Dr. ir. F. Q. den Hollander wist
steeds wat hij wilde
Bekwame doorzetter leidde N.S. uit
puinhopen naar gezond stadium
DONDERDAG 11 DECEMBER 1958
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
Eén van de hoogtepunten in het
ambtelijk leven van dr. ir. Den
Hollander was de elektrificatie
van de Zeeuwse lijn. Het werd een
zegetocht langs de Zeeuwse sta
tions, waarbij de president-direc
teur vele geschenken werden
aangeboden. (Foto P.Z.C.)
Uit de cabine
Op 31 december stapt dr. ir.
F. Q. den Hollander uit de
bestuurderscabine van de X.
S. Hij laat voor zijn opvol
ger, ir. J. Lohmann, een be
drijf achter, dat terecht in
binnen- en buitenland faam
heeft verworven. Te merk
waardiger als men bedenkt,
dat onder zijn leiding op de
puinhopen van 1945 alles
schier van de grond af moest
worden opgebouwd. Had de
ze man bijzondere leidersga
ven? Nam hij in beslissende
ogenblikken de juiste beslui
ten? Koos hij de geëigende
medewerkers En kon hij
vertrouwen op al die 33.000
mannen en vrouwen van de
N.S.? Op al deze en vele an
dere vragen heeft een onzer
redacteuren getracht een
antwoord to geven.
Hij heeft dr. ir. Den Hollan
der dikwijls van nabij mee
gemaakt. Hij heeft gespro
ken met medewerkers en on
dergeschikten van hem. En
hij heeft vertoefd in de ge
boorteplaats van de schei
dende N.S.-president, Goes,
waar de herinnering aan
Frans den Hollander nog
zeer levendig is.
Tot welke conclusie hij daar
na kwam 'en hoe hij dr. ir.
Den Hollander ziet, kunt U
hiernaast lezen.
verjaardag, 31 mei 1958, was hij
zelf bij de ingebruikneming van 't
laatste deel van zijn elektrificatie-
program: Alkmaar-Den Helder.
Hij leidde de N.S. voorts naar vol
ledige „ontstoming", zorgde voor
„zwaar en degelijk" materieel en
toonde daarnaast grote belang
stelling voor de sociale zijde van
het bedrijf. Het bepleitte persoon
lijk juiste vakantieverdeling, in
formeerde er nog dit jaar naar op
de betrokken afdeling, beijverde
zich voor betere arbeidsvoorwaar
den en verzuimde nooit de hulde,
die men hem waar ook toezwaai
de te delegeren naar het gehele
N.S.-personeel.
Hij liet een gezond bedrijf
achter met mensen, van wie
hij alles eiste, maar voor wie
hij ook wat over had. Zelfs al
zou zijn opvolger de N.S. nog
op een veel hoger plan bren
gen, dan nog is 't vertrek van
de vitale dr. ir. F. Q. den Hol
lander een verlies voor de
N.S. Het zal hem tijdens zijn
afscheidsbezoeken aan de di
verse districten van het be
drijf stellig duidelijk gemaakt
zijn.
Het is daarom verheugend,
dat hij onlangs per 1 januari
als commissaris van de N.S.
is benoemd. Het bedrijf zal
kunnen blijven profiteren
van zijn grote gaven Moge
het nog lange tijd zijn.
BIJ HET A.S. AFSCHEID
(Van een onzer redacteuren).
Wat mot, dat kan", zei een Zeeuwse jeugd
vriend over hem.
„Wat hij wil, bereikt hij", zei een N.S.-func-
tionaris.
„Als-ie op inspectie komt hier, rillen ze", aldus
een 67-jarige Zeeuw.
„Je kunt van hem zeggen, wat je wilt, maar
goed werk weet Den Hollander te waarderen",
bekende ons een spoorwegambtenaar.
