
nieuwe commissie van bijstand, om
dat hij het gevaar niet denkbeeldig
achtte, dat zowel de Staten als het
college er ongewild bevoegdheden aan
zuilen delegeren. Een werkelijke bij
standscommissie zoals bijvoor
beeld Noord-Holland die heeft
heeft slechts tot taak te oordelen
over concrete concept-besluiten van
het college. Hier echter is men ge
komen met een wat de heer Scho
rer noemde „oeverloze taakstel
ling". Deze nieuwe instelling kan een
„praatcommissie" worden, terwijl bo-
De heer B. A. Hesselïnk (v.v.d.)
vroeg zich eveneens af, of deze
nieuwe commissie, waarin de
„ontwikkelings-clitc van de Sta
ten" zitting moet nemen, niet
tot gevolg zal hebben, dat aan de
openbaarheid schade wordt ge
daan. Maar bovendien: is een der
gelijke commissie wel voldoende?
Veel beter zou immers een instel
ling zijn, waarin deskundigen bui
ten de Staten zitting nemen, met
de „industriële promotor" die G.
S. in de toekomst willen aanstel-
len, als- middelpunt. Want het
gaat tenslotte om industrievesti
ging en dat bereikt men uitslui
tend door relaties.
De heer D. Kodde (s.p.g.) was al
evenmin geestdriftig over het voor
stel van Ged. Staten en sprak van
een „zwevende commissie". Als het
college met de Staten wil overleg-
fen, wóArom belegt het dan geen
uitengewone zitting? Het provin
ciaal bestuur wordt immers uitge
oefend door de Staten
De C.H.-woordvoerder, burgemeester
A. H. S. Stemerding, schudde het
hoofd over het beleid van het colle
ge. „Na de ramp hebben wij een com
missie gevraagd, toen evenwei voel
den gedeputeerden er niets voor, een
jaar daarna kwam een contactcom
missie, die nu weer opgeheven moet
worden om plaats te maken voor een
commissie van bijstand. In 1954, in
1956 en in 1958 iedere keer een an
dere houding
De heer Stemerding vroeg zich af
of het wel nodig was die contactcom
missie op te heffen. Zal het met de
nieuwe wel zoveel beter gaan „Ik
ben in dit opzicht maar somber ge
stemd" zei deze spreker. Hij vestig
de de nadruk op liet belang van de
openbaarheid van al de door de com
missie te behandelen zaken. Waarna
hij even op een zijpaadje ging door
te wijzen op bekendmaking van het
Kreekrakplan door prof. De Quay In
de Staten van Noord-Brabant
„Dóór wordt op de trom geroerd,
meneer de voorzitter, en óók wij heb
ben dat nodig!"
Namens de AR.-fractie sprak de heer
P. Meliefste en ook hij gewaagde van
twijfel. Twijfel over de vraag of hier
geen delegatie van bevoegdheden
zou optreden en of de openbaarheid
wel nagestreefd zou worden. Maar
bovendien ging hij niet akkoord met
een samenstelling van uitsluitend
„deskundigen uit de Staten". Men
dient rekening te houden met de po
litieke werkelijkheid, verklaarde hij.
De laatste spreker tenslotte was de
heer P. V, M. Vercauteren, de fractie
voorzitter van de K.VJP., die overi
gens over het onderwerp zelf niet
veel zei, maar de vraag stelde of het
gewenst zou zijn eens een speciale
zitting te beleggen over de ontwik
keling van Zeeland. Deze vraag had
enige discussie tot gevolg, omdat
van andere zijde wera betoogd, dat
de algemene begrotingsbeschouwin-
Mr. A. J. van der Weel
...vuurwerk...
gen tot een dergelijk debat gelegei
neid gaven, waarop mr. J. F.
Schlingemann van de V.V.D. de op
vatting van de meerderheid der Sta
ten formuleerde: „Na de algemene
beschouwingen kunnen we altijd nog
zien of een dergelijke bijzondere zit
ting nodig is".
Antwoorjl van Ged. Staten.
In de middagvergadering kwam na
mens het college mr. A. J. van der
Weel aan het woord, die in de eerste
plaats op de verwijten inging, welke
aan het adres van het college waren
gericht. „Wij zouden niet altijd de
zelfde lijn hebben gevolgd, in '54
niet, in '56 niet en in '58 niet. Och,
Jhr. mr. T. A. J. W. Schorer
...delegatie van bevoegdheden...
