KERSTMIS
in bctqcn
Enige dagen later gaat Anne Marie
met de Makken terug naar Hol
land. „Sorry, Anne Marie, 't Was mijn
schuld," zegt Mak. „Ik had met de
jongens moeten afdalen. Ut was een
vlegel. En ik heb je hele vakantie ver
knoeid. Gaat 't nu weer een beetje?"
Ook Evert en Jan zijn stil en onder
een hoedje te vangen.
pvp een regenachtige novemberdag,
in de leraarskamer, had Mak,
de boekhoudman, het plotseling aan
Anne Marie gevraagd.
„Jij wilt ook naar Zwitserland in de
kerstvakantie? Waarom ga je niet
met ons mee? We huren een mooi
chalet in Flims Waldhaus en Eefje
en de jongens zullen het fijn vinden,
als er een goede skiër meegaat."
Peinzend roerde Anne Marie in haar
koffie
Een chaletDat kon enig zijn
Huiselijk Kerstmis in een klein,
eenzaam huis in de bergen. Zou het
gaan met de Makken? In alle geval
zou ze er over denken. Hoofdzaak
was, er tussenuit te kunnen, een paar
weken lang. Zon en licht en zuivere
berglucht. Weg van al 't gejakker en
gezeur over cijfers. En Mak was ge
schikt, een prettige collega.
Met een gezin naar Zwitserland. Dat
was in alle geval iets nieuws.
Zo ging dan Anne Marie, de jonge
biologielerares, die kerstvakan
tie met de Makken mee. Mak had een
gezellige dikke vrouw, Eefje, wat
traag, maar altijd goed gemutst.
Toch miste Anne Marie de koorts van
de voorbereidingen het zoeken in
de folders het uitzoeken van een
hotelletje het bespreken van een
plaats in de trein.
In de volgepropte auto vertrokken ze
nu met toch nog veel bagage en tas
sen met rariteiten. Ze zaten klem.
Het regende een akelige, fijne motre
gen. Ze kropen met 50 km snelheid
door de winterse Hollandse steden.
De jongens, Jan en Evert, twaalf en
veertien jaar, werden lastig en han
gerig. Erfje deelde al maar belegde
broodjes uit, die kleefdenMen
wilde liever doorrijden.
En Anne Marie had het gevoel ergens
ingebed te zijn in iets nauws, iets
kleins, iets benepens.
Er was geen stemming, zeker geen
vakantiestemming. De reis was zeur
derig en eentonig.
Als ze maar eenmaal in Zwitserland
waren, zou het wel beter worden,
dacht ze. Daar ontkwam niemand
Het chÉtlet was enig.
Dat viel niet te ontkennen. Het
lag hoog en eenzaam aan een steil
bergpad en 't was zeer comfortabel
en gezellig ingericht.
De eerste dagen waren ze allemaal
erg enthousiast. Maar al gauw werd
het gesjouw en geklim en gebuk Eef
je te veel. Ze stond meer naast haar
skis dan erop. Ze bleef eigenlijk veel
liever thuis, op de bank voor het
raam, om wat te lezen, terwijl de an
deren ploeterden in de karige sneeuw.
Mak skiede een beetje.
De jongens konden er niet veel van.
En Anne Marie zwoegde met hen wat
rond. Eerst hinderde haar dat niet
zo. Ze genoot van de frisse lucht en
de zon.
Maar soms kon ze opeens wegglijden
en een heerlijke afdaling maken,
alleen. Met zwierende das de zui
vere, witte wereld tegemoet.
Vrij voelde ze zich dan en zielsge
lukkig.
In de avonden, als de jongens naar
bed waren, trachtte ze wat te le
zen. Maar Eefje wilde praten of luis
teren naar de radio. Ook Mak wilde
de radic aan en vele nieuwe stations
proberen. En zo gingen vele avonden
op in rumoer en nutteloos gepraat.