Vier uitspraken, die dr. ir. F. Q. den Hollander
typeren. Een man met een groot doorzettings
vermogen. Ook een man, die het uiterste van
zijn medewerkers kon vergen, die niet schroom
de bijtende kritiek te leveren op feilen bij het
spoorwegbedrijf, maar die ook niet aarzelde
spontaan hulde te brengen, aan allen, die in zijn
ogen iets tot stand hadden gebracht. Een hoog
ste chef bij uitstek. Zich daarvan welbewust.
Een autoriteit, die met een blik als van een
arend, situaties scherp kon doorzien. Maar ook
een man, die in zijn altijd onberispelijk zittend1
kostuum, een charmant gastheer kon zijn en
dan met enkele welgekozen woorden zijn gasten
op hun gemak kon stellen.
De N.S. heeft hij „maar" ruim 12 jaar gediend
Niettemin is dit bedrijf zonder hem haast niet
denkbaar. N.S. en F.Q. zijn vier letters gewor
den, die bijkans niet te scheiden zijn. Toch kom'
die scheiding, ook al wordt dr. ir. Den Hollander
commissaris van dit bedrijf. Want zijn zetel in
Utrecht zal door een ander*worden ingenomen;
ir. J. Lohman, de rustige, bekwame werker, die
zijn rusteloze, immer gespannen en voortdurend
attente voorganger moet vervangen. Geen ge
makkelijke taak. Maar wel een interessante.
Want het is onmiskenbaar, dat de heer Loh
mann kan steunen op een degelijke basis, die
dr. ir. Den Hollander heeft gelegd.
Tivee liefdes
de trein en Goes
Het is ons wel gebleken, dat
Frans den Hollander, zoals
men hem in Goes nu nog
noemt, in het dagelijks leven twee
liefdes heeft: de trein en Goes, zijn
geboorteplaats, waar zoals be
kend t'er gelegenheid van de
elektrificatie van de Zeeuwse lijn
de Stationsweg werd herdoopt in
Frans den Hollanderlaan en hij
zelf werd benoemd tot ereburger.
Goes is dus trots op hem. En
hij op Goes, waar hij in zijn
lagere schooltijd de trein al be
wonderde. Het pientere zoon
tje van de manufacturer Den
Hollander had vaak als eerste
in zijn klas zijn werk klaar en
dan mocht hij van juffrouw
Matthijsse naar buiten. En
„buiten" betekende voor Frans
het station, waar de interna
tionale treinen naar Vlissingen
zwaar stomend passeerden.
Dat als eerste zijn werk afheb
ben, heeft ook in zijn spoor
wegloopbaan een rol gespeeld.
De N.S. waren de eerste spoor
wegen in Europa, die de
stoomtractie afschaften en met
geheel stalen personenmate-
rieel gingen rijden.
Later tijdens zijn h.b.s.-tijd vier
de Frans den Hollander triomfen
in zijn voetbalclub Zeelandia, het
huidige Goes. Ook toen kende hij
al het motto „Wat mot, dat kan".
Zeelandia-Goes stond voor het
kampioenschap. De wedstrijd te
gen Zeelandia-Middclburg moest
de beslissing brengen. Aanvoerder
M. Oele, thans notaris te 's-Gra-
venpolder, heeft het ons verteld,
hoe „Frans den Bels", zoals Den
Hollander toen in sportkringen
heette, omdat hij het felle duel
bepaald niet schuwde en Belgen
doorgingen voor krachtfiguren, de
titel in Goes bracht. De Goese
ploeg was voortdurend sterker
daar op het Middelburgse veld.
Maar de aanvalslinie kon geen
doelpunt maken. Max Oele troon
de als rijzige spil bij de midden
cirkel, zijn broer stond linksachter
en Frans rechtsback.
„Laat eens een bal voor mij lopen,
Max", zei Frans, 't Was wat ris
kant, maar Frans „kon wel wat".
Derhalve liet Max op een bepaald
moment de bal lopen. Den Hollan
der nam er tien passen mee en
liet toen een afstandschot los, dat
achter de verbouwereerde doelman
van Zeelandïa-Middelburg in het
doel sloeg: 01 en daarmee was
de titel in Goes beland. Commen
taar van Frans: „Ziezo, nu heb ik
na de rust ook nog eens getrapt".