Dior en Fath hebben in diè jaren ook
niet altijd dezelfde lijn in hun crea
ties gevolgd zei de heer Van der
Weel, die aan de handelingen van
deze modekoningen het argument
meende te mogen ontlenen, dat er
van jaar tot laar in de wereld iets
verandert en derhalve een nieuwe in
stelling vraagt. Welk argument de
ze gedeputeerde vervolgens op
Zeeuwse situatiès ging toepassen.
Mr. Van der Weel zette daarna uit
een, dat het college niet alleen be
hoefte heeft aan de adviezen van de
Werkgroep Deltazaken („die overi
gens onschatbare diensten heeft be
wezen"), maar ook aan dié van de
„managers", die relaties hebben op
die gebieden, waar het college die
niet heeft. Maar bovendien hebben
gedeputeerden in dit tijdsgewricht
behoefte aan contact op bestuurlijk
gebied met Provinciale Staten, ook
wanneer die niet in zitting bijeen
zijn. Daarvoor is deze commissie van
bijstand nodig
Er behoeft geen vrees te bestaan
voor vermenging van bevoegdheden
tussen Provinciale en Gedeputeerde
Staten, meende mr. Van der Weel.
Want tenslotte blijft het aan het col
lege om uit de ideeën en de adviezen
van de commissie concrete voorstel
len te scheppen. Aldus kan deze in
stelling er toe bijdragen dat er snel
ler, beter, georiënteerder voorstellen
ter tafel komen. De heer Van der
Weel was evenmin bang voor een
„praatcommissie", want zei hij
alléén datgene dat in ons college tot
e.e.n. .zekere -rijpheid is gekomen zal
in de commissie komen, zodat daar
niet-in het wilde weg zal worden
praat".
Voorts meende de gedeputeerde, dat
de openbaarheid zal worden gediend
door de instelling van deze commis
sie, want er zal in de openbare zit
ting deskundiger kunnen worden ge
discussieerd.
Tenslotte verklaarde mr. Van der
Weel nadrukkelijk, da t_deze „nieuwe
commissie géén besluiten zal nemen
èn dat ieder lid geheel vrij zal zijn
in zijn mening. Hij was bereid een
zo evenredig mogelijke samenstel
ling, gelet op de zetelverdeling in de
Staten, te bevorderen.
Bij de replieken voerden alie spre
kers van de eerste ronde weer het
woord, waarbij bleek dat de heer
Schorer niet geheel was gerustge
steld. De heer Hesselink verklaarde
zich namens zijn fractie r tégen het
voorstel. De heer Schorer.' zei nog
hetgeen later door de heer Van Oor
schot werd bevestigd dat de P.v.
d.A.-fractie zich oo het 'standpunt
stelde van: „Als gedeputeerden die
commissie zo graag willen, dan zuilen
we hun die niet onthouden
Na het korte vuurwerk van onver
wachte schorsing kwam de stem
ming: de commissie -werd aanvaard
met 82 tegen 5 stemmen (tegen de
heren Schorer, Heering, Horstmann,
Hesseling en Schlingemann).
Terneuzen komt nogmaals
aan de orde.
Met 22 tegen 15 stemmen besloten
de Staten gisteren de subsidie aan
de Zeeuwse Muziekschool met vijf
duizend gulden te verhogen, zodat
deze instelling nu jaarlijks dertig
duizend gulden uit de provinciale kas
zal ontvangen. Uit de stemmenver
houding blijkt, dat dit niet van harte
ging. Met name de heer A. H. S.
Stemerdingen hij sprak namens
de gehele C.H.-fractie had bezwa
ren. „De school is te duur" zei hij,
„de leerkrachten voor bepaalde instru
menten moeten uit Breda, Zeist, Am
sterdam en Rotterdam komen". Het
geen spreker niet nodig vond. Dan
maar geen onderwijs op instrumen
ten als hobo, fagot Bovendien
kon het rijk wel eens wat meer bij
dragen dan vijfduizend gulden per
jaar
De heer B. A. Hesselink vond
25.000 gulden per jaar het uiterste
bedrag dat de provincie voor de mu
ziekschool ter beschikking kon stel
len. Waarna ook de heer P. Meliefste
(a.r.) verklaarde tegen het voorstel
te zijn.
