„Koninkrijk en ballingschap", novellenbundel van Camus „BUMA" vecht voor componisten GEVANGENE IN EIGEN KONINKRIJK" FILMPRIJZEN IN DE VERENIGDE STATEN „Openbaar Kunstbezit": voor '59 reeds 73.000 deelnemers De nationale filmraad van de Verenigde Staten heeft de In diase film „Pater Panchali" ge kozen als de beste buitenlandse film die in 1958 is vertoond. Voorts wor den, in deze volgorde, genoemd „Le rouge et le noir" (met Gerard Phi lippe), „Horse's mouth" (met Alec Guiness), „Mon Oncle" (Jacques Tati) en ,A night to remember", een Engelse film over het vergaan van de „Titanic". Rond vier miljoen kleurenreprodukties Op de bres voor hei ZATERDAG 27 DECEMBER 1958 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Verhalen over eenzame mensen in een overvolle wereld Koninkrijk en ballingschap" is de Nederlandse vertaling van Ca mus' jongste vertellingenbundel die vorig jaar als „L'exile et le royaume" het licht zag. De Nederlandse titel doet eerder aan een trac- taat of een essays denken, speciaal by een auteur als Camus, die imeer essays dan verhalen publiceerde. Men vraagt zich dan ook af waarom dit boek niet als „Ballingschap en koninkryk" gebracht werd; het lijkt misschien spykers op laag water zoeken, maar inder daad past in die volgorde de titel het beste bij de verhalen, verhalen over zwervenden, vrijwillige ballingen, mensen op verlaten posten, mensen die eenzamen, verschrikkelijke eenzamen zijn en in exilio hun koninkrijk gevonden hebben. Telkens weer stuit men in deze tijd op het ballingschapmotief in let teren en kunst. De kunstenaar is balling geworden of voelt zich als zo danig, en mede hieruit vloeit de verhoogde belangstelling voort voor de werkelijke ballingen, de zwervers, de renegaten, gevangenen, de outcasts. Het koninkrijk, de vrijheid, blijkt uiteraard een fictie. Men is gevan gene in eigen koninkrijk, en het is dan ook haast geen wonder dat de meeste vertellingen triestig eindi gen. Als typisch voorbeeld, zeer representatief bovendien voor Ca mus' rijpe verhaalkunst, nemen we 't verhaal „De Gast", het hoog tepunt van de bundel. De gast" vertelt over een onder wijzer, Daru, geboren en geto gen in Algerije, nabij de woes tijn. Hij yvoont op een allereenzaam- ste post geheel alleen. Op een avond het is onrustig in het land en er heerst een mobilisatiestemming brengt een gendarme een geboeide Arabier bij Daru. De man heeft een familielid vermoord, en Daru krijgt de opdracht hem te herbergen en de volgende dag in een naburige stad aan het gerecht uit te leveren. Daru weigert: dat is zijn werk niet. Maar nood breekt wet, en de gendarme, die het-heel druk heeft, laat hem een stuk tekenen dat hij de gevangene Letterkundige kroniek door HANS WARREN afgeleverd heeft. De gendarme ver trekt, ontstemd, en Daru weet wat henl,te doen staat, ér is niet eeps.van een gewetensconflict sprake'. Hij heeft geen grein sympathie voor de moordenaar, maar voelt er evenmin iets voor, hem uit te leveren. Hij be vrijdt den man van zijn boeien, geeft hem te eten, en een bed naast het zij ne. Hij hoopt dat de man weg zal lo pen in de nacht, maar hij blijft. Prach tig is deze intense sfeer van spanning opgeroepen. Ontroerend is het korte gesprek aan tafel; beklemmend de onrust in de nacht, scherp geobser veerd de angst van de Arabier wan neer hij wakker geschud wórdt in de morgen. Na het ontbijt brengt Daru de gevangene, zijn gast, een eind op weg. Dan geeft hij hem eten en geld, en wijst hem twee wegen: naar de stad, waar het gerecht hem wacht, en naar de vrijheid, waar de tenten der nomaden staan die hem opnemen en verbergen zullen. Maar de Arabier is een wat onnozele man: hij wil zich aan Daru vastklampen. Deze luistert niet meer, laat hem op de heuvel staan, en keert naar huis terug. Toch onzeker, kijkt hij na enige tijd om: de Arabier staat er nog steeds. Wat later nog eens: hij Is weg, verdwenen achter de heuvel. Da ru, ongerust geworden, keert op zijn schreden terug. Het ïs ver nn, en heet geworden, de helling valt hem zwaar. Boven gekomen, ont dekt hij dan dat de Arabier zich langzaam in de richting van de gevangenis begeeft. Wanneer