FORT FREDERIK HENDRIK
gaf zich eindelijk gewonnen
MODDERMODDERREGEN, EN
OVERAL WATER.
DINSDAG 13 JANUARI 1959 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
yy
DE SLECHTSTE WEEK van de hele operatie „Switchback"
was die van achttien tot vijfentwintig oktober. Breskens moest
uit de handen van de Duitsers worden gewrikt en in verband
daarmee kreeg de Negende Canadese Infanteriebrigade op
dracht de vijand te verdrijven uit zijn sterke posities bij Schoon-
dijke. Weliswaar waren die posities al verzwakt tengevolge van
de Canadese vorderingen in de richting vanOostburg, maar
generaal Eberding verdedigde zich ook hier met een vasthou
dendheid, die geen enkele neiging tot ook maar enigszins toe
geven vertoonde. Het plan van de Negende Brigade was om een
krachtige, gespreide aanval op Schoondijke te ondernemen,
waarbij tegelijkertijd Breskens rechtstreeks uit het westen
zou worden aangepakt. Dit zou ondersteund worden met lichte
pantserwagens, zware artillerie en een volledig bombardement
uit de lucht door de R.A.F. Maar de Canadezen werden hier
door ongeluk achtervolgd. De S.D. en G.-Hooglanders, die hun
aanval begonnen onder bijzonder gevaarlijke omstandigheden,
kregen beschietingen door de Duitse kanonnen van Vlissingen
en Breskens te verduren, zodat ze aan de vooravond van de
eigenlijke aanval ernstige verliezen leden. Bovendien explo
deerde, tengevolge van een of andere onbekende reden, moge
lijk ook door een granaatinslag, een auto met brandstof voor
vlammenwerpers, waardoor een vuurzee zich in wijde omgeving
verspreidde: van tien lichte pantserwagens bleef niet veel meer
over dan een nutteloze, niet meer te herstellen ruïne. Vieren
tachtig man sommigen gedood, anderen overdekt met vrese
lijke wonden werden uit de brandende wrakken gesleept.
Met één klap was het materiaal voor de aanval op Breskens
buiten gevecht gesteld en de aanvullende troepen hadden ern
stige verliezen geleden. Er kou niets worden gedaan
Toegang naar Zuid-Beveland in geallieerde handen
Drie dagen na de achttiende, de
eenentwintigste oktober, 's-mor-
gens om negen uur, zetten de S.
D. en G.-Hooglanders de aanval
op Breskens in, terwijl Typhoons
op de Duitsers doken en voorts
poogden de kanonnen van Vlissin
gen buiten werking té stellen.
Een inleidend bombardement van
zwaar en superzwaar geschut ver
hoogde de verwarring onder de
geslagen verdedigers. Gelukkig
was er gedeeltelijk dank zij de
„fantastische bewering" van de
marine, anderhalve week daar
voor*) voldoende munitie voor
de Canadezen en voor de laatste
strijd waren grote voorraden
zie II, p.Z.C. van 29 december.
aangelegd. Onmiddellijk na de
aanval van de bommenwerpers
trokken de Canadezen de rokende
ruïnes van Breskens binnen, ééns
een bloeiende gemeente. De aan
blik van dit zo troosteloos gewor
den dorp schokte in die late herfst
van 1944 de binnentrekkende troe
pen, ondanks of dank zij
Caen, Verbijsterde vijanden wag
gelden uit de kelders alsof ze rat
ten waren, de rest was verdwe
nen.
De aanval van de Hamilton lichte
infanterie op Schoondijke lokte
een aanhoudende uitbarsting van
20.-mm geschut uit. Het was dui
delijk, dat Eberding had besloten
hier elke vlerkante centimeter te
verdedigen. Maar langzaam, be
schut door een sterke achterhoede,
moest hij terugtrekken in de
richting van goed-voorbereide stel
lingen achter het kanaal ten
zuiden van Knokke-Heist.
Links had Eberding Retranche-
ment en rechts Sluis. Mogelijk zou
hij de batterijen van Knokka nog
een dag of tien in handen kunnen
houden, zelfs al zou hij Cadzand
verspelen.
Breskens was dus nu in geallieerd
bezit. Maar het ergste moest nog
komen
De vijand begon langzaam terug
te vallen op Groede, daarbij be
schermd door de kanonnen van
het fort Frederik Hendrik en van
Vlissingen, waardoor de wegen
voor de Canadezen bijna onbe
gaanbaar werden. Terwijl de Ty
phoons van de R.A.F. Iedere beer
opnieuw de Vlissingse kanonnen
tot zwijgen poogden te brengen,
gingen de Noord (Nova Scotia)
Hooglanders over tot de aanval op
fort Frederik Hendrik.