Zo maakte Frans den Hollander
zijn club kampioen. Is er niet weer
een merkwaardige parallel te
ontdekken met zijn huidige werk
wijze?
Heeft hij de spoorwegen in ons
land niet aan de spits gebracht?
En koos hij daarbij ook niet
steeds de juiste medewerkers op
de juiste plaats?
Clubman
„Hij was een prettig clubman en
gek op voetballen. Hij was fors
en sterk en onvermoeibaar. Latei-
heeft hij in Concordia Delft ge
voetbald, het voorportaal voor het
hogere voetbal. Samen met Jan
Thomee. In zijn glorietijd daar
was hij ook rechtsachter. En in
die positie heeft hij daar ook eens
gescoord. Dat was voor die tijd
ongehoord. „Hoe kwam die back
daar", schreef een krant. „Maar
ja, wat hij voor zich heeft, be-
reikte-ie", zei notai-is Oele.
Uit deze woorden proeft men de
doorzetter, die de N.S. uit de puin
hopen naar het rendabele elektri
sche -stadium van nu heeft geleid.
Inderdaad, hij wist wat hij wou.
Nu nog!
Eenzijdig in zijn liefhebberijen
was Frans den Bels niet.
Hij roeide en zwom graag. Samen
met zijn vrienden Oele en Sturm
zwom hij dikwijls naar Goese Sas
en dan gingen ze met Oele's boot
de Oosterschelde op. De haven
meester vond het zo gevaarlijk,
dat het verboden werd. In Delft
heeft Frans den Hollander nog bij
D.D.S. geroeid.
Op de h.b.s. te Goes had hij moei
te met zijn talen. Maar het ken
merkt weer de doorzetter, dat hij
nu vloeiend Frans, Duits en En
gels spreekt.
H erinneringen
In Goes liggen zoveel herinnerin
gen voor dr. ir. F. Q. den Hol
lander, dat hij er graag toeft. Hij
kan nog lange tijd verwijlen op de
Schans, die hem uitzicht biedt op
de voetbalvelden, waar Frans den
Bels" vroeger roem oogstte. Hij
wordt nogal eens gesignaleerd in
de omgeving van de firma Fran
ken en Van Weel, die in land
bouwwerktuigen doet.
Want daar stond vroeger de la
gere school, waar Fransje den
Hollander zijn eerste kennis op
deed. En bij de jaarlijkse familie
reünie is hij met zijn twee zusters
een graag geziene gast.
Banketbakker Van Opdorp. een
neef van dr. ïr. Den Hollander,
heeft het ons in geuren en kleuren
verteld. Frans den Hollander, ere
burger van Goes, zat dit jaar tij
dens het Goese fruitcorso zelfs op
de beste plaats aan tafel: naast de
fruitfee. En in 1956 bij het 85-
jarig bestaan van de h.b.s. behoor
de hij bij de reünisten. Tezamen
met alle oude vrienden herleefde
toen de tijd van weleer, van school
gaan en voetballen, van vriend
schap en werken. Misschien is
toen onder oude bekenden nog wel
gesproken over die botsing met de
groentekar in Middelburg. De oor
zaak van dit alles was het won
derschone meisje uit Middelburg,
op wie verscheidene jongens van
de Goese h.b.s. een oogje hadden.
Ook Frans den Hollander. Hij
fietste graag op Walcheren en
ging daartoe dikwijls naar Mid
delburg. Daar haalde hij zijn fiets
dan uit de trein en startte voor
ccn tochtje. Op een goede dag,
toen hij door Middelburgs straten
trapte, liep daar het bewuste meis
je. Frans den Hollander kon er
zijn ogen niet afhouden en reed
prompt tegen een groentekar. Wat
de juffrouw en Frans toen hebben
gezegd, heeft de geschiedenis niet
overleefd.