Da ru thuis komt, staat er met krijt op het schoolbord geschreven „Tu as livré notre frère. Tu paieras" Je hebt onze broeder uitgeleverd. Daar zul je voor betalen. En dan eindigt deze prachtige novelle: „Daru keek naar de hemel, naar de hoogvlakte, en zag, daaroverheen, de onzichtbare landen die zich uit strekten tot aan de zee. In dit ge weldige land, dat hij zo zeer had liefgehad, stond hij geheel alleen," Dit is Camus, en Camus' visie op het menselijke bestaan, in een notedop. Ook de meeste andere verhalen spelen in Algerije, het land waar Albert Camus geboren werd en opgroeide. Zo het eerste, „De overspe lige vrouw", een wat uitzonderlijk ge val van een niet meer jonge Franse vrouw die er met haar man, een koop man, op uittrekt om zonder tussen persoon stoffen te verkopen aan de Arabieren in de afgelegen steden. De vrouw wordt voor het eerst in haar leven geconfronteerd met de woestijn en de macht van de woestijn, die haar losmaakt van haar vroegere le ven. Magnifiek is de sfeer van de ijskoude Saharanacht opgeroepen. Doch de hoofdpersoon intrigeert de lezer onvoldoende, en het verhaal gaat ook als een nachtkaars uit. „Le renégat", dat in het Nederlands ,,De afvallige of een verwarde geest" heet, is een lange monologue intéri eur, een meer symbolisch dan reëel verhaal van een'man die opgeleid is voor missionaris en dan zichzelf de zwaarste taak oplegt: gaan naar een stad waar nog geen blanke geweest was, naar de helse zoutstad Taghara, dertog dagen reizen van leke civilisa tie. Daar wordt hij zo afschuwelijk mishandeld dat hij tenslotte van christen verandert in een fetisch- aanbïdder, en tot waanzin vervalt. Het is een gruwelijk, heet, bijtend verhaal. Een enkele maal moesten we wel eens aan Slauerhoff denken; trouwens ook in het slotverhaal „De steen", dat in het Braziliaanse oer woud speelt, en waarin de hoofdper soon een frans ingenieur is die in een klien stadje een dijk tegen overstro mingen moet gaan bouwen, drong de naam Slauerhoff zich op. De ingenieur wordt ook hier „exil ou solitude" dadelijk verstrikt in de ban van de vreemde, tropische sa menleving. De zwijgenden" is een ontroerend verhaal over werklieden die na een mislukte staking hun taak hervatten in een kleine kuiperij. Zij weigeren de mond open te doen tegen hun chef, maar worden collectief sterk ontroerd wanneer diens dochtertje op die dag ernstig ziek wordt. Hun stem ming slaat geheel om, maar spreken kunnen ze niet. Het is niet het mooi ste, maar wel het gaafste verhaal uit dit boek. Slechts één verhaal speelt in Parijs: „Jonas, of de artiest aan het werk", een niet volkomen geslaagd te noe men maar toch wel erg beklemmen de vertelling over een kunstschilder die opgang maakt, vereerd wordt, en dan langzaam door zijn vrienden en bewonderaars en door zijn groeiende gezin verdrukt wordt tot hij in een zaamheid en onmacht ondergaat. Het verhaal is te sterk gechargeerd om ernstig genomen te worden en iets te ernstig om als uitgewerkte bouta de beschouwd te worden. Als geheel is „Koninkrijk en balling schap", met als hoogtepunten dus „De gast" en „De zwijgenden" een zeer moaie bundel. De vertaling, van A. EijkmanMac- laine Pont, laat wel eens iets te wen sen over. Vooral de gesprekken zijn, hoewel meestal correct qua betekenis weergegeven, niet best vertaald, ze missen het echte en directe die ken merken zijn van het origineel. Men moet echter toegeven, dat Camus aan zijn vertaler zeer hoge eisen stelt, meer dan gewoon routinewerk geven kan. Albert Camus: Koninkrijk en balling schap De Bezige Bij, Amsterdam. HET DOKTERSBEZOEKeen van de meest beleende genrestukken van Jan Steen, tekenend voor zijn mensenkennis, zijn humor en zijn prachtige schilderwijze. Het is te zien op de tentoonstelling, die het Mauritshuis in Den Haag aam hem heeft gewijd en die tot half fe bruari te zien zal zijn. Uit binnen- en buitenlandse verzamelingen zijn 58 grote en kleine schilderijen bijeengebracht, een keurcollectie groot genoeg om ons een inzicht in zijn ontwikkeling en zijn ge voelswereld te geven. Het is ondanks de wijze beperking een grote tentoonstelling: groot van