Het zag er naar uit, dat geen enkel
Statenlid iets goeds over dit voorstel
zou zeggen, doch de heer' Schorer
(p.v.d.a.) bleek deze eenzijdigheid te
willen doorbreken: „Ik geloof, dat
we er dankbaar voor moeten zijn, dat
deze school een succes is, al moeten
We oppassen, dat zij ons niet boven
het hoofd groeit".
Wanneer start Stichting
Cultuurspreiding?
Er is gisteren in de Staten het jaar
lijkse aebat gehouden over de verde
ling van de culturele gelden, waarbij
ditmaal aan de orde kwam de vraag
of de op te richten Stichting Cultuur
spreiding Zeeland nog dit jaar ïn
werking zal treden. Met name de
heer A. A. Schuit (p.v.d.a.) infor
meerde hiernaar.
Gedeputeerde Mes deelde mede, dat
deze maand nog een vergadering met
belanghebbenden zal worden gehou
den. Op één na zijn alle organisaties
akkoord gegaan met deze nieuwe
stichting. Een heeft echter gemeend
een eigen voorstel te moeten indie
nen. (Wij menen te weten, dat het
hier o.m de Z.V.U. gaat..re<L)-Niette=.
min had mr. Mes hoop tot overeen
stemming te komen. Mocht dit niet
lukken, dan zullen Gedeputeerden
zich beraden over de vraag, hoe de
rijkssubsidie, die tot dusver met een
bepaalde bestemming werd verleend
en in de toekomst aan de nieuwe
Stichting zal moeten komen, zal
moeten worden verleend.
Aan de discussie over het culturele
werk werd voorts deelgenomen door
de heer Hesselink, die met name kri
tiek uitoefende op de formulering van
een advies aan Ged. Staten, uitge
bracht door de Stichting Zeeland. De
algemene tendens van dit stuk, dat
er in Zeeland een onvoldoend cultu
reel verzorgingspeil zou bestaan,
achtte deze spreker hinderlijk.
Voorts spraken over dit onderwerp
nog de heren Stemerding. Ruymbeke
en Kodde. De laatste wenste met 'zijn
fractiegenoten geacht te worden te
gen het bewuste voorstel te zijn.
Deze spreker wees er eveneens óp,
Subsidie-aanvragen worden
kritischer bekeken
VOOR DE vierde en laatste maal is het voorstel van Ged. Staten om aan
de dienst Geestelijke Volksgezondheid van het Wit-Gele Kruis subsidie
te verlenen in de vergadering van Provinciale Staten behandeld. En dit
maal werd liet aanvaard. Het kwam voor het eerst aan de orde in de
zomerzitting toen het werd aangehouden omdat de Statenleden over
meer cïjfermaterieel wensten te beschikken. In de daarop volgende zit
ting werd dit materiaal verstrekt, maar naar het oordeel der Staten in
onvoldoende mate, waarna bij de opening van de winterzitting begin de
cember j.I. nog meer cijfers op tafel kwamen. Nog waren de Staten
niet tevreden, waarna besloten werd de financiële afdeling van de Griffie
alle stukken nog eens grondig te laten beoordelen. Het rapport van deze
afdeling was nu verschenen, waaruit bleek dat de boekhouding van de
dienst Geestelijke Volksgezondheid wél klopte, maar dat die van de
provinciale bond niet zonder vergissingen was. De Staten besloten nu
aan de dienst Geestelijke Volksgezondheid voor 1957 14.500 te verlenen
en voor 1958 en volgende jaren van 16.000 tot wederopzegging, met
dien verstande dat niet meer wordt uitgekeerd dan het exploitatietekort
en dat het Wit-Gele Kruis zelf 2500 per jaar zal bijdragen.
Bij de discussies over dit onderwerp
stelde de heer A. J. Kaland (c.h.)
vast, dat door dit onderzoek toch wel
heel andere cijfers voor de dag zijn
gekomen dan aanvankelijk werden
verstrekt. De balans van de pronvin-
ciale bond „Het Wit-Gele Kruis",
door de financiële afdeling van de
Griffie opgesteld, ziet er immers an
ders uit dan die, welke het accoun
tantsbureau van de vereniging had
opgesteld. De heer Kaland meende,
dat deze gang van zaken duidelijk
maakte, dat voorzichtigheid bij de
subsidiëring van overheidsgelden ge
boden is. Overigens ging zijn fractie
nu wel akkoord met het voorstel.