Met heimwee dacht Anne Marie aan
een klein berghotelletje, waar muziek
was en volksdans. Waar vele natio
naliteiten elkaar vonden en waar je
plotseling een gesprek kon hebben
met een vreemde, dat je je jaren later
nog herinnerde als een gebeurtenis.
Nee, dat kleine, benauwde, afgepaste
leven was niets voor haar. Was,
alsof ze Holland op zijn smalst had
meegenomen.
Mak was op school een beste vent,
maar in zijn gezin een zeurkous vaak
en zonder de minste fantasie. Eefje
was erg gemakzuchtig. Ze liet veel op
Anne Marie neerkomen, die vlug was
en netjes en precies.
Dat was alles zo erg nog niet.
't Was de sfeer, die ze miste. De sfeer
rondom Kerstmis, de sfeer die hoorde
bij het naderend einde van het jaar.
De Makken voelden niets voor
Kerstmis. Nonsens! Kerstmis
kon je altijd in Holland vieren. Hier
waren ze om te skiën te wandelen
en uit te rusten. Dennegroen zag je
buiten in overvloed. Dat behoefde je
heus niet naar binnen te halen.
Je huisje had je om er te eten en te
slapen en uit te rusten.
Anne Marie was die morgen, kerst
morgen, vroeg opgestaan. Om zeven
uur zou er in het kleine kerkje een
kerstdienst zijn. Ze wilde er heen
alleen. Ze wilde het kerstfeest bele
ven.
Toen ze buiten kwam, zag ze tot haar
grote vreugde, dat het in de kerst
nacht flink gesneeuwd had. Een late
maan overgoot het bergpad met een
helder licht. De dennebomen stonden
zwaar beladen en gebogen en geurden
onbeschrijfelijk. Onhoorbaar liep
Anne Marie over de brede weg naar
Flims Dorf. Rechts verhief zich de
Flimserstein als één reusachtige
sneeuwmassa. Diep in het dal brand
den talloze lichtjes in de kleine hui
zen. Daar begon het klokje te klepe
len van de kleine, witte kerk.
In de kleine kerk, waar 't naar lelie
tjes rook, zaten de mannen rechts,
de vrouwen links in strakke onberis
pelijke kleuren en blote hoofden.
Het kleine kerkorgel speelde een oud
gezang. Bewogen zong ze mee. Waar
of je ook was op de wereld, overal,
waar oprecht Kerstmis beleden werd,
waren alle mensen één, wist ze.
"In het schemerige ochtendlicht ging
Anne Marie de weg terug naar het
chalet. Heel dit lichte blije, zo juist
veroverd, droeg ze in zich mee
Diep ademde ze vreugdevol de zui
vere sneeuwlucht in haar longen. Met
rode wangen beklom ze vlug en lenig
het steile bergpad. Uit het huisje
klonk krakeel.
Evert en Jan waren aan het vech
ten Hoog daarbovenuit de bezwe-
Vvevsiverkaal door
Qreia Vo(( CM CMS-
maker
rende stem van Eefje. Door de keu
kendeur ging Anne Marie naar bin
nen. Ze bukte zich om de besneeuwde
bergschoenen uit te trekken
Eefje was aan de wasEen hoop
nat goed hing over een rek. De jon
gens rolden over de vloer. Binnen, bij
de radio, zat Mak te luisteren naar
een kerstpreek uit Holland.
't Was toch Kerstmis!
Het eten was gemakkelijk Een
blik boerekool met worst stond klaar.
Wat wilde je meer. Anne Marie was
haar kerststemming finaal kwijt. Ze
was zwijgzaam en liep wat achter de
anderen aan.
Ze verzette zich moeizaam tegen
het drukkende, neerslachtige ge
voel. En ze deed haar best die mid
dag, toen het gezelschap met een
kabelbaantje naar boven ging.