Dat gebeurde op de morgen
van de tweeëntwintigste oktober.
Vier dagen lang volhardde de vij
and, weigerend ook maar Iets af
te staan van de linie, die liep van
fort Frederik Hendrik door
Schoondijke en vandaar terugslin
gerend in een diagonaal naar het
Leopoldskanaal
Daardoor was Schoondijke als het
ware de laatste scharnier, vaar-
op de Duitse rechterflank terug
draaide om op Sluis samen te
trekken. Alles wat nog over was
van de Duitse 64e veteranen-divi
sie werd In deze laatste „zak" in
gepakt.
Op de drieëntwintigste oktober
raakten de Royal Winnipeg Rifles
en de Canadese Schotten bij hun
poging vooruit te komen op de
weg naar Groede onder zulk een
intens vuur uit de kanonhen van
het fort Frederik Hendrik, dat ze
tot staan kwamen en gedwongen
werden een uitputtingsgevecht te
beginnen.
De linker-middeugroep van de
Canadezen, gevormd door het
Régiment de la Chaudière,
werd zo hevig aangevallen, dat
hun vooruitgeschoven posten
volkomen overrompeld wer
den. Het bataljon hier was
zonder verbinding en moest
vechten in een soort prlvé-
woestenij, niet in staat anderen
te bereiken, noch ter linker'-,
noch ter rechterzijde.
De climax voor het Régiment de
la Chaudière kwam op de vieren
twintigste oktober, toen een com
pagnie omsingeld werd en van de
rest werd afgesneden. Vijftien
mannen wisten zich een weg door
de omsingeling te banen, terwijl
drieënzeventig zich onder leiding
van de compagnies-sergeant-ma
joor ingroef en zich op een ge
vecht tot de laatste man voorbe-
Nog altifó is Fort Frederik Hen
drik een serie grimmige bunkers
in het Zeeuius-Vlaamse landschap.
ven zich over...... Nog vijftien
uitgeputte mannen werden uit hun
schuilhoeken gehaald en om 11.30
uur was het fort geheel van de
Duitsers gezuiverd.
Een vitale fase in de strijd om
Breskens was daarmee geëindigd.
Het minimale, dat in deze strijd
bereikt moest worden, was be
haald. Weliswaar konden de ka
nonnen uit Cadzand nog met die
van Vlissingen samenwerken en
aldus de Canadezen nog dwars zit
ten, maar dat was slechts een
kwestie van enkele dagen.
Er was nu geen ogenblik to verlie
zen. De troepen voor de laatste
aanvallen waren op hun uitgangs
punten!
xXx
Iii diezelfde periode van ne
gen tot vijfentwintig okto
ber, dat gruwelijke tijdvak,
waarin het land van West
Zeeuwsch-Vlaanderen werd
omgeploegd door de oorlogs
machinerie, die periode van
een zo onmenseHjke strijd
om de zuidelijke oever van de
Westerschelde, werd ten oos
ten van de provincie Zeeland
een even hard gevecht gele
verd: de slag om Woens-
drecht. Het gebied rond deze
plaats was vanuit het zuiden
voor de geallieerden ondoor
dringbaar. Steeds weer op-
Tarzan koos een goed
moment
5
Op de achttiende oktober,
g het begin van die moeilijke
periode, die uiteindelijk de s
H val van Fort Frederik Hen- j§
drik bij Breskens opleverde,
noteerde de inlichtingen-of- §f
§j ficler van de Hamilton lichte §j
H infanterie in het dagboek
H van zijn onderdeel een paar
g opmerkingen over een Ne- M
H derlander, die naar de op- H
H merkelijke naam zou luiste-
ren, althans volgens dit dag- M
g boek, van Jeannes Francis- §3
cus J. Causwells, „gewoon- g
m lijk Tarzan genoemd". Wie
g dit leest, ziet in gedachten
m het tafereeltje ergens op het
W. Zeeuws-Vlaamse strijd- g
toneel voor zich: de inlich-
g tingen-officier, een paar ser- s
p geants, een korporaal, ge- jf
fascineerd luisterend naar g
ff de prestaties van J. F. J.
f§ Causwells. 3-:
H „Hij heeft verschillende H
Duitsers gedood en om de H
g tuin geleid", meldt het dag- n
M boek. Men voelt, dat J. F. J.
