rsjg s beeld
vein
KERKBOUW zoeken
tasten
een bescheiden katheder de
gelijkstelling van Woord en Sa
cramenten is hier althans in the
orie volledig doorgevoerd.
Bij de Doopsgezinden léven deze
E roblemen niet. Hun gebouwen
lijven zuivere preekkerken.
Maar toch is Sijmons erin ge
slaagd d'Olijftak in Amsterdam-
West een volstrekt ontraditionale
vorm te geven. Hij maakte een
zeshoekig kerkzaaltje met vrij
wel gesloten wanden, dat ondanks
zijn uiterlijke koelheid bijzonder
intiem en waarachtig van sfeer
is geworden.
Eén ding hebben alle nieuwe pro
testantse kerken gemeen: het zijn
niet meer uitsluitend preekgebou-
wen het werden volslagen
wijkcentra met vergaderlokalen
en toneelzalen, met ruimten voor
allerlei clubwerk, kortom brand-
fiunten van veelzijdig menselijk
even. Maar daardoor ook konden
zij een schaal krijgen, waardoor
zij het tegen de omringende hoog
bouw uithouden. Er is geen geld
meer voor pompeuze bouwsels op
sprekende punten. Men behoeft
handzame gebouwen, die voor ve
lerlei doel bruikbaar zijn ten
zij men als bij Schippers Bethle-
hemkerk in IJmuiden scholen en
verenigingslokalen er als een
krans omheen legt.
Navolging van
basiliekbouwers
En de rooms-katholiekenOok
bij hen is een kentering
gaande, voortvloeiende uit
een diepgaande bezinning op we
zen en functie van het kerkge
bouw. Bezinning op de liturgie
was hier niet aan de orde. Die is
nu eenmaal een door de traditie
overgeleverde grootheid, waaraan
niet te tornen valt. Maar niet lan
ger wordt men vergast op een
triomferend ten hemel strevende,
vaak extravagant geïnterpreteer
de gotiek maar eerder een bij
na defensieve, stugge, gesloten,
Romaans-aandoende bouwmassa,
waar een ontwortelde mens zich
verschanst achter zware muren
en kleine ramen.
Zoals de protestanten zich in de
Van der Leeuwstichting bezinnen
op de liturgie en op de eisen, die
hieruit voor de kerkbouw voort
vloeien, zo hebben de rooms-ka
tholieken him mgr. Van Heuke-
lomstichting, waarin zij zoeken
naar een nieuwe grondslag voor
de kerkbouw. Met de liturgie is
eigenlijk ook de hoofdvorm van
de kerk gegeven: het schip als
vergaderplaats der gelovigen, het
priesterkoor voor het sacrament
der eucharistie. Maar er is en
wordt gezocht naar een zuiverder
vorm voor de kerk.
Dat zoeken heeft geleid tot
een zeer getrouwe navolging
van de oud-Romaanse basiliek
een simpele, lage ruimte met
vlakke zoldering en twee zij
schepen, kleine ramen en zeer
weinig verslering, behoudens
dan een eerlijk en vaak mooi
materiaalgebruik. De toch wel
zuivere kerkjes van de archi
tect H. van Putten St. Jo
zef in Bussum en St. Domini-
cus in Utrecht ontspruiten
aan deze geest, al vind ik de
wat zoete en onbeduidende
glas-in-loodramen er de minst
geslaagde kant van. Maar ook
in de zeer massieve St. Jozef
van prof. Holt en architect
Van Tholen in Amsterdam-
West met zijn harmonisch ge
bruik van beton, bak- en na
tuursteen heeft men met deze
vernieuwingsbeweging te ma
ken, al is hier stellig het ge
geven zelfstandiger en per
soonlijker verwerkt.
De Opstandingskerk in Amster
dam-west bijgenaamd de kolen
kit van professor Duintjer. De
statische rechte wand maakte
plaats voor de beweeglijke zaag
tand.
Er ïs een andere kant: daar waar
men aansluiting zoekt bij de by
zantijnse kerken. Ik zag er een
enkel voorbeeld van: de massief
betonnen St. Annakerk, die prof.
Peutz in Heerlen bouwde. Het is
een vierkante betonnen doos met
een hoog en rank toegangspor
taal. Bovenop de doos staat, voor
mijn gevoel vrij stug en bruut
van overgang, een achtkante
trommel, afgedekt door 'n schaal-
vormige koepel. Een kleine ranke
lantaarn verzacht met de golven
de dakrand van de koepel een
ietsje de stugge aanblik van het
geheel. Zoals de lange basiliek de
blik naar het altaar leidt, zo
trekt de koepel het oog naar bo
ven, naar de hemel. In de kerk
zelf heerst, als in de basilieken,
de uiterste gestrengheid van lijn
en aankleding.
Raakpunten
Zo is er allerwege een zoe
ken en tasten naar nieu
we mógelijkheden. Aan
de ene kant raken de protes
tanten sterker doordrongen van
de waarde van het sacrament
voor hun geloofsbeleving.