De jongens skieden beter. Ze
werden enthousiast. Mak had al een
paar keer alleen een afdaling ge
maakt. Bij de Alp Foppa fuifde Anne
Marie in het gezellige berghotelletje
op koffie met room en dikke plakken
cake. 't Werd gezellig.
Er waren veel vreemdelingen. Een
bandje speelde een vrolijk jazz. „We
kunnen best afdalen," vonden de jon
gens. „Tante Anne Marie, mogen we?
Achter u aan? U kent de weg en we
zullen heel voorzichtig zijn."
Anne Marie aarzelde, 't Was een hele
verantwoording, die ze op zich nam.
Maar het zou heerlijk zijn, als ze het
konden, 't Zou hun zelfvertrouwen
geven.
Ze voelde zich wat stijf en moe door
al 't gebuk en geklim. Eigenlijk was
ze veel liever in het gezellige restau
rant in de diepe rotanstoel blijven
zitten en had ze een sherry gedron
ken en naar de vrolijke muziek ge
luisterd en naar al die kleurige lieden
gekeken. Even dat internationale,
waar ze zo van hield, op zich laten
inwerken. Maar de jongens zeurden
maar door.
„Waarom gaat Mak nu niet?", dacht
ze geërgerd. Tenslotte waren het zijn
kinderenWaarom moest zij daar al
tijd mee optrekken? Kijk, hoe heer
lijk lui hij zijn benen uitstrekte en
zijn sigaret rookte.
„Ik heb wel trek in een sherry of
een vermouthHij negeerde het
gevraag van de jongens. Bijna had ze
hem flink afgesnauwd, maar ze be
heerste zich bijtijds.
,,'t Is Kerstmis, Anne Marie, bedenk
dat goed. Doe eens wat en denk niet
altijd aan je eigen genoegen." Zuch
tend stond ze op.
„Vooruit dan maar, als je vader het
goed vindtMak wuifde grinnikend
met zijn hand. De jongens juichten...
Buiten aarzelde Anne Marie ze
voelde zich moe en niet safe. 't Was
alsof iemand haar tegen hield. Dan
wierp ze haar hoofd achterover. En
ze daalden af. Ze wilden niet te vlug
gaan. Ze hield zich zoveel mogelijk
in, om dicht bij de jongens te blijven.
Toen gebeurde hetZe zwikte, kon
haar evenwicht niet bewaren een
valen ze wist niets meer
Toen ze weer bijkwam, knipperde
ze verbaasd met haar ogen. Waar
was ze? Ze lag op een i*ustbank, vlak
bij een vlammend vuur. Ze rook de
overdadige geur van dennehout en
plotseling zag ze vele jonge gezichten
donkere en bleke, gele en bruine...
Een grijze vrouw boog zich over haar
heen.
„Voelt U zich al weer wat beter U
hebt niets gebroken hoor, alleen maar
twee enkels flink verstuikt. Ze namen
U mee op de slee hierheen. Hebt U
erge pijn Drinkt U eensDit zal
U goed doen." En Anne Marie dronk
van de sterke cognac. Warm voelde
ze zich en met een diepe zucht richtte
ze zich op. Een donkere, slanke man
kwam op haar toe. Hij stelde zich
voor.
„Bütler. U bent hier op een jongens
kostschool terecht gekomen. We vie
ren hier Kerstmis met de jongens, die
niet naar huis kunnen. Ze komen uit
alle delen van de wereld, uit Amerika,
China, uit Indonesië, Frankrijk, En
geland en Duitsland en uit Egypte. U
bent Hollandse Dan hebben wij er
nog een nationaliteit bij. U bent nu
v/el gedwongen om hier te blijven.
Uw escorte is op de hoogte gesteld."
Zo vierde Anne Marie het wonder
baarlijkste kerstfeest van haar
leven. Temidden van opgroeiende jon
gens.
's Avonds, toen de jongens naar bed
waren, kwamen de volwassenen bij
haar zitten in diepe, lage stoelen
rondom het haardvuur. De directeur
met zijn grijze vrouw de dochters
enige leraren, die intern waren.