gehalte vooral, die veel misverstanden af doende corrigeert. INGRID BERGMAN ......beste actrice Als beste Amerikaanse film wordt ge noemd „The old man and the sea" naar het gelijknamige boek van He mingway. De mannelijke hoofdrol speler, Spencer Tracy, heeft naar het oordeel van de raad in zijn klasse de beste prestatie geleverd. Na „The old man and the sea" wor den genoemd „Separate tables", „The last hurrah", „The long hot summer", „Windjammer", „Cat on a hot tin roof", „The Goddess", „The brothers Karamazow", „Me and the colonel" en „Gigi". In grid Bergman wordt genoemd als de beste actrice van het jaar voor haar rol in „The inn of the sixth hap piness". De enkele maanden geleden overleden acteur Robert Donat kreeg een eervolle vermelding voor zijn rol in deze film. De beste regisseur is John Ford voor „The last hurrah", een verhaal over politiek gangsterdom in Boston. De hoofdrol in deze film wordt door Spencer Tracy. IN NIJMEGEN hébben burgemeester en wethouders bij de verslagen over de gemeentebegroting 1959 een over zicht gegeven van de netto-uitgaven die verscheidene gemeenten, ongeveer ter grootte van Nijmegen, hebben geraamd voor culturele aangelegen heden. Deze cijfers zijn voor Arn hem f 1.127.000; voor Eindhoven 677.000; voor Enschede 760.000; voor Groningen f 961.00Q; voor Haar- tem: 958.000- ipoór Tilburg 57A.000 ivoor Nijniê'gejt~f rli5Ï.Ö00.' HET ROTTERDAMSE toneel zal óp nieuwjaarsdag met „Wie krijgt de weduwe?" (La vedova scaltra) an dermaal een in Nederland nog niet gespeeld blijspel van Carlo Goldoni opvoeren. Deze comedie werd ge schreven ter gelegenheid van de car navalsviering in 171/8. Goldoni toont hier het Venetië met het drukke vreemdelingenverkeer reeds in die dagen een actueel thema... ER ZAL EEN FILM worden ge maakt over het leven van wijlen lord Baden-Powell van Gilwell, de oprich ter van de padvindersbeweging. Het vervaardigen van een scenario zal on geveer een jaar in beslag nemen; producent wordt Cecil B. de Mille en de film zal waarschijnlijk binnen drie jaar in de bioscopen worden ver- I toond. De Stichting Openbaar Kunstbe zit, waarvan het ledental in 1957 ca. 78.000 bedroeg, is in 1958 tot 98.000 gestegen. Dit houdt in de verspreiding in tien maande lijkse zendingen van ca. 4.000.000 kleurenreprodukties naar oude of moderne kunstwerken uit onze Nederlandse musea en van evenveel door Nederlandse des kundigen geschreven bladen tekst. De inschrijving voor de cursus 1959 is thans in volle gang: op 't ogenblik zijn al 73.000 deelnemers ingeschreven voor de nieuwe cur sus. Het aantal buitenlandse abonnees Nederlanders in den vreemde, zowel al3 buitenlanders bedraagt meer dan duizend. Hoewel in hoofdzaak verdeeld over Vlaanderen, U.S.A., Ca nada en Australië, zijn er ook abon nees in Zuid-Afrika, Engeland, Frankrijk, Griekenland, Irak, IJsland, enz. Hiertoe heeft ongetwijfeld de stand van Openbaar Kunstbezit op de Expo te Brussel in het kunstzaaltje van het Nederlandse Paviljoen het hare bijgedragen. Honderdduizenden buitenlanders en Nederlanders kregen een goed beeld van het werk der stichting. Verscheidene buitenlandse bladen schreven dan ook over dit Ne derlandse initiatief. De leden van Openbaar Kunstbezit hebben in het bijna afgelopen jaar naar schatting meer dan 60.000 maal gebruik gemaakt van de gratis toe gangskaarten voor 52 musea. Bij be paalde tentoonstellingen, waar een re ductie werd verleend, was de toeloop _Iet is opnieuw mogelijk voor de verloting van werken van le vende kunstenaars onder hen die tij dig hun abonnement hernieuwden, een groot aantal werken aan te ko pen; dit keer voor 15.000. Ook was de stichting in staat ter gelegenheid van het jubileum van de Vereniging Rembrandt twee kunstwerken aan deze vereniging aan te bieden ter plaatsing in Nederlandse openbare kunstverzamelingen. Door de met groot enthousiasme feorganiseerde radiocursus van de ticusa en het Cultureel Centrum te Curagao, waarbij gebruik werd gemaakt van reprodukties en tek sten van Openbaar Kunstbezit, werden de culturele banden met „geesielijk eigendom'' (Van een speciale verslaggever;) n 1911 heeft Herman