Causwells eindelijk zijn ge- M
g hoor had gevonden. Heeft jj§
hij ook wel eens andere ba-
H taljons bezocht Mogelijk, g
m maar zijn visites zijn daar g
g niet geboekstaafd. Misschien
g had men daar zelf de han-
g den vol aan „Duitsers om g
g de tuin-leiden". De Hamil- g
g ton lichte infanterie zou -r g
g overigens ook spoedig mid- g
H den inzitten. Tarzan had g
g nog net een goed moment g
gekozen.g
niiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiininiiiiiiinniiiinimiiminmiiiiiiiniimiirlV
De Duitsers in fort Frederik Hen
drik vochten tot het bittere einde
en trotseerden vier dagen van
de tweeëntwintigste tot de vijfen
twintigste oktober alle aanval
len en bombardementen van de
Canadezen. Het van oorsprong Ne
derlandse fort werd aan de land
zijde verdedigd door een stelsel
van diepe en wijde grachten en
was door de Duitsers geheel op
nieuw versterkt. Het bood een
magnifieke verdedigingspositie.
Middelzware bommenwerpers van
de R.A.F. overstroomden het fort
als het ware met zware explosie
ven, terwijl op de grond series
aanvallen werden ondernomen, die
alleen dan teruggeslagen werden
als ze zwaar machinegeweer-vnur
of tegenstand van de anti-tank
kanonnen uit de versterkte kaze
matten ontmoetten. Deze kaze
matten waren onkwetsbaar, be
halve voor rechtstreekse treffers
van zware bommen of van zwaar-
kaliber-granaten.
Voor de Canadezen was het .een
periode van stoutmoedig optre
den, waarbf} het met name aan
kwam op het leiderschap, op de pe-
letonscommandanten, de ser
geants en korporaals, die door het
niemandsland kropen zoals hun
vaders hadden gedaan in de door
granaten geploegde bodem van
Vlaanderen. Zij sneden draden
door, opereerden in kleine groepen,
zwommen, haalden mannen uit
schuilplaatsen, doodden rustig en
gingen gestaag verder het moreel
te ondermijnen van de naar slaap-
verlangende, uitgeputte verdedi
gers. De voortdurende druk op het
fort eiste uur voor uur zijn tol aan
mensenlevens^
Op de avond van de vierentwintig
ste oktober vertelden een paar
juist gevangengenomen Duitsers,
dat er nog drieëntwintig mannen
in leven waren in het fort. „Ga te
rug en zeg hen, dat zij zich moe
ten overgeven" zeiden de Canade
zen. De gevangenen gingen terug
en spoedig na het eerste daglicht
van de vijfentwintigste oktober,
om 6.30 uur, marcheerden drieën
twintig mannen met voorop de
boodschappers het fort uit. Zij ga-
nieuw liepen de compagniën
storm op deze Brabantse
plaats, waar de vijand als een
rots standhield, zijn vtiur
met onbarmhartige zekerheid
richtend. Bovendien was hij
in deze dagen van voortdu
rende stortbuien immuun
voor luchtaanvallen. De Ca
nadese militaire geschied
schrijver, kolonel C. P. Sta-
cey, heeft van dit gerecht ge
tuigd: „Geen enkel geschre
ven verslag kan recht doen
aan de situatie".
Na drie dagen was men nog
geen stap vooruitgekomen. De
dagboeken van de bataljons,
van de brigade,, van de divisie,
zij maken in die tijd van wei
nig melding. Er heerste een
stemming van „niets te mel
den". Sommige notities getui
gen eenvoudig: „Modder, mod
der, modder, meedogenloze re
gen, water overal..—"
Op de morgen van de zestiende
oktober slaagde de Hamilton
lichte infanterie er eindelijk in
vaste voet in Woensdrecht te
krijgen. De volgende drie dagen
reidden. Zij werden, tenslotte op
de achtentwintigste oktober ont
zet.
Zo troffen de geallieerden de ha
ven van Breskens aan.
moest opnieuw bitter en vrese
lijk worden gevochten, maar er
zat nu lijn in. In de versufte hoof
den en lichamen van de mannen
begon weer enig gevoel terug te
keren, men kon zelfs weer vloe
ken-... Tenslotte kwam de weg
van Antwerpen naar Bergen op
Zoom in geallieerde handen en
moest de vijand de hoop op een
ontsnappingsroute opgeven. Onder
de bescherming van de duisternis
trokken de Duitsers langzaam te
rug en bereidden zich op de ge
vechten voor in de „hals", de toe
gang naar Zuid-Beveland. Op de
vierentwintigste oktober kon de
Tweede Canadese Divisie deze
„hals" indraaien. Daarmee begon
voor deze mannen het laatste be
drijf van de bevrijding der Schel-
demonding, waaraan zij moesten
meewerken.
Vijfentwintig oktober 1944:
West Zeeuwsch-Vlaanderen
was wat de essentiële punten
betreft veroverd, de toegang
naar Zuid-Beveland was be
reikt. De voorbereiding was
nu achter de rug en de vol
gende fases konden starten!