Vast staat, dat dit meisje niet zijn
vrouw is geworden. Evenzeer staat
vast, dat dr. ir. Den Hollander
nog steeds een sterke binding met
Zeeland heeft. Hij logeert er dik
wijls. Hij kan het oude niet ver
geten.
Ook op ander terrein wordt dat
duidelijk. Nog steeds spreekt dr.
ir. Den Hollander met zorg de
naamvals-n uit. Nog steeds prijst
hij bij de N.S. het werk van zijn
voorgangers. Hoe dikwijls niet
roemt hij „Willem", zijn voorgan-
?er ir. Hupkes. Vaak ook geeft hij
lijk, dat wat goed is, ook al is
het oud, niet moet worden vervan
gen. Kij kmaar eens naar de sta
tionsvernieuwingen. Oude, dege
lijke gebouwen worden opgeknapt.
Slechts wat niet meer deugt,
wordt vervangen.
En het robuuste karakter, dat hij
toonde bij het voetbalspel, het
roeien en het zwemmen, hij heeft
het nog: „Zwaar en degelijk ma
terieel moeten we hebben, mijne
heren. Materieel, dat tegen een
stootje kan. Zeker, de aanschaf
moet economisch verantwoord
zijn. Maar voor net geld, dat we
hebben, bestellen we het beste, dat
er is".
We hebben hem dit horen zeggen,
toen hij loc. serie 1200 introdu
ceerde, toen hij de nieuwe blauwe
doorgangsrijtuigen aanprees en
toen de Blauwe Engel haar intre
de op ons spoorwegnet maakte.
Zwaar en degelijk. Hier spreekt
de robuuste mens en de degelijke
Zeeuw. De man, die weet. wat hij
wil en wat hij met de N.S. wil.
Daardoor kon hij niet schipperen.
Hij ging recht door zee en zei te
gen ondergeschikten wat hij van
hen dacht. Ook al stonden daar
buitenstaanders bij. Dat was niet
prettig, maar hij kon een onnodi
ge treinvertraging niet verkrop
pen.
Slechts in komische situaties* kon
hij capituleren, want hij hield van-
de humor. Zoals op die dag, toen
hij de trein miste, die hem van
Utrecht naar Amsterdam zou
brengen. Hij reed in hoog tempo
met zijn auto en was er eerder
dan de trein. Bij het oversteken
van het emplacement zag hij een
rangeerder, die een fietsband
stond te plakken.
„Kan dat maar allemaal zo", was
zijn gestrenge vraag aan de man,
die hem niet herkende.
„Och, ja meneer. Er is nu even
tijd en een paar dubbeltjes zijn
tegenwoordig gauw verdiend",
antwoordde de rangeerder.
,.En vindt je baas dat gaed?",
vroeg de N.S.-president.
„Mijn baas? Oh, die is ergens op
het tweede perron. Daar verwach
ten ze een of andere hoge mie
ter
Toen is ir. F. Q. den Hollander
proestend van de lach verder ge
gaan. De rangeerder werd niet ge
straft.
Maar de blokwachter bij Goes
kwam er niet zo genadig af,
toen dr. ir. Den Hollander, die
per auto zijn geboorteplaats
was binnengereden, een vrouw
in 't wachthuisje ontdekte. Het
was weliswaar des mans eigen
vrouw en zij kwam hem brood
brengen, maar de voorschrif
ten stonden dat niet toe. En
voorschrift is voorschrift bij
PDa, zoals de president-direc
teur in spoorwegjargon heet.
Uit dit alles moge blijken, dat dr.
ir. Den Hollander, niet alleen van
wege zijn positie een unieke plaats
bij de N.S. innam. Hij was er ge
vreesd en bemind. Hij was de ge
boren leider, die bij de N.S. een
levenswerk voltooide: elektrifica
tie van een groot deel van ons
spoorwegnet, nadat hij eerst de
herelektrificatie van het verwoes
te net had geleid. Op zijn 65ste
De thatis scheidende president-di
recteur van de Ned. Spoorwegen,
bracht in dit pand aan de Magda-
lenastraat te Goes, waar zijn va
der destijds een manufacturen
zaak had, zijn jeugdjaren door.