Doopvont en Avondmaalstafel
krijgen hun eigen plaats naast
de kansel naast de verkon
diging. Daardoor zijn ook de
opvattingen aangaande de
kerkbouw in beweging ge
raakt. Die ontwikkeling was
er al voor de oorlog. Maar na
de bevrijding sprak zij ster
ker. Aan de andere kant zoe
ken de rooms-katholieken hun
kerken te. zuiveren van alle ui
terlijke opschik. Zij streven
naar versobering en verinner
lijking. Geheel de aandacht
moet worden gericht op het
centrale gebeuren op het al
taar: het Misoffer. Alles wat
daarvan afleidt moet verdwij
nen. Vandaar de bijna calvinis
tische soberheid in de aankle
ding der kerken, de eenvoud in
de beglazing, het koele, nuch
tere licht, het ontbreken van
elke mystieke sfeer.
Toch ook al nadert men elk
aar: verwarring is onmogelijk.
Rooms-katholieke en protestant
se kerken blijven hun eigen ge
aardheid behouden. Zij zijn on
derling onverwisselbaar, te ster
ker nu de protestantse architec
ten het meer en meer wagen
met het eigentijdse bouwen, hun
r.-k. collega's daarentegen tien
tot vijftien eeuwen terugtreden.
Maar misschien is dat ook een
gevolg hiervan, dat dezen twin
tig eeuwen traditie achter zich
hebben en genen nu pas moe
ten beginnen, er een te schep
pen.
(Van onze redacteur beeldende kunsten)
die in werkelijkheid aan de
Bosch en Lommerweg is ver
rezen, is een van de meest
opmerkelijke maar minst
geslaagde stalen van conse
quent toegepaste betonbouw
die men zich kan denken. Zij
is te nadrukkelijk gesloten
te sterk een „preekbunker",
alsof men zich bewust tegen
de wereld keert, waar men
desondanks midden in staat.
Persoonlijke
uitwerkingen
In hervormde kring is men
ten aanzien van het liturgisch
centrum en ten aanzien van
de kerkbouw zelf veel verder ge
gaan. Hier vooral krijgt men de
indruk van een zoeken en tasten
naar de inhoud van de eredienst
en van de eisen, die hieruit voor
de kerkbouw zelf voortvloeien.
Het is een bijna chaotisch beeld,
vooral omdat blijkt dat de litur
gische conclusies zo oneindig
veel zuiver persoonlijke architec
tonische uitwerkingen mogelijk
maken. Hier is bijna geen orde
ning, geen samenvatting moge
lijk. Er ïs een geneigdheid om
elke bouwkunstige traditie over
boord te gooien, wanneer maar
iets van het persoonlijke geloofs-
beleven zo zuiver mogelijk kan
worden uitgedrukt.
Misschien kan ik nog het best
het werk van twee architecten te
genover elkaar stellen. De Op-
standingskerk, van prof. M. F.
Duintjer, in Amsterdam-West,
zou dan de ene „pool" kunnen
zijn de Aventkerk in Den
rag-Loosduinen en de Paaskerk
Zaandam, beide van K. L. Sij
mons Dzn., vormen de andere.
Van Duintjer kan men zeggen
dat hij zoekt naar een nieuwe
vorm voor de oude basiliek.
Zijn kerk heeft duidelijk „rich
ting", lengte. Het eind is het
halfronde koor, waarin avond
maalstafel, doopvont en de
zeer grote preekstoel een
plaats hebben gekregen, sa
men met een groot kruis. Ook
hier de nadruk op dé verkon
diging. Maar wat er nieuw is
dat is de volkomén afwijkende
behandeling van de ruimte zelf.
De statische rechte wand van
de oude kerken heeft plaats
moeten maken voor de bewe
gelijkheid van de „zaagtand",
waarbij telkens een zijde van
de tand is opgelost in een van
onder tot boven reikende
strook glas. Dat geeft aan de
gehele ruimte een bijna ner
veuze spanning, die toch er
gens als harmonisch wordt er
varen, Deze Opstandingskerk
is betrekkelijk klein. Onze tijd
laat het bouwen van grote,
hele wijken dominerende
preekgebouwen niet meer toe.
ij j Maar de kerk van Duintjer
heeft de allure van een kathe
draal.
Gans anders is de aanpak van
Sijmons. Bij hem geen herinne
ringen meer aan oude kerken
hoewel hij nog in 1946 pleitte
voor de 17e eeuwse kerkgebou
wen als bron van inspiratie en
zelfs ontwerpen in deze geest
maakte. In zijn Loosduinse kerk
is daar niets meer van over. Hij
maakte hier een zeer mooie zaal-
kérk, met de preekstoel aan een
lrAlzo lief heeft God de wereld
gehadTekst op de toren va/n
de Immanuëlkerk in TJtrecht-zuid.
van de lange zijden, waarop een
afzonderlijke Avondmaalsruimte
aansluit. Hier gaat het niet meer
om het mooie, min of meer ver
heven gebouw, dat zich naar bui
ten presenteert als kerk. Hier is
een onderkomen geschapen voor
'n groep mensen, die zich „Kerk"
weet, en die van die gezichtshoek
uit dit bouwwerk gebruikt. In
Zaandam is hij van eenzelfde
duidelijk beginsel uitgegaan. Al
leen dwong het beperkte terrein
hem tot samentrekliing van de
verschillende onderdelen der li
turgie in één aandachtswand, die
door de mooie ramen van Karei
Appel: extra accent kreeg.