Heyermans een rekest T aan de minister gericht, waarvan de aanhef was: „Excellentie, ik word begapt". Ieder een speelde namelijk zijn toneelstukken, maar geen sterveling betaalde ervoor. Dit rekest moge dan de klaroenstoot geweest zijn voor de allerminst enthousiast ontfvangen Auteurswet van 1912 uit het feit, dat er kort geleden een dichtbundel verscheen, zonder dat de uitgever zelfs de moeite had genomen een bepaalde dichter te vragen, of hij er akkoord mee ging, dat zijn werk erin zou worden op genomen, moet men concluderen, dat ook nu nog lang niet iedereen overloopt van respect voor andermans geesteskinderen. Meyer Sluyzer zei het onlangs in een etherfo rum scherper. Hij merkte op: „Een van de on- billijkste gewoonten van het Nederlandse pu bliek' is, dat het totaal geen eerbied heeft voor geestelijk eigendom". En daarmee sloeg hij de spijker op zijn kop. Iedereen vindt het volkomen normaal, dat de benzine betaald wordt om een auto te kunnen laten rijden. Maar de. fabrikant, die in zijn confectie-atelier waar ongeveer zeshonderd meisjes werkzaam zijn een muziekinstallatie plaatst, waarop on geveer twintig luidsprekers zijn aangesloten en die verklaart, dat geen muziek in zijn be drijf wellicht een staking, maar in ieder geval een enorme teruggang in werkprestatie bete kent, wenst niets te betalen aan de muziek- schrijvers! Gelukkig voor de muziekschrïjvers Is er in Nederland „Het Bureau voor Muzïekauteurs- recht Buma". Het is gevestigd in Amsterdam in een van de kostbare grachtenhuizen. Wer kend met ongeveer honderdenvijftig man per soneel, waarvan een deel kortgeleden zelfs met politie-bevoegdheid is bekleed, waakt dit bureau ervoor dat de componisten, bewerkers van muziek, tekstdichters en ook uitgevers van muziek aan hun financiële trekken ko men. Hoewel ieder redelijk mens zal moeten toege ven, dat het doel het voorkomen van dief stal en loon naar werken te geven aan de scheppende kunstenaars sympathiek is, is het Bureau Buma allesbehalve populair. We zouden haast zeggen: integendeel. Dat komt, omdat Buma zo'n hardnekkige strijd, ja een hevig gevecht met heel muziekgebruikend Ne derland moet leveren voor de incasso van de gelden, die de componisten, tekstdichters en muziekuitgevers rechtens toekomen. Terwijl het toch langzamerhand wel bekend zou moeten zijn, dat men heeft te betalen voor het werk van een scheppende kunstenaar, moesten er in 1957 nog 53 strafrechtelijke pro cedures worden behandeld, tegen 62 in 1956, terwijl men aan de civielrechtelijke nog nau welijks begonnen is. De weinige sympathie, die men voor Buma heeft, kan ook zijn oorzaak vin- den in het feit, dat velen het idee heb ben, dat Buma de uitvoeringsrechten van de kunstenaars heeft gekocht en deze nu ten eigen bate exploiteert", vertelde ons de heer H. W. van Lienden, hoofd van de buitendienst van deze instelling. Daar is echter geen sprake van. Alle door Buma geïncasseerde premies inzake muziek- auteursrecht worden, na aftrek der bedrijfs- onkosten, volgens een ingewikkeld maar' ver nuftig schema uitgekeerd aan de belangheb benden. Door wederkerigheids-overeenkomsten met zuster-organisaties over bijna de gehele wereld Rusland en China uitgezonderd vertegenwoordigt Buma nagenoeg alle compo nisten, tekstdichters en muziekuitgevers. De muziek- en zangstukken van meer dan 100.000 muziekschrïjvers van over de gehele wereld zijn hier nauwkeurig geregistreerd. Aan iede re compositie wordt een aantal punten toe gekend. Het is een waardering naar de tijds duur, nodig voor de uitvoering van het werk, naar het verschillende aantal instrumenten, dat voor de uitvoering ls voorgeschreven, en naar de aard van het werk. Aan het eind van ieder boekjaar wordt de „puntwaarde" vastge steld door het bedrag, dat gedurende dat jaar werd geïncasseerd te delen door het aantal „uitgevoerde punten". Buma zelf een vereniging met als leden het Genootschap voor Ned. Componisten, de Ver. van Woord- en Toondichters, de Ver. van Letterkundigen en de Ver. van Muziekhandela ren en Uitgevers in Nederland, alsmede een kleine groep „individualisten", die hiet in deze belangenorganisatie