De heer D. Kodde (s.g.p.) sprak
van een geschokt vertrouwen" en
vond de gang van zaken hoogst be
denkelijk. „Het is moeilijk om par
lementaire woorden te vinden, die
uitdrukking geven aan wat ik over
deze zaak denk" zei hij. Hij ver
klaarde het beter te vinden het
eindresultaat van het onderzoek
dat nog niet geheel is geëindigd
af te wachten.
De heer A. J. Berenpas (p.v.d.a.)
wees er op, dat de kritische opmer
kingen in de Staten over deze zaak
rechtvaardig zijn gebleken. Overigens
kon hij zich nu wel met het voorstel
verenigen. De heer P. Heerïng (v.v
d.) sloot zich bij de heer Kaland aan:
„De geproduceerde cijfers leken ner
gens naar. Het college heeft hier een
lesje gekregen!"
De heer J. M. A. C. van Dongen (k.
v.p.): tenslotte, die ook voorzitter is
van dé provinciale bond het .Wit-Gele
Kruis, wilde niet ingaan op het rap
port van de eerste afdeling, waarover
overigens naar zijn mening nog wel
wat te zeggen zou zijn, maar wel wees
hij er op, dat het rijk de boekhouding
wel heeft goedgekeurd. Deze kwes
tie van de boekhouding maakt onder
werp van beraad uit in éigen kring,
zo zei hij.
Gedeputeerde Schout was kort In zijn
antwoord. Hij zocht het niet in ver
ontschuldigingen, maar gaf eerlijk,
kort en bondig toe: „De Staten heb
ben getoond dat we met subsidie
zaken voorzichtig moeten zijn. Het
college heeft er lering uit getrokken
en in de toekomst zulen alle subsidie
aanvragen financieel-kritisch beke
ken worden". De heer Schout stelde
evenwel nog nadrukkelijk, dat de za
ken van de Dienst Geestelijke Volks
gezondheid, waarvoor dus subsidie
werd gevraagd, wél in orde waren,
niet echter die van de. algemene ver
eniging. Met de stem van de S.G.P.
tegen werd het voorstel tenslotte
aanvaard.
Later kwam deze zaak nogmaals om
de hoek kijken, namelijk bij een
voorstel van Ged. Staten-om afwij-
A. J. Kaland
^..voorzichtig met subsidies...
A. H. S. Stemerding
...geen hobo...
dat de rijkssubsidie laag is en vroeg
zich af of hier het argument, dat
Zeeland geen gelden ontvangt voor
een orkest, mogelijk kan helpen.
De heer H. Flikweert verklaarde dat
de S.G.P.-fractie tégen het voorstel
was en mr. J. F. G. Schlingemann
(v.v.d.) dat hij vóór was, waarna
gedeputeerde mr. Mes voor de ver
dediging zorgde. Daarbij bracht hij
in het openbaar dank aan directeur
en administrateur van de school, die
deze instelling op zulk een uitstekend
peil hebben gebracht.
Hij wilde dit nadrukkelijk naar
voren brengen, omdat „ik de in
druk wil vermijden, dat hier niet
het juiste beleid zou zijn ge
voerd". Spreker verklaarde bin
nenkort met de staatssecretaris
van onderwijs, kunsten en weten
schappen te zullen spreken over
de mogelijkheid van een verhoog
de rijkssubsidie, hoewel hij daar
van geen hoge verwachtingen had.
Mr. Mes meende dit dus in tegen
stelling tot burgemeester Stemerding
- dat het van groot belang was, dat
ook in Zeeland les kon worden ge
nomen op wat sommige Statenleden
de „niet-normale instrumenten" had
den genoemd, daarbij doelend op ho-
bo, fagot, enz. Tot „normale" instru
menten zouden dan piano, harmo
nium, viool en orgel gerekend moe
ten worden De gedeputeerde
wees er op, dat een .ïobo-leerling van
de school naa'r het Amsterdams con
servatorium was gegaan en thans als
leraar aan de school optrad.
Nakorte replieken werd tot stem
ming overgegaan. Resultaat2215.
{Tegen: de heren Kaland, Flikweert,
Kodde, Van Eeten, Meliefste, Koster,
v. Waai, Wisse, IJssel, De Putter,
Heeren, Koster, Horstmann, v. d.
Peïjl en Hesselink).