Een aardige, jonge man met heldere
grijze ogen, zat naast Anne Marie,
't Was een Zwitser, Georg Hübner.
Hij gaf tekenles.
Opgetogen vertelde hij van zijn werk
op deze ideale school. Prachtvak, te
kenen
„Hebt U ook hogere aspiraties"
vroeg Anne Marie, „dan lessen geven
alleen U zult toch ook wel eens iets
anders gewild hebben in uw studie
tijd. Zelf schilderen, zelf iets berei
ken
George Hübner glimlachte.
„Mijn lieve mejuffrouw, ik schilder
en teken vrij en daar naast teken ik
met de jongens. Wij werken samen,
binnen "of buiten. Heerlijk is dat.
Ieder werkt aan zijn object. Alles
komt eruit bij de kinderen. Alle moei
lijkheden, alle narigheid. Want die
kinderen hebben het heus niet zo ge
makkelijk. Ze komen vaak uit zeer
uiteengeslagen gezinnen. Er is geld
genoeg, anders waren ze niet hier
Maar er is meer, dat kinderen brood
nodig hebben. Aandacht liefde
Ze worden hier in deze ideale omge
ving zichzelf, onder de prima leiding
van de heer Bütner, de paedagoog bij
uitnemendheid
Anne Marie blijft dagenlang in
het gezegende Knabeninstitut.
Ze viert er oud en nieuw mee en elke
dag voelt ze dat ze leeft met elke
vezel. Ze geniet van de prachtige
bibliotheek van de Bütners. Ze be
wondert de schilderijen in de gangen
van Georg Hübner en van de jongens.
in de kerstnacht had het flink
gesneeuwd
Hier moet het lesgeven een groot ge
not zijn. Hier komt ieder kind tot
zijn recht. Hier wordt de stof spring
levend en belangwekkend.
„U kunt altijd omschakelen," zegt de
heer Bütler. „Er is werk genoeg. U
kunt ook hier biologie geven, aan
schouwelijk in de bergwei."
„Dat moet je zeker doen," moedigt
Georg aan. „O, als 't lente wordt,
weet je niet wat je ziet. Als al die
bomen bloeien en de sneeuw gesmol
ten is. Als de bergweiden vol staan
met gentianen en margrieten en edel-
weisz. Als alle vogels zingen en de
bomen ruisen. En de rust hier en het
licht. Je moet komen, Anne Marie, als
het lente is. Ik zal je dan ons land op
zijn mooist laten zienJe vroeg
mij of ik ooit idealen had, die eerste
avond. Ik antwoordde je niet naar
waarheid. Ik heb een ideaal. Een
eigen huis in de bergen, een pad met
flagstones. Veel rode Hollandse tul
pen en gele narcissen. Heel veel bloe
men in de bloembakken. Een atelier
op het noorden, een eigen atelier om
stil te werken. Een vrouw, die me be
grijpt en die er altijd is Anne Ma
rie, je kunt omschakelen naar deze
school. Toch kun je ook die periode
overslaan en naar dat stille huis ko
men in de bergen. Eigenlijk is dat wel
zo eenvoudig. Denk er eens over na...
Ik wacht op je hier
„Dat je het nu zo moest treffen",
zegt Eefje. „Was ik maar meegegaan
die middag!" Maar Anne Marie glim
lacht.
„Mensen, 't was toch helemaal niet
erg. Dit was toch zeker de fijnste
vakantie van heel mijn leven
Voor zich ziet ze een klein huis met
veel bloemen. Rondom sneeuw en ber
gen. En bij het pad flagstones, dat
leidt naar de ingang, ziet ze een ionge
gestalte. Zijn grijze ogen schitte
ren
„Je kunt die periode overslaan" zegt
hij, „dat is wel zo eenvoudig. Re wacht
op je hier