passen, omdat ze bv. „me- Iodisten" zijn mag geen winst maken. Het zonder winst werken is zelfs voorwaarde van de minister van justitie geweest om Buma in 1933 toestemming te geven als enig bedrijf in Nederland bemiddeling te verlenen inzake het muziek-auteursreeht. Een regeringscom missaris houdt hier toezicht op. En voorts heb ben vier regeringsvertegenwoordigers zitting in de raad van vertrouwensmannen van het bestuur". Het gaat om betrekkelijk kleine bedragen. Maar er is altijd weerstand tegen: uitzonde ring is, dat verenigingen of organisaties voor een concert of uitvoering zelf komen vragen, wat men te betalen heeft. Middels een korps inspecteurs met politiebevoegdheld, of via plaatselijke kranten moet Buma opsporen, dat er muziek-auteursrechten betaald moeten wor den. Dank zij al deze zorg en strijd, niet het minst ook met de radio en voornaamste concert- instellingen van ons land, heeft Buma kans gezien in plaats van 200.000 (in 1934) voor het gebruik van het wereldrepertoïre hier te lande in 1957 ongeveer vier miljoen gulden te incasseren, en dat terwijl de tarieven sinds 1984 over de gehele lijn nog niet eens werden verdubbeld. Daarnaast wist de „Stemra", een zusterorga nisatie van Buma, aan mechanisch repro- duktierecht nog ongeveer 2'/2 miljoen galden te innen. Van deze bedragen kon na aftrek van de kosten 75 aan de componisten, tekstdichters en uitgevers worden uitgekeerd. „Morgenrit langs het strand" van Anton Mauve, dat behoort tot het bezit van het Rijksmu seum. Nederland versterkt. Verwacht wordt dat in het komende jaar ook Aruba met de heruitzending een aanvang zal maken. In twee landen, België en Enge land, hebben de plannen om het Openbaar Kunstbezit aldaar door een geïllustreerde radiocursus of op andere wijze te verbreiden, vaste vorm aangenomen. Men hoopt daar, na uitvoerige voorbe reidingen, waarvoor advies bij de Nederlandse Stichting werd inge wonnen, binnen afzienbare tijd te beginnen. Als nieuw middel om in nog brede re kringen belangstelling te wekken, laat Openbaar Kunst bezit thans kleurendia's van de afge lopen jaargangen vervaardigen, zodat het mogelijk zal zijn ook met behulp der bestaande tekstei band op de scholen cursussen te geven. Een andere poging om een intensie ver werking van de reprodukties te verkrijgen en ter bestrijding van het euvel van het „vergeten te luisteren" is dat de stichting een eenvoudige, esthetisch verantwoorde wissellijst heeft ontworpen, die tegen een gering bedrag voor de leden beschikbaar zal worden gesteld. Hierdoor kunnen de luisteraars vóór de bespreking een week lang vertrouwd raken met het in de huiskamer op te hangen „kunst werk'van de week". Öp het Unesco Congers te Buenos Aires over de opvoedende taak der musea, waar Nederland vertegen woordigd, was door de directrice van het Centraal Museum te Utrecht, mej. dr. M. E. Houtzager, bleek de belangstelling voor haar uiteenzetting over dit systeem van cultuurspreiding zo groot, dat het in het verslag als een der grootste huidige successen op het gebied der kunstzinnige vorming werd ge noemd. Ook in het door de Unesco uitgegeven maandblad „Museum" verscheen een artikel, gewijd aan het werk der stichting. Om ook in kleine gemeenten en bij locale organisaties meer bekendheid te verwerven, zullen in het komende jaar tentoonstellingen gehouden wor den van de ingelijste reprodukties, waarbij ook ander propagandamate riaal getoond en uitleg gegeven wordt over doel en werkwijze der stichting. De eerste yan deze reeks tentoonstel lingen is op 20 december te Apel doorn geopend in het gemeentelijk expositiezaaltje. De eerste bespreking van een kunst werk in de jaargang 1959 zal op 19 januari plaatsvinden. Op de maandag daaraan voorafgaande zal de voorzit ter der stichting, prof. dr. J. G. van Gelder, een korte inleiding houden, die als voorwoord bij de komende jaargang wordt gevoegd, over het portret van Rappoport" van Kees van Dongen, waarvan „Openbaar Kunstbezit" repro dukties verspreidt. Het doek hoort thuis in het museum Boymans te Rotterdam.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1958 | | pagina 5