Onmiddellijk daarop werd aan de
tweede ronde begonnen van het mu
ziekschooldebat: het voorstel van
Ged. Staten afwijzend te beschikken
op een verzoek van de Terneuzense
muziekschool een subsidie van 1000
voor het jaar 1959. Over 1958 was
nog een dergelijk bedrag verleend,
waarbij echter was medegedeeld dat
dit voor het laatst zou zijn omdat
men nu eenmaal had gekozen voor
het systeem van de Zeeuwse Muziek
school, waaraan overigens de ge
meente Terneuzen in de aanvang wél
had medegewerkt. Met name de
Zeeuwsvlaamse Statenleden van di
verse fracties (ir. Horstmann, de he
ren De Putter en Koster) bepleitten
alsnog subsidieverlening aan de Ter
neuzense school, daarbij uitvoerig de
belangen en voordelen van deze in
stelling schetsend. Mevrouw E. J.
van den Broeckede Man en de heer
De Putter verklaarden, dat er over
leg zou zijn tussen de Terneuzense
school en de Zeeuwse Muziekschool
over samenwerking. Waarom het
voorstel niet opgeschort totdat dit
overleg zou zijn geëindigd?
Gedeputeerde Mes, die vice-voorzit-
ter van de Zeeuwse Muziekschool is,
verklaarde evenwel verbaasd van een
dergelijk overleg niets te weten. Bij
nadere informatie bleek evenwel, dat
het hier ging om een zeer onlangs
telefonisch gedaan verzoek van de
heer Versprille, secretaris van de
Terneuzense muziekschool, aan de
heer H. G. Stam, directeur van de
Zeeuwse school om het overleg te be
ginnen. De heer Mes verschafte nog
enkele cijfers over de bezetting van
de leerkrachten aan beide scholen,
waarbij bleek dat in Terneuzen met
een vrij groot percentage onbevoeg
den wordt gewerkt. Tenslotte werd
besloten het voorstel aan te houden
tot de zomerzitting. Dan zal het re
sultaat van het overleg tussen beide
scholen bekend kunnen zijn.
...kritisch bekijken...
zend te beschikken op een subsidie
verzoek van „Hedenesse" te Cadzand.
Namens vrijwel alle fracties werd met
grote overtuiging er voor gepleit om
Hedenesse tóch sudbsidie te geven,
b.v. tot een maximum van 1000,
zoals de Stichting Zeeland had gead
viseerd. De heer Van Dongen was
daar ook voor te vinden, maar hij
betoogde, dat een subsidie-uitkering
wel onmogelijk zou zijn wanneer de
eerste afdeling van dè Griffie de
boekhouding van „Hedenesse zou
controleren, zoals bij het Wit-Gele
Kruis was gedaan.
Hoewel er stemmen op gingen om
„Hedenesse" toch maar 1000,te
geven, werd daarna op voorstel van
Ged. Staten dat zich tijdens een
korte schorsing over deze zaak be
raadde besloten voor 1959 maxi
maal 1000,te verlenen, echter op
dezelfde voorwaarden als die aan de
dienst Geestelijke Volksgezondheid
van het Wit-Gele Kruis waren ge
steld. Tmmers, alle subsidie-aanvra
gen zuilen nu op dezelfde kritische
wijze worden bekeken en men wil
niet- de indruk vestigen, dat het pro-
vineiaal bestuur met twee maten zou
meten.
Studiefonds en
Kamers van Koophandel.
Gedeputeerde Staten hadden dezer
dagen aan Provinciale Staten
schriftelijk medegedeeld dat over
het Zeeuwse Studiefonds met de
Kamers van Koophandel overleg
wordt gepleegd over medewerking
van het bedrijfsleven aan dit fonds.
„Niet waar" zei gisteren Statenlid
Schlingemann, „de secretarissen
van de beide Kamers weten van:
niets. Hoe zit dat?"
„Wel waar" zei gedeputeerde Mes. „In
het Studiefonds heben twee leden
van de beide Kamers zitting en zij
hebben toegezegd deze aangelegen
heid in de Kamers ter sprake te
brengen. Wij wachten dus tot zij
resultaten hebben bereikt". En hij
noemde de beide heren met name.
Na deze korte gedachtenwisseling be
sloten de Staten de subsidie aan het
fonds te brengen van 10.000 op
15.000. Mogelijk, dat nu ook de
Kamers van Koophandel deze zaak
zullen bespreken.