(Foto P.Z.C.)
Het voetbalelftal van Zeelandia
Goes, waarin Frans den Hollan
der triomfen vierde. In het mid
den naast de doelman met shirt
over de broek staat hij. Derde
van rechts Max Oele, de huidige
notaris te 's-Gravenpolder die ons
deze merkwaardige foto in bruik
leen gaf. Oele ivas aanvoerder van
het team.
Levensloop van een grote Zeeuw
Dr. ir. F. Q. den Hol
lander werd op 31 mei
1893 te Goes geboren.
Na daar de vijfjarige
r.h.b.s. te hebben door
lopen, ging hij in 1911
studeren aan de tech
nische hogeschool te
Delft en behaalde daar
in 1910 het diploma
werktuigkundig inge
nieur (met lof).
Van mei 1916 tot de
cember 1917 was de
heer Den Hollander in
opleiding bij de Hol-
landsche IJzeren
Spoorweg Maatschap
pij voor de dienst der
Staatsspoorwegen in
Ned.-Indië. Tn die pe
riode heeft hij o.a.
dienst gedaan als sto
ker op een stoomloco
motief.
Op 6 april 1918 werd
hij benoemd tot adspi-
rant-ingenieur bij de
Dienst van Tractie en
Materieel der Staats
spoorwegen in Ned.-
Indië, met standplaats
Bandoeng. Twintig jaar
bleef hij in Insulinde
1 'erken en doorliep
daarbij verschillende
rangen en functies. Hij
bracht het tenslotte tot
chef van de exploitatie
der Westerlijnen op
Java.
Begin 1938 ging ir.
Den Hollander met Eu
ropees verlof naar Ne
derland, waar hij werd
benoemd tot onderdi
recteur van het Staats
bedrijf der Artillerie
inrichtingen. Op 1 ja
nuari 1940 volgde zijn
benoeming tot direc
teur van dit bedrijf.
Enkele jaren later werd
hij tevens belast met
het voorzitterschap van
de Hoofdgroep Indus
trie.
In mei 1945 werd de
heer Den Hollander
aangewezen als ge
machtigde der Vertrou
wensmannen van de re
gering voor het minis
terie van Handel en
Nijverheid, welke be
noeming werd gevolgd
door die tot waarne
mend secretaris-gene
raal van dit ministe
rie.
In oktober 1945 werd
hij directeur-generaal
van het Verkeer bij het
directoraat van het
Verkeerswezen en op 1
maart 1946 directeur,
plaatsvervangend pre
sident van de N.V. Ne
derlandse Spoorwegen.
Zijn benoeming tot
president der N.S. volg
de op 1 januari 1947.
De heer Den Hollander
beweegt zich actief op
internationaal terrein.
Zo is hij lid van de
„Commission Perma
nente de 1' Association
des Chemins de fer" te
Brussel, voorzitter van
het „Comité de Direc
tion de l'Office de Re
cherches et d'Essais O.
R.E." te Utrecht en lid
van de „Technical De
velopment and Re
search Committee" van
de „British Transport
Commission" te Lon
den.
Op 26 september 1955
verleende de technische
hogeschool te Delft
hem het ere-doctoraat
in de technische weten
schap.
De heer Den Hollander
is ridder in de orde van
de Nederlandse Leeuw
en voorts drager van
verscheidene buiten
landse onderscheidin
gen. Hij is voorts be
stuurslid en commissa
ris van diverse ender
nemingen en bestuurs
lid van het C.S.W.V.
Dr. ir. Den Hollander
woont in een bungalow
te Maarn, die hem
voortdurend aan de
Zeeuwse wapenspreuk
„Luctor et Emergo"
herinnert. Het huis
heet „Luctor".