Tussenvormen
Daaromheen zijn allerlei tus
senvormen mogelijk. Ik be
sprak al eens de op de oude
Romaanse basiliek geïnspireerde
Pauluskerk van Berghoef en
Klarenbeek in Den Haag, in over
wegende mate een preekkerk.
Veel vrijer van vormgeving zijn
de kerkjes van Van Asbeck voor
Eefde en van Eschauzier voor
Oosterbeek; beide berusten zij op
een langgerekt zeshoekig grond
plan. Beide hebben zij in een van
de lange wanden een rechthoeki
ge nis, waarin het liturgisch cen
trum is ondergebracht. De kan
sel is hier nauwelijks meer dan
Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren
Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet
verderve, maar eeuwig leven hebbe. Alzo lief heeft God de wereld
gehadDeze tekst uit het Evangelie van Johannes kan men
sinds korf vinden tegen een kerktoren. De nieuwe gereformeerde
Immanuelkerk in Utrechf-Hooggraven houdt namelijk de passanten
zeer nadrukkelijk dit woord ter overweging voor.
Die toren staaf er als een teken van geloof dat getuigt. Maar
ook als een teken, dat de nuchtere, vierkante doos (ontworpen door
architect S. J. Wouda te Utrecht) inderdaad een kerk is en geen fa
briekshal. De foren is trouwens evenmin traditioneel van opvatting.
Hef ïs een gebogen plaat beton van zo'n vijfentwintig meter hoog
alsof men een smalle strook uit een reusachtige cilinder had ge
knipt en voor het kerklichaam geplaatst. Op de naar de weg ge
keerde holle zijde staat in relief de tekst uit Johannes. Bovenaan
een enorm kruis van stalen balken op een symbolische wereldbol.
Aan de bolle zijde, naar de stad gekeerd, zullen eerlang boven
elkaar drie klokken hangen.
De kerk zelf is een grote ruim
te van 24 bij 24 meter. Tegen
de rugzijde van de toren,
maar los ervan, is een bolle muur
van mooie rode steen gemetseld.
Verder zijn alle wanden uit grij
ze betonblokken opgestapeld. Te
gen de zuidmuur - een zijwand
is de galerij aangebracht; uit
een oogpunt van ruimteverdeling
lijkt mij dat geen gelukkige op
lossing. De noordwand is een gro
te glaswand. Aangezien hier
spantenbouw is toegepast, was
het mogelijk over de gehele ruim
te een plat dak te leggen zonder
dat ook maar één steunpijler de
ruimte breekt. Het is een in
drukwekkende ruimte.
Maar het meest opmerkelijke in
deze revolutionaire bouw is toch
wel de invoering van het liturgi
sche centrum: de grote kansel
tegen de ronde torenmuur, daar
voor de toontafel en de doopvont,
alles tezamengebracht op een
marmeren podium.
Ommekeer
Onder meer in de Gereformeer
de Kerken vindt het „litur
gisch centrum" meer en
meer ingang. Of men nu deze
Immanuelkerk ziet of de in
aanbouw zijnde gereformeerde
kerk in IJmuiden van architect
kerkje in fïilversum zij^tonen
de liturgische drieëenheid. Maar
de kansel, als de plaats, der vei-
kondiging van Gods Woord, houdt
er dé eerste plaats. Een gerefor
meerde kerk is nu eenmaal een
preekkerk. De sacramenten van
Doop en Avondmaal worden er
slechts enkele malen per jaar be
diend.
Trouwens: opmerkelijk is ook,
dat in deze nieuwe kerk af-.»
stand is gedaan van de tradi-
tionele schikking, waarbij al-
le zitplaatsen als het ware
straalsgewijs op de kansel ge
richt Staan, de zogenaamde
cèhtraalbouw. Hier is gedacht
aan "rechthoekige groepen
banken, die iii de richting van
de as-ingang-kansélstaan.
Hetzelfde zal gebeuren in
IJmuiden; is rèeds toegepast
in. Hilversum. Het is een ont
wikkeling in de richting van
de basiliekbouw die nog na
drukkelijker tot uiting kwam
in een oud-ontwerp van Boe-
yinga en Istha voor Amster
dam-West, waarbij zelfs dwars
schip, vieringtoren en „pro-
cessiegangen^ voor de dag
kwamen. Dat plan is echter
nooit uitgevoerd. De Pniëlkerk,
De Adventskerk in Den Haag-
LoosdvAnen van architect Sijmons
een mooi voorbeeld van protes
tantse kerkbouw. Opmerkelijk is
de los staande betonnen klokke-
stoel.